Onbesmet van de wereld bewaren door geen aanneming des persoons
In de zendbrief die Jakobus schrijft aan zijn broeders waarschuwt hij voor het besmettingsgevaar in de wereld bij het aannemen van personen. Wij mensen oordelen maar al te snel op uiterlijk en wie vol zit met vooroordelen komt aan het oordelen zelfs niet toe. De aanneming des persoons waar Jakobus voor waarschuwt heeft zowel ten opzichte van de rijken alsook ten opzichte van de armen een verkeerde uitwerking. De wet der liefde stelt in de vrijheid waarmee Christus de Zijnen heeft vrijgemaakt.
Als het erom gaat, hoe zouden we dit gedeelte samenvatten? Uzelf onbesmet bewaren van de wereld, woorden van Jakobus zelf. Wat betekent dit nu? Zeker als het gaat om het aannemen van personen. Want het is onmogelijk om het ware geloof in de Heere Jezus Christus te verbinden aan het aannemen van personen.
Losse parels de Jakobus brief? Nee, een mooie ketting. Ene aan het andere rijgt. Ik zie nog wel meer draden lopen, ik zie nog wel meer. Traag om te spreken, ras om te spreken. Gewaarschuwd voor de tong. Dat werkt hij in hoofdstuk 2 verder uit. Het lichtvaardig veroordelen van iemand. Snel oordelen. Weer zien in relatie tot beproeven, verzoeken. Als de Heere u in een situatie van beproeving brengt, dan er zuiver mee om te gaan. Kan ook zijn dat het geloof op de proef gesteld wordt. Uzelf onbesmet te bewaren. Er is besmettingsgevaar. Er is gevaar. Hoe makkelijk kan dat niet plaatsvinden? Zoals bij besmettelijke ziektes, hoe snel slaat het niet om zich heen? Zal mij te overkomen. Hoe snel bent u ook niet besmet.
Jakobus schrijft de brief aan de broeders. Als een brief geschreven, pas later iemand die de hoofdstukken heeft toegevoegd. Jakobus in een keer doorgeschreven. Mijne broeders, nieuws te schrijven. Alle aandacht. Het getuigd van liefde. Broeders te vermanen is uit liefde. Wij denken al snel: wat hard. Iemand ontzien is iemand niet zien. Dat getuigt juist niet van liefde. Daarom elkaar aanspreken.
Jakobus gaat ervan uit dat de broeders gelovig zijn. Door de werkmeester de Heilige Geest gewerkt. Dat het geloof ook beoefent wordt. Geloof niet een bezit. Het geloof zijn lege handen die niets bezitten maar het geloven. Het geloof rust op de toezeggingen die de Heere doet. Zo de Heere in alles nodig te hebben. Dagelijkse leven. Alleen van Hem hebben, Hem verwachten. Hem als voorwerp. Vaak gezegd: we vertrouwen op de Heere. Niet zonder het vertrouwen in de Heere Jezus. Niemand komt tot de Vader dan door Mij, zegt Hij. De Heere der heerlijkheid. Jezus Christus, de Kurios. De Koning der koningen. Alle heerlijkheid in Hem. Geloof laat zich onmogelijk verbinden met aanneming des geloofs.
Petrus bij Cornelius. Dan zegt hij: bij God geen aanneming des persoons. Als wij kijken naar kenmerken, wat ze wel of niet hebben. En ons oordeel. Zo veroordelen. Als wij vol zitten met vooroordelen, dan komen we nooit aan oordelen toe. Dan blijft het altijd iets onwaarachtig, iets onwaars in zich hebben. Dat gaat tegen de Heere in.
Voorbeeld van rijke en arme man in de vergadering. Zouden zeggen: voorbeeld uit het dagelijkse leven gegrepen. Waarschijnlijk ook ervaring van Jakobus. Praktijk. Besmetting van de wereld. Mensen met macht, geld aanzienlijke positie. Om nu zo onder gelovigen met elkaar om te gaan. Zo er iemand in uw vergadering kwam, Grieks synagoge, nog vroege kerk. Daar werd gesproken over Jezus Christus die gekruisigd is, waar Joden tot bekering kwamen. Overgangssituatie. Zie je vandaag ook in Israël. Hoe dicht ze er nog tegenaan zitten.
Het gaat ook over oordelen. Recht gesproken worden. Die rijke verdient blijkbaar de voorkeur. De rijke heeft al een voorsprong. Het oordeel is al geveld. Die krijgt een eerlijke plaats. De arme niet. Ga daar maar staan, of voetbank. Is dat nu naar het Woord? Is er een recht oordeel geveld? Gemeente, ik denk dan als het gaat over het oordeel, aan wat dunkt (wat oordeelt) u van de Christus? Als Christus geoordeeld werd als de arme, dan zit hier neer op de voetbank.
