De magiërs uit het oosten werden door een teken tot Jezus geleid. Een teken dat bij hun beroep en hobby paste. De Heere werkt nog altijd in het alledaagse, daarin zet Hij tekenen in om ons bij Jezus te brengen. Het teken kan echter niet zonder het Woord, in het Woord openbaart God Zich aan ons. Dan ga je zien wie je zelf bent, verloren en hulpeloos, maar ook wie Jezus voor jou wil zijn, namelijk Koning en Zaligmaker.

Tot de Koning geleid

Gemeente van onze Heere Jezus Christus, ik las het verhaal van Rocco. Hij leefde zijn eigen leventje in Den Haag. Daar groeide hij op. Haalde goede cijfers op school. Zijn ouders hadden geen tijd voor hem. Hij werd een kind van de straat. Criminele zaken. Met kookles deed hij wiet in de macaroni. Hij trouwde vroeg, beloofde zijn vrouw: ik stop ermee. Maar het lukte niet. Tot hij 23 jaar was en in de auto zat. Hij stond voor een rood stoplicht. Dat bleef maar op rood staan. Hij begon zich te frustreren. Het bleef voor zijn gevoel een eeuwigheid op rood staan. Toen keek hij naar boven. Daar gingen twee vlaggen. Op een: God loves you. Mijn leven flitste aan me voorbij. Hoe kunt U van mij houden? Hij begon te huilen. Er stond ook een tekst op de gevel: ‘Jezus is de Weg, Waarheid en het Leven.’ Die moet ik leren kennen, dacht hij.

Is dat ook niet het uitzonderlijke van het christelijke geloof? Wat moet ik nou met God, kan je vraag zijn. Maar vanmorgen in de bijbel en in dit verhaal zie je: God wil wat met jou. Wij verzuchten: het lukt me niet om God te vinden. Het wonder is: Hij is op zoek naar ons. Vanochtend ontdekken we hoe de Heere aan het werk is in het leven van de wijzen uit het oosten en van Rocco. En van u, jij en ik.

Weet je wat bijzonder is, Mattheus noemt dat het wijzen uit het oosten zijn. Er staat niet zozeer wijzen, maar magiërs. Magiërs zijn mensen die in het Oude Testament een gevaar worden genoemd. Die hielden zich bezig met de sterren. Ze geloofden dat dat de goden waren. Dat werd in het Oude Testament veroordeeld door God. Uit het oosten; dat zijn vreemdelingen, daar hebben we niets mee. Vluchtelingen uit Syrië? Al snel met een schuin oog aangekeken. Buitenlanders die zich bezig hielden met duistere machten.

En dan is het bijzonder dat je gelijk ziet dat de Heere God deze mannen bij Jezus brengt. Weet je wat God daarmee verteld? Dat het Hem niet uitmaakt waar je vandaan komt of wat je afkomst is. Maar waar je naar toe gaat!

Misschien word je gepest om waar je vandaan komt, vanwege je familie. Daar word je dan op gewezen. Wil je zo snel mogelijk van het schoolplein af.

Deze mannen mogen op kraambezoek. Waar ben je naar toe op weg? Daar gaat het om. Die wijzen worden meegenomen naar Jezus. Dat is het allerbelangrijkste: op weg naar de Heere Jezus. En al het andere? Dat is lang niet zo belangrijk.

Hoe doet de Heere God dat? Hoe brengt Hij mensen bij Jezus? God werkt door tekenen. Tekenen die Hij geeft in het leven van mensen. Moet u niet gaan denken, dat is iets heel bijzonders. Maakt een normaal mens niet mee?! Is dat voor mij weggelegd? U kent de kleurplaten, met zo’n grote ster. God werkt wel door tekenen. Tekenen in het alledaagse.

Zo is het toch ook, in deze geschiedenis. Die magiërs. Ze waren de hele dag/nacht bezig met de sterren. Daar hadden ze veel verstand van. Ze kenden de sterren. Ze wisten hoe het zat met de beweging van de lucht. Ze gingen erover in gesprek. Dat was hun baan en hobby. Magiërs. Mannen die de hele nacht naar boven tuurden. En zich dus niet lieten verrassen: ze wisten hoe het zat. Met al die sterren in die lucht. Ze wisten het.

