God trekt zondaren uit de duisternis tot Zijn wonderbaar Licht. Niet alleen volwassenen maar ook kinderen. Wat is het een voorrecht al van jongs af aan de Heere te vrezen. We zien het bij Obadja, die jonge Godsvreze. God werkt ook vandaag in de harten van kinderen en jongeren. Tegelijkertijd is het een spiegel voor ons allen zowel jong als oud.

1 Koningen 18 vers 12b: ‘ik, uw knecht, nu vrees den HEERE van mijn jonkheid af’.

Op de smalle weg wandelen allen die geroepen zijn tot de Heere, getrokken uit de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde. Er zijn verschillen aan te wijzen. In leeftijd, achtergrond en cultuur. Een van de verschillen is de tijd waarop de Heere kwam in hun leven. Sommige weten van jaren zwerven in de zonde. Er zijn ook kinderen die niet anders weten dan van jongs af aan een liefde tot de Heere en Zijn dienst

Het grote voorrecht van jonge Godsvreze

  1. De aanleiding tot deze belijdenis;
  2. De inhoud van deze belijdenis;
  3. De spiegel in deze belijdenis.

1. De aanleiding tot deze belijdenis 

Gemeente, er loopt een man over de weg zoekend kijkt hij om zich heen over de dorre vlakte. Zou er ergens nog gras zijn voor de dieren om te eten? Boven hem schijnen de vellen stralen van de zon. Overal om hem heen waar hij ook kijkt is het droog. Al 3,5 jaar geen regen. Zelfs de dauwdroppels zijn er niet. Want Elia de man Gods heeft gesproken. Waar de man ook om zich heen kijkt, in de bergen of beneden in de dalen er nauwelijks iets groens over. Er zou geen oogst worden binnengehaald. Geen oogst geen eten. Geen eten betekent hongersnood. In het begin nog voorraden. Maar daarna niet meer. De aarde verschroeid. Dieren en mensen lijden eronder.

Kanaän zo vruchtbaar is geworden tot een ontstellende droogte. De aanleiding van deze droogte is bekend. De Heere verdraagt het niet langer dat Baäl wordt aanbeden. Baäl niet in staat maar een druppel te laten regenen. Uiteindelijk is Achab op pad gegaan met zijn knechten om gras voor de dieren. We stellen ons voor dat hij eerst zijn knechten heeft gezonden. Nu gaat hij zelf. Samen met een van zijn voornaamste knechten. Allebei een verschillende kant op. Misschien zijn er hier of daar nog wat stromende beekjes. Want als er gras is voor de dieren sterven ze.

Het is veelzeggend dat Achab met zijn beesten bezig is. Niet uitleggen als wat Salomo: De rechtvaardige kent het leven van zijn beest. Voor een Oosterse waren dieren een teken van macht. Erger zondigde dan zijn vader Omri, die al erger zondigde dan welke andere koning dan ook. Maar Achab ging nog verder. De toorn van de Heere te verwekken. Dat onbuigzame hart dat zich aan de levende God niet onderwerpt. Wie is die andere man? Hofmeester. Obadja. Bijzondere naam, betekent: de knecht van de Heere. U voelt meteen met mij mee de verwijzing naar de grote Knecht, de Heere Jezus Christus.

Obadja een leven van gehoorzaamheid. Maar die Knecht gaat er ver bovenuit: Zijn leven gegeven, Zijn bloed gegeven. Obadja de Heere van zijn jonksheid vreesde. Hij zegt het niet van zichzelf. Spreekt geen overmoedige van zichzelf zonder dat de Heere ervan weet. Hoeft niet bij mensen te rade te gaan, dat telt misschien wat voor u en mij. Wat de Heere Zelf zegt: de Heere zeer vrezende. De Heere getuigt het en Obadja mag daar zelf getuigenis van geven.

Er komt al een eerste vraag naar ons toe: hoe is het mogelijk dat Obadja die de Heere zeer vreesde aan het goddeloze hof werkte van Achab en Izebel. Heeft Achab iets gemerkt van de Godsvreze? We gaan ervan uit, dat is goed mogelijk. Sommige uitleggers denken dat Achab en Izebel niet zo goed in de gaten hadden dat het bij Obadja waarheid in het binnenste was.

Velen hinkten in die tijd op twee gedachten. Wat is hinken op twee gedachten? Denk maar aan vogeltje. Op het ene takje en dan het andere. Heen en terug en weer heen en weer terug. Dan gingen ze niet naar Jeruzalem maar dan naar Dan en Bethel. Als het er al was, dan was het lauw.

Toch neig ik ernaar dat we bij Achab hetzelfde zien als bij Herodus in het Nieuwe Testamemt. Met een bedenkelijk genoegen kon Herodus de meest ontdekkende prediking horen. Hoe het ook zo, hij zal de oorzaak geweest zijn van de droogte in het land. Obadja was trouw. De Schrift geeft voorbeelden die gewerkt hebben aan een goddeloos hof.

