De vraag uit de Heidelbergse Catechismus komt tot ons over ons nut van de hemelvaart van Christus? Hij heeft Zijn leven gegeven, is gekruisigd en uit de doden opgestaan. En Hij is ten hemel opgevaren en is daar als dé Hogepriester het heiligdom eenmaal binnengegaan met Zijn bloed. Hij zit thans aan de rechterhand van de Vader en bidt voor de Zijnen. En zo zeker als dat Hij, het hoofd, boven is, zo zeker zullen alle leden van het lichaam volgen. Wie in het geloof aan Hem verbonden is, zal eenmaal na als Hij voor eeuwig thuiskomen.
Kolossenzen 3 vers 1: ‘Indien u dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechter hand Gods’.
Ons nut van Christus’ hemelvaart
Gemeente, we staan vanavond stil bij de Hemelvaart van onze Heere Jezus Christus en wat dat ons te zeggen. Wat voor nut, troost, zegen. Zo moeten we altijd de Bijbel lezen. De Bijbel lezen met vragen. Wat is hier voor mij te vinden aan onderwijs, troost, waarschuwing. Wat voor nut? Zo ook de Catechismus een troostboek voor de praktijk van het leven.
Zo ook vanavond wat voor troost. Als ik u zou vragen, jongeren, wat voor nut is erin te vinden dat de Heere Jezus naar de hemel is gevaren? Wat voor nut. De Heere Jezus is thuisgekomen, dat weten we. Maar wat voor troost? Mooi dat Hij thuisgekomen, maar wat voor troost? Hemelvaart dat is een feit. Maar wat betekent het? Wat een voorrecht dat we die catechismus hebben.
Beginnen maar bij die eerste vraag. Feiten. Vers 46. Na Zijn opstanding nog veertig dagen bij Zijn jongeren gebleven. Werkelijkheid van Zijn opstanding te overtuigen. En ook nog onderwijs. Maar na kruisiging eigenlijk Zijn werk af, het is volbracht klonk. Was maar even en toen nam Hij hen mee naar Olijfberg. Wolk nam Hem weg van hun ogen.
Hebreeën gaat een stapje verder. Opvallend besteedt veel aandacht aan de hemelvaart van de Hogepriester. Vergelijking met grote verzoendag. Nou komt het, was hij er dan mee klaar? Heel plechtig, volk stond te kijken. Offer gebracht, dan klaar? Nee, zegt Hebreeënbrief. Hoe belangrijk dat offer was, daar doen we niets aan af. Wat deed de hogepriester dan? Ging naar huis?! Nee gelukkig niet.
Schaal. Achter het voorhangel. Een keer per jaar. Mocht niemand komen. Sprenkelde dat bloed daar op verzoendeksel. Wat betekent dat? Bracht het volk, droeg hij op zijn hart. En bracht het bloed. Stel je voor offer gebracht maar geen bloed. Dan had het voor dat volk geen zegen.
Daar in het heiligdom daar gebeurde het belangrijke. En daar in dat heilige der heiligen dat bidden om verzoening. Zo gaat Hebreeënbrief die lijn trekken. Binnen in het heiligdom. Op Golgotha bracht Hij dat offer. En dan Hemelvaart. Ging het heiligdom in.
Hebreeën 9 vers 11 en 12. Dat is Hemelvaart. Eenmaal ingegaan in het heiligdom. Een eeuwige verlossing teweeg gebracht hebbende. Dat is hemelvaart. Zoals die oud-testamentische hogepriester, zo Christus Hogepriester van het Nieuwe-Testament. Hebreeën 9 vers 24. Heiligdom niet met handen gemaakt. Maar in de hemel zelf. Om nu te verschijnen voor het aangezicht van God. En dan die twee laatste woorden voor ons. Als die laatste twee woorden niet stonden waren we verloren en in die woorden 0,0% troost.
