De voetwassing door de Heere Jezus Christus in de nacht dat Hij verraden is toont ons wat in Zijn hart is: oneindige liefde. Hij toont met de voetwassing ons het teken dat het gaat om de reiniging van het hart. De les bij de afwijzing van Petrus en daaropvolgend de vraag om geheel te wassen worden is dat er sprake kan zijn van een verkeerde nederigheid: ongelovig blijven vanwege eigen onwaardigheid. In het vervolg leert Christus ons een les om nederig naar elkaar te zijn. Hoe worden we nederig? Door veel bij de Heere Jezus Christus te verkeren.

Johannes 13 vers 3 en 4: ‘[3] Jezus, wetende, dat de Vader Hem alle dingen in de handen gegeven had, en dat Hij van God uitgegaan was, en tot God heenging. [4] Stond op van het avondmaal, en legde Zijn klederen af, en nemende een linnen doek, omgordde Zichzelven‘.

De voetwassing

De Heere Jezus…

  1. Zijn hart;
  2. Zijn teken;
  3. Zijn les;
  4. Zijn opdracht.

1. Zijn hart

Het hart van de Heere Jezus. Wat leeft er in zijn hart? Dat wordt in die geschiedenis vanmiddag heel nadrukkelijk zichtbaar. In Zijn hart leeft oneindige liefde. Vers 1: ‘En voor het feest van het pascha, Jezus wetende, dat Zijn ure gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot den Vader, alzo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, liefgehad had, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde‘.

U weet wel dat in het Johannesevangelie de liefde van God het grote thema is. Niemand heeft zoveel over de liefde van God geschreven voor een verloren wereld als Johannes. Die overbekende tekst: ‘Alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft opdat ieder die in Hem gelooft niet verderve maar het eeuwige leven hebbe‘.

Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden opdat de wereld door Hem veroordeeld zou worden maar om behouden te worden. Als hier staat, dat Hij de de Zijnen liefgehad heeft, ja Hij heeft de wereld lief maar Zijn liefde gaat het meeste uit naar de Zijnen.

Het is de laatste avond van Zijn leven, donderdagavond. Voor de vrijdag. Net voor de maaltijd krijgen de discipelen krijgen ze geweldig ruzie. Volwassen, Godvrezende mannen. Hoe bestaat het, terwijl het Avondmaal klaarstaat. Waarover dan? Wie de meeste van hen was. Dan gaan ze ruzie met elkaar maken. En nog iets te noemen. Nog geen zes uur later: Gethsemané, laten ze Hem allen in de steek.

Deze mensen met wie Hij straks de paasmaaltijd gaat houden. Ze weigeren allemaal de voeten van elkaar te wassen. Ze vertikken het. Als Jezus het gaat doen, dan is er niemand die opspringt en zegt dat kan niet. Ze kijken allemaal toe. Pas bij Petrus als er al een aantal geweest zijn, dan is het Petrus die opspringt.

En Hij doet het. Zulk soort. Die elkaar in de haren vliegen. Zonder een woord, zonder een opmerking. Wat een liefde die dit allemaal wilde verdragen. Wat moet Hij wel diep teleurgesteld geweest zijn. Moet Ik daar Mijn bloed voor storten, voor zulk soort.

O dat hart van Jezus Christus. Wat een zelfverloochenende liefde. Die dat allemaal uit liefde wilde verdragen. Voor zulke wilde Hij sterven. Laten wij vanmorgen veel dat liefdehart overdenken. Zo’n hart met onbegrijpelijke liefde. Zoals Hij toen was is Hij nu nog.

Ootmoed, nederigheid. Hij deed het werk van een slaaf. Werk van de minste van de minsten. Hij die in de hemel was waar de engelen bogen. Hij heeft Zichzelf vernietigd, zegt Filippenzen 2. Alle heerlijkheid afgelegd. Heeft Zich vernederd.

Johannes 13. Begin van Zijn vernedering. Dan gaat die vernedering straks verder. Voor Pilatus en Herodus. Als een crimineel aan het kruis geslagen. Hij verdiende niet langer te leven. En Hij boog vrijwillig. Zo diep wilde Hij vernederd worden. ‘O Heiland wat komt ooit Uw liefde dichtbij, vernederd voor zondaars als wij.’

Lieve mensen, bedenk hoe duur dit doopwater is geweest. Fontein van genade wilde openen. Bedenk hoeveel elke druppel Christus heeft gekost. Toen u en ik werden gedoopt. Het hart van Christus oneindige liefde.

