De Heere Jezus Christus wordt door de profeet Jesaja reeds eeuwen voor Zijn komst in deze wereld aangekondigd. De Evangelische Jesaja omschrijft Hem als de lijdende Knecht. Hij was veracht en van mensen niet geacht. Dat werkt tot op de dag van vandaag door: die Hem in ongeloof verwerpen verachten Hem. Voor de gelovige is Hij dierbaar.
Jesaja 53 vers 3: ‘Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen […] Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht’.
Christus veracht
Gemeente, Jesaja 53 is het Oud-Testamentische evangelie van de lijdende Knecht. Je kunt het niet lezen zonder geraakt te worden. We kunnen het nooit genoeg overdenken. Uitgemediteerd over raakt. Er zitten hier mensen in de tachtig en al zo vaak gelezen maar nooit over uitgedacht. Twaalf verzen. Op het gevaar af dat ze ons zo vertrouwd in de oren klinken. Daarom goed om vanavond bij zo’n vers stil te staan. Hij was verwacht en aan het einde nog een keer.
Ik zei al het is iets wat in de tekst herhaald wordt. De nadruk. Vanavond drie punten:
- Christus niet geacht door de wereld;
- Niet geacht door ons;
- Hoe wij Hem wel hebben te achten.
1. Christus niet geacht door de wereld
Christus afgewezen. Bespot. Verworpen. Hij, wie is Hij? De eigen Zoon van God. Die daar op de troon zat en alle engelen zich neerbogen. Hij daar in heiligheid en eer. Hij die alle heerlijkheid bezat, nu op aarde bespot, veracht?! Gaat nu de wereld haar zaligmaker verachten?! Hij was veracht. Het zijn maar een paar woorden. Maar het is toch wel verbijsterend. Dat de wereld zo doet met haar redder en zaligmaker.
Dat begon al bij Zijn geboorte. In de wereld was voor iedereen plaats behalve voor Hem. Geen plaats in de herberg. Voor iedereen een plaats. Dat was de eerste dag. Zijn hele leven was een veracht worden. Johannes 8. Zeggen wij niet dat Gij een samaritaan zijt en een duivel zijt. Dat zeiden ze tegen de Zoon van God, de grofste belediging. Dat zei de wereld tegen zijn zaligmaker. Een andere keer: ziedaar een vraat, wijnzuiper. Je ziet wel met wie Hij omgaat. Waarom ging Nikodemus in de nacht? […]
Hij was veracht. En dat spitste toe wel toe aan het einde van Zijn leven. Toen verhevigde zich dat als het ware. Barabbas of de zaligmaker. Geef maar een moordenaar. Spogen. Sloegen met vuisten. Kinnebakslagen. Profeet ons Christus wie heeft ons geslagen. Dat verachten ging door tot aan het kruis. Anderen heeft Hij verlost. Zelfs toen Hij gestorven was ging dat verachten nog door. Naar Pilatus, wij zijn indachtig dat deze verleider, oplichter, uit de doden zou opstaan. Blasfemisch. Te vreselijk om te zeggen. Het staat in de Bijbel.
Gaat de wereld zo om met God?! En zij hebben Hem niet geacht. U ziet het dat het er niet staat. Niet zij, maar wij. Slaat dat niet over. Wat je net hoorde, gruwelijk, dat hebben anderen gedaan maar ik ook. Christus niet de moeite waard om met Hem bezig te houden. Gemeente, wat is Christus ons waard? Wat is Hij mij ons elke dag waard? Zal ik het aan je Bijbel vragen? Wat antwoord zou je Bijbel geven. Wat is Christus is dat meisje, die jongen, man, vrouw waard. Die binnenkamer vragen. Wat is Hij je waard? Een offer. Je liefde. Of ten diepste niets waard. Want het is scherp gemeente, geen middenweg. Het is alles of niets.
Net als in een huwelijk. Je kunt niet voor tachtig procent van elkaar houden, ook geen 95%. Ik ken iemand die Hem alles waard was. Ja gewis. Ik acht alle dingen schade gerekend en drek. Opdat ik Hem moge gewinne. Dat was Paulus, Hem alles geworden. Gemeente, wat houdt Jesaja 53 ons een spiegel voor. En wij hebben Hem niet geacht. Ik denk bijvoorbeeld aan die koninklijke bruiloft. Niet zomaar een feest maar van die grote koning. Wat een eer. En zij wilden niet komen. Geen behoefte. En dan worden ze nog een keer uitgenodigd, die koning laat het er niet bij zitten. Maar zij dat niet achtende. Ja wat niet? Dat feest. Die koning. De een naar de akker.