Het teken van de Heere God is in het alledaagse van hun bestaan en werk. Op je werk, waar je je routines kent. Waar je van kunt dromen. Uitgerekend daar. En plots worden ze verrast, door die ene ster. Ze weten het: dit is een teken. Van God. Van de Godheid. Maar in elk geval worden ze op pad gezet.

Ja, gemeente, dat zegt ook wat over ons. Als God zo’n teken geeft, is dat ook gewoon in het alledaagse. Zomaar op je werk. Zomaar bij je hobby. Zoals bij deze mannen. Bij je thuis. Deze mannen worden ook thuis opgezocht. Of onderweg, zoals bij Rocco, een rood stoplicht. Juist in zo’n stoplicht gebruikt de Heilige Geest.

Dat betekent dat we niet moeten zoeken naar de grote dingen. In de kleine dingen spreekt de Heere. Daarin wordt je meegenomen naar Jezus toe. Open je ogen daarvoor. Zie je dat dan? Wil je dat zien? Dan zie je dat de Heere God zo vaak zo’n teken geeft. Hij zoekt verloren mensen. En brengt ze bij Jezus.

Er zijn weinig mensen die van uit zichzelf naar Jezus gaan. Als het aan ons lag, bleven we liever zitten. Ach, wordt er gezegd, het is kerst geweest, het is mooi dat jij dat gelooft, maar ik… Ik heb het druk met werk, gezin, relatie, zorgen. Waarom moet ik gaan geloven? Moet ik me daarmee bezig gaan houden? Laat maar zitten. Wij mensen gaan niet op zoek. Je moet in beweging worden gezet. En God komt met een teken. Je moet het ergens anders zoeken, laat Hij zien. Je staat in de schuld! Net als Rocco. Je ziet je eigen nood als je Zijn liefde ziet. Ga naar Jezus toe.

Misschien zit u zo vanochtend. Ik weet niet wie er hier elke zondag zit. We mogen allemaal weten, dat je hier bent is al een teken van God. God heeft je in beweging gebracht. Hij heeft een boodschap voor je vandaag.

Het is niet alleen het teken. Maar meer. In vers 1 zien we ze op pad gaan. En ze stellen de vraag in Jeruzalem. Zoeken is nog geen vinden.  Ze leggen dezelfde reis af als Abraham. Ze komen bij Herodes. Waar is de pasgeboren koning? We hebben wel het teken gezien, maar waar is Hij?

Gemeente, het is net als bij Rocco. Hij werd stopgezet. Hij had God daarmee nog niet gevonden.  Er moet wel een God zijn, besefte hij. Maar nog niet gevonden. Dat geldt ook voor ons. Als je alleen gelooft dat God bestaat, Hij de wereld heeft gemaakt, dat is niet genoeg. Deze God wil zoveel meer. Niet alleen erkennen dat Hij bestaat. Maar Hij wil een relatie met ons. Zijn genade en liefde aan jou schenken. Hij wil dat wij zijn kinderen zijn. Ken je God zo persoonlijk? Dat is mogelijk. Omdat Hij het zelf wil. Voor mensen die er nieuw mee zijn, zoals de wijzen, of mensen die er bekend mee zijn, zoals de joden.

Hoe gaat dit verder? Herodes, de schurk, haalt de overpriesters en schriftgeleerden erbij. Dan gaat de bijbel open. Zo werkt dat. Dan leer je God kennen. Rocco wist het ook, nadat hij die tekst las. Hij begon in een bijbel te lezen. Hij werkte als manager in een sexshop, als hij tijd had, las hij tussen zijn werk door in de bijbel. Op die plek. Daar vond hij Hem. Hoe bijzonder is dat! Jezus laat zich ook op onheilige plekken vinden.

Altijd wel door het Woord. Die wijzen vragen rond, maar ze weten en vinden pas als het Woord open gaat. Bethlehem, daar moeten ze zijn. Als je God wil vinden, ook vandaag de dag, ook voor ons, al ben je er 30 jaar mee opgevoed, dan heb je de Bijbel nodig. Omdat dat Gods Woord is. Hierin spreekt Hij tot je hart. Het is echt waar. Zo spreekt de Heere. Soms zomaar opnieuw. Of een kaartje met een bijbeltekst. Of je loopt op straat, komt iemand tegen, die bemoedigt je. Gods stem zelf! Een lied, psalm. Zo werkt de Heere nu eenmaal. Door de Bijbel heen.

