Na de herbouw van de muur van Jeruzalem was het werk van Nehemia niet klaar. Uiteindelijk ging het om het volk achter de muur, dat Jeruzalem weer een stad zou zijn die toegewijd is aan de Heere. Het is Pinksterfeest in het Oude Testament als het volk naar Jeruzalem gebracht wordt door de Geest. Met verlangen in het hart om de woorden van de grote God te horen. Ezra, de wetsgeleerde, begint met het loven van de Heere en het volk antwoordt daarop met aanbidding. Is het zo ook in de christelijke gemeente en onze levens? Het Evangelie, de bediening van verzoening, gaat uit: God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende. Komen wij zo in verlangen naar het huis van God? Nemen wij zo het Woord van de grote God, Zijn liefdesverklaring, aan? De Heere komt persoonlijk tot ons.

Nehemia 8 vers 1 en 2: ‘[1] Als nu de zevende maand aankwam, en de kinderen Israëls in hun steden waren. [2] Zo verzamelde zich al het volk als een enig man op de straat voor de Waterpoort; en zij zeiden tot Ezra, den schriftgeleerde, dat hij het boek der wet van Mozes zou halen, die de HEERE Israël geboden had‘.

Verlangen om de woorden van de grote God horen

Gemeente we hebben de afgelopen weken gehoord hoe onder de leiding van Nehemia in niet meer dan 52 dagen de hele muur rondom was herbouwd. Ongelooflijk. Maar toen dat klaar was, was Nehemia nog lang niet klaar. Eigenlijk begon het nu pas.

Want nu waren die muren nu wel hersteld, maar onder het volk moest nog een grootscheepse bekering, reformatie plaatsvinden. Onder dat volk nog van alles mis. Sabbat ontheiligd, gemengde huwelijken. Jeruzalem moest weer een stad worden van harte aan de Heere toegewijd. Jeruzalem weer een heilig stad.

Het ging uiteindelijk niet om de muur maar om het volk achter de muur. Het is opmerkelijk dat je de eerste zeven hoofdstukken van Nehemia leest kom je niks van het volk tegen, maar hier in hoofdstuk 8 tien keer. De camera wordt als het ware geplaatst. Nu gaat het nadrukkelijk over het volk.

Vers 1: ‘Als nu de zevende maand aankwam, en de kinderen Israëls in hun steden waren’. Jeruzalem was herbouwd, de volken konden terugkeren tot de eigen woonplaats. 25e van de zesde maand was de bouw van de muren voltooid. Hier in hoofdstuk 8 vijf dagen verder. Daar hebben maar vijf dagen tussen gezeten. De zevende maand de maand Tisri, feestmaand. Begon met de nieuwjaarsdag. De tiende was het Jom  Kipoer feest. En de 17e het Loofhuttenfeest. We zien duidelijk de hand van de Heere erin. Het volk kon terugkeren naar de eigen woonplaats.

En nu gaat het gebeuren. Ezra het boek van Mozes halen wat de Heere geboden had. Dit is niet anders dan wat we lezen in Handelingen 2. Pinksterfeest in het Oude Testament. De Heere gaat Zijn volk bezoeken, de Heilige Geest gaat krachtig werken. Want wat gebeurt er? In alle vroegte zijn ze naar Jeruzalem getrokken. Schade van duizenden mensen. Het morgenlicht was maar net opgegaan. In alle vroegte vertrokken.

Die mensen hebben twee maanden aan die muur moeten werken, 52 dagen. Thuis achterstallig werk. Maar dat gebeurt niet. Wij gaan naar Jeruzalem. ‘s Ochtends drie, vuur uur mannen, vrouwen en kinderen die het konden begrijpen op weg naar Jeruzalem. Als een enig man naar Jeruzalem, massaal. De Geest die dat werkt. Er zit als het ware iets in de lucht. Verwachting, ongeduld. Je voelt er zit iets in de lucht.

