De Heere Jezus Christus is eerlijk over het laatste oordeel: of voor eeuwig behouden of voor eeuwig verloren. Aan de hand van gelijkenissen legt Hij uit hoe het zit. De beslissing valt bij of er iets ontbreekt. Is er het werk van Christus in ons leven en zijn er de vruchten of leven we voor onszelf? Met alle ernst komt Christus nu met dit Woord tot ons opdat wij behouden zullen geloven.
Mattheüs 25 vers 46: ‘En dezen zullen gaan in de eeuwige pijn; maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven’.
Verrast en ontsteld
- Verrast;
- Ontsteld.
Gemeente van Christus, broeders en zusters, een paar weken geleden kreeg ik een overdenking ‘s ochtends op mijn scherm. Engelse overdenking.
Wij gaan in de regel niet verloren omdat we iets verkeerds hebben gedaan, maar omdat er iets beslissends heeft ontbroken. Dat wij dingen doen, daar doe er niets aan af. Je hebt niets
Uur U. Oftewel de dag des Heeren. Of dichterbij de dag dat jij je laatste adem hebt uitgeblazen. Dat valt samen, ligt in elkaars verlengde.
Ik wist het wel. Triggerde me die eerste zin. Vakantie. Hoefde geen nieuwe preek te maken maar toch wel gedaan. Als de Geest je leidt. Soms wordt een preek gegeven. Soms zwoegen en zweten.
Daarom houd ik hem hier vanavond met vrijmoedigheid. Niet zozeer omdat je erop zat te wachten maar omdat de levende Christus dit vandaag op Zijn hart heeft. Er staat nogal wat op het spel. De heerlijkheid in of het vuur in. Twee wegen zeiden de mensen vroeger. Er zit niets tussen. Niet iets van een dominee, maar Jezus zegt het Zelf. Niet alleen aan te horen maar ter harte te nemen.
Het is niet automatisch gered met u en mij. Zelfs niet wel zo’n beetje gered te wezen. De een is verrast en de ander staat ontsteld. Niet zoals een rekensom. Zoals op school. Bij elkaar opgeteld, gedeeld. Net voldoende. Hakken over de sloot. Nee.
Je zou kunnen zeggen het komt zometeen zomaar uit de lucht vallen, het oordeel bedoel ik dan. Je zou in Katwijk kunnen zitten en kunnen zeggen wij weten het wel hoor dominee. Nou dat valt te bezien.
Deze gelijkenis staat in een reeks. Bruiloftsfeest, ook weleens over gepreekt hier lang geleden. Maaltijd. Overvloed tot en met. Niet omdat ze niet waren genodigd. Kom. Waar ging het nou mis? Een kind kan het begrijpen. Ze kwamen niet. Niet omdat ze er op tegen. Ze hadden gewoon goede redenen. Net getrouwd. Juk os gekocht. Dat is toch logisch dat er dan niet van komt. Logisch. Nou ja, toch logisch? Het is van de gekken. Genodigd door de Heer. En dan staat de tafel vol en bedank je voor de eer. Kun je bedenken dat die toorn ontstoken raakt omdat die het niet dragen kwam? Waarom gaan die mensen verloren, omdat ze niet kwamen. Diep tragisch.
Dan zitten dan uiteindelijk daar dan aan? Niet met de eerstgenodigden. Heggen en steggen. Velen de geroepenen, weinigen de verkorenen. Die verkorenen dat was het Israël.
Ik weet niet of die hele discussie volgt op CIP? Ene dominee beweert dit en andere gaat er tegenin. Als we niet oppassen wordt het een vruchteloos gebeuren. Laten we het maar bij de woorden van Jezus houden. Praten en redeneren of zitten en eten. Klein verhaaltje, een meneer die heeft zich laten roepen. Eigen jas, eigen kostuum. Kun je ook hebben hè. Ik zou niet weten waarom dit niet oké is. Komt de Heer waarom heb jij geen bruiloftskleed
Wat heeft eraan ontbroken. Een hele eenvoudige handeling. Kind kan het begrijpen. Gewoon de jas niet uit laten doen. Nooit in zijn hemd komen te gaan voor God. God, ik heb het niet. Met dit wat ik nu aan en gewonnen geeft voor wat Hij heeft bekleed. Het is allemaal heel eenvoudig. Maar als het niet van komt, kun je wel verloren gaan. Die man schrikt pas als het te laat is, daarvoor dik tevreden. Dat is de tragiek.
