Toen Jezus Christus op de Goede Vrijdag aan het kruis hing verdeelden aan de voet van het kruis de soldaten Jezus’ klederen. Hij is ontkleed opdat wij bekleed zouden worden. Hij heeft onze naaktheid op Zich genomen als Borg in onze plaats. Toen de mensheid in de eerste mensen op aarde, Adam en Eva, zondigen verloren wij onze onschuld, reinheid en heiligheid. Het eerste wat Adam en Eva ontdekten is dat ze naakt waren. Het kleed van de Heere Jezus Chrisuts is de mantel van gerechtigheid, van heiligheid én van heerlijkheid. En nu staat op deze Goede Vrijdag God de Vader op de uitkijk of u naar Hem toegaat om dat kleed, hét beste kleed, te ontvangen. Dit kleed past iedere zondaar die tot Hem komt.
Johannes 19 vers 23: ‘De krijgsknechten dan, als zij Jezus gekruist hadden, namen Zijn klederen, (en maakten vier delen, voor elke krijgsknecht een deel) en den rok. De rok nu was zonder naad, van boven af geheel geweven‘.
De verdeling van de klederen van Jezus
1. Zijn naaktheid;
2. Zijn klederen;
3. De ontvangers van die klederen.
1. Zijn naaktheid
Gemeente, het is vanmorgen wel een zeer aangrijpende geschiedenis die ons wel met de diepste eerbied moet vervullen. Hart met ontzetting beven. Als we de lijdensgeschiedenis van Jezus horen. Het is bijna te erg om aan te horen. De lijdende Christus. Ik weet nog wel dat ik het als klein kind bijna niet wilde horen. Zo angstig, zo verdrietig.
De soldaten hebben Hem geslagen. Dat lijden van Hem haast onbeschrijflijk. Naar het kruisheuvel hebben geleid. De kleren van het lijf getrokken. Toen in die grote, zere handen de spijkers geslagen. Toen Jezus daar zo hing in ondraaglijk lijden, wat gebeurde er toen? Toen gingen die Romeinse soldaten daar zo onderaan het kruis zitten en bedaard zo Jezus klederen verdelen. Ze gingen dobbelen wie krijgt wat.
Onverschillig over het lijden wat zich boven hen afspeelde. Hard en onverschillig. Beloning voor een bulswerk. Terwijl de soldaten wisten niet dat ze door het dobbelen meewerkten aan de profetie van Psalm 22. Opdat de Schrift zou worden verdeeld. Ze hebben Mijn klederen verdeeld en het lot over Mijn kleed geworpen.
Ik kan mij voorstellen dat je je afschrijft waarom dit genoemd wordt. Het lijkt een onbelangrijk detail, toch wel belangrijk. Dat in en door Hem de Schrift vervuld is. Dat Jezus werkelijk de geschiedenis is. In die ogenschijnlijk onbelangrijk detail is de Schrift in Hem vervuld gegaan. Tot op de punt en de komma. De kruisiging, het is allemaal niet toevallig gebeurd. Geen enkel toeval. Alles ging naar de raad en de wil van God.
Het plan van verlossing is van stap tot stap uitgevoerd. Het is allemaal voorzegd en allemaal vervuld. Er staat met nadruk: dit hebben dan de krijgsknechten gedaan. Het staat er met nadruk bij. Opdat de Schriften vervuld zouden worden. Ze hebben alleen maar moeten meewerken aan de vervulling van de Schriften.
Christus moest in schande en verachting hangen aan het kruis. Waarom moest Hij dat doen? Dat moest Hij doen als Borg. Wij belijden dat Hij alles van ons op Zich genomen heeft. Schuld, vloek en oordeel. Om ons te verlossen moest Hij alles van ons overnemen. Daar hoorde ook de naaktheid bij. Daar aan het kruis heeft Hij op Zich genomen wie wij zijn.
Wie zijn wij? Sinds Genesis 3 zijn wij naakt. Ook al dragen we kleding juist sinds Genesis 3. Maar vergis u niet. We zijn allemaal naakt. Daar kwamen Adam en Eva als eerste achter na de zondeval. Dat waren ze ervoor ook al?! Ja, maar toch totaal anders. Door de zondeval hadden zij hun onschuld verloren. Reinheid, heiligheid voor de zondeval. Maar dat zijn ze kwijtgeraakt. We zijn onze onschuld, reinheid en heiligheid kwijt.
Paulus schrijft erover: wij derven allemaal de heerlijkheid Gods. Kun je wel kleren aantrekken maar ik ben mijn reinheid, heiligheid en onschuld kwijt. We zijn het kleed van de reinheid kwijtgeraakt waarmee God ons bekleedde. Weet u wat het ergste is? Dat wij van onszelf helemaal geen last hebben van onze naaktheid. U weet niet dat u naakt bent. Wie schaamt zich voor God? Wie schaamt zich voor zichzelf?
