Het geloof klemt zich vast aan de Belovende God
De wonderen die de Heere Jezus Christus verricht heeft en staan beschreven in het Evangelie van Mattheüs hebben ons wat te zeggen. Ze hebben ons alles te zeggen: waar het ware leven alleen te vinden is. Bij het begin van Zijn bediening op de aarde heeft de Heere Jezus aangetoond de ware Messias te zijn die in het Oude Testament beloofd was. Met de genezing van de bloedvloeiende vrouw en het dochtertje van Jaïrus, de overste van de synagoge, toont Hij Zijn macht. Het komt aan op het geloof in Hem. Wie Jezus Christus door het geloof bezit, die heeft de gehele zaligheid [artikel 22 Nederlandse Geloofsbelijdenis]. Wie tot Mij komt, zegt Jezus, zal Ik geenszins uitwerpen. Het geloof klemt zich vast aan de Belovende God.
Mattheüs 9 vers 18-26: ‘[18] Als Hij deze dingen tot hen sprak, ziet, een overste kwam en aanbad Hem, zeggende: Mijn dochter is nu terstond gestorven, doch kom en leg Uw hand op haar, en zij zal leven. [22] En Jezus, Zich omkerende, en haar ziende, zeide: Wees welgemoed, dochter! uw geloof heeft u behouden. En de vrouw werd gezond van dezelve ure af‘.
Het geloof klemt zich vast aan de Belovende God
Gemeente, het kan weleens leerzaam zijn om voor uzelf de tijd te nemen om een heel een Evangelie door te lezen. Wij lezen vaak een fragment, hoofdstuk, deel van een hoofdstuk. Als je heel een Evangelie doorleest, dan vallen je dingen op die je anders niet opvallen. Mattheüs 1-4 geboorte van Jezus, Johannes de Doper, roeping van discipelen. Mattheüs 5-7 de Bergrede. Hoofdstuk 8 lees je van drie genezingen. Knecht van de hoofdman, schoonmoeder van Petrus en bezetene te Gardara. In hoofdstuk 9 vier genezingen. Bij elkaar zeven genezingen op een rij. In de rest van het Evangelie van Mattheüs komen we nog maar drie genezingen tegen. Eerst een opeenhoping van genezingen. Lijkt op te houden. Valt op. Wat zit daar achter?
Begin van Jezus optreden. Reeks genezingen heeft wat te zeggen. Gaat niet alleen om dat Jezus wonderen kan doen. Dat is al een wonder. Geestelijke genezing ook. Zo moeten wij ook genezen worden. Het eerste teken is dat Jezus wil bewijzen dat Hij werkelijk de beloofde Messias is. Beloofde Zoon van God. In het Oude Testament beloofd. Verlossing zou brengen. Hoe weten we dat Hij de ware Messias is? Er waren er velen. Het waren oplichters. Daarom deze genezingen. Jezus kan het wel zeggen de Messias te zijn. Hiermee bevestigt Hij dat Hij de ware Zoon van God is. Waaraan de Messias te herkennen? Jesaja 35. Alsdan zullen de ogen van de blinden opengedaan worden. Kreupele springen als een hert. Als deze dingen gebeuren kun je weten nu is de Messias gekomen. Dat gebeurde toen Jezus kwam. Nu is vervuld wat door de profeten voorzegd is. Jezus legitimeert zich als het ware. Heden is deze profetie in uw oren vervuld. Opdat daarmee de Schriften Hem zouden bevestigen. Voor het geloof altijd de zekerheid vinden in het Woord. De zekerheid van het geloof zoeken in het Woord. Daar wordt het bevestigd. Zien we ook aan het einde van het Evangelie. Jezus maakt Zich bekend aan de Emmaüsgangers. Toen opende Hij hun de Schriften. Daar en daar is geschreven. Lees voor ons. Daarom weer een genezing dat Hij de beloofde Messias is. Geen twijfel over zijn.
