Zondag 22 oktober 2017 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. P. Verhaar (Zuilichem) – Psalm 5
Voorzang: Bedezang voor de predicatie
Gebed, Votum en groet
Psalm 5 vers 1 en 3
Voorlezing van de wet des Heeren, Exodus 20
Psalm 119 vers 25
Schriftlezing Psalm 5
Gebed
Psalm 5 vers 4, 5, 7 en 8
Preek, Psalm 5 vers 9
Gemeente, in de kerk en op school worden de psalmen gezongen. Lezen ook. Maar bidden we de psalmen ook? Is dat geen vreemde vraag? Nee, we lezen toch hoe mensen in de psalmen woorden vinden om tot God te komen. Ervaringen doorklinken. Vreugde tot God, klagen tot God. Psalmen bidden blijkt wel uit het leven van de Heere Jezus. Psalmen gebede. Paaszaal, Gethsemané, aan het kruis.
Psalm 5 is een gebed. De tekst is Psalm 5 vers 9. Het gaat over een oprecht gebed.
1. Afhankelijk van de Heere;
2. Uitgedreven tot de Heere;
3. Eenswillend met de Heere.
1 Afhankelijk
Tekst begint met de woorden Heere leidt mij. Opmerkelijke woorden van David. Volwassen man, al lange tijd koning. Of vroege woorden, woorden van een toekomstig koning. David niet de eerste beste. Wie geleidt moet worden, heeft hulp nodig. Denk aan een kind. Nu moet je een hand hebben bij het oversteken want het is gevaarlijk. Jongere extra uur bijles. Meer uitleg. Komt door mijn docent, die kan niet goed uitleggen. Leggen de schuld bij de ander.
Bij David geen mitsen en maren. Hij wil zich laten leiden. Staat er zo eenvoudig. Wel een wonder. Van nature denken we zelf een weg te hebben. Wel allerlei vragen. Waarom die ziekte? Of die orkaan? Geneigd om eigenlijk de Heere ter verantwoording te roepen. Wat een hoogmoed! Wij zijn mens en de Heere is de eeuwige God.
Hoe komt het dat David zich wil laten leiden? Niet omdat David een slappeling is. Iemand die het overal mee eens is. Trouwens, het meest meegaand karakter is het ten diepste niet met God eens. David heeft al jong de Heere liefgekregen. De knechten van Saul weten het, als ze David aanbevelen, noemen ze het: en de Heere is met hem.
Bij David lezen we niet van het moment van de wedergeboorte. Maar zien het in zijn leven. Te merken in zijn leven. Tot wie hij spreekt: tot de Heere. Met hoofdletters. O Heere neem mijn gebed ter ore. God geeen onbekende voor hem. De waarachtige. De Ik zal zijn die Ik zijn zal.
David weet zich klein voor God. Ootmoedig. Groot ontzag voor God. Klein worden voor God, vanuit de liefde tot God. Kind tot de vader. Oud kind, toch even ouders bellen; pa ik ben van plan een huis te kopen.
David gaat met al z’n overleggingen tot de Heere. Alles delen. Hemelse Vader mag alles van Hem weten. Tot U zal ik bidden. Gebed in de morgen. Tot u schikken en wacht houden. Dag met de Heere beginnen. Het gebed is de sleutel van de ochtend en de grendel van de avond.
Gemeente, ik denk dat heel veel bij ons de dag afgesloten met gebed. Maar begint onze dag ook met het gebed?
Het lijkt erop dat veel mensen de dag beginnen met de mobiel en niet met de bijbelapp. Zoveel te doen. Tas inpakken. Hoe komt het toch dat er geen tijd overblijft om te lezen in je Bijbel? Is het bij ouderen ook niet zo? We zijn gewend om het avondgebed te doen. Maar hebben we onze kinderen wel geleerd om te bidden aan het begin van de dag. Als wij wakker worden? Waar gaan onze gedachten naar uit? Vaste regel in te hebben zo nodig. We weten het zo goed, zoek eerst het koninkrijk van God, maar praktijk vaak zo anders. Is het u tot schuld geworden?