Wijze en dwaze maagden. Niet per sé beter. Vielen allebei in slaap. Toen ze ontwaakte ontdekte die vijf dat ze geen olie hadden. Dan sta je raar te kijken met geen olie in de lamp. Zo kun je de Bruidegom niet tegemoet, dat begrijpt een kind.
Olie in de Bijbel staat voor de Heilige Geest. In jou het licht is opgestaan. Ook al dut je in slaap, toch olie in de lamp. Niet gelijk volmaakt. Hoe zit dat met jouw olie dan trouwens? Want het was niet dat het dan te krijgen was. Of alleen de lamp, keurig de vorm? Op het eerste gezicht mankeert er niks aan. Maar geen licht, geen leven. Dan sta je raar te kijken aan de verkeerde kant van de deur. Ik ben je niet. Niet omdat je iets niet deed, maar omdat er iets ontbreekt.
O ja die talenten. Vijf drie twee. Kun je ook anders optellen. De mogelijkheden om vruchtbaar te zijn voor Zijn zaak. Niet de een krijgt heel veel, de ander maar een schijntje. Om Zijn zaak moet het ons te doen zijn. Ik denk dat ik een heleboel talenten heb. Wordt ervoor betaalt. Hele leven. Preken. Catechisatie. Hoe meer mogelijkheden hoe meer verwachting en dat mag. Je hebt gewoon je werk. Hij begrijpt heel goed dat je soms niet meer mogelijkheden hebt. Er zijn toch altijd wat mogelijkheden. Gewoon dichtbij. Bidt voor je elke dag. Mogelijkheden om te delen. Links en rechts vruchtbaar te zijn voor Hem. Niet alleen maar met je eigen winkeltje bezig zijn.
Een man, ontzettend druk. Een mogelijkheid. Niet jij moet net zoveel doen als de dominee. Die man komt dan zelfs niet toe aan dat ene ding. Dat laat precies zien dat met die zaak van die Heer, hij was dan wel in dienst, maar niet veel had. Die heer is wel hard. Laat wel wat zien. Geen hart voor de zaak. Zelfs het minste had je niet gedaan.
Op de bank zelfs niet. We hebben geen harde heer. Zeer genadig. Het laat precies zien dat wij niks met elkaar hebben. Jij in elk geval voor mij, ik had je willen hebben. En dan die laatste. Loopt uit op het laatste oordeel.
Verloren gaan kan omdat er iets aan heeft ontbreken. De liefde van Christus niet heeft geleefd. Minste van broeders en zusters. Ook van je buurman en buurvrouw is Hij de oudste broeder. Moet je maar eens over nadenken. Hij is niet ons bezit. Geringste. De lastigste. De mensen die zeuren. Geen eer aan te behalen. En is het de vraag of het zover is gekomen dat je naar die dan de liefde van Christus hebt geleefd. Dat is wel even een ding. Heb je daar direct een antwoord op?
De rest is eigenlijk niet belangrijk. Waar wij allemaal druk mee zijn. Lees het eens na waar de eer van de Heere mee is gemoeid. Die liefde van Christus heeft geleefd, dat legt bij Hem. En de rest, zwaar of licht, dat weegt bij Hem niet. Dat is praat van niks. In het oordeel totaal niet aan de orde. Die andere dingen die wij zo stiekem bij elkaar optellen. Ik was toch serieus, het bidden schoot er wel bij in, maar ik was toch serieus.
Met een scheut genade erbij, met ons goede en degelijke doen, ons gelovige enthousiaste inzet, dan moet het wel een beetje meevallen.
Wie van ons kan zich indenken dat hij weleens verloren kan gaan. Niet omdat je alles hebt gedaan, maar omdat er iets aan heeft ontbroken, gelooft u dat? Als u het niet gelooft, dan zou het kunnen zijn dat u straks versteld kunnen staan.
Klopt dat wel met genade alleen? Ik ben er ook wel vaak omhoog gelopen. Opeens zag ik het waar het geheim zat. Dat je het kunt verdienen en een beetje kunt uitdenken. Dan zou de een niet verrast staan en de ander ontsteld. Geen rekensom. Zometeen in dat laatste oordeel, twee groepen. Schapen en bokken. Eigenlijk zit het al in het woordje schapen.
Niet omdat je stond voorgesteld. Maar toen Hij je opnam. Schapen hebben een Herder. Die schapen weten maar al te goed dat Hij Zijn leven gaf voor hen.
