De wet van God is een liefdewet. Het gaat niet zozeer om het houden van geboden maar om de persoonlijke relatie. God liefhebben met heel je hart, met heel je ziel, met al je krachten en je naaste als jezelf. Het bepaalt ons bij de kennis van onze ellende. Is dat al nood geworden dat we er de toevlucht mee nemen tot God? Waar dan heen? Tot U alleen. Het is het bloed van Christus dat een volkomen verzoening is tegen de zonden. Die fontein is op Golgotha geopend tegen de zonden en de onreinheid. 

Lukas 15 vers 17: ‘En tot zichzelven gekomen zijnde, zeide hij: Hoe vele huurlingen mijns vaders hebben overvloed van brood, en ik verga van honger!‘.

Gemeente, een tijdje geleden alweer een begin gemaakt met de Catechismus. Hoeveel stukken nu nodig om getroost te leven en zalig te sterven. Ten eerste: hoe groot mijn zonden en ellende zijn. Ten andere: hoe ik van al mijn zonden verlost worde. En ten derde: hoe ik Gode voor zulke verlossing zal dankbaar zijn.

Vanavond maken we een begin met het eerste hoofdstuk. De kennis van onze nood. Om verlost te worden is het nodig dat ik een diepe en grondige kenners heb van mijn nood. Waarom? Om de eenvoudige reden dat als mij nood mij bezighoudt, dan zal mijn redding mij ook niet bezighouden. Onlosmakelijk verbonden.

Het gebeurt soms dat iemand zeer ernstig ziek is. Ziekte die we amper durven uitspreken. Maar niks in de gaten. Soms horen we het. En de dokter zegt dan niks meer te kunnen doen. En zo is het met ons. Nooit naar die grote Geneesheer te gaan. Wat moet ik doen om zalig te worden?

Als je je nood niets doet, zal het Evangelie je ten diepste niks zeggen.z  de heerlijkste beloften. Ik ben geen heiden. Ga naar de kerk en bid. En verder niks. Waar zal ik mij verder druk om maken? De Heere Jezus in Lukas 5:31, die gezond zijn hebben de medicijnmeester niet nodig maar die ziek zijn. Tegen wie zei Hij het? De Schriftgeleerden en Farizeeën. Ze hadden geen dokter nodig. Denk je dat ze piekeren hoe wordt mijn ziel gered? Alles was diep in orde dachten ze. Waarom zou ik een Zaligmaker nodig hebben, dachten de Farizeeën.

Probleem van de Farizeeërs? Nooit zondaars geworden voor God. De kenden hun ellende niet. Daarom Christus afwezen. Ze hadden Hem niet nodig. Laat ik vanavond duidelijk zijn: kennis van onze ellende is geen voorwaarde. Het is niet zo dat je heel veel berouw moet hebben om tot de Heere Jezus te komen. Wie dorst heeft kome. Jesaja zelfs: stijven van hart. Zo koppig te zijn.

Kom nou zonder uitstel tot Mij. Dus die kennis is geen voorwaarde om bij Hem welkom te zijn. Tegelijk zeg ik erbij: de praktijk wijst uit dat als de nood niet gezien wordt, dan de redding ook niet. Geen voorwaarde, wel nodig. Hoeveel zondekennis dat je niet meer bij Christus vandaan kan blijven, zegt Brakel.

We hebben een groot gebrek aan wezenlijke zondekennis. Ik sluit mezelf in. Wat zou het een zegen zijn meer verbroken van hart en verslagen van Geest te zijn. Wij zijn Gods wet kwijtgeraakt. En als er geen wet is, is er geen zondekennis. Samenleving verziekt met subjectivisme en relativisme. Alles subjectief. Maar net hoe je het bekijkt. God niet meer de norm en Zijn gebod. Ik maak uit wat goed en kwaad is. Niet uit de geboden van God. Heel relatief.