Misschien gaat u morgen naar een plaats waar de Heere niet gediend en gevreesd wordt. Wat is dan heel belangrijk? Wel dat wij trouw zijn in dagelijks werk. Nee het is geen bijzaak. Het wordt in de Catechismus meer dan eens genoemd. Dan verknoeien wij onze tijd niet. Dan zijn we trouw. Niet alleen als anderen ons zien maar misschien wel wanneer ze het niet zien. Waarom is dat belangrijk? Dan valt er iets goeds op. Die man, die jongen, vrouw, meisje trouw. Als dat niet zo is geven wij aanleiding voor lastering van de naam van de Heere.

Plotseling komt er een man tegemoet. Elia moet naar Achab want er zal regen gaan komen. Nee, dat valt voor Elia niet mee. We hebben gelezen dat Achab stad en land afgereisd heeft om Elia te vinden. Ongetwijfeld om hem te doden. Mensen moesten waar Achab was geweest zweren dat ze hem niet gezien hadden.

Elia was niet ver weg, dat niet. Als God een knecht in Zijn hand heeft, dan komt Achab er niet bij. Elia is veilig. Obadja heeft hem waarschijnlijk herkend. Harig kleed en leren gordel. Dan komt ook de Godsvreze van Obadja tevoorschijn. Obadja een beetje in de schaduw.  Elia later onder de jeneverboom en dan klaagt hij dat er niemand over is. Hij vergat Obadja.

2. De inhoud van deze belijdenis

Wat is vrezen? Het wordt in de Bijbel op verschillende manieren gebruikt. Achab zal in woede uitbarsten. Obadja waarom heb je Elia laten gaan. Obadja vreest, hij is bang. Er staat niet dat hij Achab vreest maar de Heere vreest. De Heere vreest is een belangrijke uitdrukking. Maar ook een hele tere. Omdat de Heilige Geest zijn hart heeft vernieuwd, de Heere leert vrezen. De zonden haten, vlieden en mijden. Zo iemand leert de Heere dienen, zoeken en volgen.

Gemeente wat wordt er in de Schrift rijkelijk gesproken over de Heere vrezen. De vreze van de Heere is het beginsel van de wijsheid. Engelen rondom hen die de Heere vrezen. Psalm 19. De vreze van de Heere is rein. Gemeente hoe graag prijs ik het u aan wat het is om de Heere te vrezen. Zeg het eerlijk: is er iemand als het over deze dingen gaat, dan is er iets van binnen dat met mij meespreekt, met deze dingen. Het vreze van de Heere. Van harte toestem. Niet vanuit de theorie. Komen uit de fontein de Heere te vrezen. Werd dat het doel van uw leven en de bestemming van uw leven?

Waar heeft Obadja dat geleerd? Waarschijnlijk niet in het paleis met de ergste verzoekingen. Obadja vreesde de Heere. Het is begonnen waar de Heere nog steeds begint. Een zondaar van dood levend maakt. Die vreze van Zijn naam plant in het hart. Toen werd zijn verstand verlicht, zijn wil vernieuwd om voor de Heere alleen te leven. Obadja was nog niet zo oud want hij vreesde de Heere van zijn jonksheid af. Al op jonge leeftijd getrokken door de Heere, nog vroeg in de morgen van het leven.

Gemeente laten wij met toepassing van ons hart en leven over deze dingen nadenken. Er is eigenlijk geen groter voorrecht dan de Heere op jonge leeftijd te vrezen. Jongeren, tieners, ouderen. Omdat de Heere vooral jonge mensen op het oog heeft. Komt jonge kinderen. Hebt u er weleens over nagedacht hoe vroeg de Heere begint met de klop op het hart. Op de zondagschool. Denk maar aan al die preken al begreep je nog niet alles. Toch weet je er geen gelukkiger volk dan die de Heere vrezen.

Ik denk aan die oude onderwijzer. Met bevende hand. Die mij vroeg zoeken die zullen mij vinden. Het geldt niet voor mij. Ik las van een uitlegger: Een keten waarin de Heere Zichzelf gevangen geeft. De Heere die te groot is dat aarde en hemel Hem zouden bevatten, Die geeft Zich gevangen aan jonge kinderen.

Matthew Meade, Engelse prediker: Dat zijn mensen die al langere tijd onder de prediking komen. Die het heel goed begrijpen menen ze, maar van binnen er geen woord van verstaan. En de tweede groep zijn de mensen die al langere tijd gebonden zijn aan de dienst van de zonden. Bovendien wat kunnen de zonden in je jonge jaren een schade aanrichten aan je ziel. Welke zonde heeft David genoemd? Was dat de zonde van overspel met Bathseba en moord op Uria. Nee, de zonden van zijn jonkheid. Dat bedoelt David niet als een vergoelijking. Daar ligt pijn en schuld.