2. Zijn teken

Christus gaf met die voetwassing een teken. In het Jodendom had je allerlei rituele reinigingen. Dat was allemaal symboliek. Het ging niet om die handen en voeten. Heenwijzing. Waarheen? Van de reiniging van het hart, de bron van het leven. Heenwijzing naar die grote reiniging die bij mij moet plaatsvinden. Dat hart van mij zo onrein, zo verdorven.

David. Overspel met Bathseba. Moord op Uria. Wat heeft David zich vuil gevoeld. Onrein gevoeld voor al die zonden. Dat uit mijn hart al die zonden kunnen voortkomen. Ontzondig mij met hysop. Nu gans melaats. Zal rein zijn en genezen. Was mij geheel. Dan zal ik witter wezen dan sneeuw die vers op aarde nederviel.

Zo onrein. Als de Heere in je leven gaat werken, dan ga je zien waar je nooit last van had. Wel gehoord. 1000x. Catechisatie. We preken wel. Maar nu zie ik het. Nu verwonderd. Dan kun je alleen maar verwonderen dat de Heere je niet heeft weggedaan. Dan wordt Psalm 51 je Psalm. Herschep een rein hart.

Lieve mensen, jongeren, houd dit ons bezig? Zit er veel van Psalm 51 in je gebed? Was mij, was mij, is dat je gebed? Het lijden en sterven van Christus Jezus heeft alleen waarde voor mensen die die onreinheid bij zichzelf steeds meer gaan ontdekken. Voor zulke is Hij naar deze wereld gekomen. Als het Lam der wereld dat de zonden wegdraagt.

Een teken. Dat was het tweede punt. Openbaring 1. Daar zingt die verloste schare. Waar zingt die hemelse schare van? Hem die ons gewassen heeft. Daar zal de eeuwigheid de hemel van weergalmen. Die ons gewassen heeft met Zijn dierbaar bloed.

Zoals zo-even bij de doop. Het gaat niet om die paar druppels. Maar wijst heen naar het gewassen worden in Zijn bloed. Daar mogen we zeker van zijn. Catechismus vraag en antwoord 71. Christus heeft ons toegezegd. ‘Waar heeft ons Christus toegezegd, dat Hij ons zo zekerlijk met Zijn bloed en Geest wassen wil, als wij met het Doopwater gewassen worden?, is de vraag. Zo zeker als wij met het Doopwater gewassen worden, zo zeker wil Christus ons met Zijn bloed en Geest wassen. En als antwoord het zendingsbevel en doopopdracht van Mattheüs 28.

De doop is een extra verzekering. Daarom zo belangrijk. Niet uit gewoonte of bijgelovigheid. Waarom is de doop voor u belangrijk, zeg het maar. Waarom denk je vaak aan je doop. Of is de doop niet belangrijk voor je. Ik hoop het niet. Dat het doopverbond heel belangrijk is.

Door de doop krijg ik hoop, moed. Als ik denk aan mezelf moedeloos. Maar als ik denk aan de God van de doop, dan krijg ik hoop en moed. Als je bidt zonder hoop, dan zakt je gebed zo weg. Als je bidt met hoop en moed, dan ga je meer verwachten. Dat Hij Zijn gewilligheid verzekert.

Daarom is het wel goed, hoorde ik van iemand. Je moet die doopkaart niet opbergen maar ophangen in de slaapkamer. Je wordt eraan herinnerd. Wat betekent het mama? Wat betekent het dan? Dat we hoop en moed mogen hebben. Er is een Heere tot je gekomen die je zo zeker wil zalig wil maken. O we moesten meer aan de zegen en troost van de doop denken. Dat zou meer zekerheid geven. En de opvoeding een andere kleur geven.

3. Zijn les

Als de Heere Jezus bij Petrus is aangekomen, dan is het Petrus die weigert. In het Grieks heel nadrukkkelijk: U, bij mij?! U zult mijn voeten wassen in eeuwigheid. Die andere discipelen hebben het laten gebeuren. Maar Petrus wordt ineens wakker. Petrus weigert om gewassen te worden. En op een bepaalde manier kun je er nog waardering voor hebben ook. Want er spreekt wel liefde uit. Er is van alles op aan te merken, daar gaan we het zo over hebben.

