Hersteld Hervormde Gemeente, Driebruggen, dinsdag 25 december 2012, Eerste Kerstdag, 9.30 uur

 

Votum & groet (“… in de Naam van God de Vader, die Zich een gemeente ten eeuwige leven verkoren heeft. En in de Naam van God de Zoon, die het kruis heeft verdragen en schande veracht en in de Naam van God de Heilige Geest, die in de harten van zondaars wonen en werken wil, gevende hun verlichte ogen des verstands”)

Psalm 98:1

Wet (“stellen we ons onder de tucht en belofte van de Heilige Wet” – “en Christus, onze hoogste Profeet en Leraar heeft het samengevat…”)

Psalm 96:4

Gebed (voorbede)

Schriftlezing Lukas 2:1-20 (http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Lucas+2%3A1-20&id47=1&l=nl&set=10)

Lofzang van Zacharias 1,4,5 (collecte)

Prediking

Psalm 138:2

Dankgebed

Psalm 111:3,5

 

 

Preekaantekeningen

Met Gods hulp willen we stilstaan bij vers 14, de Engelenzang. (…) Als de Heere Jezus niet geboren was, dan vandaag geen Eerste Kerstdag. Zitten wij alleen maar hier omdat er 2000 jaar geleden een Kind geboren is? Alleen maar hier om historisch feit, gebeurtenis te gedenken? Zoals je ook geboorte van Willem van Oranje kunt gedenken? Of verschil, is het meer, dan gedenken, wat 2000 jaar geleden gebeurd is, zal het historisch feit zijn waar je persoonlijk niet bij betrokken bent?

Vanmorgen werden wij allemaal heel direct aangesproken. In Lukas 2. U is heden de Zaligmaker geboren. Heden. Dat is nu. Niet 2000 jaar geleden. Nu. En u. Heden is u. Dus het gaat over hier en nu en mij en u en jou. Zo staan de zaken. Ik verkondig u grote blijdschap. Ja, maar ik ben nog zo klein. Ook voor jou. Ja, maar ik begrijp er nog zo weinig van. Ook voor jou. Ik ben al zo oud. Ook voor u. Zonder uitzondering tot ons allemaal. Grote blijdschap.

Een boodschap om je over te verwonderen. Om van te juichen, jubelen. Koud en slaperig aanhoren? Een is gekomen die die open heel heeft gesloten en hemel heeft geopend? Kun je dan nog zwijgen? Zulke dingen mag horen? Grote dingen gehoord. Die mensen konden niet zwijgen. Zacharias ging zingen, kon niet meer zwijgen. Wat deed Maria? Wie dat nog koud en slaperig aan kan horen, dat kan toch niet? Wat deed die oude Simeon? Zingen. Engelen? Zingen. Al wie ermee te maken kreeg, allemaal zingen, lofzangen, aanbidding. Zelfs de engelen konden niet zwijgen. Begonnen te zingen. Ere zij God.

Ere zij God, zo begint onze tekst. Ere zij God. Kanttekeningen vertalen: ook heerlijkheid. Doxa, Grieks, heerlijkheid. Is aan God. Ontbreekt dus niks aan. Ontbreekt niks aan heerlijkheid van God. Vroeger zeiden ze mensen, mooie uitdrukking: God is een volzalige in Zichzelf. Niet iets aan toevoegen wat gemist wordt ofzo. Heerlijkheid is aan God. Het is een bevestiging, zo moet je het lezen. Ze zeggen als het ware: de Heere heeft Zijn heerlijkheid getoond, dit is de heerlijkheid van God. De heerlijkheid van God is ons geopenbaard. Is aan ons bekendgemaakt. God heeft ons Zijn heerlijkheid getoond. De heerlijkheid van God. Wat betekent dat, de heerlijkheid van God?

Gaan we stukje terug. Exodus 24. Heere aan Mozes Zijn geboden bekendmaakt. Een wolk bedekte top van de berg en de heerlijkheid des Heeren woonde op de berg en het aanzien van de Heere, staat erachter, was als een verterend vuur. In die wolk was daar die verblindende heerlijkheid van God. In die heerlijkheid, in die wolk, in dat vuur, daarin daalde God zelf naar de aarde. Hij kwam tot Mozes. De heerlijkheid is God Zelf. Dat is Gods wezen, majesteit. Staat er zo in Exodus 24: omgeven door een wolk. Waarom? Als geen wolk de Heere zou omgeven, dat was niet te dragen, niet te dragen. Was als een verterend vuur. Mag ik het heel eerbiedig zeggen: moet ingepakt worden. Anders niet te verdragen. Anders verzengd, verterend vuur, des Heeren.