Genezing ook als voorteken van het komende Koninkrijk der hemelen. Geen zonden, tranen en ziekte meer zijn. God zal alle tranen van de ogen afwissen. Voortekenen. Heerlijkheid die straks staat aan te breken. Dochter van de overste van de synagoge. Dochter van Jaïrus. Wie de voorlezer op de sabbat was. Overste droeg verantwoordelijk over een dienst in de synagoge. Kwam tot Jezus. Moet de nood wel heel hoog geweest zijn. Een rabbi zeg maar. Haat en nijd tegen Jezus hadden ze. En zo iemand nu openlijk tot Jezus komt. Niet zoals Nicodemus die in de nacht in het verborgen kwam. Het moet heel wat geweest zijn. Hij aanbad Hem. Hij knielde voor Hem neer. Voor wie zal een rechtzinnige Jood alleen neerknielen? Alleen voor God. Heidenen knielen wel voor andere dingen. Jood niet, u zult niet buigen staat in de wet van God. Hij bewijst Jezus Goddelijke eer.
Dochtertje doodziek. Gestorven zelfs staat in een ander Evangelie. Grote nood. Hij had ook naar een dokter kunnen gaan. Als je ernstig ziek bent, dan ga je naar een dokter. En nood groot dan belt u 112. Bidden ook. Maar als eerste? In grote nood bellen we vaak eerst noodnummer. Moet u ook doen. Maar gaan we eerst naar God? Jaïrus gaat met zijn grote nood naar Jezus. Het geloof is zo groot bij Jaïrus. Als Hij werkelijk de Zoon van God is, dan is Hij bij machte om mijn dochter te genezen.
Jezus opstaande en volgde hem. En de discipelen kwamen ook. Wat leren we ervan? Dat Jezus in de nood heeft afgewezen. Geloof je dat? En dat Hij dat nooit zal doen? Hebben we de toevlucht genomen tot Hem? Het was hopeloos voor Hem. Het heeft geen zin meer: dochtertje was dood. Geen enkele hoop meer toch. Dochter gestorven. Misschien zit wel iemand hier: ik ben net zo dood. Eigen leven leiden. Netjes kerkelijk. Buitenkant. Welke rol speelt God in je leven? Wat betekent God voor je in je leven? Een beetje?! Nee, alles! 100%. Welk deel heeft God van je hart? Geef eens antwoord voor jezelf. Heere liefhebben met geheel je hart.
O God, wat een leegte, wat een hardheid en dood. Wat zal ik nog hopen? Deze man, wat zou die nog hopen? Met zijn volslagen hopeloosheid tot God gegaan. Hoopte alleen op Christus. Is dat genoeg. Heel mijn leven klaagt mij aan. Heel mijn leven al mijn tekorten. Op vrije genade te hopen. Moeilijk hè. Altijd bezig met een beetje hoop te vinden. Wat ernstiger in het leven. Wat beter bidden. Later nog wat beter gaat. En we zitten maar te kijken kan ik hier wat vinden waar ik hoop uit put? Ik zit naast u, ben net zo dwaas. Je vindt niks hè. Je kunt wachten tot je dood maar je zult het ook nooit vinden.
Jonge mensen, ik zeg het vooral tegen jullie, later komt het wel. Vraag aan oudere mensen. Hoe ouder hoe kouder. Nare uitdrukking maar wel waar. Eerlijk de Bijbel leest: uit u geen vrucht in der eeuwigheid. Als het wat meer in de plus komt, dan gaat het wat beter. Die oude ziekte. Door de wet gerechtvaardigd te worden. Ik wat goed en dan Christus op aan mag haken. Paulus: de wet ijdel geworden. Als het niet om Christus gaat ben je verloren.
