Na de belijdenis van Petrus en de discipelen dat Christus de Messias is, de Zoon van God gaat de Heere Jezus hen leren. Hij begint hen te leren dat Hij als Messias naar Jeruzalem moet gaan om te lijden, verworpen te worden en te sterven. Petrus reageert daarop dat het niet zal gebeuren. Er klinkt een scherpe bestraffing uit de mond van de Heere Jezus: ga weg achter Mij satan. Hij zat hierachter en probeerde het lijden te verhinderen. Het lijden en sterven was het grote doel van Christus’ komst naar deze wereld om God en zondaren te verzoenen tot eer van God.

Mattheüs 16 vers 21-23: ‘[21] Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te vertonen, dat Hij moest heengaan naar Jeruzalem, en veel lijden van de ouderlingen, en overpriesteren, en Schriftgeleerden, en gedood worden, en ten derden dage opgewekt worden. [22] En Petrus, Hem tot zich genomen hebbende, begon Hem te bestraffen, zeggende: Heere, wees U genadig! dit zal U geenszins geschieden. [23] Maar Hij, Zich omkerende, zeide tot Petrus: Ga weg achter Mij, satanas! u bent Mij een aanstoot, want u verzint niet de dingen, die Gods zijn, maar die der mensen zijn‘.

De weg van het lijden

Gemeente, we hebben met elkaar gelezen in het Mattheüsevangelie die vraag die de Heere Jezus aan Zijn discipelen stelde: wie zeggen de mensen dat ik ben? Iedereen zijn eigen bijzondere gedachten. Hij is niet zomaar iemand. Een profeet. Sommige zeiden volgens mij is het Elia. Want in Maleachi staat dat voor dat de Messias zou komen Elia zou komen, de voorloper. Johannes de Doper, want vermoord. Anderen Jeremia.

Wie is nou die Jezus van Nazareth. Toen de discipelen zo dit hadden gezegd wat er zoal rondgaat, toen werd de Heere Jezus heel persoonlijk: wie zegt u dat Ik ben? Het is soms weleens goed dat we een persoonlijke vraag krijgen. Dingen in het algemeen te vragen.

Soms betrap ik mezelf erop als ik bij mensen ben. Moet je een drempel over. Wie is nou Jezus voor u? Broeders, op de huisbezoeken. Wie is Jezus voor u? Dan zijn we meteen ter zake, anders kan het een beetje wollig worden.

En dan die onvergetelijke belijdenis van Petrus. Hij sprak namens alle discipelen. U bent de Christus, Hebreeuws: de Messias. Zoon van de levende God. Dat is wel een heel indrukwekkende geloofsbelijdenis van Petrus. Deze tekst klinkt ons zo gewoon in de oren, dat we er haast niks bijzonders in horen.

Bedenken dat er een gewoon mens voor je staat. Net als ieder anders, zonder zonden. Maar van buiten niets te zien. Onvergetelijke belijdenis van Petrus. Voor het eerst in de mensheid werd dit belijden. Iemand zei dat ook: een keerpunt in de heilsgeschiedenis. Maar dan gaat het verder.

Van toen aan. Door Zijn woorden en werken Zich bekend gemaakt als de Messias. Maar nu komt er een vervolg. Wat dat Messiasschap inhoudt. Eerst dat Hij de Messias was. Maar nu wat het inhoudt. Hij begon de discipelen te vertonen dat Hij naar Jeruzalem zou gaan en veel lijden van de Overpriesters.

Voor de Heere Jezus was het lijden en sterven Zijn Messiasschap. Daar ging het om. Maar voor de Joden en discipelen had het een heel andere kleur. Hij werd ook genoemd de grote Zoon van David -we hebben het ook gezongen in Psalm 89. Misverstand is wel een beetje te begrijpen. Vervallen Koninkrijk van David weer herstellen. Roem, eer en heerlijkheid.

Dat de mensen dat niet gelijk allemaal helder hadden, dat de Heere Jezus hier en daar wat tegenspraak zou hebben, maar als anderen Hem ook gaan erkennen dan zouden de ogen aan. Maar de Heere Jezus wist dat het anders was. Lijden was de kern van het Messiasschap. Nu ze hebben beleden dat Hij de Messias is, nu aan een volgende stap toegekomen. Hij begon te leren. Ze krijgen vervolgonderwijs. Dat is voor ons vanavond de eerste les.