Hoe komt dat? Hoe komt dat? Dat wij die heerlijkheid des Heeren, God Zelf, niet meer kunnen verdragen? Wolk omheen moest als het ware. Waarom kunnen wij God niet meer verdragen? Door de zonde. Dan denk ik aan Jesaja, Jesaja 6. In hemelse heerlijkheid blikt, heilig, heilig is de Heere, zeggen de engelen. Staat Jesaja staat oog in oog met heerlijkheid, gloed en glorie. Wee mij, want ik verga. Omdat ik een man van onreine lippen ben, een zondaar. Een heilige God. Kan niet meer omgang hebben met onheilige zondaar, verdragen elkaar niet meer. In verblindende licht gaat Jesaja scherper dan ooit zien zijn verdorvenheid voor God. Zijn melaatsheid, laat ik het zo zeggen. Het licht maakt de duisternis openbaar. Hoe scherper het licht, hoe scherper ik alles ga zien. Het besef van de heerlijkheid van God, altijd gepaard met diep besef van eigen verdorvenheid. Ik niet kan bestaan voor God. Meer ervaren, hoe meer besef van eigen onwaardigheid.

Ik zei het al he, in Exodus 24, gehuld in een wolk. De Heere pakte als het ware die ondraaglijke heerlijkheid in. Dat was genade, vriendelijkheid, liefde. Waarom deed de Heere dat? Omdat Hij toch omgang wilde hebben met. In onverhulde heerlijkheid zou mens vergaan. Zou Mij verhullen in wolk, dan kan Ik toch bij mensen komen. Toch neerdalen. God Zelf in een wolk, dan nog niet bij mensen komen? Toch nog niet? Waar was die heerlijkheid, waar rustte die heerlijkheid? Boven de Ark. Boven het verzoendeksel. Daar. Alleen vanwege bloed kon die heerlijkheid, God zelf, bij mensen komen. Op grond van dat bloed. Van boven het verzoendeksel zal Ik tot u spreken. Heere, dat kan toch niet? Ik die enkel vuilheid ben? Zo bedorven, zo afzichtig? Hoe kan dat? Ik kom tot je op grond van dat bloed. Vanwege dat bloed. Ja Heere, maar als U tot mij komt, dan moet ik vrezen, want U bent God, ik mens. U zo heilig. Ach zegt de Heere, dan zal Ik me hullen in een wolk, zodat je het verdragen kunt. Al ben je dan een zondaar. Die rechtvaardig oordeel heeft verdiend, toch wil Ik bij jullie komen. Dan zal ik Me hullen. God wil bij mensen komen. Hij daalde neer in een wolk op dat verzoendeksel. Niet om je te verderven, maar om je te behouden.

Gemeente, nog een keer, de heerlijkheid des Heeren, dat is God die Zich in Zijn ware wezen bekendmaakt. Vanwege onze val is dat niet te verdragen. Je ziet het in Israël gebeuren. In de tempel, niet zomaar, in het heilige der heiligen waar te nemen. Maar een toegang he. De hogepriester. Maar een mens. De hogepriester. Een dag per jaar. Grote verzoendag. Een persoon, een dag in het jaar. Nauwelijks contact mogelijk. Al die verborgenheid, verhulling wil het volk leren: de Heere is niet te benaderen omdat wij zondaren zijn. Nog een stapje ernstiger, ik neem een lange aanloop om Lukas 2 duidelijk te maken. De Heere op zo’n afstand, afstand, afstand. Ezechiël 10, weet je wat ik dan lees, een wolk, oprees en dat Hij door de Oostpoort ging. De tempel uit. God verliet de tempel. God verliet Zijn volk. Dat is wat! Ezechiël 10. Waarom deed God dat? Vanwege hardnekkige goddeloosheid en onbekeerdheid. God zei: nu is het zo verzondigd. Ik kan niet meer bij hen wonen. God verliet Zijn volk. Omdat dat volk Hem verlaten had.

