Bij de profeet Maleachi klinkt de oproep tot het gedenken van de wet van Mozes. Het is een wet die niet zomaar staat in het kader van het opvolgen van geboden maar in het kader van de liefde. Vervolgens gaat het over de komst van Johannes de Doper en de komst van Christus. Christus, de eeuwige Zoon van God, zal gezet worden tot een val en opstanding: of wij vallen voor Hem of wij vallen over Hem. De oproep tot bekering klinkt.
Maleachi 4 vers 4-6a: ‘[4] Gedenk der wet van Mozes, Mijn knecht, die Ik hem bevolen heb op Horeb aan gans Israël, der inzettingen en rechten. [5] Ziet, Ik zende ulieden den profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des Heeren komen zal. [6a] En hij zal het hart der vaderen tot de kinderen wederbrengen, en het hart der kinderen tot hun vaderen‘.
Gebed de wet van Mozes
Gemeente, we stonden vanmorgen stil bij die Adventsprofetie, ulieden daarentegen zal de Zon der gerechtigheid opgaan. We hebben die belofte niet alleen gehoord maar ook gezien in het gebroken brood en vergoten wijn. Daarin in iets van die Zon der gerechtigheid gaan stralen. Ik voor u daar u anders de eeuwige dood had moeten sterven. Zoals de zon zijn licht uitzendt, zendt Christus de Zon der gerechtigheid Zijn licht en liefde uit.
Als het goed is hebben we vanmorgen het verbond met de Heere mogen vernieuwen en bevestigen. Zo lazen we het bij Petrus Immens. Verbondsvernieuwing. Weloverwogen, niet impulsief, gewillige, hartige, nederige, gelovige aanvaarding van het hele verbond. Dat geldt zowel in zijn voorwaarden als beloften. Wat het verbond vraagt en belooft. Dat hoort het allemaal bij.
En dat is precies waar het in Maleachi 4 precies over gaat. Dat ene zinnetje van Petrus Immens kun je eigenlijk beschouwen als de samenvatting van de preek. Bij het Avondmaal nemen we de beloften gelovig aan. En dan beloven we ook naar Zijn geboden te leven. Bij het verbond belovende Heere en belovende mens. Naar twee kanten.
Vanmorgen die belovende Heere. U zal die Zon der gerechtigheid opgaan. Maar vanavond gaat het over wat wij beloven. Hem hartelijk te dienen en te vrezen. U hartelijk te beminnen. Nu zal mijn hart nu zullen al mijn zinnen. Maleachi 4 vers 4. Gedenk de wet van Mozes. Verbondsvernieuwing. Wat hebben nou verbond en wet, hier gaat het over wet van Mozes, met elkaar te maken? Alles. Verbond en wet hebben alles met elkaar te maken.
Gods wet is niet zomaar een wet. De Heere is niet maar een vreemde Heerser op verre afstand. Laat ik een voorbeeld geven. Huwelijk. Je belooft liefde en trouw. Elkaar te dienen. Niet met tegenzin. Nou moet ik maar die ander liefhebben. Dat doe je niet al zuchtend en tegenzin. Omdat je een verlangen hebt die ander gelukkig te maken. Dus sluit je een verbond.
Zo is die heilige wet van God ook niet zomaar een wet. Die wet staat in het kader van de liefde. Nieuwe Testament; liefde vervulling van de wet. Als je vanmorgen het verbond hebt mogen vernieuwen en de Heere je zo wonderlijk kwam opzoeken, dan is dat wat in vers 4 staat het antwoord. Om nou uit liefde naar al Zijn geboden te leven.
De Heere dacht aan Zijn genade. Toen we vanmorgen de tafel klaarmaakte. Hij dacht aan Zijn verbond. Als Hij denkt aan Zijn genade, laten wij dan denken aan Gods wet. Want Gods wet is Zijn wil. Wie in beginsel de Heere heeft liefgekregen, gaat Zijn wil lief krijgen. Gedenk. Er zijn genoeg mensen die aan Gods wet denken. Ze weten het wel maar willen het niet.