Je zou het aan iemand moeten vragen die op latere leeftijd is getrokken, wat is er vaak een last van die zonden uit de jeugd. Wijlen ds. I. Kieviet: genade in een kinderleven heeft een wegslepende en hartveroverende kracht. Waarom juist in een kinderleven? Omdat een ouderleven vaak zo traag en afgestompt is. Wat moeten ouderen vaak bergen van bezwaren overgeven want er is zoveel gebeurd. Wat is het ontroerend wanneer een jongen, een meisje in afhankelijkheid het hart aan de Heere mag geven. Zo teer, zo ongecompliceerd in het kindergebed. Dat is vaak zo eerlijk. O kon ik u jaloers maken op het grote voorrecht de Heere vroeg te Heere te vrezen.

Mag ik zeggen kinderen: hoe eerder hoe gemakkelijker het zal zijn. Zoek de Heere in je jonge jaren. Ja zeg je, ik ben maar een keer jong. Juist daarom gemeente. Nooit heeft iemand er spijt van gekregen die vroeg de Heere mocht dienen, want Hij zal je Leidsman wezen, leren hoe je wandelen moet.

3. De spiegel in deze belijdenis

Gemeente, wij horen van het grote voorrecht van jonge Godsvreze. De aanleiding tot deze belijdenis en de inhoud van deze belijdenis en tenslotte nog de derde gedachte: de spiegel van deze belijdenis. De jonge Godsvreze van Obadja is een spiegel of we nu jong of oud zijn. Hij had met gelijke verleiding te maken als u en jij. Izebel spande zich in om de loop van het Woord terug te dringen.

Misschien was de grote verleiding toen en nu: te hinken op twee gedachten. Weet je nog kinderen weer heen en weer terug dat vogeltje. Zo schakelen velen moeiteloos tussen het dienen van de Heere en de Baäl. Mag je eerlijk zeggen: we hebben Hem lief omdat Hij mij eerst liefgehad heeft. Daarom Hij het onderwerp en de bestemming van mijn vreugde.

Zondag en doordeweeks nog wat, catechisatie. Maar er zijn ook nog andere terreinen. Het laat zien dat het niet werkelijk waar is. Godsvreze doortrekt heel het leven. Salomo: vreze van de Heere doet wijken van het kwade. Op het kerkelijk erf ook wel die begonnen als Obadja. Zondagsschool meester. Maar raakten achterop. Gebeurtenissen in het leven waarin we Gods hand niet zien. Of door beslommeringen van het leven. Ook dan worden we vermaand tot bekering.

Maar zegt iemand ik heb de beste tijd van mijn leven gehad. Daarin ligt veel schuld. Maar de Heere is doorgegaan. Het scherpe voorbeeld van Obadja dat tikt misschien wel scherper. Buigt u dan. De Heere met vijf hoofdletters. Verbond. Niet alleen een eis maar ook een belofte. Die belofte ligt er alleen vanwege de Middelaar van het verbond. De Heere Jezus Christus de Zaligmaker van zondaren. Het zijn de geschriften van het Oude Testament die oproepen. Hij schenkt zo u het smeekt mild en overvloedig. Hoe lang draagt u dat teken al aan uw voorhoofd? Hij roept. U hebt niets. Obadja had ook niets. Hij kon niet beroepen op zijn Godsvreze. Hoe het verder is gegaan met Obadja weten we niet.

De rechtvaardiging van de Goddeloze. Gezondigd van mijn jeugd aan. Niets meer. Vijanden worden met God verzoend. Als dat wonder wordt afgedrukt in uw leven. Zal dat er niet toe leiden de Heere zult vrezen? In de kracht van het bloed tot vernieuwing. U die de Heere vreest, kan ook van u gezegd worden dat de Heere zeer vreest. De vraag is niet als wij er zelf over spreken met anderen. Maar kan de Heere het zeggen over u?

Waaruit blijkt die teerheid? Veel over te zeggen. Blijkt uit uw gebed voor uw kinderen, uw kleinkinderen. Onderschat het niet de Heere kan zo jong beginnen. Verhinder ze niet met een dubbelhartig lezen van raakt niet smaakt niet roert niet aan. Obadja. Die de Heere vreest krijgt oog voor het oordeel van de Heere. Maar wegnemen kon hij het niet. Dat deed de grote Knecht. Hij heeft onder het gericht geleden niet alleen van de tijdelijke droogte. Maar van de dorheid uit het paradijs, de zondeval. Net als Achab overeind willen blijven. Hij heeft de regen gegeven.

Welke regen? ‘Want Ik zal water gieten op de dorstigen, en stromen op het droge; Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten, en Mijn zegen op uw nakomelingen.’ Opdat zij de Heere vrezen zullen. Dat Woord houdt Gode zij dank stand in eeuwigheid.

Amen.

 

Zondag 19 september 2021 – Hersteld Hervormde Gemeente Triumfatorkerk Katwijk – ds. P.J.T. van den Herik – Schriftlezing 1 Koningen 18 vers 1-15