Het wonder van de genezing van de knecht van de hoofdman over honderd laat ons zien dat Jezus zich vrijwillig onrein liet maken. Hij nam alles op zich voor zondaren, voor albedervers als wij zijn. Wij zijn vanuit onszelf God ongehoorzaam, het is niemand die goed doet. Geen goed mens wordt op aarde gevonden die voor God kan bestaan. Alleen Jezus Christus, Gods Zoon, is goed, volmaakt God en mens. Jezus prijst het geloof van de hoofdman over honderd die Zijn macht erkent: ‘spreek slechts één woord en mijn knecht zal genezen zijn’. Gods spreken is scheppend zoals bij het begin van de wereld en is scheppend en helend als het gaat over het roepen van doden tot leven. Heeft u Zijn stem al gehoord? Voorbij te leven aan Zijn woord is eigen schuld. Het is geen onschuldig iets om aan het Woord voorbij te leven. Maar hoor: Hij is zó gewillig om u te behouden: ‘wie Hem aanroept in de nood vindt Zijn gunst oneindig groot’.

Mattheüs 8 vers 7: ‘En Jezus zeide tot hem: Ik zal komen en hem genezen‘.

De kracht van het geloof zoals gewerkt wordt door de Heilige Geest
1. Gebleken bij een heiden;
2. Tot beschaming van de Joden;
3. Tot vermaning van ons.

1. Gebleken bij een heiden

In dit gedeelte wat we gelezen hebben valt het op dat er drie wonderlijke zaken gebeuren. Drie genezingen. Melaatse. Knecht van de hoofdman. Schoonmoeder van Petrus. De Heere maakt zalig, maakt heel. Heiland. Hij maakt heel. Hij maakt heel wat stuk was, kapot was. Wij zijn allen afgeweken. Er is niemand die goed doet, niet tot één toe. We worden bepaalt bij onze zonden en ongerechtigheden. Kind des Heere, u denkt misschien dat het alleen geldt die nog niet gered is, nee allen. Allen van dezelfde lap gescheurd. Catechismus: nog tot alle boosheid geneigd.

Juist deze middag worden we bepaalt bij de eeuwigheid die nadert. Ieder mens gezet eenmaal te sterven. God de heilige en rechtvaardige God. Te rein dat Hij het kwade zou aanschouwen. Er is meer te zeggen. Bepaalt bij de zonden. De Heere heeft Zijn Zoon gezonden in de volheid van de tijd. Degenen die onder de wet zijn verlossen zou. Voordat we naar de hoofdman kijken, eerst even naar hoofdstuk 8 kijken. Als kopje staat er boven: ‘genezing van de melaatse’. Niet het belangrijkste op zichzelf genomen. Deze man was buitengesloten en dat de Heere hem rein maakt. Hij mag weer onder de mensen komen. Hij hoefde zijn bovenlip niet meer te bewegen en te zeggen tot de mensen: melaats, melaats. Wat zo’n wonder is: de Heere laat de melaatse komen. De melaatse laat de Heere vrij. Indien U wilt, U kunt mij reinigen. De Heere stak niet alleen de hand uit maar raakte hem aan. Wat betekent dat? Naar de Joodse leer, het Oude Testament? Jezus zelf een onreine geworden zo. Hij laat hem toe te komen en dan raakt Hij hem aan. Dat is niet begrijpen.

We hebben al snel dat iemand die er vies uitziet, een bedelaar. Wasbeurt nodig. We willen liever niet met de viezigheid van anderen besmeurd worden. Maar mens, hoe vies bent u van binnen? Een vuile bron van wanbedrijven. De Heere Jezus raakt zo’n melaatse aan. Aanraken. De Farizeeën zeiden zelfs van Hem: deze ontvangt de zondaren en eet met hen. Dat deed je alleen met mensen waarmee je bevriend was. Het is een hele eer. Bepaalde mensen hoorden daar niet bij. Farizeeën konden absoluut niet begrijpen dat je omging met zondaren, tollenaren, hoeren. Waar je mee omgaat wordt je mee besmet. Jezus raakt de melaatse aan. Hij wilde onrein worden om de melaatse te reinigen.