Als je naakt bent durf je toch niet voor de dag te komen? Dat weet het kleinste kind. We leven net alsof er niets aan de hand is. Wij zijn naakt sinds Genesis 3. Adam verborg zich. God zegt: schaamt u o huis Israël. Bent u zich al eens gaan schamen? Waar is mijn reinheid, onschuld en heiligheid? Laten wij ons verootmoedigen voor God, zeker op de Goede Vrijdag. Toen Christus daar naakt hing. Waarom? Vanwege mijn naaktheid, mijn schande.
2. Zijn klederen
Hij liet Zich ontkleden om zondaren te bekleden. Christus klederen waarmee Hij zondaren wil bekleden. Aan welke klederen moet ik denken? In Jesaja 61 vers 10 staat ik ben zeer vrolijk in de Heere, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils en de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan. Met klederen van heil. Een mantel, een jas van gerechtigheid.
Iedereen begrijpt wel dat het niet een letterlijke jas aandoen is. Het is beeldspraak. Maar wat betekent het dan? Dat Hij mij een kleed mij aandoet, dat Hij een mantel wil aandoen? Heel eenvoudig, een klein kan het begrijpen. Wat doe ik als ik een jas om mij heen doe? Dan bedekt mij jas wat er achter zit. Je ziet niet meer wat er onder zit. Dat is dan allemaal bedekt. Daar sta ik in mijn schuld en in mijn schade. Mijn ongerechtigheid. Verloren. Jesaja moest het belijden en wij met hem: al mijn gerechtigheden zijn een wegwerpelijk kleed.
Ik kan het wel wat oppoetsen met een kerkgang en bidden en Bijbellezen. Maar het helpt mij niet. Juist als de Heere gaat werken dan ga je het zien. Eerst zag je dat niet. Je was tevreden met een kerkgang en dacht dat het wel zo zoetjes aan goed zou komen. Maar als de Heere gaat werken dan ga je tekorten zien. Dan ga je tekorten zien in uw gebeden. Of heeft u dat niet? Zegt u mijn gebeden zijn netjes.
En wat een lusten in het hart. Niet gericht op God maar op mezelf. Als de Heere je ogen gaat open dan is heel je christenleven een berg van schuld, van zwartheid. Als het met mijn eigen klederen moest dan was het verloren. Maar nu heeft Christus mensen laten omkleden. Het kleed van Zijn gerechtigheid aan te doen. Hij heeft mij bekleed met de mantel der gerechtigheid.
Wat is de mantel der gerechtigheid? Twee dingen. De gerechtigheid, weet je het? Twee elementen. Dat Hij de straf die ik verdiend heb gedragen heeft. En het tweede dat Hij de wet die ik duizend keer overtreed dat Hij die volmaakt gehouden heeft voor de Vader. Ik kan die straf niet dragen, ik kan die wet nooit meer houden. Twee onmogelijkheden. Nu heeft Hij het op Zich willen nemen.
Hij zegt: bedroefde, moedeloze zondaar kom nou naar Mij toe. Ik wil je bedekken met de mantel der gerechtigheid. Als het ware om je heen slaan. Christus ontkleed om mij te bekleden. Dat is het Evangelie van Goede Vrijdag. Moede kom ik arm en naakt. Dan ga je het anders zingen. Tot die God die zalig maakt. Die omwille van Christus mij het kleed der gerechtigheid wil omslaan.
Als dat gebeurt is er niets meer te zien van mijn verdorvenheid. Dan ga ik letterlijk achter Christus door die mantel. Welgelukigzalig hij wiens zonden zijn vergeven, die van de straf voor eeuwig is ontheven. Bedekt. Wanneer? Als ik mij gelovig aan Hem toevertrouw. Hij bedekt, Hij vergeeft, Hij verzoent.
Voorbeeld uit de Bijbel voor de kinderen. Wie kreeg een nieuw kleed? De verloren zoon. Die schooier, die boef. Daar kwam die naar zijn vader. Met de lorre en lompen aan zijn lijf. Vanwege de zonden. Dat waren de zichtbare bewijzen van zijn zonden. En toen? Je kent de geschiedenis van de verloren zoon. Wat deed zijn vader? Die sloeg zijn armen om hem heen. Hij sloeg ook zijn kleed om hem heen. Breng hier het beste kleed. Ik kan het niet meer aanzien dat mijn zoon hier staat in zijn lorre en lompen. Toen die jongen dat beste kleed aanhad, wat zag je toen nog van zijn zonden? Het was allemaal bedekt. Jesaja 61. Ik ben zeer verheugd in de Heere.