En gemeente, op onszelf betrekken, toepassen op onszelf, alle reden dat Hij ons zou verlaten? Geven wij niet de Heere alle reden dat Hij ons zou verlaten? Dag aan dag bedroeven? Verdriet aan doen. Wel eens een gevoel van, wel eens een gevoel van, dat je God verdriet doet? Mag ik het zo zeggen: doet Zijn pijn, de zonde doet Hem pijn, doet het dan mij geen pijn? Zonde Hem pijn doet, als de Heere zou zeggen: Ik zal je verlaten. Leef dan maar zonder Mij. Sterf dan maar zonder Mij. Voor eeuwig verlaten. In buitenste duisternis, dat is onze keuze, keuze. Elke dag meer verlaten. Ga dan. Is er dan geen reden, bitter bedroefd zijn? Zien wie we zijn voor God? Eigen keuze, eigen doen. Hoe bestaat het he, hoe bestaat het, vol handjevol plezier, genieten, levensjaren, een eeuwige gelukzaligheid aan opofferen. Eigen wegen, zin, keuze, straks zonder God. Een dwaas of niet? Eigen gemaakt geluk het eeuwige geluk prijsgeef? Ben ik dan een dwaas of niet? Zou je nou eens na gaan denken? Zoeken die je verlaten hebt?

Heere, keer weder. Ik ben U kwijt. Dat was het gebed van elke ware Israëliet. Keer eindelijk Heer, toch weder. Mijn ziel buigt zich te neder. Advent, Psalm 6. Vier Adventsweken achter de rug he. Zijn er momenten geweest in de afgelopen weken van Psalm 6? Dat je het uitgeroepen hebben in je gedachten: keer eindelijk weder. Ik kan niet meer verder. Waar zagen die Israëlieten naar uit? Hij terug zou keren. Hij terug zou keren in volle glans en heerlijkheid. Hij had het beloofd. Uitzien dat Hij weder zou keren. Rustte op eigen belofte. Jesaja 60, maak u op, word verlicht. De heerlijkheid des Heeren gaat over u op. Komt. De belofte. Hij zal terugkomen. God Zelf. Heere, kom terug, opdat ik U mag kennen zoals U bent. Ik weet niet eens meer wie U bent. Catechisatie hoor ik wat, theorie. Weten en kennen is verschil tussen hoofd en hart. Ik weet wel veel van u, maar ik ken U niet. Geen besef van Uw heiligheid, anders leef ik wel anders. Mijn hart niet verbroken door Uw barmhartigheid. Verlang een ding: U te kennen in Uw heerlijkheid. Dat is het leven. U niet te kennen dat is ten diepste geen leven, dat is de dood.

Nu gaan we terug naar Lukas 2 [10:24]. De heerlijkheid des Heeren. Van Exodus 24, Ezechiël 10, Jesaja 60. In die nacht. Wat gebeurd? Daar is de heerlijkheid des Heeren gebleken. Zichzelf geopenbaard. Die heerlijkheid die verhuld was. Achter voorhangsel, voor een persoon een keer per jaar, nu geopenbaard. En het Woord is vlees geworden. En wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd. Niemand in Oude Testament kunnen zeggen. Nu verschil beseffen. Wat gebeurt hier? Kerstfeest. Wat 4000 jaar onbereikbaar was. Woord vlees geworden. Onder ons gewoond. En wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd. Ere zij God. In de hoogste hemelen. Zoals de zon voor iedereen zichtbaar is. Niet alleen Nederland, Waarder. In de hoogste hemelen. Wereldwijd zich verspreid. Hele aarde zich zou verheugen. Niet een dag, maar altijd en overal. De engelen zeggen: nu is de heerlijkheid des Heeren geopenbaard. Nu heeft God Zelf zich geopenbaard.

Wat was dat dan voor heerlijkheid? Kinderen? Een kind in een stal. In een voerbak. Een kribbe. Heerlijkheid? Was toch erbarmelijke armoede? Jesaja 53: aanzagen, geen gestalte dat we Hem zouden begeerd hebben. Geen gedaante. Geen heerlijkheid. Waarom zingen die engelen dan in die engelenzang dat de heerlijkheid is geopenbaard? Niks te bespeuren. Alleen het tegenovergestelde. Vernedering, verachting, schande. Christus leven voortschreed, steeds erger. Toch verachte, schandelijke, vloek van het kruis. Heerlijkheid meer geopenbaard. We moeten zeggen: Zijn vernedering en verachting meer geopenbaard. Is die engelenzang geen grote vergissing? Waar? Hoe?