Voorbeeld uit Handelingen. Vat uit de hemel met het laken. Onreine en reine dieren. Petrus krijgt een stem te horen: slacht en eet. Petrus wil het niet. Het reine met het onreine in aanraking gekomen. Petrus moet eten. Omdat wat de Heere rein noemt, is rein. Het Evangelie maakt de onreine rein. Daarom zondaar is het Evangelie groot en goed. Dat de Heere goedertieren verkondigers stuurt van deze zeer blijde boodschap in deze wereld verloren in schuld. Voor de grootste albedrever. In Zijn bloed reinigt van alle zonden. En zo wordt aan het begin van hoofdstuk 8 het Evangelie in een notendop naar voren gebracht. De Heere steekt niet alleen Zijn hand uit maar raakt hem ook aan. Vrijmachtige. Hij doet wat Hij behaagt. Maar spreekt er ook bij. Ik wil. Word gereinigd. Juist dat spreken is van groot belang. Ik moet even al iets noemen, en ik loop op de stof vooruit, wat is er gebeurd? Schoonmoeder van Petrus genezen. En dan staat er hij wierp de boze geesten uit met het Woord. Drie genezingen. De Heere heelt, geneest en reinigt naar het Woord. Met Zijn majesteit en Geest wijkt Hij nimmermeer van ons. Ik ben met u al de dagen tot het einde van de wereld. Hij is er met Zijn Woord. Het Woord zal nooit ledig wederkeren. De Heere is de eerste. De Joodse leer was: wie een onreine aanraakt wordt zelf onrein. Het Evangelie: de Reine met het een hoofdletter maakt de onreine rein.

Misschien bent u wel met de gedachte naar de kerk gegaan: ja het is zondag, ik moet naar de kerk. Ik zou blij moeten zijn. De middelen gebruiken. Wie nat wil worden moet in de regen lopen. Voegt u bij de Godgezinden en u zult Jezus vinden. Gebruik de middelen. Niet napraten uzelf zo slecht te vinden. Ik bedoel dit voor de verbroken van hart en verslagen van Geest. Wie in het stof ligt neergebogen, wordt door Hem weer opgericht. Dat is Zijn werk. Hij is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was. Staat in de context van de tollenaar. Onreine.

We gaan met gezwinde spoed naar de hoofdman over honderd. Hij was een Romein. Daar bleef je uit de buurt. Je zou je met hen verontreinigen. Duidelijk voorbeeld. Jood geen varkensvlees eten. Maar wat had de Romein gegeten? Romeinen en melaatsen bleef je buiten. Letterlijk met de melaatsen. Romeinen niet mee te maken hebben, zeker niet met de tollenaren. Hier lezen we over de hoofdman over de honderd. Rabbi, maar hij is het waardig. Hij heeft ons de synagoge gebouwd. Toch kunnen bewerkstelligen. Het is wel een Romein maar hij is het waardig dat U naar hem omziet. Deze Romein komt bij Jezus. Hoofdman over honderd. Belangrijk iemand. Niet onbemiddeld. Hij had slaven, dienstknechten. Hij had ook heel persoonlijke dienstknechten. Knecht. In het Grieks staan er verschillende woorden. Slaaf staat er voor dienstknecht. Bijzondere knecht is iemand waar hij mee optrekt. Hij is wel een slaaf maar staat op nummer één.

In het Oude Testament kom je dat ook tegen. Ik sta hier niet voor de klas dat ik iemand kan aanwijzen zoals ik vroeger deed. Weet iemand wie de knecht van Abraham was? Eliëzer, huisbezorger. Zo ook hier. Knecht van de hoofdman wordt ziek en het wordt sterven. Wat is er bijzonder aan de hoofdman over honderd? Bij de Romeinen telde een mensenleven niet. Als je knecht dood is, koop je toch een andere. Zoals wij ook over een auto die in de prak gereden is, dan koop je toch een nieuwe. Zo denken helaas vandaag de dag ook vele werkgevers. Als je niet meer wilt werken voor hetzelfde loon, dan ga je toch naar een ander?! Ligt een les voor ons in. Hoe gaan wij om met onze medemens? Ook die onder ons staan.

De hoofdman over honderd komt bij de Heere Jezus terecht. Ik zal komen. De woorden van onze tekst. Ik zal komen, staat er met bijzondere nadruk in het Grieks. Ik zal helemaal voor hem zorgen. Ik zal komen. Dat is eigenlijk ook weer een samenvatting van het Evangelie. Dat er een is die gewillig is en dat is de Heere Jezus Christus. Zie Ik kom om Uw wil te doen. Ik zal komen. In de rol van Uw boek is van Mij geschreven. Ligt zoveel in. De deugden Gods te verheerlijken, zondaren zalig te maken. Als Jezus niet gezegd had Ik zal komen, dan was het kwijt voor deze knecht van die hoofdman. Kwijt voor de melaatse, de schoonmoeder van Petrus, voor ons op weg en reis naar de eeuwigheid. De Heere Jezus wil aanraken. De Heere de eerste en de laatste. Het begin en einde. Een volkomen zaligheid, een uitgewerkte zaligheid voor een uitgewerkte zondaar. Wie Hem aanroept in de nood vindt Zijn gunst oneindig groot. Heb maar lage gedachten van jezelf maar hoge gedachten van Hem. Nooit had iemand te hoge gedachten van deze Koning. Ik zal komen en hem genezen. Dat betekent geliefden dat u moet zeggen: het is aan mijn kant een omkomen. Mogelijkheid aan Zijn kant. Ik zal komen. Hij is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren was.