Maar draag die wet in je hart. Heel de dag je vergezellen. Heb die heel de dag bij je. We lazen het aan tafel: Titus 2 vers 14. Hij kwam opdat Hij Zich een eigen volk zou reinigen, en dan staat er wel iets achter. Ijverig in goede werken. Opdat er weer een volk zou zijn dat Zijn wet zou gedenken.
Daarom zongen we vanavond als eerste Psalm 105 vers 24. Die gunst heeft God Zijn volk bewezen. Zijn wet betrachten. Wanneer is het nou een gezegende Avondmaalsgang? Misschien heb je het er met elkaar over. Als dit de vrucht is. Gedenk de wet van Mozes.
Eigenlijk mag ik het zo niet zeggen, toch zeg ik het: Het gaat bij het Heilig Avondmaal helemaal niet zo om wat bij die tafel wordt ervaren. Niet zozeer over wat ik ervaar. Maar om de vrucht. Niet om deze dag maar om morgen en overmorgen, en volgende week. Niet alleen wat ik vandaag mocht ontvangen maar hoe het nou verder gaat het leven in.
Het staat gelijk achter elkaar. Gedenk de wet van Mozes. We begrijpen allemaal de wet zonder Christus dat kan niet. Op z’n best een Farizeeër. Maar Christus zonder de wet kan ook niet. Gedenk der wet van Mozes. Wat wordt hier nou bedoeld? Laat ik het eens vragen, als je denkt aan de wet van Mozes, waar denk je aan? Ik denk en niet alleen de kinderen aan de Tien geboden. En die hoort er wel bij maar de wet van Mozes, dat is wel meer. Eerste vijf boeken. Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. Niet alleen geboden komen we daar tegen maar ook beloften. Heel veel Evangelie tegen. Ook de wet van Mozes in deze betekenis is vol van Christus.
Denk aan de Emmaüsgangers op die Paasavond die zo bedroefd en ontredderd waren. En kwam Iemand bijlopen, dat was Christus. En begonnen hebbende van Mozes, begon niet bij Jesaja. Ook in Mozes gaat het volop over Christus. Het gaat niet alleen aan denk aan Zijn geboden maar denk ook aan Zijn beloften. Denk ook aan Christus. Alleen uit Hem en door Hem zullen wij die geboden kunnen houden. Om vanuit Hem naar die geboden te gaan. Dat is nou het leven der dankbaarheid. Vandaar de Catechismus vraag 88, 89 en 90.
De kanttekening legt deze tekst zo uit: de profeet vermaant hen dat zij zich ondertussen ijverig zouden bestuderen, met welke bedoeling? Om zich zo te wapenen tegen alle aanvechtingen en tot versterking van het geloof. Om je zo te wapenen tegen de aanvechtingen. Om zo gesterkt te worden in het ware geloof. Versterking, vertroosting en bemoediging. Dan kan het niet alleen gaan om de geboden maar ook om de beloften.
Gedenk de wet van Mozes. Als nabetrachting op het Avondmaal. Tegen ons allemaal wordt het gezegd. U krijgt huiswerk mee. Dan gaat het om drie dingen. Allereerst krijgen wij de opdracht om ons ijverig zouden oefenen in het studeren. Nou, hoeveel tijd gaan we morgen nemen voor het Woord? Om ijverig te zoeken. Ik mag hopen dat de wet van Mozes ook belangrijk is.
Ijverig is niet drie minuten. Even de duim erlangs halen en dan weer genoeg voor vandaag. Ik ga er niet op in. Zo worden we Bijbelse christenen. In het Woord gefundeerd worden. U moet mij niet zomaar achteraan lopen, als het niet klopt hoor ik het ook graag. Twee. We moeten ons wapenen tegen aanvechting. Wat moet je doen als je met moedeloosheid te maken hebt? Mozes gaan lezen. Dan moet je natuurlijk niet die geboden gaan lezen in de eerste plaats maar die beloften.