Als de Heere van de dag er niet is, hoe moet het dan verder in de dag? Biddend richt hij, David, zich tot de Heere. Niet onnadenkend. Hij kan echt niet zonder God. Voelt zich afhankelijk. Zo kun je naar school, naar werk. Ik zal wacht houden. Als een wachter uitzien of omzien of de hulp niet komt. Niet dat het geen onzekerheid geeft. Gebed gedaan dan maar zien en zelf doen. Heb ik U gevraagd, U zult het doen. Geen afwachten maar een verwachten! Heere ik wacht ik op U. Niet zo van ik wacht tot ik mijn zin krijg. Zo niet. Verwachtend uitzien. Zo verwachtte de Zaligmaker. Verwachten we het van Hem?
2. Uitgedreven tot de Heere
Gehoord dat David de dag begint met gebed. Niet vanzelfsprekend dat de Heere ons gebed verhoort. De Heere is een heilig God. Verdraagt de goddeloosheid niet. Onzinnigen, gaat over pochers, mensen die het goed met zichzelf getroffen hebben. Leugensprekers. Werkers der ongerechtigheid. Overtreders van het zesde gebod, doodslagers. Weet uit de Heidelbergse Catechismus hoe wijd het gebod is.
God is een rechtvaardig God. Niet dat Hij onze wensen en verlangens even uit mag voeren. Wenslijstje. De Heerr verdraagt de zonden niet. Niet dat je de deur naar de zonden openzet. Wij jij doet, bedenk dat dat je de deur naar God openzet of de deur naar de zonden. God actief, regeert, niet lijdelijk, alsof God – zoals moderne theologen zeggen – dat God het ook overkomt, orkaan. Hij juist alle macht!
David zegt in vers 8 dat hij zich zal buigen naar God. Uw goedertierenheid, Uw heiligheid. Ik zal ingaan. Heiligdom. Plaats van het offer. Wat een geloofszekerheid spreekt hieruit! In geloofsvertrouwen staat er, de Heere zal helpen. Tegen de vijanden. Weg zal openen naar het heiligdom. Goddeloze zal niet kunnen naderen. Ik zal, niet de hoogmoedige houding van een Farizeeër zoals later. David weet zich klein. Niet uit hem. Kan voor de Heere zelf niet bestaan. Maar wel in uw gerechtigheid.
Klopt het wel, zegt een jongere misschien wel. Huis van de Heere nog niet? Tempel later gebouwd. Klopt. Maar tabernakel al het huis van de Heere. Algemene benaming. Zijn woning, Zijn huis nog een tent. Klinkt vol eerbied. Ik zal Uw huis ingaan. Je voelt iers van dat onverdiende om bij de Heere te mogen komen. Dan ga je zien wat echt belangrijk is.
Afgelopen week nog bij een ziekbed. Man iets opgeknapt maar leek op sterven aan te gaan. Dan gaat het niet meer om aardse dingen. Maar over hoe kan ik God ontmoeten? Hoe sta ik tegenover God? Kunt u God ontmoeten?
David kan God ontmoeten. Leidt mij in Uw weg. Zekere voortgang in. In het geloofsleven van David. Eerst tot u schikken, afhankelijkheid. En nu leidt mij. Heere u bent groot, wij klein. Eerst dat liefhebbende. David wordt als het ware tot de Heere uitgedreven. Dat wonder dat de Heere in zijn leven heeft gewerkt.
Soms kan het zo ingezonken zijn in het leven van Gods kinderen. Zo vlakjes. Door het ontbreken van het morgengebed? Bij David niet! Om mijn verspieders wil. Zijn mensen die het op het leven van David gemunt hebben. Misschien vindt u het wel fijn. Woont in Putten, toch veel mensen naar de kerk, anderen weten het wel wat het is. Kunnen toch niets voorstellen bij verspieders? Ver weg.
