In de lofzang van de oude priester Zacharias komt de verlossing nadrukkelijk aan de orde. God verlost Zijn kinderen uit de hand van de duivel. Christus heeft de schuld weggenomen en ook de macht en heerschappij van de zonden. Onder de oude bedeling waren het alleen de priesters uit de stam van Levi die God alle dag mochten dienen in de tempel, in de nieuwe bedeling geldt het voor alle gelovigen dat zij een Koninklijk priesterdom zijn. Om tot eer van Hem te leven al de dagen van ons leven totdat wij eindelijk onder de uitverkorenen in het eeuwige leven onbevlekt zullen gesteld worden’.
Lukas 1 vers 74-75: ‘[74] Dat wij, verlost zijnde uit de hand onzer vijanden, Hem dienen zouden zonder vreze. [75] In heiligheid en gerechtigheid voor Hem, al de dagen onzes levens’.
Verlost om God te dienen
Gemeente, Zacharias heeft het in zijn lofzang heel nadrukkelijk over het verbond dat de Heere met Abraham, Izak en Jakob had opgericht. En de beloften. Zacharias gaat in het vervolg vertellen hoe de Heere de beloften heeft gehouden en verbond vervuld.
Vanavond willen we wat nadrukkelijker stilstaan bij het doel van die verlossing. Om Hem te dienen. Daar is uiteindelijk die verlossing uit Christus op gericht. Hij verlost tot dienst. Waar moeten wij verlost zijn om Hem te kunnen dienen? Geef daar maar antwoord op. Een avondmaalganger weet daar antwoord op te geven. Driekoppige vijand: de duivel, wereld en eigen vlees. Het gaat maar door. Die niet ophouden ons aan te vechten. De ene is nog niet afgeslagen of de andere dient zich alweer aan.
Vijanden geworden. Eerst vrienden, nu vijanden. Als genade in je leven komt dan worden die vrienden vijanden. Al moet een kind van God klagen dat in zijn hart nog die liefde tot de wereld leeft. En toch, Paulus vrijgekocht. Aan de ene kant nog niet vrij van de zonden. Aan de andere kant heeft de zonden het niet meer te zeggen. De kracht en heerschappij van de zonden. Ik denk dat we daar vaak te weinig aandacht voor hebben. Het is ons wel bekend dat we door Christus verlost zijn van de schuld maar ook van de heerschappij.
Als ik in zonde val, dan niet als een vriend die met blijdschap wordt binnengehaald maar als een indringer. John Newton schreef aan een vriend: hart als een opengebroken stad. Ben ik dat? Elke dag uitroepen: Heere ga niet in het gericht. Maar ik heb een troost dat ik onder de wet niet meer ben maar onder de genade. Macht en kracht gebroken. De zonden zullen mij niet voor eeuwig verloren doen gaan. Hij klaagde wel, maar niet meer de kracht en macht van de zonden.
Romeinen 6 vers 14 kanttekening: Christus geeft door Zijn Geest de zonden tegen te staan en te overwinnen. Ik denk dat we dat we dat veel te weinig zeggen. We mogen over de zonden klagen, met een goede vriend. Heb je dat je vriend, vriendin weleens voorgehouden? Ik denk dat ik het te weinig preek. Christus geeft de kracht om de zonden tegen te staan. En te overwinnen. Heb je dat ooit weleens tegen iemand gezegd?
Wij zeggen gaat je nooit lukken. Inderdaad in eigen kracht nooit. Maar de kanttekening: door Christus kracht om de zonden te overwinnen. Zeker is het waar, na Romeinen 6 komt Romeinen 7. De klacht: ik ellendig mens. Het is onbijbels om te zeggen iemand die de Heere vreest, blijft dezelfde. De zonden zal over u niet heersen. We doen de Heere oneer als we dat vergeten.
Zacharias gaat verder: verlost zijnde uit de hand onzer vijanden. Verlossen betekent hier onder de macht van een ander. Wegtrekt onder de heerschappij van een andere koning en dan onder Christus zelf. Hij zal niet toelaten dat die gekocht is door Zijn dierbaar bloed te laten aanranden door de boze. Andere kanttekening: de zonden zal over u niet heersen, is een belofte. Een belofte die wij op eigen kracht niet kunnen vervullen. Wat de Heere wil doen voor ons en in ons. Er komt een nieuw leven, een ander leven.
Maar toch de zonden wordt uitgebannen en trapsgewijs overwonnen. Kolossenzen 1 vers 10. Wandelen tot alle behaaglijkheid. Een christen wandelt wat de Heere behaagt. Uit jezelf nooit, maar door Christus wel. In alle dingen vruchtdragend, toenemend in kennis. Hier zou je toch zin in krijgen? Heere zou ik ook zo’n rijk vruchtdragend leven hebben. Het kon zoveel vruchtbaarder zijn.
De kanttekening: het belooft de Heere. Hij staat er Zelf voor in. Niet alleen van de schuld maar ook van de macht en kracht van de zonden. Doodsvijand dagelijks te strijden. Als het nog steeds je vrienden zijn, zul je weinig doen aan die strijd. Vrienden leg je in de watten. Maar als het strijd is, dan heb je behoefte aan versterking. Lukas 1: Hem dienen zonder vreze. Hij is niet alleen gegeven tot rechtvaardiging maar ook tot heiliging. Uw vrucht is uit Mij gevonden.