Bid daar dan om. Heere, spreek door Uw Woord. Breng me bij de Heere Jezus. Want dan mag je wonderen verwachten. Al zit je 50 jaar in de kerk. Nog nooit Jezus gevonden? Dit is de weg waardoor je bij Hem uitkomt.

Jongelui, het is opvallend dat uitgerekend die geestelijke leiders van Jeruzalem, hier niets mee doen. Daaraan zie je het: het niet verwachten van mensen. Maar van de Bijbel. Die wijzen komen in beweging. Maar die priesters en schriftgeleerden niet. Die blijven zitten. Uitgerekend die leidslieden zitten achterover. Ze denken dat ze er al zijn. Het geloof moet je ontvangen, heb je niet in je broekzak. Altijd op die Bijbel aan. Hoe verdrietig dat zij daar achterblijven.

En dan? Ze zwaaien de wijzen uit. Herodes maakt zijn dodelijke plannen. De wijzen gaan verder. En dan? We lezen dat ze opnieuw bevestigd worden, vers 9. Opnieuw verschijnt die ster. Die leidt hen naar de plaats waar het Kindje is. Hoe bijzonder is dat! Hoe gek moet dat zijn geweest, als die ster stil hangt, boven een krakkemikkig pand. Geen kroon. Een klein baby’tje.

Ook daarin kun je lijnen trekken.  Wat lezen we in vers 11? Ze vinden. Als God aan het werk is, zorgt Hij ervoor dat ze vinden. Ook deze mannen. Die niets met het geloof hadden. Maar ze gaan ook echt op kraambezoek. Je leest over die dure geschenken, maar daarvoor? Ze vonden het kind en Maria. Ze vielen neer en aanbaden het. Ze openden hun schatkisten. Twee regels, zinnen; twee bijzondere dingen.

1. Die geschenken. Er is in de gemeente een baby geboren.  Je geeft het cadeau aan de moeder. De baby kan het niet uitpakken. Hier staat dat ze het aan Jezus zelf gaven! Het hele doel van Gods plan van tekenen en bijbelteksten is dat de mannen in beweging worden gezet. Dat er verlangen groeit. We onrustig worden. Belijden: we kunnen onszelf niet redden. Ik heb Jezus nodig. En zo brengt God ons bij Hem. Dan gaat het niet om die moeder (Jozef blijft helemaal achterwege).

2. En het tweede, vers 11. Die mannen vallen op hun knieën. Wat bijzonder. Al hun rijkdom en wijsheid. Ze aanbidden! Het gaat alleen maar om het kindje. Om Hem te aanbidden. Hem groot maken, erkennen. Hij is de grootste Koning. Erkennen: Hem heb ik nodig. Met de wijzen op de knieën gaan. Hij is het doel van mijn leven. Niet zomaar, voor heel de wereld, maar Zijn liefde voor mij! Voor mij persoonlijk. Wat een ontdekking is dat, dan ga je door de knieën.

Zo was het ook bij Rocco. Op de knieën voor Jezus. Rocco gaat nu ook naar de kerk. Soms om te preken. Hij vertelt nu over de Heere Jezus. Morgen ook met Joop Gottmers, die morgen aan de catechisanten iets komt vertellen.

Je moet je niet blind staren op de bijzondere teken. Maar beseffen: hoe vaak krijg jij een teken? Hoe vaak spreekt de Heere tot jou? Te beseffen: het is niet zomaar gewoonte, opvoeding, maar God is aan het woord. Hij zegt iets tot mij. God zei wat tegen mij vanochtend, vanavond. Nooit de Bijbel dicht doen voordat je weet dat de Heere tot je spreekt.

Wij hoeven niet naar een stal. We mogen de Bijbel open doen. Tot Jezus bidden. Hij zit aan de rechterhand van God. Een hemel ver weg, maar een gebed dichtbij. Op een gebed afstand. Hij laat zich vinden. Als Koning en Zaligmaker. Amen.

 

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 5 januari 2020, 9:30 uur. Schriftlezing Mattheus 2:1-12.