De lijdende Knecht
De profeet Jezus stelt ons Christus voor als de lijdende Knecht. Hij werd niet gestraft vanwege Zijn zonden maar om onze overtredingen. Wij achten Hem echter als van God geslagen. Tot driemaal klinkt de vraag: wie heeft onze prediking geloofd? Hebben we onze naam al mogen invullen? Dat Jezus de weg van kribbe naar kruis ging om én voor mij?
Het plaatsvervangende werk van de lijdende Knecht
1. Zijn onschuld in de plaats van onze schuld
2. Zijn wonden in de plaats onze straf
3. Zijn gerechtigheid in de plaats van onze ongerechtigheid
1. Zijn onschuld in de plaats van onze schuld
Maar Hij is om onze overtredingen verwond. Om onze ongerechtigheid. Gemeente, hebt u zal al eens uw naam in mogen vullen bij dat ons? Niet alleen voor anderen, ook voor mij. Schuld gedragen, straf en daarom vrede. Is dat een strijd voor u? Als het geen strijd is voor u, dan heeft u nog nooit geloofd. Waar geloof is een bestreden geloof. Gaat om de toeeigening van het heil. Of moeten wij het hebben over het toeeigenen van de schuld? Ligt daar niet de oplossing? Nog nooit schuldenaar voor God? Van Hem moeten verliezen? Wat doen u deze woorden uit Jesaja 53. Daarom mogen we niet aan de schuld voorbij. Niet wat de mens is maar u en jij. Schuldig voor de Allerhoogste.
Niet goedpraten de zonden en schuld. Beleefd zeggen: we zijn allemaal schuldig. Het krijgt onmogelijk waarde voor uw ziel als u niet weet van schuld. Jesaja werd er toe opgeroepen om het aan te zeggen.
Aangrijpend om over Jezus te lezen dat Hij veracht was. Zijn heerlijkheid afgelegd. Dat Hij dat er voor over gehad heeft. En wij hebben Hem niet geacht. Hij de eer niet ontvangen die Hij waardig was. Merkt u dan niet dat het alles tekort is in ons leven. De diepte van Zijn lijden peilen. Moeten we het nog wel hebben over zonden en schuld. God is toch liefde? Ja God is liefde. En juist die liefde zien wij in het vergeven van de schuld.
Terwijl wij Hem niet achten. Volk ook afgoden gediend. Jesaja komt tot het Joodse volk. Kenden de wet op hun duimpje. Wisten ook dat als ze niet zouden leven naar Zijn wet, dat er straf zou volgen. En wat zegt het volk dan: wij achten Hem dat Hij geplaagd van God geslagen en verdrukt. U kunt u niet uw naam invullen bij het onze als het hier niet bij het wij en ik is. Ze meenden dat Jezus wel zwaar gezondigd had.
Zoals bij de vrienden. Kwamen bij hem zitten, zeven dagen lang. En dan het hoogste woord eruit: Job moet wel zwaar gezondigd hebben. Als we denken dat Jezus gestraft is vanwege eigen zonden, dan gaan we onze zonden voorbij. Maar Hij zonder zonde! Ook geen erfzonde. Ontvangen van de Heilige Geest. Kende geen erfzonde of erfsmet. Pilatus zegt: ik vind geen schuld in Hem. Woord van Jesaja: waarlijk Hij heeft onze krankheden op zich genomen. Nochtans! Op zich genomen. Zijn onschuld in plaats van onze schuld. Wie heeft onze prediking geloofd? Ik bedoel niet alleen voor waar houden. Ik ga er vanuit dat u allen dit voor waar houdt. Maar heeft Hij dit voor u en jou gedaan. Dan mag u rusten op Zijn volkomen arbeid. Als u weet wat onrust is, als het niet vlak ligt tussen de Heere en uw ziel. Wat een wonder wordt het dan als Hij in de plaats gaat staan.
2. Zijn wonden in de plaats onze straf
Hij was vertrouwd met krankheden. Het is nergens niet in verzocht. In alles verzocht. Als Jesaja dat zo preekt dan weten ze heel goed wat de oorzaak daar van was. Jesaja 1, wee het zondige volk. De Heere verlaten. Komt door de zonden. Catechismus ook. Hoe groot de zonden en ellende is. Oorzaak en gevolgen. Zonden betreft de ziel, ellende betreft het lichaam. Christus heeft beide op Zich genomen. Met ziel en lichaam mens geworden. De oorzaak van de zonden aangepakt. Dat gewillig, zonder enige klacht de weg van de kribbe naar het kruis. Deed zijn mond niet open. Als daar Judas komt, wie zoekt u? Laat deze dan gaan. Geeft Zich gewillig over. Gezwegen. Zijn wij ook zo in het lijden? Natuurlijk, wij zijn al verwonderd als we niet in opstand komen. Maar dragen wij het gewillig. Ook als ik het niet begrijp. Zo een weg tegen het vlees ingaan. Hij verwond om de dingen die ik verkeerd heb gedaan.