Ook aan denken. Verstorende werk van de duivel. Geen strafkampen voor nodig. Alle tijd afpakt. Door dat u zo druk bent met uw werk. Altijd bezig, geld verdienen. Ene vakantie gehad en alweer bezig met de volgende. En als er dan een moment van rust is, dan pakken we het mobieltje. Dan heb ik het helemaal niet over de verkeerde dingen op internet. Maar met de goede dingen: hoeveel tijd gaat er mee heen?
David wordt gezegend met verspieders. Niet fijn. Maar gevolg wel goed. Brengt hem dichter bij de Heere. Leidt mij. Zo werkt de Heere, ook in one leven. Die voor ons niet fijn en gemakkelijk zijn. Het is goed voor mij verdrukt te zijn geweest.
3. Eenswillend met de Heere
Goed lezen. David in zijn nood tot de Heere. Gebeden om hun val, hun oordeel. Want zijn vijanden zijn Gods vijanden. Anders verstaat u de wraakpsalmen niet. Gaat om Gods eer.
Niet het verkeerde triomfantalisme. David bidt niet: maak mijn weg voorspoedig. Maar Uw weg! U weet wat het beste is. De bede is: baant u uw weg. Bede tegen eigen vlees is. Achter de Heere aan, dan bepaalt Hij de weg. Heilige wetenschap. Vader wat U doet is goed. Eenswillend! Dat geeft vreugde en blijdschap. Vreugde die op Hem betrouwen. Mag u op Hem betrouwen? Of alles zelf regelen en in handen te hebben? Of mocht u het leren uit handen te geven en in Zijn handen te leggen? Dat leren!
De psalm eindigt in vers 13. U zult de rechtvaardige zegenen. Twee wegen duidelijk. Drijf de goddelozen heen vanwege de veelheid van hun overtredingen. En de rechtvaardige geleidt en gezegent. Is dat niet te zwart-wit? Wel als u zich te gemakkelijk identificeert met David.
Paulus haalt in Romeinen 3 dit aan. Goddelozen: keel is geopend graf, slangenvenijn. Niet over een groepje maar over allen! Of als vanzelfsprekendheid. Soms zeggen mensen het gaat zomaar niet. Ik griezel ervan. Toch denkt u dan dat u het zelf moet doen. Maar gaat helemaal niet!
Heere leidt mij. Richt mij op Uw weg. Belijden zonder te zijn. Ik begrijp Paulus in Romeinen 3. Het gaat hier niet over de gerechtigheid van David, van u. Wijst op Gods wet. Gehoorzaamheid aan uw geboden. Dat was voor David allesbepalend. Catechismus derde stuk, leefregel, dankbaarheid. Heeft u de vreugde in de wet? De vreugde van de Vader erin! Of lastig: gij zult niet.
Of zegt u: in mij zoveel zelf de weg bepalen. Maar leidt mij in Uw gerechtigheid. Dat. Terug naar de tekst. David een zondaar. Boekje in de kast: als David je vader was, overspeler. Daarom leidt mij.
Heerlijk geheim. Leidt mij in Uw gerechtigheid. Rechtvaardig. Alleen in Christus. De wetsvervuller. Verloste gerechtigheid, toegerekende gerechtigheid. Zondaar die zichzelf moet afkeuren, door die rechtigheid, die vreemde gerechtigheid nodig. U hebt Christus nodig. Weg naar het heiligdom, plaats van het offer. Alle onzuiverheid eruit gebrand. Ook uw gebed, morgengebed? Alles verwacht van die gerechtigheid. Uitgedreven tot de Heere, afhankelijk van de Heere. Mocht u het meemaken? Afhankelijk, uitgedreven en eenswillend. Dan komt de Heere aan Zijn eer. Als daar een zondaar schuilt in die gerechtigheid van Christus! Amen.
Psalm 143 vers 11
Gebed
Psalm 40 vers 5
Zegen
Geef een reactie