2. Niet geacht door ons
Dat gaat over mij. Zo gaat in om met de uitnodigingen van het Evangelie? En met de Christus van het Evangelie? En wij hebben Hem niet geacht. Een verjaardag, een wedstrijd, een hobby. Christus, laat maar, komt niet uit. Het is een aangrijpende werkelijkheid. Het is te erg om te zeggen. Op de bodem van ons hart ligt een afkeer van Christus. Met al onze kerkelijke camouflage. Wij hebben Hem niet geacht. Diep weggestopt is dit de werkelijkheid. Het bedenken des vleses is vijandschap tegen God.
Ik wil ze het ook niet geloven. Er is zat op mij aan te merken. Zo erg is het bij mij toch niet of wel?! Zet u hier uw handtekening onder, val je voor deze aangrijpende waarheid. Er kunnen in ons leven allerlei zonden zijn. De een zit met dit, de ander met dat. Er kunnen in ons leven ernstige zonden zijn. Zonden waar je geweten spreekt. Maar weet je wat de ergste zonden is? De zonde van Jesaja 53 vers 3. Hem afwijst, Hem niet de moeite waard vindt. Gemeente, is nou Jesaja 53 vers 3 nou de grootste zonde van je leven geworden? Dat Christus die mij zo vaak werd aangeboden verachtte. Hem die mij zo vaak uitnodigde en ik liet Hem praten. Een schotel linzenmoes liever dan Zijn rijke genadebeloften.
In het Evangelie lees je van die soldaten die Hem in het gezicht hebben gespuugd. Hebben ze jou weleens in het gezicht gespuugd? Maar Hem beledigd in het gezicht. Sloegen in het gezicht. Maar nog meer pijn doet het als ik Hem veracht. Ze hebben Zijn hart met een speer doorstoken. Ik doe eigenlijk hetzelfde als ik Hem afwijs. Ze zullen Mij aangeschouwen die ze doorstoken hebben, en kermen en bitter rouw klagen over een eniggeborene zoon. Als daar je ogen voor opengaan, steeds bitter rouwklagen. Steeds Christus afgewezen in koud ongeloof. Toen Petrus naar buiten ging, weende hij bitterlijk. Als hier je hart nog niet onder gebroken is, wanneer dan wel?
Als de Heilige Geest gaat overtuigen van zonde. Johannes 16. Er zijn tienduizend zonden waar Hij mij van kan overtuigen. Maar geen tienduizend maar wat? Dat zij in Mij niet geloofd hebben. Overtuigen van Jesaja 53. Omdat zij Hem veracht hebben.
Het is een verschrikkelijke werkelijkheid, maar geldt toch niet voor iedereen. Nog niet zover Paulus.
Petrus zegt toch u die gelooft is Hij dierbaar. Waar geloof komt, daar wordt Christus dierbaar. Een hartelijke liefde. Mijn liefde is zijn en ik ben zijn. Maar die Hem het meest dierbaar zijn, die zeggen zo weinig. Oneindig meer en hoog. Wat acht ik U toch vaak veel te weinig.
Ik moest denken aan Whitefield die tienduizenden tot zegen is geweest. Brief aan een vriend: op die grote dag zullen alle dingen geopend worden. Wat zal ik beschaamd staan dat ik Hem zo weinig hebben vergolden. O mijn hart breek breek omdat ik Hem zo weinig acht. Kind van God, Whitefield die zo met God wandelde. Zie op Hem en heb Hem lief. Die ik zo weinig acht. Uw God nochtans. Met Gods hulp zal ik nu beginnen Hem lief te hebben. Wie ik voor Hem te zijn, dan schiet ik wel zo hopeloos te kort. Deze grote in het Koninkrijk der hemelen. Kon ik Hem maar meer achten. Meer aankleven.
Niet alleen bij Whitefield. In de jaren heel wat levensbeschrijvingen van mannen en vrouwen gelezen. O wat acht ik Hem weinig. En daarbij: David, die ene vuile zondelust meer achten dan de gemeenschap met zijn God. Paulus. Waarom ik ellendig mens? Omdat in Hem zo weinig acht. Die oude mens die Hem telkens hindert om Hem ten volle te achten.