De blijde ruil van het geloof. Mijn zonden leg op het Lam. En Hij zijn gerechtigheid op mij legt. De blijde ruil. Begint hier.
Onze ongerechtigheid heeft Hem verbrijzeld. Hebt u Hem zo al zien hangen aan het kruis? Om mij, om mijn zonden! Door Zijn striemen is ons genezing geworden. Daarom liet Pilatus Hem geselen. Ploegen hebben op Zijn rug geploegd. Striemen die ons genezing aanbrengen. Jesaja heeft het ons zo voor ogen geschilderd.
Als je een paar mensen bij elkaar zou zetten, dan zou je Hem eruit halen. Zijn gezicht zo getekend, of moet ik vertekend zeggen? Wat u waard was, heeft Hij gedragen. Zijn wonden om onze zonden. Een vraag: wie heeft onze prediking geloofd? Overgenomen, onbegrijpelijk toch. Jij wilt wel in plaats van iemand staan die meer heeft, maar in de plaats van iemand die ernstig ziek is? Dat wil je toch niet. Hij de dood in, om onze schuld.
3. Zijn gerechtigheid in de plaats van onze ongerechtigheid
Wij dwaalden allen als schapen. Wij allen. Geen vage woorden. We doen toch goede dingen. Criminelen in de gevangenis. Wij allen. Wij allen dwaalden. De aanklacht. U wilt uzelf op de been houden. Wij allen dwalen. We zoeken onze eigen weg, zoeken ons eigen gemak. Wie is er die geen stap kan zetten zonder Hem? Hoeveel beslissingen genomen in de afgelopen week zonder Hem?
De Heere heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem, Zijn Zoon, doen aanlopen. Onzer aller ongerechtigheid. Dan is het nog heel gematigd vertaald. Vanuit de grondtaal ook nog anders vertalen. Dit vers 6 begint met allen en eindigt met allen. Ook zo: de ongerechtigheid van ons allen. U zegt misschien: dat is gevaarlijk, riekt naar alverzoening. Nee gemeente, algenoegzaamheid van Zijn offer. Er voor u allen de Christus, de Zaligmaker. Niet algemeen maar particulier voor u.
Heeft u al zo naar Hem op gezien op het kruis? Als een leger dat op Hem afkwam. Ons aller ongerechtigheid. Daarom die drinkbeker zo zwaar. Tot de laatste druppel leegdrinken. Hij onschuldig voor zondigen. Is het oordeel ingegaan opdat ik nimmer in het oordeel om zou komen. Hij heeft de Godverlatenheid geproefd én ondergaan. De Vader heeft Zijn toorn op Hem losgebarsten. Hij Jezus heeft het gewillig gedragen.
Zo neemt Hij de ziekten weg. O dan zijn er geen zieken meer? Als je geen sterk geloof hebt, onvoldoende geloof. Onzin! Waarom nog zieken? Omdat het koninkrijk er is en er nog niet is. Leven nog onder de gebrokenheid van de zonden. Ernaar hijgen. Dagdagelijks op ons nemen. Johannes zag die nieuwe hemel en aarde. Geen ziekten meer daar. Hij is de dood ingegaan, Hij heeft betaald, volkomen betaald. Voldaan aan het recht van God. We kunnen onze mond vol hebben van het recht van God. Weet u wanneer dat u gaat aanspreken? Als u uw schuld ziet. De wet u gaat aanklagen. En Hij zegt: Ik heb het gedragen.
Dat u met uw nood en schuld de toevlucht neemt tot Hem. Wat houdt u tegen? Heb ik al gedaan. Dan snapt u er niets van begrepen. Dagelijks Hem nodig. Zijn er nog schuldigen vanmorgen? Hij eist een volkomen gehoorzaamheid. Alle zonden veroordeeld, die van bedrijf en nalatigheid. Zijn er nog schuldigen? Geeft de Heere dan niet juist de zonden opdat u een voortdurende reden tot verootmoediging hebt. De strijd niet verleren. Te belijden dat u het niet redt, dat u er niet uitkomt. Dat u deze lijdende Knecht nodig hebt. Alles te vinden in Hem. De rust. Zijn gerechtigheid in de plaats van onze ongerechtigheid. Nog een keer de vraag, Nieuw Testamentisch ook, de apostelen uitgezonden, dan klinkt de vraag: wie heeft onze prediking geloofd? Kunt u nog buiten Hem? Uw aangezicht voor Hem verborgen. U dacht dat Hij straf verdiend had vanwege Zijn zonden. Maar om onze overtredingen! Wie, wie gemeente, heeft onze prediking geloofd? Amen.
Zondag 4 maart 2018 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. R. van de Kamp [Putten] – Jesaja 53 vers 4-6