We kunnen vanavond ons hoofd schudden over de Joden en discipelen, maar wij hebben makkelijk praten, wij staan erachter. Maar de Messias, gekomen na 4000 jaar, dat ze Hem dan zouden gaan vermoorden?! Roemloze dood zou gaan sterven aan het kruis. Niet door de Romeinen maar door de kerkelijke top uit Jeruzalem. Dat heidenen dat zouden doen, maar Zijn eigen volk, de leiders ervan, Hem zouden doden, dat was voor hen volslagen onmogelijk. En ik kan het wel een beetje begrijpen.

Wat kunnen we hieruit leren? Dat in het geestelijk leven niet alles in een keer geleerd wordt? En tegelijkertijd moesten ze nog zo ontstellend veel leren. Nog zo weinig licht en zicht. Eigenlijk moet je zeggen, al die offerwetten van Mozes, iemand moest het grote Offer brengen, hier blijkt uit dat ze het eigenlijk niet werkelijk hadden begrepen.

Kun je nagaan, al die wetten uit het Oude Testament. Dat er iemand geofferd moet worden. En nog een voorbeeld te noemen: deze discipelen hadden van Jesaja 53 helemaal niks, of in elk geval weinig van begrepen. Als een Lam geslacht, schaap dat stemloos is voor zijn scheerder. Naast zo’n belijdenis, en dit niet begrepen.

Ze moesten nog leren om de Bijbel te lezen vanuit het kruis. Dat is de sleutel. En die sleutel was hen ten diepste nog onbekend. Voor Christus’ noodzakelijk verzoenend sterven. En zo gaat het altijd, als de Heere in je leven komt en je hart gaat werken, dan leer je niet alles in een keer. Koninkrijk van God is gelijk een mosterdzaad. Het is klein. Het is waar zaligmakend. Maar nog wel zo klein en zwak. Het begint niet gelijk met de volle zekerheid.

Ik zou wensen zo vrijuit te durven spreken. Dan kijk je toch tegen die Petrus op, dit is toch een belijdenis?! Wat moesten ze nog veel leren. Hij begon hun te leren. Hij moest nog helemaal beginnen. Maar het belangrijkste was er: geloof en liefde. Al was het nog heel klein en zwak, maar het was er.

Lieve mensen, dat is de vraag vanavond, niet of je een sterk geloof hebt, veel weet, maar is er in ons hart een klein beetje geloof en klein beetje liefde? Gaat je verlangen naar Hem uit? Dat was er bij die discipelen. Dat was er bij die discipelen, bij al hun gebrekkig inzicht, dat was er wel.

Hij moest heengaan naar Jeruzalem. Hij moest. Nee, dat was geen dwang. Geen overmacht, dat kon niet anders. Want als Hij gewild had, dan kon Hij anders. Het was een Goddelijk vrijwillig moeten. Dat was Hij in de eeuwigheid met de Vader overeengekomen. Dat had Hij op Zich genomen. Zo moest het gebeuren.

Omdat de Drie-enige God het van eeuwigheid had besloten. Hij moest naar Jeruzalem heengaan en veel lijden. Petrus in de Pinksterpreek: deze Jezus, door de bepaalde raad, overgegeven. Niet zomaar overgegeven. Door de bepaalde raad en voorkennis van God van eeuwigheid, moest Hij, wilde Hij deze weg gaan.

En die weg naar Golgotha was als het ware die concretisering van dat eeuwige raadsbesluit. Hij moest die weg gaan. Maar laat er geen misverstand over bestaan: Hij deed het met vreugde en vrijwillig. Mijn spijze is dat Ik doe de wil van de Degene die Mij gezonden heeft en Zijn werk volbrengen. Om de straf te dragen, aan de prijs te voldoen, opdat verloren zondaren een thuis zullen hebben bij God.

Liefde, U hebt gedaan wat eeuwig de kennis te boven zou gaan. Hij moest veel lijden. Aangrijpend. Christus, de Messias, de Zaligmaker, Hij moest lijden en sterven aan het kruis. Verworpen, vermoord. Door wie? Niet door die goddeloze, onverschillige Romeinen. Die hebben het wel uitgevoerd, maar er zat iemand achter. De geestelijke leidslieden van Israël die zaten er ten diepste achter. Mensen die zo nauwgezet waren in de leer en leven. Voorbeelden in leer en in leven. Zo nauwgezet en stipt en degelijk. Maar ondertussen, hun Zaligmaker verwerpen. Aangrijpend. Christus wordt niet verworpen door de wereld, want om Hem te kunnen verwerpen moet je van Hem weten.