Als de Heere belooft, dan doet Hij nog meer. Kolossenzen 3. De nieuwe mens, vernieuwd naar Zijn beeld. Hem dienen. Dat nieuwe leven, dat toegewijde leven. Zonder vrees. Van nature zijn we bang voor God. Gelijk na de zondeval kwam er vrees. Als je weet hoe verloren en schuldig je staat voor God. Wat kan er een vrees zijn voor God en het oordeel en de dood. Daarom is Christus gekomen, Hebreeën 2 vers 15. Opdat Hij verlossen zou allen die aan de dienstbaarheid van het vrees verlost zouden worden.
Wat is dat een verlossing. Dat we niet meer vrezen. U hebt in het dodelijks tijdgewricht, mijn ziel gered. De strik brak los en wij zijn vrijgemaakt. Een vrees die alle verstand te boven gaat. Hem dienen zouden zonder vrees. Is er iets heerlijkers denkbaar, om nu de Heere zo hartelijk te dienen? Dat wil het Avondmaal bevestigen. Met het gevolg? Hoe weet je dat het een hartelijk Avondmaal was? Om Hem te dienen. Verlangen.
U hebt mijn smart verdreven. Psalm 56. Uw dierbare gunst is mij altoos bijgebleven. Ik zal voor Gods oog naar Zijn bevelen leven, Hem vrezen, zo wordt Zijn lof vergroot. Kijk goed, die twee kleine woorden: voor Hem. Voor Gods aangezicht. Zoals dienaren staan voor het aangezicht van de koning gereed om zijn bevelen uit te voeren.
Voorbeeld: engel Gabriël. Weet je wie ik ben? Sta voor Gods aangezicht. Elke Israëliet die begreep dat meteen. De priesters die staan voor Hem. Uitverkoren en bekleed met die hoge eer. Dat was hun dagtaak, levenswerk, dag in dag uit, jaar in jaar uit. In het Oude Testament was dat voorrecht was maar voor heel weinigen weggelegd. Een stam: de Levieten. Al die andere stammen niet daar in de tempel staan voor Gods aangezicht.
Als je niet uit de stam van Levi was, dan kon je God niet dienen voor Gods aangezicht in de tempel. Ik kan me voorstellen dat er Israëlieten waren die jaloers waren op de priesters en levieten. Zij mogen blijven, wij moeten ander werk doen. Psalm 84: welzalig die bij U woont. Dat waren die priesters. Gestaag U prijst en eerbied toont. Een dag is in Uw huis mij meer dan duizend elders.
Als je niet uit de stam van Levi was, dan kon het niet. Maar nou vanavond de boodschap van het Nieuwe Testament. Nu mogen zelfs heidenen voor Hem staan. Een priesterlijk leven leiden. Alle dagen voor Zijn aangezicht. Al de dagen van hun leven. Alle dagen een priesterlijk leven leiden. Zo schrijft Petrus het. Dat waren heidenen. U bent een uitverkoren geslacht. Een Koninklijk priesterdom. Een heilig en verkregen volk.
Ze kwamen niet eens uit de stam van Levi. Priesterlijk volk te kunnen zijn. Maar nu zegt Petrus, mogen jullie door genade, allemaal priesters zijn. Een Koninklijk priesterdom. Met welk doel? Opdat u zou verkondigen de daden van de Heere.
Ieder in zijn eigen huis, omgeving. Elk huis een tempel waar God wordt gediend, priesterlijk. Vrucht van het Avondmaal: Christus aanprijzen. Gemeente, wij moeten het meer over Christus hebben. Over wie zouden we het beter kunnen hebben? We praten zo weinig over Christus. Hij is het antwoord op alle kruizen, noden, benauwdheden en ga maar door.
Dat nieuwe leven heiligheid en gerechtigheid. Heiligheid eerste tafel van de wet, gerechtigheid tweede tafel tegenover mijn naaste. Wie ben ik tegenover God en tegenover mijn naaste? Wij zijn zo gewend te klagen. Hoe ellendig het met ons voorstaat. Het is allemaal waar, maar kijk wel uit. Het is onvruchtbaar. Als je nou al die tijd gebruikt om met de Heere te spreken over je zwakheden en gebreken. In stilte neer leggen voor Hem, dat is beter dan al dat geredeneer. De zonden zal over u niet heersen, de kanttekening zei: dat is een belofte.
Mag ik zo geheel en al aan U toegewijd zijn. Vertel dat aan Hem. Hij heeft dat en geeft dat. Ai neig mijn hart naar U alleen. Opdat wij Hem dienen zouden, is dat nou je verlangen. Zacharias wat jij zegt, dat is mijn verlangen. Wegtrekken uit die macht en heerschappij van de zonden. Heere u belooft het.
Dat heeft Hij vanmorgen en vanavond willen bevestigen. Al blijft het hier op aarde met tekorten en gebreken. Straks boven in alle volmaaktheid. Dominee Van Vlastuin, mijn voorganger in Wouterswoude. Kwam bij een broeder op sterven. Dominee, u mag hier Christus grootmaken maar gebrekkig, ik ga het volmaakt doen. Openbaring 7. Die priesters daarom zijn zij voor de troon van God en dienen Hem dag en nacht, dat is priesterwerk. Die schare die iemand tellen kan. En die op de troon zit zal hen overschaduwen. Kunt u het dan begrijpen dat er een gemeente is die uitroept met verlangen: kom Heere Jezus, kom haastiglijk?
Amen.
Derde Adventszondag 12 december 2021 – Triumfatorkerk Hersteld Hervormde Gemeente Katwijk – ds. P. den Ouden – Schriftlezing Romeinen 6 vers 12-23 – belijdenis met artikel 33 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis over de sacramenten – bediening van het Woord en sacrament van het Heilig Avondmaal