Wat God belooft een aanzien van het eeuwige leven staat in relatie met de toestand in het paradijs, van voor de zondeval. Wat God belooft krijgt niet alleen straks in de eeuwigheid zijn weerslag, maar nu al. God verbindt Zijn Naam aan mensen door middel van de Doop. De visioenen die Johannes te zien kreeg zijn juist ook tot troost voor de vervolgde kerk.

Gemeente van Jezus Christus, we lazen net Openbaring 22. Prachtige woorden. Johannes probeert het visioen in woorden te vatten. Hoe lastig is dat! Je kunt ook zeggen, geloof je dat dan wel? Juist als het gaat om geloven, als je jong bent, dan wordt er vaak gezegd: dat geloof ik niet zomaar. Eerst maar kijken of ik het wil geloven. Staat dit dan ver van je af? God bestaat wel, zei iemand, maar of ze zelf christen was, nee. Natuurlijk, de christelijke normen en waarden vond ze wel belangrijk. Vreemd, vond men vroeger, hoe kun je wel geloven maar niets hebben met Christus. Tegenwoordig stel je zelf je eigen geloof samen. Geloven is wat voor jou klopt. Dat geloof je. Dan is de bijbeltekst iets dat ver van je af staat. Kun je misschien weinig mee? Mensen buiten de kerk in elk geval.

Juist dit gedeelte is een houvast voor een jaar als dit. Misschien staat het ver van ons af – het gaat over een compleet andere wereld. God zegt dit tegen de gemeenten in de verdrukking. Dit is jullie houvast. Dit kan jullie erdoor heen trekken. De hoop dat alles beter wordt.

Voordat we inzoomen, jongelui, laten we een ding goed helder hebben: geloven is dat niet hetgeen je kunt begrijpen en wat bij je gevoel past? Waarvan je weet, dat moet wel waar zijn? De bijbel heeft een heel ander idee. Niet dat wij beslissen wat we geloven. Maar geloven begint bij wat God belooft. Niet dus wat wij eerst vatten met het verstand. God belooft iets veel groters. Wij hebben een klein hoofdje en hartje. Geloven is zo groot denken en voelen als God zelf. God belooft het. Proberen God bij te benen met ons eigen geloof. Gods beloften zijn veel groter. God zegt, Ik wil grote dingen beloven. Niet zomaar iets. Maar het mooiste wat je kunt bedenken. Als je ergens zekerheid zoekt, zoek het niet in je eigen verstand of hart, maar in wat God bedenkt en wat Hij mee wil geven. Hij is te vertrouwen. Hij maakt elke belofte waar. Er valt dan een hoop in duigen in 2022 maar hier kunnen we ons aan vasthouden.

Laten we eens naar die beloften kijken. Vers 1. Het eerste wat Johannes ziet is wat Gods bedoeling is met deze wereld. Misschien herken je het wel. Niet zomaar iets nieuws. Het is eigenlijk een oude bijbeltekst. Ik zie wat gefronste wenkbrauwen. Dit is eigenlijk net als bij de Schepping. Zo zal het ook dan weer zijn. We gaan terug naar de bedoeling van deze wereld. Die prachtige tuin met die rivieren. Zo zal het later ook zijn. Een zuivere rivier met water des levens. Als wij water drinken om in leven te blijven zo drink je in die rivier om in leven te blijven – eeuwig leven. God blikt op de schepping terug.

Tussen Openbaring en Genesis is er heel wat gebeurd. Waarom? Het paradijs is uiteindelijk afgesloten. Na de zondeval werd dat alles kapot gemaakt. Helemaal kapot. Paradijs zit dicht. God nam afstand van Adam en Eva. Sterven, ziekte, ellende. Gevolgen van de zonde. Paradijs was kapot. Dat is nu ook die belofte van God; dat wordt hersteld. En mooier gemaakt dan wat het was.

De troon het Lam zal er zijn. In het paradijs kwam God wel eens langs. In het toekomstige zal God er wonen! We kunnen eerlijk zijn, we kunnen in het leven hier en nu afvragen, waar is God? Je bent ziek. Je maakte de door van dichtbij mee. Waar is God? Waarom voel ik Hem niet? Ook in die gemeenten van Openbaring, met die christenvervolging. De kracht van de belofte is ook iets voor nu. Een troost, bemoediging. Nog even. Hou vol. Je kunt er nu onder lijden. Als Jezus terugkomt, dan blijft Hij!