Daarom heerst er in ons land een afkeer van God en Zijn wet. Moderne mens allergisch voor als dat een ander mij voorschrijft wat ik moet doen. Allergisch voor regels en geboden. Tegenhoudt om mijzelf te kunnen zijn.

Debat in de Tweede Kamer over de Gomarus. Je merkt de haat. Die geboden van God moeten weg uit ons land. Allergisch voor de wet van God want die verhinderen mij mijzelf te zijn. Daarom moeten de weg uit de samenleving, kerk. Wij zullen het hier in de kerk niet zeggen weg met Gods gebod.

Ongemerkt in werk in de wereld. Toch door beïnvloed. Begrip voor de situatie. Maar. Iemand heeft er toch niet om gevraagd dat hij zo is. Iedereen wil toch gelukkig worden. Dat mag je toch niet beperken. Zelfs Reformatorische christenen. Gods wet is gericht op geluk. Dan gelukkig en bij niet houden ongelukkig. Wij hebben een andere opvatting over geluk.

Ik het uitgangspunt. Kohlbrugge zei het zo vaak in zijn preken. Gods wet moet blijven staan. Waar is de wet van God in mijn leven? Is die wet van God in mijn leven niet veel meer zoek geraakt dan ik in de gaten heb met mijn nette kerkelijke leven. Ongemerkt is die wet van God veel meer naar de achtergrond geraakt dan ik in de gaten heb.

Weinig zondekennis, weinig behoefte aan Christus. Zit allemaal aan elkaar vast. De oude, trouwe Catechismus. Houd vast aan de Catechismus omdat die Bijbels is. Wat bij ons zo naar de achtergrond geraakt. Wat eist de wet van God van ons?

U zult liefhebben de Heere uw God met geheel uw verstand, kracht en naasten als uzelf. Geen afgoden hebben. Zondag heiligen. Niet vloeken, liegen, stelen, geen overspel plegen. Als je die wet zo heel letterlijk nemen zoals de Farizeeërs, dan valt het met die wet van God best wel mee met mijn leven. Geen afgodsbeeld in de pastorie. Probeer de zondag te houden, laat ik het maar voorzichtig zeggen.

Maar vraag vier stoot door naar de kern. Gods wet heeft in de eerste plaats niet te maken met dat je dit dit dit doet. Maar heb je Mij lief? Het gaat niet om gedrag, om moralisme. Maar om een relatie: heb je God lief? We moeten niet in de kerk de wet zien als dit en dat doen. Maar de relatie: heb ik God lief? Want al zou ik al die regels en dat deden die Farizeeërs maar zonder liefde, maar die liefde is cruciaal.

Dan wil ik geen afgod meer hebben omdat Hij alles voor mij is. Dan wil ik Zijn dag heiligen omdat ik Hem lief heb. Niet liegen en stelen en overspel. Om Hem blij te maken. Hoeveel ik van Hem houd. God wil niet gediend worden zoals een slaaf zijn heer doet.

Waarom doet een slaaf dat? Omdat die slaaf zoveel van zijn heer houdt?! Aha. Niet uit liefde maar uit angst voor straf. God wil niet dat wij Hem dienen als slaven, anders loopt het verkeerd met mij af. Zoals een bruid haar man lief heeft. Het gaat om de liefde. U zult liefhebben de Heere uw God.

Romeinen 13 vers 10: de liefde is de vervulling van de wet. Hoe ziet die liefde eruit? Lat wel hoog gelegd. Niet 90%, en 10% voor iets anders besteden besteden. Nee het hele hart. Zo’n is het ook met een jongen en een meisje. Zij wil dat hele hart of niks. Liefde kun je niet voor zoveel procent. Geheel uw hart, geheel uw ziel. Niet een gedeelde ziel.

Een jongen die gelijk naar een ander meisje kijkt. Dat kan niet. Geheel uw ziel. Geheel uw verstand, uw kracht. Als dat er niet had gestaan, dan was het misschien nog wel te doen. De Heere vraagt alles. Geheel uw kracht. Zonder daar ook maar een moment in te verslappen.

