Zondag 26 november 2017 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. R. van de Kamp [Putten] – Psalm 45 vers 16-18 – nabetrachting Heilig Avondmaal

Preek over Psalm 45 vers 16-18

Het leven van de bruid in het Koninkrijk van haar Bruidegom

1. Hier nog ten dele

2. Het volmaakte beloofd

3. Het leven daar naartoe

Het is onbegrijpelijk. Heel wat keren gebruikt. Bewust. Een groot wonder. Grote schepper die alles leidt en bestuurt. Dat Hij nog van doen wil hebben met ons. Niets liever ziet dan dat gevallen zondaren tot Hem komen. Wat daalt Hij laag af. Lust in de schoonheid in de bruid. Wat bruid? Ik zie alleen maar zonde en vuiligheid. Ik kan niet zijn wie ik moet zijn.

Geleid aan Zijn tafel. Zo ook naar de eeuwigheid. Eeuwigheidsperspectief naar de bruiloft van het Lam. Maar nu bijna de zondag weer voorbij en terug naar de wereld. Misschien wel de lust om aan de tafel te blijven.

Wereld weer in. Ziet u er tegenop? Of naar uit? Ziet u er naar uit er iets van aan anderen te laten zien. Getuigen van die grote Koning. Op school: prijs gewonnen? Ja, de grootste prijs! Hem gezien, de Koning. De Koning groot te maken. Zo ook dichter van Psalm 45.

In vers 11 spreekt hij tot de dochter. Jubel uitgeroepen op de dochter en de haren. In vers 15 over de dochters. Oude Testament. Vergeet u het niet. Koningsdochter oude verbondsvolk. Met die koningsdochter zullen de heidenen ingelijfd worden. Tegen het einde wordt tegen het bruidspaar gesproken. Exegetisch een wangedrocht, zegt u misschien. Ik denk dat hierin het wonder ligt.

Eerst de dochters. Hier nog ten dele. Zij zullen geleid worden. Het zal gebeuren. Ze zullen geleid worden met alle blijdschap en verheuging. Het is er nog niet. We moeten nog door.

Wat is er nu te zien van het Koninkrijk van God te zien? Komt er nog wel iets van terecht? Als we kijken naar eigen land en volk, modern heidendom terwijl ons land en volk zoveel genade ontvangen heeft. Op zoveel plaatsen zijn Naam geprezen en bejubeld. Wat zien we er nog van terug? Als we zien op de kerk, Nadere Reformatie (een pré als je van de kerk was, er was respect voor hen – langzaamaan verdwenen en getolereerd, en doorgaand gedogen maar wanneer zal het overgaan in vervolgen?).

Verhalen van martelaren. Ziggend gingen. Glans op hun gezicht. Koning grootmaken. Toch onmogelijk te verklaren. Zij zullen geleid worden.

Koninkrijk dan? Zo teloor gaat. Uw schuld, mijn schuld. Augustinus: de wereld is omdat ik zo ben. Dan kunt u met verbazing spreken over ontwikkelingen, maar bent u de schuldige? De bruid. Mijn schuld. Inktzwart. Ben ik een lichtend licht en een zoutend zout? Klaagt erover dat ze niet is wie ze moet zijn. Onbegrijpelijke liefde en schoonheid bij Hem. Zie dan eens hoe deze Koning heeft staan kloppen aan uw en jouw deur.

Gemeente, wees eerlijk. Wat heeft u tegengehouden om de deur open te doen? Hij klopte. Wonder nog groter. U kunt aan het Avondmaal hebben deelgenomen met een potdichte deur. Misschien ging de deur open terwijl u geen deel nam aan het Avondmaal.

Hij uw leven is. Alles in uw leven is! Toen u die liefde ervaarde, ik zal niet meer zondigen. Die liefde bewaken. Huis alle oprechtheid belijdt. Zou het goed gaan? In eigen kracht? Het kan alleen in deze Koning. Hem in alles nodig!

Hebt u de goedheid van de Koning gezien? Ervaren? Wat heeft het uitgewerkt in uw ziel. Hier alles ten dele. Daarom die belofte: zij zullen geleid worden met alle blijdschap en vreugde in des Konings paleis.

2

De dichter, eerst de dochter aangesproken, wendt zich nu tot het bruidspaar. Eerst de uitleg. Wie de vaderen? Aartsvaders Abraham, Izak en Jakob. In plaats van de gelovigen in het OT de gelovigen van het NT. Openbaring de 144, 12×12. Twaalf apostelen. In plaats van uw vaderen zullen het de zonen zijn. De beloften die de vaderen ontvangen hebben, gelden ook voor de zonen. Olijfboom herstellen. Natuurlijke takken zal inenten. Geen misschien. Als het gee4ist wordt, zo zal Hij zaad zien. Jesaja 53 voorzegd. Daarom gaat de bruid in het paleis. Nu nog ten dele, straks volmaakt. Te delen in de gemeenschap van de Koning.