We gaan verder. In het visioen ziet Johannes een straat. Aan de ene zijde de boom des levens. Ook zoiets als in het paradijs. Daar stond die boom ook. Je at vruchten die leven gaven. Maar ook hier meer en anders: elke maand een vrucht. En het blad tot genezing van de heidenvolken. Adam en Eva konden na de zondeval niet meer van de boom eten. Hier heeft het seizoen geen effect. Daar is het vrucht op vrucht. Die boom geeft eeuwig vrucht. Er gaat een deur wijd open.

In vers 3 staat een prachtige belofte. Elke vrijdag vervloeking zal weg zijn. Vervloeking als gevolg van de zondeval. Ziekte, dood, werken in zweet des aanschijns. Jezus is ervoor gestorven. Er zal geen enkele vervloeking meer zijn. Er komt nooit meer een vervloeking. Niemand kan het meer kapot maken. Dat je denkt bij begin van een nieuw jaar: het kan beter worden. Maar ook slechter.

Jongens en meisjes, iets wat eeuwig duurt. Klinkt dat positief? Ga je dan vervelen. De kerstvakantie als die maar duurt en duurt… In de zomer ga je naar buiten, maar nu. De bijbel zegt hier: het wordt nooit meer slecht. Het wordt alleen maar beter, beter, beter. Dat is Gods betekenis van eeuwig. Misschien was je iets aan het doen en het ging goed, beter, dan wil je doorgaan. Maar als het dan mis gaat, je maakt een fout, dan stop je er misschien direct mee. Aan Gods eeuwigheid komt geen einde. Het wordt alleen maar beter.

Wat is dat een prachtige belofte! Er zal geen vervloeking meer zijn. Wat heerlijk. Juist als je nu nog goede voornemens hebt. Maar je weet, dat is een, maar daarmee aan de slag gaan! In geestelijk opzicht. Goede voornemens met het oog op geloof. Of in een week van voorbereiding op het avondmaal. Je valt je zelf altijd weer tegen. Je leeft onder de maat. Je valt jezelf tegen. En je valt God tegen. Dan voel je je zo slecht. In die tijd, de toekomstige, zal je nooit meer tegenvallen. Geen zonden, fouten, tegenvallen. Er gaat een kruis doorheen. Immers, dat heeft Jezus toch waargemaakt. Wat een rijkdom. Vanuit die belofte leven. Hier struikel en val je zo vaak.

Zijn dienstknechten zullen Hem dienen. Dat is de hemel. God dienen. Nog meer dan Adam en Eva. Leven met God. Jongens en meiden, het is misschien net als je vader van moeder. De bijbel zegt: dan zul je met God zijn, voor eeuwig. Misschien ga je logeren bij opa en oma. Je mist toch je vader en moeder. Je denkt na over hoe het thuis is. Ook al is het gezellig bij opa en oma. In de hemel mag je altijd bij Jezus zijn. Als je van Hem houdt, mag je eeuwig bij Hem zijn. Het meeste wat Hij doet: liefde geven. Verlangen om bij Hem te zijn. Niet voor even. Niet momentje. God komt naar de aarde om met ons te zijn. Dat je met Hem kan optrekken.

Vers 4 gaat verder. Je zult Zijn aangezicht zien. Je kunt Hem in de ogen kijken. Als ik Jezus zou zien… dan zou ik het wel geloven. De bijbel zegt, wacht nog even. Dat komt. Je zult met Hem mogen wandelen, in gesprek gaan. Als je daarnaar verlangt, heb je nu geluk. Hij belooft dat. Nog even en dan is het zo ver. Echt waar.

