In het Hooglied van Salomo gaat het over Christus en Zijn bruidskerk. De bruid heeft Hem, de Bruidegom, aan de deur laten staan en niet opengedaan. Het is de Evangelie-oproep die klinkt uit het Hooglied en uit Openbaring: Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Het is de kloppende en uitgestrekte hand van de Bruidegom tot Zijn bruid. Hoe staat het met ons? Wijzen wij de hand ook af net als de bruid deed toen zij -beklagenswaardig genoeg- de Bruidegom niet opendeed?
Hooglied 5 vers 2-4: ‘[2] Ik sliep, maar mijn hart waakte, de stem mijns Liefsten, Die klopte, was: Doe Mij open, Mijn zuster, Mijn vriendin, Mijn duive, Mijn volmaakte! want Mijn hoofd is vervuld met dauw, Mijn haarlokken met nachtdruppen. [3] Ik heb mijn rok uitgetogen, hoe zal ik hem weder aantrekken? Ik heb mijn voeten gewassen, hoe zal ik ze weder bezoedelen? [4] Mijn Liefste trok Zijn hand van het gat der deur; en mijn ingewand werd ontroerd om Zijnentwil‘.
De hand van de Bruidegom tot Zijn bruid
- Een kloppende hand;
- Een afgewezen hand;
- Een uitgestrekte hand.
1. Een kloppende hand
Gemeente, in het Bijbelboek Hooglied wordt een hoog en verheven lied gezongen. Liefdeslied tussen Salomo en zijn zwarte bruid Sulamith. Bijzondere naam, in Hebreeuws afgeleid van Salomo. Die zwarte bruid heeft haar naam gekregen van haar Bruidegom.
We blijven niet bij deze twee mensen staan. Huwelijk tussen de Bruidegom en Zijn bruid. Paulus: Ziende op Christus en Zijn gemeente. In de liefde tussen de Bruidegom en bruid, de liefde die uitgaat van de Bruidegom. En die wederliefde. We hebben Hem lief omdat wij Hem eerst lief hebben gehad. Zijn liefde is altijd even sterk. En is die liefde van de bruid tot de Bruidegom er ook altijd? Ja, de roeping en verkiezing onberouwlijk.
Wel moeten we zeggen dat die liefde niet altijd beleefd wordt. In aardse huwelijk ook niet altijd de liefde gevoed wordt en soms ook killer. Wel altijd bij Christus. Nu zijn er die op goede gronden van mogen weten, ze weten van de liefde en wederliefde tot Zijn volk, Zijn dienst. Maar er braken momenten aan van verslapping. Misschien wel door teveel gericht zijn op het leven hier en nu.
Het gebed was niet langer het uitstorten van uw hart voor de Heere. Uw kerkgang. U weet best wel dat het allemaal wat minder is dan het geweest is. Misschien wel gewend aan geworden. Schouder ophalend: er is ook een verachtering in de genade. Met al die verklaringen vinden we het heel normaal dat de kilheid, koudheid er is. En als u een paar keer in het jaar geraakt wordt onder de prediking dan is dat voor u genoeg.
Waarschijnlijk is het een droom geweest, daar gaan de meeste verklaarders vanuit. Als wij dromen komen we vaak verder bij de werkelijkheid vandaan. Het laat hooguit zien waar wij mee bezet zijn. Maar aan zo’n droom moeten we in Hooglied 5 niet aan denken. De bruid slaapt. Niets verkeerds aan in de Bijbel. David, ik lag en sliep gerust. Maar dat kunnen we niet zeggen van de bruid.
Vers 3, ze was niet gereed om de Bruidegom te ontvangen. Ik ben wat voorzichtig om dat waken in vers 2 niet al te positief op te vatten. Waken en slapen gaat niet samen. Wilt u een voorbeeld? Dwaze en wijze maagden. Zo waakt dan staat aan het eind. Of de Heere Jezus voor Zijn lijden: waakt en bidt, de geest is wel gewillig maar het vlees is zwak. Slapen en waken gaat niet samen, het is of het een of het ander.
Waarschijnlijk moeten we in de tekst denken aan sluimeren. Uit haar onwilligheid blijkt dat de bruid niet voldoende waakzaam is. Zo ligt ze daar op het bed. Plotseling hoort de bruid iets. Er klinkt een stem en er wordt geklopt. De twee dingen kun je vanuit het Hebreeuws samen lezen: een stem die klopt.