Het zal u misschien vreemd in de oren klinken. Niet alleen geboden bij Mozes maar ook beloften. Om gesterkt te worden vanuit Mozes. Nou het eerste. Als ik zo in mijn eigen leven moet ervaren dat de zonde en mijn verdorven vlees zo’n macht hebben, dan ga ik naar Mozes. Dan ga ik naar Genesis 3 vers 15. Heere hebt toch die macht van zonden en duivel vermorzeld. Wat ligt daar een troost in. Mijn vijand is overwonnen.
Als je zo beschaamd bent over je ontrouw tegenover de Heere. Ik vergeet U zo vaak. Aan het Avondmaal gegaan, belijdenis heb gedaan. Maar dan lees ik over die regenboog. Genesis 6. Is dat geen troost tegen aanvechting? Versterking tegen aanvechting. Als ik lees in Numeri God is geen man dat Hij liegen zou. Zou Hij het zeggen en niet doen? Of spreken en niet bestendig maken. Er komt niets van terecht. Zwijg. God is geen man dat Hij liegen zou. Er zijn er duizenden te geven.
Derde. Het is niet alleen om te versterken of tegen aanvallen. Maar ook gegeven tot versterking van het ware geloof. Gedenk de wet van Mozes. Als je verlangt versterkt te worden in het geloof. Die geboden bij Mozes die mij steeds weer aan mijn schuld ontdekken, wel pijnlijk maar ook heilzaam en zegenrijk. Dat ik mijn zondige aard hoe langer hoe meer ga leren. Waarom? Om nog meer naar Christus te worden gedreven. Steeds weer door die ontdekking. Al de gronden onder mij vandaan gehaald om alleen op die grond Christus te blijven.
Om voor en met de Heere te leven. Gemeente, ik ga het afronden. Gedenk de wet van Mozes. Ga het thuis nog maar eens na en overdenk het. Vers 5. Die grote en vreselijke dag des Heeren. Dan denken we allemaal aan de oordeelsdag. En dat zal zeker een grote en ontzagwekkende dag zijn. De meeste verklaarders, ook Calvijn en de kanttekenaren, zeggen dat die vervuld is in beginsel met de komst van Christus. Laten we zeggen Lukas 2.
U denkt hetzelfde als ik: Zijn geboorte was toch geen vreselijke en ontzettende dag? Het is zeker waar: zie ik verkondig u grote blijdschap. De herders keerden weder met grote blijdschap. Maar tegelijk en dat hoort het er echt bij, toen Christus naar deze wereld kwam zat daar ook echt iets van oordeel in. Simeon, wat zei hij na toen het Kind nog maar een paar weken oud was. Deze zal worden tot een val en opstanding. Gelukkig ook een opstanding, maar ook een val. Teken dat wedersproken wordt.
Waar Christus komt, komt het oordeel. Johannes 9 vers 39. Ik ben tot een oordeel gekomen. Tot een crisis staat in het Grieks. Dan gaat het de ene kant op of de andere kant op. Dan gaat het goed of fout. Waar Christus komt daar gaat het de ene kant op of de andere. Of je valt voor Hem of over Hem. Zo was het toen, in de Evangeliën. De discipelen en vrouwen vielen voor Hem. Maar de Farizeeën vielen over Hem.
Waar Christus komt, daar komt het tot een eeuwige scheiding. Hier is Christus vanavond hier. U zit het niet zomaar aan te horen. U zit hier in een crisissituatie. Of je valt voor Hem of over Hem. Ben je als een arme zondaar voor Hem gevallen of blijf je in eigen gerechtigheid en ongehoorzaamheid overeind. Crisis kent geen derde weg. Crisis is voor of tegen. Want ook vanavond wordt Christus gezet voor een val of opstanding.
Moet ik het nog zeggen? Val Hem tegemoet. Nu lees ik verder in vers 5. De profeet Elia. Ik kijk weer naar de kinderen. Die trouwe profeet. Zijn naam mijn God is Heere. Wat een Godsgezant. Kiest nu heden wie u dienen zult. U weet het wel bij de Karmel. Die Baalsprofeten. Weer een crisis. Tegelijkertijd opgeroepen tot bekering. Verlangd dat zijn volk terug zou keren.