Nu de hoofdman over honderd. Hoe reageert hij? Heel opmerkelijk. Heel leerzaam voor ons. Ik heb het vorige week in Oosterwolde zo gezegd: jongeren, misschien vroeger wel gezegd ik wil later bij de politie, landmacht, luchtmacht, of marinier worden, dat is toch stoer zou je zeggen. Dan moet je heel wat leren. Het eerste wat je moet, en dat valt niet. Hoe zo’n uniform eruit ziet? En de rangen en standen? Eerste wat je moet leren is gehoorzaamheid. Dat valt niet mee. We hebben ons vlees tegen. We zijn in hoogmoed gevallen. Niet luisteren en horen naar wie we moeten luisteren maar naar de verkeerde luisteren. Eigen hart luisteren. We zien het al in het paradijs. De satan zegt is het niet. Eva gaat in discussie. Gaat erin mee. Wat de Heere zei zijn ze ongehoorzaam. Ze luisteren wel naar de bedrieger van de beginne.

Bede van koning Salomo. Hij vroeg om een verstandig hart. Verstaan. Luisteren. Leer mij naar Uw wil te handelen, zal dan in Uw waarheid wandelen. Waarom noem ik dit? Jezus zegt: Ik zal komen. De hoofdman ziet dan wie hij zelf is. De Joden zeiden dan wel dat hij waardig is. Is dat bij u ook al gebeurd? Dat u moet zeggen in de spiegel: schuldig, schuldig. Ook al zeggen anderen dat is een goed mens. Mensen, die zijn er niet. Er is niemand die goed doet. Niet tot een toe. Ik ben het niet waardig. Dan denkt hij ook aan het Woord waardoor de Heere werkt. Ik sta zelf ook onder de macht, onder het gezag van anderen. Er zijn ook anderen omgekeerd die het moeten doen. Zo gaat het nu eenmaal in het leger. Gehoorzamen. Als je niet gehoorzaamde, had je het vrij snel geleerd in het Romeinse leger als je het al na kon vertellen.

Heere, spreekt U slechts een woord. Enkel woord genoeg. Knecht zal genezen worden. Spreek slechts één woord. Hoeveel woorden zijn er vandaag al tot u gekomen. Lezen in de Bijbel, zondagsschool, allerlei wijzen. En u gaat er aan voorbij. Een is die de Weg, de Waarheid en het Leven is. Dan is het eigen schuld. Dan gaat u eeuwig verloren. Het is geen onschuldig iets aan het Woord voorbij te leven. Zegt u het maar en sterf ermee, en u zult op duizend vragen geen antwoord kunnen geven. Niet ik ben gewillig, maar de Heere is gewillig. Hij raapt Israël op. Dat is het Evangelie. Dat Hij het Woord doet spreken. Is uw bede al geworden: geef mij een gehoorzaam hart. Het is niet: eens bekeerd, afbekeerd. Het is steeds weer vragen: bekeer mij tot U, zo zal ik bekeerd zijn. Niet omdat wij het zo waardig zijn. Maar omdat de Heere zelf een vloek wilde worden.

2. Tot beschaming van de Joden

Zo komen we, misschien denkt u eindelijk, bij het tweede punt. Jezus zegt: ik heb zo’n groot geloof in Israël niet gevonden. Zo’n geloof dat zich alleen verlaat op de Heere. Alles schade en drek leert achten om de uitnemendheid van Christus. De Joden zochten het in de 613 geboden en verboden. Kunnen we lezen in het Evangelie van Johannes. Maar kijk toch verder. Schriften getuigen van Mij, zegt Jezus. De zaligheid in geen ander dan in Christus alleen. Wie heeft het mogen leren? Petrus. Handelingen 15. Petrus zegt: aangaande de heidenen die zalig worden aangaande de genade alleen. Wij Joden moeten zalig worden op zelfde wijze als zij, door genade alleen. Daarom is ook wat hier gebeurt met de hoofdman, is tot een getuigenis naar de Joden toe. Tot een getuigenis naar ons toe. Wij gaan eerst zingen en wel uit Psalm 95 vers 4.

Wat mocht deze hoofdman over honderd verstaan waar het diepste om ging. Hij spreekt en het is. Hij gebiedt en het is er. In het begin van de Schrift staat het. En God sprak en er was licht. Het spreken van God, dus ook de van de Heere, is een scheppend, helend spreken. Dat mag de hoofdman verstaan. Jezus is helemaal niet bij die knecht geweest. Het is opvallend. De hoofdman zegt: u hebt die macht dat u slechts een woord hoeft te spreken en de knecht is genezen. Ga heen en u geschiedde gelijk u geloofd heeft. Namelijk dat door Mijn woord er genezing is. En die knecht genezen op dat moment.