Wat was Zijn heerlijkheid? Waar was Zijn heerlijkheid? Gaat Christus ons Zelf vertellen. Johannes 12, drempel van Zijn lijden. Ure is gekomen. Zoon des mensen zal verheerlijkt worden. Begon met Middelaarswerk. Begon met grote lijdenswerk. Juist in lijden ten volle geopenbaard. Wezen geopenbaard. God zelf. Hoe is God dan? Hoe is God? Dat heeft Hij bewezen, nacht van Bethlehem, nacht van Golgotha. In Zijn wezen.

Wat zichtbaar? Gods gerechtigheid. Begon in Bethlehem, door naar Golgotha. God alle schuld en zonde niet ongestraft kan laten. Schending, aantasting van Zijn glorie, eer, luister. God kon de zonde niet ongestraft laten. Er moest voldaan worden. Denk je er wel eens over? Hoe komt het nou goed tussen God en mij? Die geschonden heerlijkheid van God, heb ik gedaan. Hoe kan jij, kunt u, die heerlijkheid herstellen. Hoe denkt u die geschonden heerlijkheid te gaan herstellen. Ja, God is toch liefde. Zegt de catechismus. God is barmhartig. Maar ook rechtvaardig. En daarom eist Zijn gerechtigheid, er moet betaald worden. Er moet voldaan worden. En daarom heeft Christus gezegd; dat uur he, toen Hij ging betalen, nou is het uur gekomen, Zoon zal verheerlijkt worden. Gaat Hij God verheerlijken. Hij gaat die Vader eren door aan dat heilig recht te voldoen. Toen heeft Christus gezongen: Ere zij God. Laten zien wie God is.

Ook barmhartig. Rechtvaardig. En barmhartig, dat ook. Daar wezen al die ontelbare offers op. Op genade. Ten volle op Golgotha. Wat werd daar zichtbaar? De rechtvaardigheid van God. Ongeëvenaard zichtbaar: de liefde van God. Alzo lief… [Joh. 3:16]. Kerstfeest. Dat is Kerstfeest. Openbaring van heerlijkheid van God. Liefde van God. Liefste wat Hij had, niet gespaard heeft. Heeft het gegeven. Opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve, maar eeuwige leven hebbe. Daarom kan Christus in die donkere Kerstnacht komen.

Wat is dat dan? Die wil van God? Wat wil God? Weet u wat God wil. Zegt Timotheüs. Wil dat alle mensen zalig worden. Tot kennis der zaligheid komen. God wil dat u zalig wordt. Dat jij zalig wordt. Dat is niet te begrijpen he. Wil God dat? Deze vijand? Die iedere keer weer bedroeft en tergt? Op de proef stelt? Bent U niet moe? Stoot U mij niet in het verderf? Verwondert over geduld van God? Heere, dat U mij nog verdraagt. Hij komt, zo staat het hier, om te zoeken. Heere, terwijl ik vaak zulke harde gedachten heb van U. Zo onverschillige gedachten. Heel vaak helemaal geen gedachten van U, alsof God niet bestaat. Zo een, langs Hem heen leeft, zalig maken? God wil dat alle mensen zalig worden? Hoe weet je dat? Daarvoor Zoon uit de hemel gekomen? Anders waren we nooit te weten gekomen wat er in dat Vaderhart leeft. Door Zoon weten we het, gekomen om bekend te maken. In de schoot des Vaders is, Hem ons verklaard. Wil je weten wie de Vader is? Zie de Zoon. Weten wat leeft in hart van de Vader? Zie de Zoon. Opdat je je verzet eens op zou geven. Niet langer zou verdenken in je goddeloze ongeloof. Opdat je nou niet langer moedeloos bedroefd over de wereld zou gaan. Al je ongeschiktheid, leegheid, nood, bergen hoog, bij Hem zou brengen. Hij je zou helpen? Hij je zou verlossen.

Hoe dan? Hoe kan Hij mij helpen. Door persoonlijke toepassing van het bloed. Liefste werk om dat uit te delen, om dat Thuis te brengen. Machteloos gebonden, Gij komt, maakt mij vrij. Bevlekt met zonden, Gij maakt mij vrij. Leven was sterven, Gij doet mij schatten erven die nimmermeer vergaan. Dan is het vrede he. Wanneer? Als God komt. Als God er niet is, geen vrede. God komt, vrede. Hij komt, in de nacht he. Als het donker is. Hier zitten misschien mensen waar het donker is. De noden van het leven, hoorde in de consistorie, grote noden, groot verdriet, het is zo donker, het is zo donker. Nacht van deze wereld. Donker in Nederland. Maar dan komt God. Als wij zeggen: nou kan het niet meer. Dan komt God. Het is verloren. Geen hoop. Hij komt in de nacht. Het volk wat in duisternis wandelt. Het hangt niet van ons geloof af. Het hangt van God af. Zal. Niet kan. Dat is geen evangelie. Dat maken wij ervan. Zal. Zo verkondigd worden. Dat grote licht. God zelf. Heere, hoe kan dat nou? Ik kan dat niet uitleggen. Of het je verwonderd. Wil aannemen en geloven.