En ook iets van onwaardigheid: wie ben ik. Maar toch krijgt Petrus op die goedbedoelde opmerking krijgt hij toch wel een scherp antwoord. Vers 8. Indien Ik u niet wassen zou, dan heb je geen deel aan Mij. Hier zie je dat het om veel meer ging dan alleen maar die voetwassing. Ik zei het al over die reinigingen.

Petrus, als jij je voeten niet laat wassen, dan sta je nu er buiten en straks eeuwig. Het leek heel ootmoedig van Petrus. Maar hij krijgt een scherpe bestraffing. Want behalve een goede nederigheid is er ook een verkeerde nederigheid.

Verkeerd besef van onwaardigheid. Matthew Henry: het is geen nederigheid maar ongeloof om de aanbieding van het Evangelie af te slaan. Alsof ze te kostbaar zou zijn om aangenomen te worden en of te heerlijk om waar te zijn. Dat is geen nederigheid maar ongeloof. Daar moeten we vanmorgen bij stilstaan. Het is een verkeerde nederigheid als wij het Evangelie afwijzen. Dat ben ik niet waardig.

U bent het ook niet waardig, u hebt het niet verdiend. Maar het is al verdiend. Hij doet het niet omdat wij het waard zouden zijn. Maar Hij doet het vanwege zijn eigen genade. Denk wat meer aan Hem en minder aan jezelf. Heere, ik heb het niet verdiend. Hij bestraft Petrus.

Sommige mensen hebben te weinig besef van onwaardigheid maar je kunt er ook in blijven steken. Kijk daarvoor uit. Kijk meer naar Hem. Als je van binnen ziet, zo onmogelijk. Maar Hij heeft het beloofd. Het is trouw wat Hij ooit beval. Het staat op recht en waarheid pal. Hij zal het in eeuwigheid bewaren.

4. Zijn opdracht

Vers 14. Indien dan ik de Heere uw voeten gewassen, zo bent u ook schuldig elkaar de voeten te wassen. Als wij Christus hebben leren kennen in Zijn dienen tot in de dood. Dan wordt er iets van die dienstknechtgestalte zichtbaar in mij. Zou ik dan niet bereid zijn mij voor anderen te vernederen? Als Hij zo zachtmoedig wilde zijn voor mij?

Gemeente, wij denken bij geestelijk leven zo vaak aan alles wat er verteld wordt. En hopelijk kun je er ook over vertellen. Als het leeft komt het er ook uit. Maar een stapje verder: belangrijker dan wat we zeggen, is wat we zijn. In onze dagelijkse handel en wandel. Wordt daarin iets van die dienstknechtgestalte van Christus zichtbaar. Dienen in je gezin. Je man, je vrouw dienen.

Dienen in de omgeving waar de Heere je gezet heeft. Dienen in de gemeente. Of onttrek je aan de gemeente. Ik zit hier alleen om preken te horen en voor de rest bekijken ze het maar. De Heere Jezus zegt: zalig zo u die doet. Vers 17. Zachtmoedig. Nederig. Zelfverloochening.

Een opdracht. Dat is het vierde punt. Hoe zou ik ooit zo worden. Als je ergens jezelf leert kennen. Dit staat wel zo haakt om mijn boze hart. Ook die de Heere kennen. Dit is wel confronterend. Preken aanhoren, dat is mooi. Maar binnen de kortste keren kom je jezelf tegen.

Hoe word je nederig? Veel bij de Heere te verkeren. Steeds weer als een arme zondaar naar Hem te vluchten. Ik word steeds kleiner en schuldiger. Als ik bedenk hoe ik ben, dan zak ik elke dag een streep verder. Elke dag weer nodig gewassen en gereinigd te worden.

Johannes. De schrijver van het Evangelie en eerste zendbrief van Johannes. Indien wij zeggen gemeenschap met Hem te hebben maar in de duisternis wandelen, zo liegen wij en doen de waarheid niet. Dat is gek. Als we zeggen gemeenschap te hebben met Hem maar in de duisternis tot wandelen. Als wij gemeenschap hebben, dan vindt je elkaar. Ootmoed en nederigheid. En het bloed van Jezus Christus reinigt ons van alle zonden.

Amen.

 

Zesde lijdenszondag 3 april 2022 – Triumfatorkerk Hersteld Hervormde Gemeente Katwijk – ds. P. den Ouden – Schriftlezing Johannes 13 vers 1-17 – bediening van het Woord en sacrament van de Heilige Doop