Mensen die vanmiddag op de Boulevard liepen te wandelen met het mooie weer, ja op een bepaalde manier verwerpen ze Hem ook, maar ze weten het niet. Maar om Hem te verwerpen, moet je van Hem weten, vertrouwd zijn met het Evangelie. Als je nooit van iemand gehoord hebt, kun je Hem ook niet verwerpen. Dus je moet het weten om Christus te kunnen verwerpen, moet je in de kerk zitten.

Lieve mensen, wat doen wij? Nee, laat ik niet meervoud spreken. Wat doet u, wat doe jij met Christus? Jonge mensen, wat doen jullie met je Zaligmaker? Want het is een van tweeën vanavond, of je neemt Hem aan of je verwerpt Hem. Wil je daar eens ernstig over nadenken? Wat doe ik met Christus? Die mij zondag aan zondag verkondigd wordt. Geef daar eens antwoord op voor jezelf en loop daar eens niet voor weg.

Vanuit onszelf zijn wij niet anders dan de Joden toen. Bekende oude gedicht: het zijn de Joden niet, ik ben het Heer, ik ben het, die U kruiste, hij herhaalde het Revius. Als wij het over zonden hebben, en daar hebben we het nog weleens over, maar als wij het over zonden hebben, dan moeten we het over ongeloof hebben. Ik zeg het even voor de duidelijkheid: bij ongeloof zijn de andere zonden kinderspel. Het is niet zo. Toch zeg ik het zo. Maar voor de andere is vergeving, maar voor het verwerpen van Christus niet.

Maar het grootste is het toch wat doen wij met Christus? Vergelijken daarmee is al het andere toch maar klein goed. Grote zonden is de zonde van ongeloof. Dat ik Christus afwijs. Dat doen we vaak niet bewust. Als ik met andere dingen liever bezig ben, dan met Hem. Wij verwerpen Hem niet bewust, anders zat je hier waarschijnlijk niet meer.

Vroeger kwam een man bij ons een thuis. Slecht leven geleid, goed opgevoed. Maar werd oorlog. Werd opgepakt. Met een lichter op de Rijn met een paar honderd opgepakte mannen. De kogels vlogen als hagelstenen hem om de oren. Nu is mijn laatste uur geslagen. In drie tellen zag ik mijn hele leven aan mij voorbijgaan.

Mijn grootste zonde was niet dat hij dronken was geworden. Maar mijn grootste schuld, ik hoor het hem nog zeggen, dat ik zalig had kunnen worden maar niet had gewild. Gelukkig is het anders geworden.

Vanavond zegt Hij: zie Ik sta aan de deur en klop. Weet je waar Hij dat zei? Laodicea. Lauw. Naam dat u leeft maar bent dood. Zelfs in Laodicea wil Hij nog binnenkomen. Als je vanavond moet zeggen, dat Laodicea zit hier in mijn hart. Geen nood. Indien iemand Mijn stem zal horen, en open zal doen, Ik zal avondmaal houden [dat is gemeenschap houden]. O gemeente, verwerp Hem niet maar neem Hem aan. Hij die die weg wilde banen opdat zondaren naar Hem toe zouden komen.

Maar wat begrepen de discipelen er nog weinig van. Petrus begon Hem te bestraffen. We weten allemaal: Petrus zit er helemaal naast. Toch ben ik wel een beetje jaloers: er sprak wel liefde uit, met alles wat er op aan te merken. Hij heeft Zijn Heere lief. Maar al heeft hij Hem lief, hij kan wel dwalen. Hij dacht het beter te weten dan zijn Meester.

Dit zal u geenszins geschieden. In het Grieks een dubbele ontkenning: dit zal niet, niet gebeuren. Scherpste bestraffing uit heel de Bijbel. Tegen niemand zei Hij je bent een satan. Scherpste bestraffing die in heel de Bijbel te vinden is. Maar Hij. Ga weg achter Mij satanas. Ga weg achter mij, want u verzint niet

Tegen diezelfde man. Tegen wie Hij drie minuten geleden, meer zullen er niet tussen gezeten hebben, vers 16 en vers 23. Zo dicht kunnen liefde en vlees bij elkaar liggen. Liefde en verkeerdheid. Momenten dat de Heere zo nabij kan zijn, en dan zo de zondige begeerten zo zich kan aandienen. Vlees tegen de geest.