Nu staat de vader, vanmorgen, op de Goede Vrijdag, te wachten of er ook verloren zonen en dochters uit Putten of waar je ook vandaag komt, vanmorgen tot Hem komen. In je lorre, in je lompen. Hij staat te wachten. Of er nog iemand is waar Ik het beste kleed aan kan geven. Dat doet Hij graag. Het kleed des heils. Het kleed van verlossing, van redding, van bevrijding. Na alle nood, na alle benauwdheid. Dat drukkende gevoel van de toorn van God. Maar nu zo’n ruimte, zo’n vrede van binnen. Als ik gelovig op Christus mag zien die alles voor mij heeft volbracht. Na alle tranen blijdschap. Ik ben zeer vrolijk in de Heere. Eeuwig Hem loven en danken. Maar Christus geeft niet alleen de klederen van de gerechtigheid.
Hij bekleed ook met het kleed van Zijn heiligheid. Je zou mogen zeggen het kleed van de vernieuwing. Levensheiliging. Daarmee gaat Hij ook bekleden. Ik denk dat iedereen wel het kleed der gerechtigheid hebben. Wie wil het niet verzoend zijn met God? Maar hoe kan ik het ook weten dat de schuld verzoend is, dat ik het kleed ook draag?
Dat kun je hieraan kennen: dat als iemand het kleed van gerechtigheid heeft ontvangen, dan ook een vurig verlangen om het kleed der heiligheid te ontvangen. Hoe ziet dat eruit? Kolossenzen 3 vers 12. Zo doet dan aan, een mantel, zegt Paulus, als uitverkorenen Gods en beminden. Hoe ziet het er dan uit? De innerlijke bewegingen der barmhartigheid, ootmoedigheid, lankmoedigheid, elkaar vergevende. En boven dit alles. Nog een keer. De mantel der heiligheid. Doet aan de liefde. Welke is de band der volmaaktheid.
Als iemand zegt het kleed der heiligheid hoe moet ik dat voorstellen? Kolossenzen 3 vers 12-14. Zou u ook met dat kleed bekleed worden? Het staat er niet als een wens maar als een opdracht. Het is genade. Platgezegd: iedereen wil in de hemel komen. Maar verlang je er ook naar de mantel der heiligheid te hebben? Om zo te leven. Zachtmoedig. Veel liefde tot God en tot de naasten. Zo wil ik leven. Maak mij zo. Dat ik zo op U mag lijken want zo is God, zo is Christus.
Hoe word ik zo? Niet stroop je mouwen op en probeer maar eens een beter christen worden. Pas op dat wij niet in werkheiligheid vervallen. Soms is de Roomse kerk dichterbij dan wij in de gaten hebben. Hoe word ik zo? Maar op een manier. Door veel op Golgotha te verkeren. Door te zien op die vernederde Christus. Dat deze Hij voor mij. Wat word je dan zachtmoedig. Dat kan toch niet anders. Nederig en barmhartig en al die andere dingen meer.
Dan kleed van heiligheid wordt op Golgotha aangereikt. Dat leer je beter te dragen door steeds naar Golgotha te gaan. Christus bekleed met het kleed der gerechtigheid en het kleed der heiligheid. Er is ook nog een derde kleed. Het kleed der heerlijkheid. Als wij op aarde de laatste adem uitblazen, dan bekleed Hij ons met het kleed der heerlijkheid.
1 Korinthe 15 vers 53. Die onverderfelijke moet onverderfelijkheid aandoen. Die sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen. Als een nieuw kleed aandoen, sieraad. Kanttekeningen noemen het. De Bijbel noemt het ook het bruiloftkleed. De bruiloft van het Lam. Laat ons blijde zijn en vreugde bedrijven want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn vrouw, luister goed, heeft zich bereid. De bruid zijn allen die Hem liefhebben, die in Hem zijn gaan geloven.
Het kleed der heerlijkheid wordt alleen aangereikt aan degenen die zich in dit leven hebben bereid. Gemeente, vanmorgen in alle eerlijkheid die vraag: hebt u zich bereid voor straks? De bruid heeft zich bereid. Of moet straks gezegd worden: vriend hoe bent u hier binnengekomen, geen kleed van heiligheid en heerlijkheid en gerechtigheid. En hij verstomde, geen kleed.
3. De ontvangers van die klederen
Dat is een eenvoudige vraag voor de kinderen. Fijn dat je mee luistert. Een vraag: wie kregen de klederen van de Heere Jezus? Wie Zijn klederen kregen waren die ruwe, onverschillige soldaten. Het kleed van Christus werd geschonken aan goddelozen. Die soldaten. Gemeente, u voelt wel aankomen wat ligt daar een onvoorstelbaar rijke Evangelieprediking in. Ook al hebben die soldaten daar niets van begrepen vrees ik, maar hopelijk begrijpen wij het wel.