Om de Thora te horen. De boeken van Mozes. Daar vraagt het volk zelf om. ‘s Morgens zes uur: wij willen graag de woorden van God horen. Niet Nehemia zegt dat, maar het volk vraagt er zelf om. De Geest is aan het werk. Laten we eerlijk zijn: wie vraagt er uit zichzelf om de woorden van God. Wie om zes uur in de morgen, nee ik kan nog net een halfuurtje pakken.

Lezen we ‘s avonds nog de Bijbel? Aan de tafel denk ik nog wel dat dat gebeurt. Maar ‘s avonds lezen we dan nog het woord jongeren?! Gods oordeel kan Hij schrijven in het stof dat op onze Bijbels ligt. Ik hoop het niet. Wij willen graag de woorden van God horen. Jij ook? U ook? Mensen gaan een intens verlangen krijgen om woorden van God te mogen horen. Wat een wonder. Het gebeurt. Een honger en dorst naar het Woord. De Heere kwam en die jongen, dat meisje kwam. Toch dat honger naar het Woord.

Ik moet naar het Woord. Het andere kan mijn ziel niet vullen. Mijn ziel kwijnt weg. Ze gaan als een enig man roepen. Alle tijden reformaties geweest. Reformatie rond 1500, door heen Europa heen. Luther, Calvijn. Mannen van zo’n 25 jaar. Op de brandstapel?! Ja maar ze konden het niet laten.

Het was niet de laatste keer. Engeland, Amerika, in Nederland ook, soms kleiner maar het gebeurt. Nijkerk opwekking. Katwijk rond 1900. Katwijk zorg dat je erbij komt. Dat mensen in korte tijd tot zekerheid kwamen. Lees erover. Het maakt je ziel verlangend. Dat wil ik ook. Verfrissend. De Heere gaat in korte tijd krachtig werken.

Het gebeurt. Ezra gaat staan. Leest de woorden van God. Vers 4. Tot in de middag. Uren uit de Bijbel lezen. Zo’n beetje zes uur. Niemand liep weg, ik heb nog andere dingen te doen. Hij las daarin van het morgenlicht tot de middag. Mensen konden niet genoeg krijgen.

John Preston was predikant in 1500 in Cambridge. Een preek hij was als het ware zo opgenomen wat hij mocht preken uit het Woord van God. Hij vergat de tijd. Vier uur preekte hij. De klok sloeg twee keer. Al twee uur en hij zei Amen. De mensen zeiden: In Godsnaam ga door. ‘For God’s sake go on, Sir.’

Hoe zoet zijn mijn Uw redenen geweest. Geen honing kan mijn ziel smaken. Gebeurt weleens dat je zo leest en verder leest dan de bedoeling waren. Als wij verlangen lieve mensen hier en thuis om God en Christus te leren kennen, en versterking en nieuw leven, dan is de eerste stap dat je tijd neemt voor dat Woord. Het is niet genoeg om dat Woord te lezen maar dat Woord te onderzoeken, bepeinzen. In het onderzoek van Uw bevelen, in Uw geboden mijn geest vermaken. Daar moet je echt de tijd voor nemen. Ik heb het tien jaar vaker gezegd, maar ik weet niet iedereen het doet. Een kwartier dat is eigenlijk al een schande.

We hebben zoveel hulpmiddelen. Studiebijbels. Oudere mensen zeggen het weleens: er zijn er nu zoveel. Maar als we al die hulpmiddelen niet gebruiken?! Ik moet er niet boven staan, ik ben dominee. Uw toezegging heeft mij levend gemaakt. Het hele volk staat er. Die hardwerkende vader om zes uur, die drukke moeder, die oude weduwe, die jongen van 18 jaar, het staat er.

