Wie heeft onze prediking geloofd?
Naast het aanzeggen van de schuld en de profetue dat het volk weggevoerd zal worden, profeteert Jesaja van de Lijdende Knecht. Als een rijsje voortgekomen, uit dorre aarde. Geen gedaante noch heerlijkheid in Hem. Hem te volgen is een weg van lijden en sterven, ons kruis opnemende Hem te volgen. ‘Wie heeft onze prediking geloofd?’
De aankondiging van het lijden van de Knecht des Heeren
1. Een vraag vol van verbijstering
2. Een man vol van smarten
3. Een werk vol van vernedering
1. Een vraag vol van verbijstering
Gemeente, stelt u zich voor dat u een prachtig verhaal hoort. Meegnomen erin, ziet u als het ware verplaatst in de situatie. Daarna gevraagd: wat hebt u ervan geleerd? Misschien overvalt je zo’n vraag. Als het verhaal zo dichtbij komt. Verhaal terughalen. Welke dingen zaten er ook al weer in. Pas dan kun je er goed over nadenken wat het voor jou betekent. Zo ook met de profetie in het Oude Testament. Ervan zouden leren. Wat is de letterlijke betekenis?
Jesaja profeet. Liep daar met een mantel van kemelshaar. Was niet makkelijk voor hem. De schuld, de zonden aanzeggen. Het moeilijkste werk van een profeet, van een predikant. Opdat u het erkennen zou en zeggen zult dat het over mij gaat.
Volk had de afgoden gediend. Zal weggevoerd worden. Maar Jesaja mag ook vertellen van genade en vergeving! Uit de ballingschap weer terugbrengen naar hun land. De redding, vergeving van het volk, daar loopt een rode draad doorheen. Van de komst van de Messias. Buiten Hem geen vergeving. Ook dat Rijk dat komt. Rust en volmaaktheid. Dat is het fundament van de rust en vrijheid. Ligt alleen in Vorst Messias.
Dan moet het volk van Israël toch weten. Zoveel heeft de Heere gedaan. Uittocht uit Egypte. Lam geofferd, bloed aan de deuren. Zo aan laten zien dat er een Lam nodig is. God heeft beloofd hen belooft hen te beschermen en te verlossen. Hij heeft het waargemaakt! Je zou zeggen: dat volk zal dat toch onmiddellijk geloven. Vreugde, blijdschap. Verwacht je toch? De Heere zet geen punt. Jesaja mag dd boodschap van de Lijdende Knecht brengen. Die uitermate vernederd en verhoogd worden. Verstandiglijk handelen. Hoog en verheven. Die Knecht die moet gaan lijden en sterven. Hij zal vele heidenen besprengen, koningen zullen de mond over Hem houden. ‘Boem’, zouden we zeggen. Dat moet toch als een mokerslag binnenkomen. De heidenen, gaat dus niet over hen de Joden. Over hun hoofden heen? Als u geen Jood bent, dan bent u een heiden. Hopelijk een tot God bekeerde heiden. Onder de verkondiging drupt het bloed der verzoening. Juist als Jesaja die verteld heeft dan komt die vraag vol verbijstering: wie heeft onze prediking geloofd? Waarom niet mijn prediking? Spreekt hij in majesteitelijk meervoud? Nee, hij profeteert. Na hem komen. Gelijkenis in de wijngaard. Komen de profeten langs die gezonden zijn voordat de Heere Jezus komt. Jezus zelf ook. Johannes en ook Paulus in de brief aan de Romeinen.
Als dan alles voltooid is, zou dan de prediking geloofd worden? Wie heeft onze prediking geloofd? Van de Lijdende Borg en Knecht. Misschien zegt u: wie heeft het niet geloofd. Dat gelooft iedereen toch?! Als Jesaja vraagt wie heeft onze prediking geloofd, dan bedoelt hij het ware zaligmakende geloof. Niet alleen voor waar houden, dat zit hier bij het verstand. Maar ook het vertrouwen.
Voorbeeld. Je bent ziek en je wordt steeds zieker. Ouders bellen de dokter. Weet het niet, beter ga je naar het ziekenhuis. Daar zegt de dokter: ik weet het niet. Ander ziekenhuis. Ik weet het niet, dit heb ik nog nooit meegemaakt. Dan hoor je van iemand dat er dokter in een ander land is die je beter kan maken. Mogelijk beter kan maken. Blijf je dan hier? Dan moet je naar hem toe. Alles in werk stellen om naar hem toe te gaan.
Zo ook met de prediking. Werkelijk naar de Zaligmaker te gaan. Wat voor Zaligmaker verwacht u dan? Een helpende Zaligmaker? Die gegeven is alle macht en kracht? Verwacht u ook een Zaligmaker die moest lijden en sterven?! Ziet u dat er geen andere weg is voor uw ziel. Een weg vol van vernedering. Geen ander middel. En daarom een vraag vol verbijstering.