Elia was Al geweest. Hier wordt Johannes de Doper bedoeld. Deze zal voor de Heere heengaan in de kracht van Elia. We hebben het gelezen: om weder te brengen de kinderen tot de harten van de vaderen en de vaderen tot de kinderen om de Heere te bereiden een toegerust volk. En dan zien we straks Johannes de Doper als een Elia. Bekeert u want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. Die gemeenschap moest hersteld worden. Wederkeren, bekeren. Waarom staat dat er nou?
In de tijd van Maleachi was er in Israël heel veel mis. Alleen maar onrecht en geweld. Kijk maar naar hoofdstuk 3 vers 5. Het recht verkeren. Uitbuiting en onderdrukking. En mij niet vrezen. Als wij ontrouw zijn tegenover de Heere, dan wordt onze verhouding tegenover de ander ook niet goed. Daar heeft een ieder zich vanavond op te onderzoeken. Zijn er bij mij dingen die er tegenover de ander niet goed zijn. Als man tegenover de vrouw, als vrouw tegenover de man. Vergeving te vragen. Doe dat nog vanavond. Laat het niet dooretteren. Tegenover je kinderen en kinderen tegenover je ouders. Misschien zit je in de familie de verhoudingen grondig verziekt. Zijn er dingen recht te zetten, uit te praten. Symbolisch. Tegenover je collega’s.
Hoe je opstelt in de gemeente. Hoe praten we over dominees, kerkenraadsleden, over gemeenteleden. Laat ieder zich daarop onderzoeken. We weten allemaal dat dit in onze gemeente grondig mis is. Bevorder ik in mijn gedrag de liefde en eensgezindheid. Hoe je thuis met je kinderen erover praat. Wat voor toon slaan we aan? Ben ik zachtmoedig of maak ik anderen keihard af. Die zijn zo zwaar en die zijn zo evangelisch. Laat ik maar beginnen bij mijzelf. Ik ook, u ook.
Laten we onszelf onderzoeken. Ben je tot zegen voor de gemeente of tot afbraak. Leert van mij dat Ik zachtmoedig en nederig van hart. Wie zei dat? De Heere Jezus. Die heeft wat moeten verdragen. Die discipelen die weigerden elkaars voeten te wassen. En die met elkaar zaten te ruziën wie de meeste is. Zullen we voortaan ook zachtmoedig zijn voor anderen? Of zegt u ik bedank ervoor en knok verder. En het staat erbij, en u zult rust vinden voor uw ziel. Als u de onderste weg kiest. Ook al kookt het soms van binnen.
Allereerst de wederkeer tot God. Welke ook, in samenleving. Dat kan pas als we wederkeren tot God. Zoals die verloren zoon terugging naar zijn vader. Ook bij vers 6 staat een kanttekening. Die prediking zal zo een uitwerking hebben dat zowel vaderen als kinderen als alle verhoudingen wederkeren tot de Heere. Gezamenlijk. Wel een woord om drie strepen onder te zetten. Hem gezamenlijk te zullen dienen. Zolang wij niet teruggekeerd zijn tot Christus, zullen wij elkaar niet vinden. Dat is een illusie.
Dat is wat als wij elkaar tegenkomen aan de voeten van Christus. Daar was die prediking van Johannes van Doper op gericht. Op bekering. Opdat de Heere gediend zou worden. Johannes de Doper daartoe op te roepen: om de Heere te bereiden een toegerust volk. Waarvoor? Als schapen die Hij voedt en wijdt, een volk tot Zijne dienst bereid.
Hier op aarde allemaal maar ten dele en in beginsel. Maar straks dag en nacht Hem dienen in Zijn tempel. Daar loopt het op uit. Dat dat de vrucht en zegen mag zijn van deze Avondmaalszondag.
Amen.
Derde Adventszondag 11 december 2022 – Triumfatorkerk Hersteld Hervormde Gemeente Katwijk-upon-Sea – ds. P. den Ouden – Schriftlezing Lukas 1 vers 1-17