Christus die arm geworden is opdat wij door Zijn armoede zouden rijk worden. Heerlijkheid afgelegd. Gestalten van een dienstknecht. Wat oordeelt u van de Christus.
Vraag van Jakobus rechtstreeks naar het hart. Hebt u dan niet een oordeel gemaakt. Bevindelijke brief Jakobus. Naar het hart. Gaan over het hart. Zegt u: moet gaan om Jezus Christus. Moet u aan het hart gelegd worden. Beschouwelijk zijn, prachtige waarheden. Als het niet aan het hart gelegd wordt, dan is het geen verkondiging, bediening der verzoening.
Hebt u dan niet geoordeeld? U kunt geen kant op. Ontkennende vraag. Ja, ik ben schuldig. Vaak een vraag bij de doopzitting. Of u niet bekent. Ontkennend ook. Alleen maar ja zijn het antwoord. Ja, ik heb zwaar en menigmaal misdreven.
Het ware geloof is zonder aanneming des persoon. Ook een les voor u en mij. Wat die kleding doet. Maakt iets duidelijk. Rijken lieten zien dat ze goed bij kas zaten. Wat laat u met uw kleding zien. Geen ingewikkelde discussies te voeren. Dan rechtstreeks naar het hart. Dan weet u wel hoe het zit.
Jakobus gaat verder. Mijn geliefde broeders. Meent u wel wat u zegt Jakobus? Mensen die er een puinhoop van maken. Hier leert u dat u de zonden moet haten maar de zondaar moet liefhebben. Hoewel de mensen te bestraffen zijn. Toch noemt hij hen geliefde broeders. Er gaat heel wat fout door die aanneming des persoons. Heeft God niet uitverkoren de armen van de wereld? Of ergert u zich aan de uitverkiezing. Moeilijk om het buiten mij ligt. Geen controle, niet in mijn macht. Omdat de Heere uit Zijn soevereine liefde verkiest. Jakob heb Ik liefgehad, Ezau heb Ik gehaat.
Zit uw ergernis dat Hij Ezau heeft gehaat of Jakob heeft liefgehad? Die hielenlichter, die bedrieger. Hele tent op de kop gezet. Uiteindelijk moest vluchten voor Zijn broer. Als u mag weten die de Heere is in Zijn verkiezende liefde, dan wordt het een groot wonder. Dat we hier nog mogen zitten. U bent er het bewijs van. Een groot wonder. Hij roept en nodigt nog. Hij kijkt niet naar de eigenschappen, kenmerken van mensen. Zien we al in het Oude Testament. Abraham uit Ur. Zou het daarmee goed komen? Zoals Jozua laat weten diende Abraham en zijn familie de afgoden. Wonderlijke weg. Al die Kanaänieten krijgt hij alleen niet weg. Izak geboren. Jakob verder. Wonderlijk geleid. Volk uitverkoren. Een Jood zelf maar vragen. Bijzonder dat God jullie uitverkoren heeft. Wilt u het een poosje overnemen? We zijn het zat. Altijd die ergernis. Wat een wonder als de Heere ons van die ergernis verlost. Armen uitverkoren om rijk te zijn in het geloof. Om zo te mogen rusten en zo te mogen steunen op het vaste fundament in Jezus Christus.
Straalt u het uit? Welke vreugde het is met de Heere te leven. Hem te dienen. Hij geeft de armen het Koninkrijk, Zijn Koninkrijk. Dat heeft Hij beloofd aan hen die Hem liefhebben. Nu arm in de wereld maar rijk in God.