Misschien zegt u wel: er is weinig om over te verblijden. Hoe komt het? Waarom mist die blijdschap en verheuging. Twee oorzaken. 1 met veel teleurstellingen te maken. Met mensen omvalt, met de kerk omvalt, met ambtsdragers. Zoveel teleurstellingen. Maar ik heb een vraag voor u: al die teleurstellingen, vinden die ten diepste niet de oorzaak in dat u in uzelf teleurgesteld bent. Kent u uzelf wel. Ik ben zwart.

Dan blijft er verwondering over. Dan gaat de mond op slot. Zouden we niet over al die teleurstellingen moeten heenzien. En zeggen: het gaat goed. Eerste oorzaak: bent u wel teleurgesteld in uzelf.

Tweede oorzaak: wij zitten zo vast aan het aardse. Mist het uitzicht, het perspectief. Om straks ingeleid te worden in des Konings paleis. Kerk uit: zo vol van de Heere, en kijk eens wat een mooie auto. Zo weer afgeleid.

Geestelijke zonen zullen er zijn. Poorten van de hel niet overweldigen. Heeft u nog verwachting van die grote Koning? Mensen zendt en roept om het Woord tr preken? Met deze Koning regeren. Resoneren vanuit Zondag 12 HC, Zijn Naam belijdt, levend dankoffer Hem offer, met Hem zal regeren! Met Hem in alle eeuwigheid. Zij zullen geleid worden in des Konings paleis. Zijn toekomst. Hij komt om de volken te richten in gerechtigheid.

3

Dichter van Psalm 45 een voorbeeld. Ik zal Uw naam doen gedenken. Heeft u ook in uw hart laten kijken? Van die liefde meegedeeld. Van elk geslacht tot geslacht. Dat de kinderen het opviel. Wat is er gebeurd. Ik zal Uw Naam. Welke Naam? De Naam van Jezus. Zaligmaker. Omdat Hij mij getrokken heeft, gezegend heeft. Gezalfd, Zijn Naam. Die naam van Heere. Die getrouwe, onveranderlijke Verbondsgod. Wat Hij gedaan is, wie Hij is.

Voor mij, arme arme zondaar. Die het steeds weer verprutst en er een puinhoop van maakt. Zijn Naam doen gedenken. Zijn Naam doen loven en prijzen. Daarom zullen U de volken loven eeuwig en altoos. Als ik u zeg dat het zo donker is, wij komen schromelijk tekort, Zijn Naam te loven. Wie hebt u jaloers gemaakt? Collega, buurman, gezinsleden. Alle reden om Hem te kennen, leven tot Zijn dienst.

Ja maar? Is ongeloof. Ik word niet geroepen om het ongeloof te preken. Maar de oproep tot geloof. Eeuwiglijk en altoos. Lijkt dubbel. In die tijd, klinkt vreemd, altijd. Snap ik het niet meer. Als ik de dreiging zie van de Islam. De dreiging in deze wereld.

Mag er dan ook die verwachting zijn op Hem alleen? Gaat er niet om dat u dat brengt. U zou omkomen. Ziende op Hem, Voleinder des geloofs, Koning der koningen. Veel strijd, maar overwinning is behaald. Maar leeft u dan ook zo bij de toekomst? Zij zulllen geleid worden met blijdschap.

Nog een keer onderstrepen: zij zullen geleid worden in het paleis van de Koning. Het gaat aan op de bruiloft van het Lam. Alle verschillen dan weg. Zo mag ook het Heilig Avondmaal een heenwijzing zijn. Opdat u op die belofte zoudt leven. Beloften verzegeld. Van Zijn Verbond en trouw.

Daarom wil ik maar eindigen wat de dichter zegt tot de bruid. Hoor en zie o dochter en neig uw oor. Zo zal de Koning lust hebben aan uw schoonheid is. Omdat Hij de Heere is en regeert. Of zelf nog op de troon, Hij niet uw Koning?! Geweldige vraag: moet ik dan blij zijn en vreugde. Als het een moeten is, dan geen Evangelie.

In de duisternissen zo Hem aanroepen, leven tot Zijn eer. Buig u voor Hem neder. Hij is het waard om alle lof en eer te ontvangen. Zij zullen ingaan in des Konings paleis. Gelooft u het? Opdat u uw leven er op laat rusten. Zij zullen ingaan. Amen.