Vrede op aarde, daar zingen die engelen van. Dat is het laatste. Wat is dat? Ik, vijand, verzoend met God. Houdt dat je bezig? Als je naar Syrië gaat, zou vragen: wat zo je het liefste willen? Maar een ding: o God, geef ons vrede. Oorlog, oorlog, met God. Kun je dan zwijgen. O, God, vrede. Anders is het verloren. Als God er niet is, op grond van Zijn sterven. Vrede bij God. Daarvoor is Christus gekomen. Door bloed te brengen. Vrede door bloed. Hij die grote Vredevorst. Als Hij komt in je hart, als Hij komt in je leven, weet je waar je dan aan kunt weten of de Heere in je leven gekomen is. Toch een ding: iets van de Heere in je leven komt, al is het zo klein, je herkent het aan een ding. Dan zijn er momenten van vrede. Maar toch, momenten van vrede. Nee, niet die je verklaren kunt, wel ervaren. Dan weet je het ook: iets van vrede neerdaalt, dan weet je het ook. Werk van God verraadt zichzelf. Heeft geen uitleg nodig. Eenvoudig voorbeeld, als je mocht trouwen, je kreeg verkering, je voelde wat er in je hart leefde. Was toch geen vraag? Als God komt, dan weet je het. Is niet van beneden.

Wat betekent vrede? Verbroken verhoudingen hersteld. Wandelen met God, Henoch. Omgang met God. Ervaren dat U dichtbij mij bent. Geen afstand is. Hij hoort mij en ziet mij en is bij mij. Wat nog meer? Vrede betekent ook dat verstoorde verhoudingen worden hersteld. Dat ik weer op mijn plek wordt gezet. Weer goed tussen God en mij. Herstellen die harmonie. Shalom, harmonie. De oorspronkelijke verhoudingen, Paradijsverhoudingen. De Heere gaat weer beginnen om die mens te herstellen zoals die bedoeld was. Hart en leven weer gericht op Hem. Niks anders zoekt dan Hem, bemint dan Hem, bedoelt dan Hem. Voorzichtig leven. Zo graag voor de Heere leven. Mensen die graag voor God willen leven. Zitten hier nou jongens en meisjes die graag voor God willen leven? Anders heeft Kerstfeest je nul te zeggen. Wie met gespitste oren. Diegenen die verlangen voor God te leven? Ik kan niet zijn wie ik zou willen zijn. Nou is Hij gekomen om verstoorde verhoudingen te herstellen. Vervallen beeld herstellen. Naar evenbeeld vernieuwd worden, catechismus, dat is ook iets van die vrede.

Heere waarom komt U tot mij? Kerstfeest is toch verwondering? Geen verwondering, geen Kerstfeest. Heere, waarom komt U tot mij? En nog een groter worder, dat Hij weer terugkomt. Andrew Gray, Schotse schrijver, als de Heere begint, da’s een groot wonder, maar als de Heere het volhoudt, da’s nog een groter wonder. Dat grote geduld. Waarom? Terug naar heerlijkheid. Daar antwoord. Die engelen van zongen. Heerlijkheid geopenbaard. Bekendgemaakt wie Hij is. In rechtvaardigheid, door volkomen te betalen, in liefde, door Zoon te geven, Zijn waarheid, in vervullen beloften, goedertierenheid. Zijn goedheid, trouw. Daar wordt God zichtbaar: in geven van Zijn Zoon. Volheid van Zijn deugden. Een schuldig volk vrijgesproken, gebonden volk verlost, verloren volk gered. Welk doel? Engelenzang gaan overnemen. Wat gaan ze nou zingen, straks in de hemel? In alle eeuwigheid zingen, Lukas 2 vers 14. “Door al Uw deugden aangespoord. Gij hebt mijn ziel op haar gebed. Al ’s aardrijks vorsten. U lof doen horen.” [Psalm 138:2] Amen.