Iedereen Amen. Wat werkt de Heere. De oren van het hele volken waren gericht. Nergens anders aandacht voor. Alsof hun leven ervan afhing. Hun leven hing ervan af, en mijn leven hangt ervan af. Luisteren alsof je leven ervan afhangt.

Daar was een sprekend God en een luisterend volk. Een volk van God is nooit meer een volk van God dan een luisterend volk. Ik hoop dat we hier vanmorgen zo zitten: wat heeft de Heere tot mij te zeggen? Ik zit hier voor mijzelf: welk woord heb ik nodig? Ik wil Uw woorden horen.

Ze ontvingen het Woord met alle toegenegenheid, staat er van de Bereërs. Niet gaan redenen. Bereidwilligheid als het ware. Bereid om het woord aan te nemen. Ezra, we gaan een stapje verder. Hij doet het Woord open en dan gaat hij lezen?! Nee, hij doet het Woord open en gaat niet lezen. Hij gaat God loven en het volk met hem. Aanbaden de Heere met het aangezicht ter aarde.

Toen moest hij nog gaan lezen. Zullen we niet eerst de Heere groot gaan maken. Het volk zei: heel goed, we zullen eerst het Heere groot gaan maken. Vreugde in Zijn Woord. Dansen met de Thora. Want wij hebben woorden van God. Vreugde, ze maakten God groot. En zij aanbaden de Heere. Dat God Zijn kostbare woorden aan stervelingen wilde geven.

Dat wij de Bijbel hebben. We vinden het zo vanzelfsprekend maar het is ongelooflijk. Wat is het voorrecht van de Joden boven de Griek? Dat de woorden van God hen zij toevertrouwd. Psalm 147. Hij gaf Jakob Zijne wetten, zo wilde Hij met geen andere volken handelen. Laat dan Zijn lof ten hemel reizen. Dat zijn verbondswoorden,  woorden van eeuwig leven. Woorden van zaligheid. Spurgeon: de Bijbel is, met alle eerbied, de liefdesbrief van God. Als je van iemand een liefdesbrief krijgt, wat voel je er dan bij? Spurgeon: de Bijbel die God als liefdesbrief stuurt, daarin biedt Hij Zijn liefde aan. Wat ik heb verdiend? De doodsbrief, oordeel.

God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende. Heeft het woord van oordeel?! Nee dat zegt Paulus niet. Heeft het woord der verzoening in ons gelegd. Liefdesbrief. Ga je nu begrijpen dat Ezra en al het volk God gaat loven. Maar die brief niet openen?! Een liefdesbrief geen moeite te openen. Zou anders een klap in het gezicht zijn. Straks als we voor de rechterstoel staan zal de Heere zeggen: wat heb je met Mijn Woord gedaan? Heb je Mijn Woord al aangenomen? Of verworpen in onverschilligheid.

Ezra loofde de Heere de grote God. Stond op het podium met de grote rollen in zijn hand. Te stralen. Loofde de grote God. Ezra diep ontzag voor God. Ging op in God. Zo groot, zo heilig, zo heerlijk. Ik ben bang dat wij zo vaak geen grote God hebben. Hoe denken wij over God? Is God voor mij wel werkelijk een grote God? Of is Hij alleen een naam, een klank, een etiket. God waar ik niks bij voel en niet het minste van wil veranderen.

Maar die glimp. Twee mensen elkaar leren kennen. Daar begint het mee. Die ene glimp. Die ander meer leren kennen. Die grote God. Van eeuwigheid tot eeuwigheid die grote God. Van eeuwigheid tot eeuwigheid bent U God, zo wijs, zo machtig. De aarde, planeet geschapen heeft door een enkel woord. Zo groot is God. Hij hoefde niet diep na te denken hoe het allemaal. Hij sprak een woord.