Jaïrus heeft alles losgelaten. Zijn positie. Hij lag eruit bij zijn collega’s, schriftgeleerden. Het heeft het hem niet weerhouden. Ook zijn eigen vroomheid niet. Verwacht het van Jezus alleen. Hij kan en wil en zal in nood. Volkomen uitkomst geven. Hier was de dood al gekomen. Hij kan het. Ik denk dat de meeste mensen het hier wel geloven dat Hij het kan. Hij wil het ook. Psalm 68. Zou God ook wel willen? Dat wordt al lastiger. Als je jezelf een beetje hebt leren kennen. Hij kan en wil en zal in nood. God zal dat doen. Heel stellig. Om dat nu zomaar te zeggen. Je mag het wel hopen. Maar zeker weten van God of moet je toch voorzichtig zijn van God? Zeker of voorzichtig met God? Zou het waar zijn. Grootste wonder: Hij zal het. Kan je dat zeggen? Als Hij zegt: wie tot Mij komt zal ik geenszins, absoluut zeker -om alle twijfel weg te nemen, uitwerpen. Hij zal het! Onverdiend. Maar omdat Hij het heeft gezegd. Het geloof klemt zich vast aan de Belovende God.
En Jezus volgde Jaïrus. Kind opgewekt. Alle dingen zijn aan Hem onderworpen. Dood en leven. De ure is gekomen dat de doden zullen horen de stem van de Zoon van God. En zullen leven. Johannes 5 vers 25. En dat gebeurt. Wat heeft het voor zin anders dat we hier zijn? Wat heeft het anders voor zin? Gisteren had ik een begrafenis, een dode kan niet horen. Toch prediken wij. Omdat Hij het beloofd heeft. Op Uw Woord. Zo hard en dood als ik ben. Onmogelijk hè. Bij mensen. Maar mogelijk bij God. In de kerk, op de zendingsvelden. Deze doden uw stem zouden horen en leven.
En dan verder. Bloedvloeiende vrouw. Twaalf jaar van alles geprobeerd. Van ene dokter naar de dokter. Al haar leeftocht aan besteed en niets van opgeschoten. Mattheüs schrijft niet daarvoor. Mattheüs schrijft niet over wat die vrouw deed maar nu doet. Breed uitmeten kun je. Maar wat je nu doet is beslissend. Indien alleen Zijn kleed aanraak, zal ik gezond worden. Eigenlijk was haar situatie dezelfde als die van Jaïrus. Dochter gestorven. Twaalf jaar van alles geprobeerd. Nood groot. God werkt altijd waar nood is. Daar werkt Hij. Zitten hier jonge mensen met nood. Of kun je rustig verder leven en vind je het wel best zo? Zitten hier jongeren en ouderen met nood. Ik ben vijftig, zeventig en nog steeds onbekeerd. Kun je daarmee leven of is het nood? Houd het je bezig? Slaapkamer deur achter je dichttrekt om voor de Heere je nood uit te storten. Jongeren en ouderen. Afgelopen week. Weer een week verder. Weleens behoefte om je hart voor de Heere te ledigen en bij Hem alles te brengen?
De Enige die haar kan helpen was voor haar onbereikbaar. Leviticus 15. Onrein. Geen toegang tot de tempel. Nu ja, zal achter: geen toegang tot God. God in dat gebouw. Zij had geen toegang. Buitengesloten. God is zo heilig. Jij zo onheilig, onrein. God was onbereikbaar. Ze stond werkelijk overal buiten. Gods eigen Woord verbood het haar. God des levens ach wanneer. Zal ik naderen voor Uw ogen? In Uw huis Uw Naam verhogen? Buitengesloten. Voor jou niet. Onze toestand is vergelijkbaar met deze onreine vrouw. Jesaja 64. Allen als een onreine. Zonder uitzondering. Al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed. Uit de gemeenschap van God gesloten. Onrein.
Vragenboekje van Ledeboer. Waarom is het zo erg om onbekeerd te zijn? Waarom is dat zo erg? Omdat wij dan Gods gunst en zalige gemeenschap moeten missen. Kun je daarmee leven? Stel je voor een jongere die twee jaar verkering heeft en gisterenavond daverende ruzie. Hij moet er niet aan denken haar kwijt te raken. Ik weet zeker dat hij niet goed geslapen heeft. Dat is nog maar de gunst van een mens te missen. Gaat dat wel goed? Maar over God! God te moeten missen.