Wat is liefde? Niks zo blij ben als bij die ene. De rest het aankijken niet waard. Dat is liefhebben. Heere liefhebben met geheel je hart, verstand, kracht. En je naaste op dezelfde wijze. Geheel. Waaruit kent u uw ellende? Uit de wet van God. Die wet, die liefdewet, die mij laat zien hoe ik behoor te zijn. Als ik deze hoge, volmaakte vorm, daar mijn leven naast leg, dan ga je zien hoe onzegbaar groot mijn zonden en ellenden zijn.

Hoe ik ben tegenover God heel mijn leven dat achter mij ligt. Wat betekent God voor mij? Stel je voor dat God niet bestond? Mag ik als dominee eigenlijk niet zeggen. Zou je dan veel missen? Wat betekent God voor mij? Als God eigenlijk niet betekent, dode vorm, wat franje, geen behoefte om terug te keren. Die verloren had geen enkele behoefte aan zijn vader. Liever varken dan zijn vader. Tot het fout ging. Liever een varken dan mijn vader. Gaat over een mens, over ons.

Jongeren, je hebt je vrienden en je vriendinnen, best zo. Maar waar is God in je leven? En ouderen? We hebben het druk. Waar is God in je leven? God komt vanavond met Zijn wet en ons opeisen. Geheel je kracht, geheel je verstand. Waarom die hoge, ontdekkende norm. Waarom? Omdat wij net als die verloren zoon tot zichzelf was gekomen. Hij ging nadenken. Kern van de gelijkenis zou je kunnen zeggen.

Als hij niet tot zichzelf was gekomen, was hij nooit tot God gekomen. Dat wij wakker worden, blinde ogen open gaan. Dat je gaat zien hoe je werkelijk bent. Zoals God gaat zien. Goddeloos: heel letterlijk. Wij denken aan bier, zuipen en vrouwen en weet ik wat. Goddeloos: leeg van God.

Leeg van alles. Dag in dag uit gaat dat maar bij mij door. Ben ik een Vader, zegt de Heere, waar is Mijn eer? Ben ik een Heer, waar is Mijn vreze. Ik gaf je verstand maar je gebruikte het niet om mij te dienen maar om je carrière te dienen. De wereld te dienen, de zonden te dienen. Waar gebruik ik mijn krachten al niet voor, maar niet voor God. Ik gaf je tijd, wat heb je met Mijn tijd gedaan? Tien, dertig, vijftig, zeventig. Wat heb je met mijn tijd gedaan, dag in dag uit. Met je tijd, verstand, met je alles.

Lieve mensen dan krijg je heel je leven terug in het felle licht van Gods wet. Ga je nu die dichter begrijpen: ga niet in het gericht met Uw knecht, want niemand die leeft zal voor Uw aangezicht rechtvaardig zijn. Kom vanavond nog tot jezelf. Zie hoe groot je zonde is, je schuld is, oneindig, oneindig. Kunt u dit alles volkomen houden? Vraag 5, het antwoord te erg om voor te lezen.

Vraag 5. Toch lezen. Nee ik. Want ik ben van nature geneigd God en mijn naaste te haten. Niet neiging. Zoals een bocht in een rivier die zich altijd neigt. Stroom, richting in het leven. God en mijn naaste te haten. Zou dat echt waar zijn? Morgen collega. Gisteren in de kerk geweest. Waar ging het over, met een lach op het gezicht. Waar ging het over? Dat wij God haten. Je durft het misschien niet eens te zeggen, ik ook. Zou het echt zo zijn? De Catechismus toen in 1500.

De Catechismus doet niet anders dan Gods Woord naspreken. Romeinen 1 vers 30. Onverstandigen, zonder natuurlijke liefde, haters van God. Het staat werkelijk eerlijk in de Bijbel. Het is niet een of andere zware kerk of doorgedraaide christen, het is eerlijk wat Gods Woord zegt. Wie het niet geloofd, heeft Gods Woord losgelaten. Wat moet ik ermee? Ik een hater van God.