Hoe lusteloos u na ontvangen genade ook kunt zijn, de schapen horen Mijn stem. De stem die klopt. De grondtekst wijst op bonzen op de deur. Aandrang in. Niet vrijblijvend. Hij wil binnengelaten worden. Zijn hoofd is vervuld met dauw. De dauw is de mist van de nacht. Een zachte regen met fijne druppels. Al naar haar onderweg in de stilte van de nacht.
Jakob om zijn vrouw te verkrijgen: de kou van de nacht en hitte van de dag verdragen. Hier stijgt de Heere Jezus Christus oneindig veel bovenuit. Hitte van Gods gramschap weerstond Hij. Hij gaat Zijn bruid tegemoet. Terwijl zij nog niet aan haar denkt, nog niet naar haar verlangt. Hij bonst op de deur. Wat zien we daarin dat de Bruidegom verlangt naar de bruid dan andersom. De Heere is altijd meer bewogen met Zijn kerk dan andersom.
Hij bonst. Iemand zegt: Hij had toch de deur open kunnen breken. Als Hij dat wil, dan zal Hij dat doen. Maar de gewone weg is de klop van Zijn stem. Kanttekening: Christus klopt aan de deur van het hart door Zijn Woord, Zijn Geest of door het kruis van kastijding. Door Zijn Woord en thuis mag lezen. Of door een kruis dat u drukt of kastijding van Zijn hand.
Bruidegom hier aan de deur Zijn bruid aanspreekt, die nog niet eerder gebeurd is. Meer aandrang in Zijn spreken dan eerder. Dat de Heere door een kruis of door een kastijding, dat u denkt dat de Heere tegen u is. Dat de Heere meer tot u spreekt daarin, in de meest moeilijke omstandigheden. Zo staat de Bruidegom voor de deur terwijl de bruid niet eens bereid is om op te staan. Zien we hier niet in dat Hij de eerste is? Ook naar ontvangen genade.
Heeft u er al eens over nagedacht hoeveel de Heere ervoor gedaan heeft, geklopt aan de deur van uw hart. Wat een moeite doet Hij zo lusteloze, trage bruid uit. Ook tot die zeggen: ik mag mij tot die bruidskerk niet rekenen. Misschien wel gedachte jongere, vanavond over Hooglied, gaat over Gods kinderen, niet voor mij. Luister eens. Dit is een van teksten uit het Hooglied die terugkomt in Openbaring 3, Zie Ik sta aan de deur en Ik klop.
2. Een afgewezen hand
Mijn zuster, mijn duive, mijn volmaakte, mijn liefste. Vier namen. Hij heeft gebonsd. Wat zal daar op volgen. Het valt op dat de aanspraak van de bruid ontbreekt. Ze geeft alleen een antwoord. Ik heb mijn jas uitgetogen, voeten gewassen. Opeens wordt ons duidelijk hoe ver die bruid weg is. In die twee vragen hoe. Niet dat ze het niet weet.
Denk maar aan koningin Esther. Haman gedood. Hoe zal ik vermogen dat ik aanzie het kwaad dat mijn volg treffen zal. Dat kan ik niet, dat zal ik niet verdragen. Diezelfde manier van spreken gebruikt de bruid. Het is voor haar even groot bezwaar. Is het dan werkelijk zoveel moeite die rok aan te doen? Die Bruidegom is toch haar liefste, heeft haar toch ondertrouwd? Blijkbaar brengt het afzweren bij de Heere vandaan een neiging mee om maar weg te blijven en niet terug te keren. Er blijkt iets uit de bruid dat ze het wel goed vindt zo.
U ziet het ook bij de verloren zoon. Zijn geld raakte op, hij ging niet terug. Raakte zijn vrienden kwijt, hij ging niet terug. Pas toen hij voor eigen waarneming verging van honger, toen ging hij terug. Ik heb mijn rok uitgetogen, hoe zal ik hem weder aantrekken. Ze schendt ook de rechten van de gastvrijheid. Heere Jezus heeft verteld over die vriend in de nacht die vroeg om brood. Hij zal het hem geven om zijn onbeschaamdheid wil. Hij kan het niet over zijn hart krijgen zijn vriend te laten kloppen aan de deur.