Deze vrouw door nood gedreven. Nee meer: geloof. Nood en geloof. Die heeft haar gedreven. Uw geloof heeft u behouden. Misschien nog heel klein. Ze moest nog veel afleren en bijleren. Maar kern van geloof. Zoom van zijn kleed aanraak. Zo zal ik gezond worden. Letterlijk. Zij gaat iets doen wat niet mag. Wat God zelf nadrukkelijk verboden had. Zij was onrein en had geen toegang tot God. Kon het niet laten. Die nood en het verlangen. Als de nood groot genoeg is, dan redeneren we niet meer. Geen tijd meer om te filosoferen en redeneren. Ik kom weleens bij nette mensen. Kunnen erover praten. Maar gaan niet. Het geloof redeneert niet maar gaat. Doet. Geloof breekt overal doorheen. Achteraf verwonderd: het was God die het deed. Als een avondmaalsganger in de kerk, ik kan niet. En in de kerk getrokken. God trekt. Geloof gaat en redeneert niet. Ze trotseert het eigen Woord van God. Als iemand reden had om moedeloos te zijn, dan was zij het wel.
De duivel zegt: doe het niet. Onrein. Moedeloos te maken. Bezwaren en hindernissen op te werpen. Wat voor hoop zou je hebben dwaas. Je verliest het leven. Nee, ze krijgt juist het leven! Zoals Job: al zou ik sterven, ik zal hopen. De vrouw komt een beetje stiekem van achteren. Niet openlijk zoals Jaïrus. Haar vrijmoedigheid is nog zwak. Aan haar geloof ontbreekt ook nog wel het een en ander. Het is nog niet heel duidelijk. Ze zegt niet: spreek slechts een woord. Jezus Zich omkerende: uw geloof heeft u behouden. Al is het met al het gebrek. Want het geloof dat alleen op Christus ziet en op vrije genade steunt, en niets heeft, dat maakt zalig. Nederlandse geloofsbelijdenis artikel 22. Wie Jezus Christus door het geloof bezit die heeft de gehele zaligheid. Zij vertrouwde zich aan Christus toe. Geloof nog zo zwak en ik weet er nog zo weinig van. Vlucht je tot Christus? Onwaardig, onrein. Uw geloof heeft u behouden.
Dochter zegt Hij. Niet: mevrouw. Wat is het verschil? Wereld van verschil. Mevrouw geeft afstand. Ik heb ook twee dochters en daarom ben ik vader. Daarin opgesloten: Ik ben je Vader. Dochter, Ik wil je Vader zijn. Denk aan het Vaderlijk mededogen. Wat voor handen heeft die Vader? Afstotende? Psalm 25. Milde handen. Wat voor ogen heeft God? Vreemde vraag hè. Kun je toch weten. Vriendelijke ogen. Geen bliksemende ogen, geen toornende ogen. Ga dat eens geloven. Echt waar wat Psalm 25 zegt. Wat deze vrouw heeft ervaren. Waarom staat het er geschreven? Opwekking van dochter van Jaïrus. Genezing van deze vrouw. Waarom moeten wij ons bezighouden met verhalen van 2000 jaar geleden? Vreemd toch?! Johannes 20 vers 31. Opdat wij het met de Zoon van God zouden wagen. Hopeloze gevallen. Ben je dat ook? Niet de moed opgeven. Niet doen. Deze dingen geschreven opdat u gelovende het leven hebt in Hem
Arme zondaar meer dan welkom is bij Hem. Opdat u gelovende het leven hebt in Hem. Nader tot God. Nog nader. Breng niet o Heere. Ik kan niets meer aanbieden dan zonden. Breng niets dan zonden. Zo zijn deze welkom. Gedenk ze niet meer. Reinig mij o Heiland in uw bloed. Amen.
Zondag 25 augustus 2019 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. P. den Ouden – Mattheüs 9 vers 18-26