Boek van H.J. de Groot schaap en bok in een hok. Nu nog. Lewis. Grote scheiding. De een staat aan de rechterkant en de ander aan de linkerkant. Bokken waren bedoeld om schaap van de kudde te worden. Maar ze waren er te bokkig voor.
Het eerste wat Hij zei tegen hen die aan Zijn rechterhand staan. Kom in. Niet jullie hebben het ernaar gemaakt. Kom in gezegende van Mijn Vader. Dat is zo mooi. Hij zag naar jou om. Je hart hongerde naar Hem. Die verloren zoon. Die wordt mijn door. Dat varkensvoer. Nee, toen kwam Hij. Gezegende. Hij zag je. Hij kwam met overvloed, met brood en wijn. Gezegende. Hij deed Zijn aangezicht over je lichten.
Gastvrij onthaald. Elke dag is er schuld maar je kon bij Hem terecht. Abba is Hij. Je doet Hem verdriet doen door aan Zijn deur voorbij te gaan. Hoe kun je ouders het meeste verdriet doen? Door ‘s avonds niets te laten horen. Jij was een ontvreemde. Ziek en naakt. Ziek, we hebben er allemaal mee te maken vroeg of laat. Nou in elk geval geholpen. Dat is wat Hij deed en doet. Dat alles gaat zoals ik hoop en verwacht. Dat gaat bij niemand zo. Maar in het dal van de schaduw van de dood maar mij wel opgebeurd.
Ik moest aan die broeders en zusters die weten van verrukking. Wij zitten hier comfortabel christen te zijn. Maar je zou maar verdrukt worden. Als je onder de voet bent gelopen door haat. En de Heere het laat gebeuren. Vrouw voor je ogen wordt verkracht of je man wordt afgeslacht. Waar zitten wij vaak over te kletsen. Maar Hij is erbij. In de diepste ellenden Hij nabij.
Nergens zo gezien, zo gezegend dan daar waar alles ophield. Gezegende van de Vader. U voelt wel aan dat heeft niets met een rekensom te maken. Genade voor genade. Kom erin. Ik heb jou gezien. Jij kon bij Mij terecht. Kom erin. De ellende ligt achter je. De vreemdelingschap ligt achter je. Volop leven.
De rechtvaardige zullen het eeuwige leven ingaan. Ik weet niet hoe lang ik nog heb te gaan. Als ik erover sta te preken, dan kan ik er zo vol van zijn, maar ik kan er maar weinig van voorstellen.
Dat Hij het volhield en Hij er niet de brui aan gaf. Dan begin je al verrast te staan, verwonderd, niet alleen in je leven bezocht, maar gewoon in je dood genadig onthaalt. Vakantie. Amerika. Nog weer mooier dan je had verwacht. Omdat je ernaar uitkijk.
Als je zo een gezegende van de Vader bent, daarin bent opgenomen. Dat raadt zich raden de gevolgen, die liefde ook vrucht draagt. Daar gaat Jezus vanuit. Het kan niet zijn dat jij je geluk niet op kunt. Maar dat jij aan die irritante, dat je daaraan voorbij loopt. Dat kan wel maar dat houd je niet vol. God, ik moet er wat mee met hem, met haar. Die Geest van God stuurt daar op aan.
Johannes heeft dat geschreven. Staat in de Bijbel. Wij weten dat wij zijn overgegaan zijn uit de dood tot het leven. Omdat we erover kunnen vertellen? Dat is ook mooi. Maar het wordt pas echt mooi omdat we broeders en zusters liefhebben. De grond van die vrucht rijpen. Als je die liefde niet kent, dan kun je praten wat je wilt, maar dan sta je er buiten.
Hé dat Hij zijn liefde heeft gegeven. O God daar moet ik het van hebben. U niet van mij maar ik van U. Dan kan het niet anders of wij zullen ons leven geven voor onze broeders en zusters. Hij zag mij niet over het hoofd, nee ik kan het niet maken hen over het hoofd te zien.
Heel concreet. Wie de goederen van de wereld heeft. Die €100 echt voor iets anders gereserveerd. Hoe kan het dat de liefde er dan in blijft? Zegt u het eens. Weet u wat zo mooi is? Wat Johannes schrijft is zo mooi als wat. Maar die Geest zet ook aan om het uit te leven. U en ik, weten het wel, tenminste ik weet het wel, maar wat het met ons tegen. God vraagt het wel. Om een tandje niet altijd zin in. Tijd geld aandacht. Soms komt het zo dichtbij.