Zijn beulen krijgen Zijn klederen. Het was een kleed. Het ene kleed. Dat kleed dat Hij borgtochtelijk heeft afgelegd is genoeg om een ontelbare schare te bekleden. Dat was genoeg. Het kleed van gerechtigheid, heiligheid en heerlijkheid. Hij ontkleed opdat wij bekleed zouden worden. Dat ene kleed genoeg.
Een verklaarder schreef het waren vier soldaten, doet denken aan de vier windstreken. Wat allegorisch maar toch een mooie gedachte. Het kleed van Christus wordt wereldwijd aangeboden. Nu is het in het alledaagse zo dat niet iedereen ieder kledingstuk past. Een kind draagt iets anders dan een volwassene. Mannen en vrouwen niet. Armen en rijken. Grote diversiteit, niet iedereen draagt hetzelfde. Niet bij iedereen past hetzelfde kleed.
Maar het kleed van Zijn gerechtigheid past bij iedereen. Of je nou man of vrouw ben, Jood of heiden. Dat past bij iedereen. Zou ik een paar voorbeelden geven? Rachab de hoer werd door het geloof bekleed met de gerechtigheid van Christus. Heel haar hoerenleven was letterlijk en figuurlijk bedekt. Bedekt door de mantel der gerechtigheid alsof ze altijd als maagd had geleefd. Manasse. Een monster van goddeloosheid, als een beest geleefd. Maar door het kleed bekleed alsof hij altijd als een heilige had geleefd. Nog iemand die die mantel kreeg: Nicodemus, die Farizeeër. Wel een les voor hem, eigengerechtigheid moest hij kwijt maar hij kreeg er wel die mantel der gerechtigheid voor terug. Nog een voorbeeld? Paulus. De grootste van al de zondaren. Zelfs voor hem was er nog een mantel die paste. Al ben je de grootste van alle zondaren, dan zeg je dan past die mantel niet, maar ook die past die mantel.
Die mantel past altijd voor iedereen al de eeuwen door. Die mantel past voor allen, zo onderscheiden. Een grote schare die niemand kan tellen Een kind van tien of grijsaard van negentig, dragen niet dezelfde kleding. Nee hè maar dragen dezelfde mantel van Jezus. Je draagt allemaal dezelfde mantel. Het past bij iedereen die vanmorgen als een vuile, arme, naakte zondaar tot Jezus vlucht. Dat is de prediking van Goede Vrijdag dat het kleed van Christus er ook is voor u, voor jou. Terwijl jij veel beter weet dan anderen wat er is aan zonden, onverschilligheid in jou is.
Vanmorgen wordt dat kleed aanbevolen. ‘Ik raad u dat u van Mij koopt goud, beproefd komende uit het vuur, opdat u rijk moogt worden; en witte klederen, opdat u moogt bekleed worden, en de schande uwer naaktheid niet geopenbaard worde’ [Openbaring 3 vers 18]. Opdat u bekleed worden en de schande van u niet geopenbaard worden. Vanmorgen kunt u het krijgen. Het genadekleed van Christus. Wijs het niet af. Die eens op Golgotha Zijn kleed heeft afgelegd. Hij staat vanmorgen voor ons. Ik raad u. Mag Ik u een goede raad geven? Ik raad u dat u koopt.
Tegen wie wordt het gezegd? De mensen van Loadicea. Ze waren niet warm of koud maar lauw. Mijn lauwheid. Ik raad u dat u van Mij koopt goud. Wij zouden zeggen: ze waren totaal ongeschikt. De meest ongeschikte zijn juist het meest geschikt. Zalig die het verstaat. De kanttekening bij Openbaring 3. De gerechtigheid en heiligheid van Christus waarmee onze schande voor God bedekt is.
Kopen. Het is nog makkelijker. Kopen zonder geld en prijs. Krijgen. Je hoeft er niets voor te doen. Alleen maar naar Christus te gaan. In je vodden, in je lompen. Je hart voor Hem uit te storten. Hij staat op de uitkijk. Hij stond gereed en staat vanmorgen gereed met het beste kleed. Dat kleed is niet iets, maar dat kleed is Christus Jezus zelf. Paulus spoort de christenen in Romeinen 13 vers 14 aan, en vanmorgen op deze Goede Vrijdag, doet aan de Heere Jezus Christus. Amen.
Vrijdag 10 april 2020, de Goede Vrijdag – Hersteld Hervormde Kerk Putten [dienst via YouTube uitgezonden vanwege de huidige omstandigheden] – ds. P. den Ouden – Schriftlezing Johannes 19 vers 16-30