Ik moet er iets meer over zeggen. Heel bewust een hekel hebben, diepe afkeer. Het wil hier niet zeggen een diepe afkeer van God. Kanttekening van God haten, dat wij liefhebben wat God haat en haten hetgeen God gebiedt. Dus niet direct heel moedwillig maar wel in hoe Hij Zich bekendmaakt. Liefhebben wat God haat en haten wat God gebiedt. Ware gezicht achter mijn nette burgerlijke master. Eigenlijk leef ik voor mezelf. Daar offer ik God en iedereen aan op. Want ik ga voor mezelf.

Kunt u dit alles volkomen houden? Niet houd je je netjes aan de regels? Nee, heb je God lief? Nee, dit is onbereikbaar. Deze norm te halen. Ik hoop dat deze aangrijpende woorden dezelfde uitwerking hebben als toen op  de Pinksterdag. Mannenbroeders, wat moeten wij doen om zalig te worden? Verslagen van hart. Zo naar huis. Het weekend gehad. Ja was het goed? Ja en fijn. Wat moet ik doen om zalig te worden? Dan was het een goed weekend. Paulus, de stokbewaarder.

Onze nood, onze schuld. God zij dank hoef ik daar niet in de eindigen. Het is nodig en zegenrijk als wij de kwaal van mij hart grondig kennen. Een oppervlakkige zondekennis is de reden dat vele kerkmensen verloren gaan. Kijk ervoor uit.

Bunyan: halve zondekennis is halve Christuskennis. Kan eigenlijk niet. Juist waar het diepst wordt gepeild, daar de kracht van Christus bloed tot verzoening. Als mijn schuld groot is, heb ik een grote Zaligmaker nodig. Wat voor heb je nodig? Een grote of een kleine? Wat wordt de Middelaar dan groot en heerlijk. Want waar de zonde overvloedig geworden in de wet, daar is de genade nog veel overvloediger.

Geloofsbelijdenis: hart oneindige fontein waaruit zonden opwelt. Er is een grotere fontein. Van dierbaar bloed. Te dien dage zal een fontein geopend worden tegen de zonden en onreinheid. Tegen hier, het hart. Wanneer is die fontein geopend? Op Golgotha. Die speer. Water en bloed. Dat verzoenende bloed.

Als je vanavond een streepje van die nood gezien, Heere waar dan heen? Ik hoop dat de nood zo groot. Tot U alleen. Gij zult ons niet verstoten. Uw eigen Zoon, heeft tot Uw troon, de weg ons weer ontsloten. Ja, Amen, ja, op Golgotha, stierf Hij voor onze zonde. Zijn schuldloos bloed, maakt alles goed en reinigt ons van zonde.

O vlucht dan vanavond nog tot Christus. Zoals bij een dokter. Ga je niet alles vertellen wat goed is. Maar wat er niet deugt. Juist in die weg genezing. Doet dat elke dag weer. Steeds weer, elke keer. Vanavond als een zondaar, ook de eerste keer. Tot de laatste snik. Komt dan maar. Wat zijn ware christenen?

NGB artikel 29, signalement van een ware christen. ‘Nemende gestadiglijk hun toevlucht tot het bloed, den dood, het lijden en de gehoorzaamheid van den Heere Jezus, in Denwelken zij vergeving hunner zonden hebben, door het geloof in Hem’. Gestadig de toevlucht nemen tot Hem. Ik hoop dat wij zulke christenen zijn. Nu, en straks en altijd. Gestadig de toevlucht nemen.

Amen.

 

Zondag 3 oktober 2021 – Triumfatorkerk Hersteld Hervormde Gemeente Katwijk – ds. P. den Ouden – Schriftlezing Lukas 15 vers 11-24