Zo ligt het niet bij de bruid. Alsof het aantrekken van de rok de grootst mogelijke moeite is. Onthoud dat gemeente, van de Heere vandaan gaan maakt ruw. Karrevrachten van verontschuldigingen klaar maar die zijn niet eerlijk. De diepste reden zegt ze niet. Ze heeft er geen zin in om er zin in te krijgen. Is dat niet nog zo? Als u na ontvangen genade verslapt, spreekt u eerlijk uit naar de Heere dat het uw lauwheid, dorheid is.
Nog niet zo lang geleden was het anders bij de bruid. Gesmeekt of de Bruidegom wilde binnenkomen. Prediker Jakobus Durham: meer dan eens een tegenstelling zien hoe Gods kinderen tegen de Heere doet en wat zij van Hem vragen. Laten we daar over nadenken. Geldt ook allen die nog voor eigen hart en rekening leven. U vraagt om bekering. Dat mag ik toch aannemen dat dat het minste is. Maar gaat u eens na, waar gaat uw tijd naartoe? Misschien niet eens zondige dingen. Maar u moet eerlijk zeggen, dat het gebed een tegenstelling is van het leven. Hoe gaat dat jonge mensen als je moe bent. Niet te lang. Je hebt je plicht weer gedaan. Dan is er een tegenstelling wat je aan de Heere vraagt en wat je doet. Is het net als Martha, bekommert over vele dingen maar niet dat ene.
Hier wordt er bruid zelfs brutaal. Het openen van de deur staat voor haar gelijk aan het bezoedelen van haar voeten. De kleinste moeite is voor haar teveel. Laten we niet te snel zijn met het kijken naar de bruid. Doordeweeks gaat u op in uw werk, gezin. Biddend onderzoeken van het Woord? Teveel moeite. Het bezoeken van iemand die de Heere vreest? Teveel moeite. Gelegenheid doordeweeks het Woord te horen? Teveel moeite. Hoe zitten we zondag in de kerk? We zijn te moe om het Woord weg te dragen.
We zijn niet thuis in dat Woord. Doordeweeks te druk en zondags is het veel te moeilijk. Als je eerlijk zijn gemeente, liggen daarachter dezelfde argumenten als de bruid. U voelt wel zo mag ik niet omgaan met de Heere en Zijn Woord. U weet wel dat u moet smeken om ontdekkend licht, maar dat is al teveel. U weet er wel, vergeef me de uitdrukking, om er behendig omheen te bidden. Hoe staat dat vanavond gemeente? Ook die wandel op de brede weg en op de smalle weg.
Jongere, geef een goede reden om de Heere niet te zoeken. Hij is het zo waard, dat er geen reden is die houdbaar is. Duivel ons grondig misleid en bezighoudt met het schuim van deze wereld. Kom geef die bewaren op. Hij staat aan de deur en Hij klopt. Ook u die de Heere vreest, laten we oplettend zijn. Zulke inzinkingen kunnen er ook bij u zijn. U bent zwak van moed en klein van krachten. Weet u wanneer de duivel de meeste kans heeft? Meestal na een hoogtepunt. Als in de bediening van het Woord, of Avondmaal, eet drinkt en wordt dronken. Zo’n hoogtepunt. De Heere hield Asaf wakker. Ook toen de ene tegenslag na de andere over hem heensloeg.
Hij lag wakker in de nacht. Zijn er in Katwijk die ‘s nachts wakker liggen over wie de Heere is geweest. Wat kan die overdenking zoet zijn, maar zo anders dan de bruid. Dan zal het de taal zijn van het hart wat we zingen in Psalm 63 vers 4.
3. Een uitgestrekte hand
Wat zal de Bruidegom gaan doen na deze lage afwijzing? We hebben allereerst bij stil te staan om wat de Bruidegom niet doet. Die schone namen af te nemen. Menselijk gesproken te begrijpen. Maar Gods gedachten zijn hoger dan onze gedachten. Een wonder dat God ook na ontvangen genade weer redenen neemt uit Zichzelf. Wat de Bruidegom ook niet doet is met geweld open te breken. Deze Bruidegom die liefheeft met een eeuwige liefde zal de bruid gaan trekken met koorden van liefde.