Kiezen of delen. Of je kijkt de andere kant op of je zegt God is goed ik geef aan jou. Het is een beetje duwen en trekken. Er zijn er die zeggen als de Heere kent, dan gaat het allemaal vanzelf. Maar dat is vrome
Het is ontkomen maar echt een strijd. Als je niet achter Mij wil komen en willen blijven. Verloochen jezelf. Dwars tegen je eigen verlangen in. Geen zin in en dat niet laat gelden. Die verloochenen zichzelf. Een kruis over jouw eigen idee. Je weerzin. Maar alles wat je in de weg zit, en toch achter Hem aanlopen. Hij haalde nooit Zijn neus voor iemand op. Dat is nog altijd oefenen en trainen.
Mensen geen lijstje bijgehouden. Mensen zijn tegen hun tekort aangelopen. We zingen er van en worden er bij van. Die liefde van mij vaak knijpen. Maar kijk dan wat Hij zegt. Ik was dorstig en jij hebt Mij gekleed. Ik zat in de gevangenis en jij hebt Mij bezocht. Hé, wat zegt Hij dan. Natuurlijk heb ik gezien wat eraan schortte. Jezelf verloochend soms helemaal tegen je zin in. Genadige Heer hè. Dit ziet niet met een weegschaaltje te wegen. Maar die die liefde gaf. Elke keer als jij het deed wat Hij gaf straalde Zijn gezicht op. Verrassende Heer trouwens.
Psalm 84. Hij zal genade en eer geven. Het was bijna een beetje teveel. Nee, zo zie ik dat. Ik denk aan mijn moeder. Wij hadden geen afwasmachine. Wij waren levende afwasmachines. Nooit zin in. Behalve toen ik verkering had want toen samen doen. Haar liefde kon dat hebben. Jij was blij met ons, al hadden wij het met tegenzin gedaan.
Dat laatste daar kan ik duidelijk over zijn. Ontsteld. Dat staan die mensen aan de linkerhand. Vervloekt. Die vrucht waar Ik kom die vind Ik niet. Dan kun je zelf denken in goede grond te zijn geplant, maar als er geen vrucht is weet iedereen dat het geen vijgenboom is.
Die vrucht voor de broeders en zusters, daarom weggelopen. Ik weet niet waarmee druk geweest. Voor je gevoel goed bezig geweest. In welke grond. Zandgrond of een beetje kleigrond. Maar geen vrucht in Jezus. Daar komt Hij om. Ik was hongerig, niet te drinken gegeven. Vreemdeling maar jij gaf niet thuis. Ik was naakt maar nooit gemerkt dat jij mij zag staan. Maar naar Mij heb jij nooit omgekeken. Heere, wanneer?! Ja wanneer jou toch?!
Stel je voor. Jezus hier in Katwijk. Honger. Dorst. Geen onderdak. Ziek. Misschien wel gevangen gezet. We zouden allemaal in de rij staan. Om iets voor Jezus te doen. Maar daar vroeg Hij niet naar. Daar vroeg Hij wel naar. Die broeder of zuster die misschien wel tegenover je woont. Waar was je toen? Ontsteld. Heftig was dat ook. Ontsteld. Opgeteld, afgetrokken. Ik kan niet voorstellen dat je verloren gaat.
Daar kun je hier voor weglopen maar straks niet. Je kunt hier denken dat was niet mijn preek. Maar dit was niet het laatste woord. Oordeel. Maar eens heel duidelijk kijken of die liefde in je leeft. Praten, doen. Waar ben jij druk mee? Met wat straks telt in het oordeel? Maar denk niet ik heb ook weleens wat gedaan. Maar voor die minste. Het kan niet zo zijn dat ik de andere kant op kijk. Hij houdt het bij.
Laatste woord moet zijn een woord van Paulus, sluit helemaal bij deze gelijkenis van Jezus. Wij wetende de schrik des Heere, bewegen de mensen tot het geloof. Schrikt u nergens van, ik zei het in het begin al. Die zit toch wel in deze gelijkenis. Bewegen de mensen tot geloof. Niet de mensen schrik aan te jagen. Een zegen voor broeders en zusters. Want de liefde van Christus dringt ons. Amen.
Zondag 31 juli 2022 – Pniëlkerk Katwijk-upon-Sea – ds. P.J. Visser – Schriftlezing Mattheüs 25 vers 31-46