Ik zal een paar dingen aanstippen van Zijn grootheid. Die wonderbare verlossing uit Egypte. Zonder dat ze er een pink hadden uitgestoken. Mozes zingt het: wie is als U onder de goden. Psalm 86. Alle volken van de aarde en de zullen voor Uw aangezicht neerbuigen, want U bent groot en doet wonderwerken. Ezra loofde de Heere de grote God. Zo groot in liefde dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven. Zo kostbaar, niets achterhoudt. Niet verdoemd te worden maar behouden.

Wiens Koninkrijk geen einde zal hebben, Nicea. God is groot. Een eeuwigheid voor nodig. Ezra loofde de Heere de grote God. Wat gebeurt er nou? Als je God leert kennen, een glimpje van Zijn grootheid. Dan word je steeds kleiner. Dan is deze wereld toch maar kinderspel.Je hebt je werk maar God is groot. Al het volk antwoordde: Amen, Amen, met opheffing van hun handen. Aanbidding. Ze wisten niet hoe diep ze zich voor Hem neer konden buigen. Buigt u dan in het stof.

Er is tegenwoordig in de christelijke wereld allerlei muziek verkrijgbaar. Wat is goede muziek? Als de muziek je gaat vervullen met een diepe eerbied voor God, dat je diep gaat buigen. Muziek waarin God groot wordt en aanbiddelijk. Niet allerlei entertainment. Met diep ontzag voor Hem vervuld. Heilige eerbied in ons. Dan word je stil. Dat in heilige eerbied alles in ons zwijgen en de ziel zich neigt.

En dat knielen en dat buigen zitten de drie stukken van de catechismus in. Kijk maar. Knielen. Houding van een smekeling. Knielden ze neer, schuldverslagen. Gemeente ken je er iets van? Als een schuldige zondaar neer te knielen? En dan het tweede. Knielt neer in dankbare verwondering voor zijn weldoener. Omdat de Heere in Zijn gunst en genade neerziet. Spreek Heere want Uw knecht hoort. Dienstknechtgestalte. Knielen. Drievoudige knielen. Ik hoop dat er bij ons iets is van dat drievoudige knielen.

Ik had afgelopen week een bruiloft in Delft. En knielt eerbiedig voor Hem neer. Niet alleen zingen maar doen in de slaapkamer. Levieten gingen het verklaren, staat in vers 9. Uitleggen. Groot deel sprak geen Hebreeuws. Maar Aramees dat was hun taal. Catechisatie. Stukje uit de Bijbel lezen. Het is niet de bedoeling om een taalles te geven. Dat de jongeren en ouderen het begrijpen wat er staat. Ezra las uit de vijf boeken van Mozes. Maar niet alles, dat kan niet in vijf uur. Bepaalde stukken. Het zou kunnen zijn Deuteronomium 28. Grote beloften van de Heere. Maar ook die ernstige bedreigingen. Wet en Evangelie in een hoofdstuk zou je kunnen zeggen. Wat de uitwerking was: het volk weende. Tranen. Ze hoorden niet alleen hun schuld maar ze voelden het. Hun hart brak. Bij de Heere genade en vergeving.

Samengevat: ze waren bedroefd over zichzelf en verblijd over God. En daar hebben wij als Nieuw-Testamentische gemeente nog veel meer redenen voor. Wij hebben niet alleen Mozes en de profeten. Wij hebben het Evangelie. Wij hebben ‘het is volbracht’. De volle openbaring van Christus en verzoening door Hem. Daar mag ik een bedroefde mee vertroosten. Christus aan het kruis. Zijn lijden, sterven en opstanding. Daar gingen de Levieten tussen de mensen door, vanmorgen gaat de Heere de rijen door. Ik blijf op mijn plekje staan. De Heere staat persoonlijk aan de deur. En wat zegt Hij? ‘En wie dorst heeft kome en die wil die neme van het water om niet.’

Amen.

 

Zondag 19 september 2021 – Hersteld Hervormde Gemeente Triumfatorkerk Katwijk – ds. P. den Ouden – Schriftlezing Nehemia 8 vers 1-9