Vers 4. De deur met een slot. Uitleggers niet helemaal over uit. Maar dat de Bruidegom van buiten de deur ook kon opendoen. Hand van de deur wegtrok, Hij zal heengaan -dat is waar. Maar veel voor te zeggen als een uittrekken. Niet een teruggetrokken hand maar uitgetrokken hand genoemd onze derde gedachte. Vlak voordat Hij weggaat raakt Hij het slot van de deur aan. Niet omdat Hij de deur niet had kunnen openbreken, dat kon Hij.
Hij had met bonzen op de deur geslagen. Die bruid had Hem met lage redenen afgewezen. Die hand die drupt van de mirre. Die bruid zal opstaan om de deur te openen, zal de mirre ook vloeien op haar handen. En dat zal het hart van de bruid verbreken. Zover is het nog niet in onze tekst. Dan komt ze tot het besef: Hij had de deur kunnen openen, de hendel kunnen wegschuiven. Ze wordt beschaamd dat haar Bruidegom zoveel heeft gedaan, dan breekt iets. Het raakt haar heel diep. Haar ingewand. Het binnenste.
Daar is het de Heere om te doen. De Heere zoekt niet naar de beschouwingen van onze gedachten. Het gaat de Heere om uw hart, het binnenste. Hij weet met zondaren om te gaan. Dat gaat altijd in dezelfde weg van een verslagen en gebroken hart. Mijn ingewand werd ontroerd. Maar nu is het anders. Het ingewand wijst op het binnenste van een mensenleven.
Hoe kan het dat die bruid nu wel geraakt wordt? U begrijpt bij haar ligt niets dan schuld. We moeten het zoeken bij de Bruidegom, het grote ingewand. Het trof me bij de voorbereiding, Psalm 40. Gedragen in Zijn ingewand. Het ging Hem zo aan het hart, om dat Middelaarswerk op te nemen.
Om te komen naar deze wereld verloren in schuld. Hij is gegaan omdat Zijn ingewand bewogen was vanwege het geschonden recht van Zijn Vader. Omdat Hij de weg ontsloten heeft, de weg van het bloed, daarom weet Hij het hart te raken, Hij weet met zondaren om te gaan.
Als eerste denk ik aan al die nooit in hun ingewand geraakt zijn. Misschien wel in uw gevoel, verstand, geweten maar leidde niet tot een gebroken en verslagen hart. Maar u zegt: dat moet de Heere toch doen? U hebt gelijk. Maar dat is de grote spanning van het Evangelie. Hij staat aan de deur en Hij klopt. John Flavel: durf het toch niet aan het geduld van deze Christus nog langer op de proef te stellen?! De Heere duldt het niet dat er zoveel misbruik van Zijn geduld wordt gemaakt. Dan zal elke herinnering aan de klop op de deur een wroeging zijn van het geweten als een worm, ik heb niet gewild. Zie Hem in Hooglied 5. Hij staat aan de deur met een huwelijksaanzoek. Deze Bruidegom vraagt niet naar uw bezit maar naar uw schuld.
Omwille van Mijn ingewand waarin Ik die wet van Mijn Vader gedragen heb tot aan het kruis van Golgotha toe, daarom dragen in gerechtigheid en goedertierenheid.
Opa Catsburg. O jou lelijke duivel, jou gun ik er niet een. O U lieve Heere, U gun ik ze allemaal. In ons vlees woont geen goed, ook niet na ontvangen genade. Hij grijpt het hart aan, Hij raakt het slot aan om de grendel weg te schuiven. Als Hij tot u ook al is het in de nacht, ga er dan voorzichtig en eerbiedig mee om. Leg uw bezwaren opzij. Zeg het met de hoofdman, ik ben niet waardig dat U onder mijn dak zou inkomen, maar spreek slechts één woord. Want een blik van Uw ogen, kus van Uw mond, en mijn ziel zal zijn genezen.
Amen.
Eeuwigheidszondag 21 november 2021 – Triumfatorkerk Herstelde Hervormde Gemeente Katwijk – ds. P.J.T. van den Herik – Schriftlezing Hooglied 5 vers 1-16