Misschien denkt u: was Jezus nog maar op aarde. Kon Hij mij nog maar aanraken. Zoals toen die mensen genezen heeft. Wandelde Hij nog maar op aarde, dan konden wij Hem zien. Hij is ten hemel opgevaren. Dat Hij met Zijn majesteit en Geest nimmer van ons scheidt. Die belofte staat: Ik ben met u tot het einde van de dagen. Dat zien we ook hier. Zo mogen we ook verwachting hebben dat de Heere vandaag de dag geneest. Ook al zijn de volkeren geacht als een stofje aan de weegschaal. Hij ziet naar het kleinste om. Die niet meer weet hoe het moet. Die man, die vrouw, die zoveel verkeerd gedaan. Het kan niet bij onszelf. Maar wel bij Hem.

Maar geloven wij Hem op Zijn Woord? Of willen we iets tastbaars. Zoals in de woestijn een beeld gemaakt. Zalig die niet zien en nochtans geloven. Wat een wonder zou het geweest zijn voor die knecht. Zo ineens genezen. Wat een wonder dat de Heere nog werkt. Door Zijn werk. Zal doen wat Hem behaagt. Het staat ook in het licht van de eeuwigheid. U moet weten dat de Joden sterk hechten aan het koninkrijk. Was kwijtgeraakt, bij David. Kinderen des koninkrijks, kinderen van Abraham, Izak en Jakob. Daar hadden ze genoeg aan. Kinderen van Abraham. Totdat Jezus zei dat Hij uit stenen kinderen van Abraham kan verwekken. Zijn wij uit genade kind geworden? Uit de duisternis getrokken en overgezet in het koninkrijk. Er is een scheiding. Ziet op de Joden maar ook op de heidenen. Zullen er toegebracht worden alleen door het geloof in Hem. Petrus heeft het gezegd: geen andere Naam onder de hemel door welke we moeten zalig worden. Het is zo ook tot vermaning van ons.

3. Tot vermaning van ons

We zijn hier in deze kerk geboorteleden, doopleden, belijdende leden, kinderen van het verbond. Er zijn tweeerlei kinderen van het verbond. Merendeel omgekomen in de woestijn. Want met het geloof niet gemengd. Psalm 50 neemt het woord verbond in de mond, maar Zijn geboden gehaat. Heere, maak mij tot U, bekeer mij tot U. Toevlucht nemen tot Hem. Wij zullen U nalopen. Bede. Geef je het helemaal uit handen. Breng je het dagelijks in de gebeden. Steeds korter. Gebed van de tollenaar. Onreine. Hij kon niet eens bidden, hij zei: wees mij zondaar genadig. Wat wilt u meer zijn dan zondaar? Albederver? Wat u meer wilt zijn, dat is teveel. Maar ik zeg er iets bij. Ben je er al onder gebroken. De toevlucht leren nemen

Kolensjouwer Huntington. ‘Saved Sinner’ had hij achter zijn naam staan. Geredde zondaar. Hij maakte de onreine rein in Hem. Daarom is er toch geen andere weg dan in Christus Jezus alleen. Daarom gaan we eindigen geliefden. Psalm 25 vers 2. Onderwijs. Maak mij Uw wegen bekend. Wilt U mij leiden. Leid mij in een effen land. Onderwijs. Het Griekse woord voor discipel betekent eigenlijk degene die onderwijs ontvangt, leerling is. Onderwijst al de volken. Maak ze tot Mijn leerlingen. De Heere geve dat je levenslang leerling mag worden. Op school leer je vooruit te komen. Op de leerschool van de Heilige Geest wordt je steeds teruggezet. Bekeer mij. Het kan nog. Ik zal komen. Ik zal het in alles verzorgen, zegt God. Mijn lust is het om uw allerlei voorbeelden aan te reiken maar dat ga ik nu niet doen. U moet immers ook nog zelf wat werk hebben vanavond.

Vergelijk nog maar eens. De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan verzorgt die gewonde niet een beetje maar helemaal. Jezus doet veel meer. Zo groot een geloof zelf in Israël niet gevonden, zegt Jezus over de hoofdman. Maar wat nog veel groter is is de genade van Hem. Dat geeft lust om te preken. Op en onder de kansel. Ondanks de driehoofdige vijand. Heb grote gedachten van de Heere. Die tot Hem komt zal Hij geenszins uitwerpen.

Amen.

 

Zondag 13 oktober 2019 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. R.P. van Rooijen – Schriftlezing Mattheüs 8 vers 1-17