Zijn Naam zal op hun voorhoofd zijn. Mooi. Daar is nu al iets van waar. Gods beloften zijn nooit zomaar woorden. God geeft ook iets tastbaars. Het wordt zichtbaar. Zijn Naam staat op je voorhoofd. Jij hoort bij Hem. U. Hoe mooi is dat, dat is niet alleen toekomstmuziek. Dat is nu al gegeven. Doop. Zijn Naam op het voorhoofd. Dat is ook de reden waarom we bij de doop het water op het voorhoofd leggen. Een verwijzing naar dit vers. Aan je voorhoofd wordt verzegeld, je hoort bij Hem! Als je gedoopt bent, moet je maar eens in de spiegel kijken. Zijn Naam op mijn voorhoofd. Ik hoor bij Hem. God heeft dat aan het begin van mijn leven gezegd. God heeft je aangeraakt. En gezegd: die belofte is ook voor u, jou. Geloof je dat? God komt zo dichtbij. Hij heeft je aangeraakt. Niet alleen voor de toekomst heeft Hij het beloofd. Jij hoort bij Mij. Zijn liefde is zo groot!

God heeft er alles aan gedaan om ons te overtuigen van Zijn belofte en liefde. Geloof dat ook.

Tot slot, vers 5. Twee prachtige beloften. Als eerste iets over de nieuwe hemel en aarde. Er zal geen nacht meer zijn. God verlicht hen. Moet je nagaan. De zon is nodig om de dag te verlichten. De lampen ook hier in de kerk. Anders alsnog donker. Het is straks niet meer nodig. In mijn pastorie hebben veel lampen gehangen. Elk hoekje verlicht. Want anders is het donker. Tel de lampen thuis maar. Hoeveel lampen hangen hier wel niet. De zon ontbreekt daar en de lamp ook! Het licht van God dringt er door. Al heb je alles dicht. Hoe bijzonder is dat! Wij kunnen dat niet bedenken. Het zegt bovenal iets over Gods licht. Geen belofte van iets natuurkundigs. In Psalm 67: God licht, het beeld van Gods zegen. De zon en lampen geven niet alleen licht, maar ook warmte. In het donker is het koud. Als God Zijn licht laat schijnen, voel je de warmte van Zijn zegen en zorg. En nabijheid. Je voelt: God is erbij. Dat bedoelt de Bijbel hier ook te zeggen. Overal Gods licht en warmte. Gods aanwezigheid – de warmte daarvan. Nooit een plek waar je eenzaam bent of koud. Hier is er nog een hoop verdriet. Overal voel je Gods warmte. Mooi is dat! Die warmte overal te voelen.

Het laatste. Zij zullen als koningen regeren in alle eeuwigheid. Hoe goed is God! We verdienen het allemaal niet. Net als in de gelijkenis van de jongste zoon. Ik verdien het niet. Al die prachtige beloften, hoe mooi zal dat zijn, ja dat verdien ik niet. Maak me maar een dienstknecht. Ik maak het alleen maar kapot. Dan zegt de Bijbel, nee. Niet komen zoals je bent, maar je wordt koning en koningin. Hoe bijzonder is dat. Je droomt er als kind wel eens over. Je weet; dat gaat nooit gebeuren. In de hemel, als er een ding wordt gezegd, daar zul je regeren als koning en koningin. Voor eeuwig. Niet om de beurt, maar allemaal tegelijk. Als een bedelaar hier zeggen: Ik ben het niet waard. Het wordt je gegeven om Jezus wil.

Veel is onzeker dit jaar. Wat een wonder dit. Ik hoef het niet te maken. Jezus heeft het gedaan. Jezus zelf. Niet zomaar een beetje. Zelfs die koninklijke waardigheid. Psalm 89: wij zullen de erekroon dragen. Om het eeuwig welbehagen. Nu nog in het strijdperk van het leven. Maar dan: regeren als koningen. Rijke beloften van God. Voor nu en het eeuwige leven.

Amen.

Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht;
Uw vrije gunst alleen wordt d’ ere toegebracht;
Wij steken ’t hoofd omhoog en zullen d’ eerkroon dragen,
Door U, door U alleen, om ’t eeuwig welbehagen;
Want God is ons ten schild in ’t strijdperk van dit leven,
En onze Koning is van Isrels God gegeven.

– Psalm 89 vers 8 (berijming 1773)

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 2 januari 2022, 9.30 uur. Schriftlezing  Openbaring 22:1-5.