Jakobus laat zien hoe erg het is de personen aan te zien. Door zo te handelen. Rijken voor te trekken. Die worden daar allemaal maar in gesterkt. Worden zo niet gewonnen voor het Evangelie. Wat gebeurt er met de armen? Die al zoveel hebben moeten overwinnen om te komen, die worden zo weggestoten. Totaal de verkeerde kant op. Dat is toch niet de regel in het Koninkrijk van God. Armen vertroost worden, rijken vermaand. Wie waren het? De ongelovigen Joden. Die stonden zich voor op hun geld, macht, statuur. Komen ze en worden ze voorgetrokken. Trekken ze u voor de rechterstoelen. Alleen maar averechts. Hadden zoveel mogelijkheden. Zo werd het Koninkrijk afgebroken. Lasteren de goede naam van Jezus Christus. Die naam waarvan de apostelen verantwoording hadden moeten afleggen. In wiens naam doet u deze dingen. In die naam waarin alle rijkdom ligt. Die naam werd gelasterd. Dat die naam in hun leven geklonken had. Waarde gekregen. Buiten die naam niet konden leven. Door hun gedrag juist die naam gelasterd. Bekeerd u, erken dat u fout zit. Want zegt Jakobus, hij gaat nog dieper, oude mensen noemden het geestelijke scheikunde. Als u anderen liefheeft, zo doet u wel. Is dat wat u drijft. God liefheeft boven alles en uw naasten als uzelf. Het is een kenmerk van het nieuwe verbond. Profeten hadden het erover. Nieuwe verbond in het bloed van Christus. Als de Heilige Geest intrek neemt in uw hart, zo komt die wet in uw hart. De wet wordt in uw hart geschreven. Dat betekent liefde. Zult u dan nog de persoon aannemen. Van iemands statuur, voorkomen onder de indruk zijn. Hoe vaak beoordelen wij mensen niet op de eerste indruk. Hoe kijken als er iemand van een motorclub in de kerk komt. Leren jas, tatoeages et cetera. Bij wie mag hij in de bank zitten?
Wij oordelen op uiterlijk. Uzelf onderzoeken. Hoe staat het er met u voor? Op weg en reis naar de eeuwigheid.
Ons vlees heeft die wet nodig. Luther zegt: vlees is de ezel. Wet nodig om erop te leggen. Misschien zegt u: kleine zonde dit. Dat is Rooms overigens. Voor God is zonden opstand. Geen klein of groot. Jakobus schrijft het ook. Wie een gebod overtreden heeft, is schuldig aan de gehele wet. Weiland voorstellen. Koeien eruit gegaan. Koeien buiten de heining. Maakt niet zoveel uit waar ze eruit zijn gegaan. Koeien moeten terug in de weiland. Geboden beschrijven Zijn wil, Zijn volkomen wil die heilig en zuiver is. Niet zeggen: dat kunnen we niet voorkomen. Gaat ook over roddelen. Verdacht houden van anderen. Geldt ook voor het geestelijke. Of iemand de Heere kent en dient en vreest.
Jakobus schrijft: die geschreven heeft u zult geen overspel doen, heeft ook geschreven dat u niet zult stelen. Geboden voor de Heere even zwaar. Voor de Heere gelijk. Een overtreder dan. Volgorde lijkt verkeerd. Geen overspel doen. Wie een vrouw aanziet om haar begeren, heeft al overspel gedaan. Wie staat er dan niet schuldig?
Jakobus werkt naar een conclusie toe. Spreek alzo en doet alzo. Bij broeders die bevestigd worden, mogelijkheden om bezwaar tegen leer en leven kunnen inbrengen. Gaat ook over spreken. Zeggen en doen. Dat uitleven. Onze woorden kunnen heel makkelijk worden afgebroken door onze daden. Het moet kloppen. Wereld en jongeren zien het haarscherp. Letten op u.
Wet der vrijheid. Eerder over gegaan. Wij vinden een wet beknellend. Het leven naar Gods wet geeft juist vrijheid. Vrijheid in Christus. Als de wet ons niet meer aanklaagt. Als we vrijgesproken zijn. Zo schrijft God de wet in het binnenste van ons. Ik zal het stenen hart wegnemen en een vlezen wet in de plaats geven. Volmaakt ook. Het heeft maar een doel. Dat is de eer en verheerlijking van de Heere. Opdat Hij alle lof en eer zal ontvangen. Oordeelt niet opdat u niet veroordeeld wordt. Het oordeel der liefde. Als iemand zijn geloof belijdt en leeft daarnaar, zoals Dordtse Leerregels leren, dan daar het beste van te denken. Ook Jakobus. Ook richting zijn broeders.
Het oordeel der liefde. Moeilijk. Over mijn eigen schaduw heenstappen. Onmogelijk. Totdat ik het in Jezus Christus mag ontvangen. Ik red het niet. Steeds weer fout. Dicht leven aan de voeten van de Heere Jezus. Dan gaat het vanzelf. Dan moet u niet heilig zijn, dan bent u het. Dan gaat het vanzelf. Bewaart uzelf onbesmet van deze wereld. Amen.
Woensdag 7 februari 2018 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. R. van de Kamp [Putten] – Jabokus 2 vers 1-13
Foto HHG Putten, 20180207