Het was niet genoeg dat Christus alleen aan het kruis stierf, ik zeg het met alle eerbied. Romeinen 8. Christus die gestorven is. Wat meer is. Romeinen 8 vers 34. Die ook gestorven is, opgewekt is, aan de rechterhand van God de Vader zit en die ook voor ons bidt. Hij komt thuis om de grote Voorbidder te zijn.
Christus is priesterlijk de hemel binnengegaan. Ons ten goede. Straks in vraag 49 ga ik er op in, wordt het als het ware uitgepakt. Totdat Hij wederkomt om te oordelen de levenden en de doden.
De tijd dat Christus in de hemel zit tussen hemelvaart en wederkomst, interimtijd. Heeft iets van voorlopigs in zich.
Ik ben thuis en mijn kerk op aarde ziet het maar. Nee natuurlijk niet. Om als het ware voorbereidingen te treffen. Dat de wereld wordt verlost uit zijn zuchten en lijden. Wij verwachten een nieuwe hemel en aarde. In den beginne schiep God de aarde, dat weten we. Wat was het mooie? Zo verbonden. Hemel en aarde een. Door de zonde kwam die scheiding. Maar straks weer samen hemel en aarde.
Hemelvaart kun je zeggen dat is het begin van het herstel tussen hemel en aarde. Christus heeft al iets van die schepping in de hemel. Lichamelijk met vlees en bloed. Kun je niet voorstellen. Klein stukje is er al. Hemel en aarde bij elkaar. Die hele schepping die zucht en kreunt wachten daarop. Christus al het voorspel. Openbaring herstel van die harmonie. Hij toonde mij een grote stad, nederdalende uit de hemel. En dan komt het. De tabernakel Gods is bij de mensen. Zie je. En Hij zal bij hen wonen. Zij zullen Zijn volk zijn. God zal bij hen zijn en hun God zijn. Onderpand dat straks alles hersteld zou worden.
Vraag 47. Moet ik daaruit afleiden Hij is niet meer bij ons? Of wel? Is dan Christus niet bij ons? Voordat we verdergaan, breek ik die vraag even af? Wil je dat Hij bij je is? Verlang je daarnaar? Kijk als je dat helemaal niet boeit, wat heeft dan verder het antwoord voor zin? Kijk je daarnaar uit? Of kunnen wij rustig zonder Christus leven? Gaan netjes twee keer naar de kerk en nog wat christelijk maar dat is het. O als ik zonder Christus moet zijn, dat is het ergste wat ik kan bedenken.
Als Christus er niet is, dan is alles donker. Dan is alles leeg wat ik ook allemaal kan hebben en wat ik al niet kan bedenken. Haast U tot mij. Dat ik mijn hart voor U uit mag storten. Philpot: een glimlach van God opvangen. Heeft die het weleens over. Wat bedoelt hij ermee? Dan mogen ze iets van Zijn genade, troostrijke nabijheid ervaren.
Een woord van de levende God wat Hij diep laat neerzinken in de ziel, een kleine glimlach van Zijn aangezicht. Als Hij een woord in je ziel laat neerzinken, dat is leven. Heb je het weleens meegemaakt? Herken je het? Het is geen dagelijkse kost, dat zal waar zijn. Diep laat neerzinken in je ziel. Nabij, nabij. Dan hoef je het niet te vragen. Dan raakt als het ware even de hemel de aarde. Zo wonderlijk dat je hart eronder breekt.
Maar naar Zijn Godheid, genade, Majesteit en Geest wijkt Hij nimmer van ons. Dat mag vanavond de meest arme, moedeloze zondaar geloven die niet meer zonder Christus kan. Als dat geen troost is hè, kunt u een rijkere troost bedenken?! Wat wou je nog meer wijkt Hij nimmer van ons.
Iemand die bergen schuld heeft en leert meer en meer de grootste van de zondaren te zijn. En goed kan voorstellen als de Heere mij zou loslaten. Ik kan het elke dag alleen maar bederven en bederven en bederven. O Heere blijf bij mij, want zonder U is het sterven.