Voeren krijg. In Oekraïne is het oorlog, hier is het ook oorlog: vrouwenzaad tegen slangenzaad. Tweestrijd. Ik ellendig mens. John Newton aan een vriend: uit eigen ervaring kan ik je vertellen dat de satan nooit dichterbij is, dan wanneer we denken dichtbij God te zijn. Wat is het daarom nodig om steeds te bidden: bewaar mij toch o Alvermogen God.

Als de Heere goed is, dan is de duivel in volle actie om ertussen te komen. Als wij lauw zijn, dan is de duivel ook lauw. Onverschillige mensen hebben geen last van de duivel. Petrus die belijdenis, en meteen: satan. Waak en bidt opdat u niet in verzoeking komt. Als je het goed hebt gehad, ga weg achter Mij satanas. De Heere zegt het tegen Petrus, maar eigenlijk tegen diegene die achter Petrus zit.

In het paradijs, satan die sprak door de slang. Ten diepste is het satan die spreekt door Petrus. Satan betekent tegenstander. Aanstoot. Struikelblok. Hardloper. Ineens een hout blok ervoor. Die valt plat voorover. De duivel probeert Christus ervan te verhinderen Zijn overwinning te behalen. Om niet te kiezen voor lijden maar heerlijkheid. Dat had hij al drie keer geprobeerd. Verzocht. Kiezen voor heerlijkheid, glorie.

De duivel wist dat Zijn heerlijkheid en glorie was in lijden en sterven. Als hij dit maar kon verhinderen. Om te sterven en te voldoen. Om Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. Zonder bloedstorting geen vergeving. Alleen door een volkomen offerande kon Hij alle verzoening verwerven.

Heere, dat zal u geenszins geschieden, dat lijden. Daarom die allerscherpste bestraffing. Het gaat hier om het hart. Wat satan, zou ik Mijzelf sparen, zou Ik het lijden vermijden? Zou Ik niet alle gerechtigheid schenden? Mijn beloften verbreken. Zou Ik dan ontrouw zijn aan Mijn Vader, Mijn kerk, zou vrije genade dan niet verheerlijkt worden?

Dat was alles verbonden met Zijn kruisdood. Wat is het voor mensen moeilijk om alles in Zijn kruisdood te zien. Dat Hij in Zijn vernedering het meest verheerlijkt wordt. Dat is het mysterie. In Zijn vernedering het meest verheerlijkt. Zijn liefde, Zijn genade, Zijn verzoenend sterven. Hogepriesterlijk gebed: Vader de ure is gekomen, staat op de drempel van het lijden, nu verheerlijkt in het lijden. Paradox. Verheerlijk de Zoon, opdat de Zoon u verheerlijke.

De duivel beloofde Adam in het paradijs heerlijkheid. Hij is bezweken, en wij allemaal. De duivel beloofde Christus, de tweede Adam, ook heerlijkheid en Hij is in die verzoeking staande gebleven.

Als Hij hier was gevallen, dan was het voor ons voor eeuwig verloren. Hier in Mattheüs 16 staan we letterlijk op een kruispunt. Want vanuit menselijk oogpunt was toch heerlijkheid te verkiezen boven lijden?

Om zo diep in te laten blikken in Zijn liefde hart. Liefde tot Zijn Vader, en tot Zijn kerk. En vele wateren zullen die eeuwigheid kunnen uitblussen. Geen wateren zullen deze liefde kunnen uitblussen. Die liefde van Christus die alle kennis te boven gaan. Die straks Petrus opraapt uit zijn diepe val. Die liefde die vanavond nog tot verloren zondaren komt, kan komen omdat Hij hier staande is gebleven.

God was in Christus de wereld met Zichzelve verzoenende. Zo zijn wij dan vanavond gezanten, ambassadeurs van Christuswege alsof God door ons bade, op dit moment spreekt niet een mens tot u maar Christus tot u. Wij bidden u, Hij smeekt, het is wat. Je zou zeggen: mensen moeten smeken om genade. Hij gaat smeken: wij bidden van Christuswege, laat u met Christus verzoenen. Want Die die geen zonde heeft gedaan, heeft Hij tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.

Amen.

 

Tweede lijdenszondag 6 maart 2022 – Triumfatorkerk Herstelde Hervormde Gemeente Katwijk – ds. P. den Ouden – Schriftlezing Mattheus 16 vers 13-23