2. Een man vol smarten
Waar heeft de Heilige Geest zo krachtdadig gewerkt dat de arm van de Heere gezien werd? Die arm die verlossen kon uit alle nood en dood. Misschien zegt u: bijzonder hoe Hij gegaan is. We gaan naar het lijden van Hem kijken. Totaal onzichtbaar: een rijsje. U had misschien grote kracht en macht gewild. Dan was het eenvoudiger geweest. Hij is als een rijsje voortgekomen. Een heel klein takje, misschien maar een blaadje. Tak van de boom gevallen, wordt het wat warmer. Op een dode tak een groen puntje. Totaal onverwacht. Een wortel uit een dorre aarde. Ik heb geen groene handen maar als en toe verpoot ik nog weleens wat. Nat gemaakt, grond geschikt. Maar Christus vanuit de dorre aarde! Geen gestalte dat we Hem zouden begeerd hebben. Zijn gedaante zo verdorven, meer dan van anderen. Zo vol van pijn, smart, verdriet. Het lag op Zijn aangezicht getekend. Is dat dan de Messias? Die de wereld zal overwinnen? Een man van smarten, verzocht in krankheid. Vertrouwd met ziekte. Het ene nog niet voorbij of het andere deed zich al voor. Dertig jaar lang niets van Hem gehoord, hoe vol waren die laatste drie jaren niet vol van smart? Hij in alles verzocht in krankheid. Ziekte, ellende. Alles waar wij in verzocht kunnen worden. Er was niemand die Zijn lasten wilde overnemen, die wel wilde ruilen. Het gaat over Gods Zoon! Die heerlijkheid had bij de Vader. Als spelende voor het aangezicht van Zijn Vader. En dan hier voorgesteld als een man vol van smarten. Waar is Zijn eer? Dat heeft Hij afgelegd. Vrijwillig, volkomen bereid. Zijn heerlijkheid afgelegd omdat u uw heerlijkheid hebt afgelegd. Hebt u dat in de gaten? Bekleed met recht en heerlijkheid in het paradijs. Een grote chaos voor in de plaats gekomen. Ziet u hier een Man vol smarten? Een Koningszoon! Ziet u hier Hem die voor koningskinderen de heerlijkheid heeft afgelegd.
Dan komt de vraag: wie heeft onze prediking geloofd. Als u zo iets gezien heeft van wat u heeft gedaan. Misdaan. Dat het niet klopt, niet deugt. Afgelopen week in herinnering. Hebt u Hem nodig? Deze Man van smarten, geen gedaante noch heerlijkheid in Hem.
3. Een werk vol vernedering
Onbegrijpelijk welke weg Hij gegaan is? Wie heeft Hem ontvangen? Weg met Hem, bespot en versmaad. Ze hadden Hem niet nodig als profeet, priester en al zeker niet als koning. Wilden zelf koning zijn. Wie heeft Hem nu nodig? Wortel in dorre aarde. Hij deed op aarde alleen maar goed. Wekte doden op, genas zieken, richtte kreupelen op. En nog: weg met deze. Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht. Een ieder was het aangezicht als verbergende voor Hem. De schuld ons aangezegd. Als u de boodschap naast u neerlegt. Niets met deze man. Onafhankelijk van Hem uw weg denkt te gaan. Eigen gerechtigheid. Daar ligt schuld en zeker voor hen die Hem kennen. Hoe vaak kiest u zelf en gaat u zomaar.
Ontwaak de arm des Heeren. Ontwaak. Om gevraagd. En als Hij dat dan doet, dan verbergen ze het aangezicht voor Hem. Wie had deze weg van Hem verwacht? Onbegrijpelijk. Dat achter de dood het leven ligt. In het lijden. De kracht niet in het zwaard maar in het kruis. In het weg van lijden en sterven. Gemeente, dat is de weg van iedere ware christen. O zegt u, ik had het me zo anders voorgesteld. Blijdschap en groeien. Wie achter mij wil komen neme Zijn kruis op zich en volge Mij. Waarheen? Naar Golgotha. Wat doen? Sterven! Aan al uw goede werken, aan uw ernst, aan alles sterven. Maar dat is niet fijn. Zeker niet fijn. Hem te volgen. Daarom is het nodig om zeven weken Hem te volgen in de lijdenstijd. Niet Zijn kruis want dat kunt u niet dragen en was alleen voor Hem. Uw kruis op u te nemen. Ja maar, dan voelt u de weerstand. Daarom is een welvaaetsevangelie zo aantrekkelijk. Dan kunt u uzelf blijven. Situatie te creëren die als het ware in de hemel is. Ze hebben Mij gehaat ze zullen u haten. U zoekt gemak, genot, rust. Niemand aankomen. Ik kan naast u komen zitten.
We hebben Hem niet geacht. Oordeel dat over ons uitgesproken wordt. Is het niet onbegrijpelijk dat Hij deze weg gaat. ‘Ik zou er mee stoppen.’ De onderste weg. De onwaardigste onder de mensen. De laagste weg. En Hij heeft het volbracht. Omdat wij zo geworden zijn. Opdat u zou worden zoals Hij is. Wat ziet u in Zijn lijden en sterven. Heeft u er zo al eens in mogen inblikken? Niet wegkijken. Op het kruis, het ruwhoute kruis. Hij wilde deze laagste weg gaan. Zo geeft Hij deze lijdenstijd nog. Zeven weken lang. Is dat wel in balans, ten opzichte van vier weken Advent. Moet niks. Kerk van alle tijden en plaatsen. Zo gedenkt de wereldwijde kerk deze zeven weken het lijden van Christus.
Twee stukken van de ware bekering. Afsterven van de oude mens, opstaan van de nieuwe mens. Alle gearriveerdheid is de christen vreemd. Afsterven tot de laatste snik. Ziet u op Golgotha. Wat een rijkdom ligt er in het lijden en sterven van Christus. Zo zeven hierbij stil te staan. ‘Wie heeft onze prediking geloofd?’
Zondag 18 februari 2018 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. R. van de Kamp [Putten] – Jesaja 53 vers 1-3