Voorbeeld? David. Zonde Bathseba, Uria. Verdiend als de Heere van Hem zou wijken. Verwerp mij van Uw aangezicht toch niet. O Heere u blijft toch bij mij?! Ik heb het wel verdiend. Zeg maar welke straf, ik heb alles verdiend. Laat Uw Heilige Geest niet van mij wijken. Kun je nog iets ergers bedenken? Heere, blijf bij mij. Bid je het ook weleens?
Die Emmausgangers hadden maar een gebed. Blijf bij mij. Konden niet zonder Christus. Waarom kijkt u zo droevig? Ja vond u het vreemd.
Ze moesten het belijden, Heere ik ben zo onverstandig, zo hopeloos traag van hart. Misschien moet u dat ook belijden. O alles wat je kunt aanmerken. Maar een ding toch jaloers. Ze konden niet zonder Christus. Blijf bij ons. Avond gekomen. En zij dwongen Hem.
Is ons bidden ook iets van dat heilig eerbiedig dwingen. Of ben je met vier woorden klaar? Heere vergeef mij zonden. Of zit er iets van dat aanhouden?
Ik las iets over iemand in Engeland. Op een gegeven moment. Ja verder. Stond bij de deur. Moest die terug. En nog een keer. En nog een keer. Die man had niets te dwingen en toch deed Hij het. Nood en verlangen, door elkaar.
Hij heeft het gedaan. Kwam binnen. Schiet mij ineens te binnen. Johannes 4. Sichem. Ze baden Hem blijf bij ons. Drie volle dagen bleef Hij bij hen. Dan vervult Hij die belofte: ziet Ik ben met u alle dagen. Van al diegenen die Hem niet meer los kunnen laten. Wat een wonder. Terwijl ze Hem alle reden hebben gegeven om te gaan, Hij deed dat niet.
Zaccheüs, Ik moet in uw huis blijven. Wat moet dat zalig zijn. Als je niet tevreden bent met een kort bezoek. Verwerp mij van Uw aangezicht toch niet. Ai laat van mij Uw Heilige Geest niet wijken. Rechte spoor mij leiden. Die mijn zwakheid. Geef mijn gemoed de blijdschap weer. Doe op Uw heil mij hopen.
Vraag 48 sla ik over, is meer een theologenvraag. Meer bij vraag 49 stilstaan. Ons ten goede. Drie vertroostingen. Elk van die drie een hele preek kunnen houden. Allereerst dat Hij in de hemel voor het aangezicht van Zijn Vader onze Voorspreker is. Om onze Voorbidder te zijn.
Want hoe zou de Heere ons zondaren ooit kunnen verhoren? Dat is toch niet vanzelfsprekend dat Hij mij kan verhoren. Zondaren die niets verdienen. Als ik neerkniel, kniel ik neer als een rechteloze. Zou je het nooit vergeten? Alleen te klagen over jezelf. Ik heb Uw toorn verdiend.
Als ik tot de Heere nader. Eigenlijk zou je moeten zeggen hoe durf je het te doen? Met duizend zonden bevlekt. Waarom is dat wel belangrijk wie wij zijn in onze verdorvenheid en onwaardigheid. Heel simpel. Dan hebben we die voorbidding van de Vader niet nodig. Ik heb die Voorbidder nodig? Zijn we overtuigd van de noodzaak van die Voorbidder? Ik zeg het ook tegen mijzelf. Als ik vanavond op mijn knieën ga vanavond.
Zie ons niet aan ons aan in onszelf, dan zijn we verwerpelijk, maar zie ons aan als God in Christus. Als jongetje van tien begreep ik daar weinig van, nu iets van begrijpen. Hoe ellendig het er ook voor staat. Dan komt er ruimte en hoop. Wat stelt mijn bidden voor. Rammelt aan alle kanten. Armzalige bidden.