3. Hoe wij Hem hebben te achten
Hoe kunnen wij Hem wel achten? Ik wil zo niet verder. Hoe kan ik Hem wel achten? Ik zal zes dingen noemen. Allereerst, dat gaat echt voorop. Door gelovig van Hem gebruik te maken. Door Hem te geloven. De grote belediging is ongeloof. De meeste eer is door in Hem te geloven. Door Hem niet geloven beledigen wij Hem het meest. 1 Johannes 5. Wie in Hem niet gelooft, heeft Hem tot een leugenaar gemaakt. Johannes 3 vers 33. Die Zijn getuigenis aangenomen heeft. Zo achten wij Hem. Door zijn geloof betuigt en bevestigt Hij dat Zijn beloften waar zijn en God waar is. We achten Hem het meest door Zijn beloften te geloven.
Het tweede. Door de gemeenschap met Hem te zoeken. Als we geen belang hebben om de gemeenschap met Hem te hebben, dan verachten wij Hem. Als het je vreugde is. Dan verlang je Hem te zoeken. Asaf. Wie heb ik nemens U? Niets anders te vergelijken met God. Het is mijn goed mijn zaligst lot nabij te wezen bij mijn God. Zeg je het Asaf na? Zal ik wat lager inzetten: zijn er momenten dat je zegt, Asaf, dat is mijn hart. Waren er maar meer. Geef mij meer van dat leven. U meer achten en meer begeren en mij meer in U verheugen.
Als we die gemeenschap voor ons zo alles geworden is, dan zullen we ook die middelen begeren. Altijd via de middelen. Het eerste is in die omgang met Zijn Woord. Omgang zonder het Woord kan niet. Ik ben vrolijker over Uw toezegging dan een die een buit vindt. Als we moeten kiezen tussen een pot goudstukken en de Bijbel, geef mij die Bijbel maar.
Het gebed. Als het gebed een behoefte is, dan achten we de Heere. In de kerk. Een ding dat ik alle dagen in het huis van de Heere ben. Ik heb ook weleens mijn zorgen over deze lieve gemeente. Thuis gaat ook best na corona. Nee, gaat niet best. Als mensen makkelijk thuisblijven is een heel slecht teken. Zo scherp is het. Dan sta je schuldig aan Jesaja 53 vers 3. Je trekt er niet eens de schoenen voor aan.
Het vierde. Waardoor kunnen wij Hem nog meer achten? Een heilig leven te leven. Johannes 15 vers 8. Hierin is Mijn Vader verheerlijkt. Dat wij veel vrucht dragen. In een geheiligd wordt God grootgemaakt. Hem welbehaaglijk te zijn.
Het vijfde. Hoe achten wij Hem nog meer? Door Hem vrijmoedig te belijden. Als wij Christus niet achten, zullen we al gauw ervoor weglopen om Hem te belijden. Schamen. Lukas 9 vers 26. Want zo wie zich om Mij en Mijn woorden geschaamd zal hebben, kijk uit. Als wij ons voor Hem schamen, dan verachten wij Hem. Paulus ik schaam mij niet.
Vanmiddag lazen we boek Gods smokkelaar, Anne van der Bijl. Hongarije. Professor daar. Die ondergrondse opgezocht. Maar dit heeft hem wel wat gekost. Baan gekost. Professor voorrechten en huis. In een keer onderaan de ladder. Maar alles voor over. Paulus zegt ik schaam mij er niet voor. Hebreeën 10: werp dan uw vrijmoedigheid niet weg die een grote beloning teweegbrengt. Als Gods iets van die vrijmoedigheid geeft. Die professor nooit meer professor geworden denk ik.
Het zesde, het laatste. Dat in onze dagelijkse handel en wandel Zijn Naam door ons niet onteerd worden. 1 Timotheüs. Dienstknechten je heer alle eer toebrengen. Ook al is het een tiran. Ik en mijn gedrag. Opdat niet God en eer niet gelasterd worden. O gemeente, laten we Christus achten. Allereerst door Hem te geloven. De Heere beware ons ervoor dat we niet op die weg van Jesaja 53 vers 3 verder gaan.
Hoe kan het dan? Hem te achten, te eren. Niet allereerst door het te doen. Maar door dicht bij Hem te leven. Vader, Ik heb U verheerlijkt op de aarde. Is er maar een geweest. Ik heb voleindigd het werk dat U Mij gegeven hebt om te doen. Als wij dichter bij Hem mogen leven, dan zullen wij zijn beeld meer gelijkvormig worden. Om dan straks boven te doen waar ik nu nog zo schromelijk tekort in schiet dan daar Hem volmaakt te eren.
Amen.
Vijfde lijdenszondag 19 maart 2023 – Triumfatorkerk Hersteld Hervormde Gemeente Katwijk-upon-Sea – ds. P. den Ouden – Schriftlezing Jesaja 53