Ik was vorige week in Engeland. Bidstond elke morgen. Soort prayer meeting. Voor mij verootmoedigend. Wat sommige mannen daar bidden. Wat hebben we dan nog veel te leren. Dan is er een Voorbidder, mag ik mijn geknoei in Zijn handen leggen en gaat Hij het overnemen. Het hangt niet van mijn gebed af maar van Zijn gebed.
Ik had een oom: Heere, wilt u mijn gebedje over bidden? Vraag 49. Meer verwachten van Zijn gebeden en minder van onze gebeden. Ik denk dat we te vaak teveel verwachten van onze gebeden. Hebreeën 4 vers 14. Laat ons dan toegaan met vrijmoedigheid tot die troon. Dan mag de meest moedeloze bidder moed grijpen. Met al mijn armen daarop laten zakken en zinken.
Niet vrijpostig maar wel vrijmoedig. Dan hoef ik mijn zorgen te maken of mijn gebed zo vast en zo zeker, die aansporing in. Geef het nou niet op. Er is zoveel te krijgen, te genieten. De schatkamers van de hemels staan open. Om barmhartigheid te krijgen.
Newton: Mijn ziel vraag wat u wilt, u kunt niet te vrijmoedig zijn. Als Hij het kostbaarste wilde geven, kom dan maar met al je schuld. Als Hij Zijn eigen bloed niet heeft gespaard. Tweede, dan gaan we verder. Vlees in de hemel, als een onderpand. Het feit dat Hij met Zijn menselijke lichaam naar de hemel is gevaren. Dat is een garantie dat Hij ons er ook zou brengen. In het ware geloof aan Hem verbonden, hoofd al boven.
Eenvoudig voorbeeld. Iemand tijd onder water. Redders zoeken. Moeizaam komt hoofd boven water. Hij is gered. Van lichaam alles nog onder water. Als het hoofd boven is, dan staat Hij er voor in dat Zijn kerk ook thuis zullen komen. Ik geef het eeuwige leven. Zullen niet verloren gaan in eeuwigheid. Niemand zal uit Zijn hand rukken.
Ten derde. Zit ter rechterhand. Christus ten hemel gevaren. Met Pinksteren Zijn Geest uitgestort. Met Zijn Geest werkt Hij in Zijn kerk. Is bij haar en met haar. Deel hebben aan Christus hebben, die heeft deel aan Geest. Onlosmakelijk bij elkaar. Paulus: Geest van Christus. Door wiens kracht wij zoeken dat daarboven is. Hoe kan dit armzalige hart dat weten? Kolossenzen 3 de dingen die boven zijn zoeken. ‘Mij is elke dag verloren, land van most en koren, is mij immers schoon en vreemd.’
Hoe komt mijn hart nou boven? Doet die Geest. Door Zijn kracht, niet mijn eigen kracht. Zoeken wat boven is. Niet zo af en toe. Iets doorgaans is. Zoeken die dingen die boven zijn. Mijn oog blijft, blijft op U staren. Ik hoef niet zoveel te zeggen. U zoekt mijn hart, een zucht, een schreeuw. O Heere kom.
Dan is een christen een vreemdeling op aarde. Ben je er blij mij? Stel je voor dat je altijd in deze goddeloze wereld moet rondlopen? Grootste kwelling. Jongens, voel je een zwerver. Mogen momenten zijn dat het goed is, hoop ik voor je dat ze er zijn, maar ook weleens een zwerver? Hemelsgezind leven. O God, ik ben veel meer aardsgezind dan hemelsgezind.
Weet je wie er ook last van had? David. Hoe kleeft mijn ziel aan het stof. Wat moet je doen als je ziel zo kleeft aan het stof? Bidden. Verwacht het niet van eigen bekering, of kracht ook, maar van Zijn kracht. Wanneer Ik verhoogd zal zijn, zal Ik allen tot Mij trekken. Heere trek Mij, dan zal ik U nalopen.
Amen.
Zondag 23 april 2023 – Triumfatorkerk Hersteld Hervormde Gemeente Katwijk-upon-Sea – ds. P. den Ouden – Schriftlezing Kolossenzen 3 vers 1-17