In het onderwijs van de Heidelbergse Catechismus gaat het over de Heere Jezus Christus. Hij is de Zaligmaker van de wereld. Hij is het niet maar een beetje: of Hij is een volkomen Zaligmaker of Hij is het niet. Buiten Hem is geen zaligheid te vinden. Hij verlost zondaren van de zonden, van het eeuwige verderf, van het toekomende oordeel en de toorn, van onze ongerechtigheden. Het is Christus alleen en niet Christus en nog iets anders erbij. In ons zijn geen gronden en de zaligheid ligt volledig buiten onszelf in Christus. Kom tot Hem zonder uitstel.

Lukas 19 vers 9: ‘En Jezus zeide tot hem: Heden is dezen huize zaligheid geschied, nademaal ook deze een zoon van Abraham is‘.

Christus de Zaligmaker

Gemeente, de vakantie is zo ongeveer weer voorbij, ik denk dat de meeste weer terug zijn, en de scholen deze week weer beginnen […], en ja wij gaan in de kerk weer verder. We hebben stilgestaan bij de geloofsbelijdenis, zondag 9 en 10. En nu zondag 11. God de Zoon en onze verlossing. Dat begint bij zondag 11 en loopt door tot zondag 20. Dat zegt toch wel wat, tien zijn gewijd aan God de Zoon en onze verlossing. Het hart van het christelijk geloof. Zo belangrijk is het werk van Christus dat zoveel zondagen van de 52 eraan besteed worden.

Vraag 29: ‘Waarom wordt de Zone Gods Jezus, dat is, Zaligmaker genoemd? Omdat Hij ons zalig maakt en van al onze zonden verlost; daarbenevens, dat bij niemand anders enige zaligheid te zoeken of te vinden is‘.

Waarom heet Hij Zaligmaker? Omdat Hij zo is. Dat is een heel eenvoudig antwoord en dat is het. Omdat Hij zo heet en het is. Zaligmaker komt vaak voor in de Bijbel. Niet altijd herkend u het, anders vertaald. Redder, Verlosser, Bevrijder, Genezer. Allemaal Zaligmaker. Met alle verschillen die dat woord kan hebben, een ding gemeenschappelijk: te maken met nood. Er is altijd nood. Zalig maken heeft altijd te maken met nood.

We hebben het gelezen in de geschiedenis van Zacheus. Hij is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren is. Zalig te maken waarvan? Laat ik dat u vanavond vragen. Waar zou je zo graag van verlost willen worden? Wat is nou je nood? Als je nou vanavond je knieën buigt, welke nood heb je bij de Heere te brengen? Wat je zo intens bezig houdt. Of moet je zeggen ik heb helemaal geen nood. Ik bid wel elke avond maar het is wel prima, maar het is geen nood.

Lieve mensen, hebben wij nood bij de Heere te brengen? Waarvan moet ik verlost worden? De Bijbel noemt allerlei dingen. Ik zal er vanavond zes noemen. In de eerste plaats van mijn zonden. Mattheus 1 vers 21. U zult Zijn Naam heten Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.

Waarvan moet ik nog meer verlost worden? Ik moet verlost worden van ongerechtigheden. Hij maakt op hun gebeden. Heere, verlos mij van mijn ongerechtigheden. Waarvan nog meer? De vloek van de wet. Galaten: geworden uit een vrouw, onder de wet, opdat Hij een vloek zou worden. Is die wet ons weleens een schrik geworden. Of doet die wet ons niets?

Waarvan moet ik nog meer verlost worden? Van het toekomende oordeel. Paulus voor Felix. Je moet gered worden van dat oordeel dat gaat komen. En wat staat er dan? Felix zeer bevreesd geworden zijnde. Het sloeg in. Het kan zijn dat Felix verder was dan veel kerkmensen. Hij werd in elk geval, wat je er ook van kan zeggen, hij werd zeer bevreesd.

Waar moet ik nog meer van verlost worden? Van de toekomende toorn. 1 Thessalonicenzen 1 vers 10. Christenreis. Waarom ging christen lopen? Jongeren ik hoop dat je dat leest, of je vader of moeder voorleest of zelf leest. Waarom ging hij stad verderf uit? Wat moet ik doen om verlost te worden van het oordeel.

Waarvan moet ik nog meer verlost worden? Van het eeuwige verderf. Die uw leven wil verschonen. Waar moet ik allemaal niet van verlost te worden. Om te beseffen dat de nood groot is. En wat de Zaligmaker wel niet voor een groot werk doen. Grote nood en grote dood. Dat is nu het werk van Jezus. Zo heet Hij en zo doet Hij. Redden en verlossen. Die redding, dat behoud is aan Zijn persoon verbonden.

De redding is heel nauw aan Hem verbonden. Lukas 2, als de engelen het gaan verkondigen. Ik verkondig u grote blijdschap, de Zaligmaker. Hij is gekomen om zalig te maken. 1 Timotheüs 1 vers 15. Steeds weer om zondaren zalig te maken. Wat kwam Jezus doen, zalig maken, redden, bevrijden.

God heeft Zijn Zoon niet gezonden omdat de wereld door Hem veroordeeld zou worden. Johannes 3 vers 17. Maar let op door Hem behouden zou worden. Het staat er heel stellig: Hij maakt zalig. Ik denk dat wij het ietser voorzichtiger zouden formuleren als wij de Catechismus zouden schrijven: Hij kan zalig maken. Het staat hier wel mooi en wel. Maar je moet het nog maar afwachten.

Nee, nee. Zijn Naam is een belofte. Daarin zit geen twijfel maar zekerheid. Een ieder die de Naam des Heeren zal aanroepen, die kan zalig worden. Nee. Die zal zalig worden. Het staat er zo vast opdat een vader, of moeder of kind daar nog vanavond gebruik van zal maken. Het staat er in de tegenwoordige tijd. Het zou er ook in de toekomende tijd kunnen staan. Niet Hij doet het straks, als ik mijn ogen hier dicht doe.

Daarom las ik de geschiedenis van Zacheus. Heden. Toen er iets van die verbinding was tussen Christus en Zacheus, was hij zalig. Was hij op dat moment eeuwig zalig. Efeze 2 vers 8. Uit genade zullen jullie zalig worden, nee nee, uit genade zijn jullie zalig geworden. Als wij Christus door het geloof aannemen, zijn wij zalig. Niet toekomst maar per direct zou ik haast zeggen.

Wie Jezus Christus door het geloof, al is het nog heel schuchter, bezit heeft de hele zaligheid. Ook al heeft iemand er nog niet het volle zicht op en volle zekerheid. Het wordt weleens vergeleken met een serviesdoos. Hij heeft het maar weet nog wat er allemaal in zit. Ze kregen die doos maar het moet allemaal nog uitgepakt worden. Die heeft de volle zaligheid zegt artikel 22.

Hoe gaat Hij dat doen dan? Laat ik maar beginnen bij het begin. De zaligheid begint bij de roeping door het Woord. Want dit Woord is gericht op onze zaligheid. Die is niet zomaar een woord. Als Petrus bij Cornelius binnenkomt, mannenbroeders heden is het Woord der zaligheid tot u gezonden en hij moest het Woord nog gaan verkondigen. Het Evangelie genoemd een kracht Gods tot zaligheid.

Als wij zo die Bijbel voor je hebt staan in de bank, of voor jezelf aan het lezen bent, heb je dat vandaag gedaan? Wie heeft vandaag de Bijbel opengedaan, jong en oud? Ik zou haast vragen steek je hand op als je vandaag je Bijbel open hebt gedaan. Als je het op zondag al niet doet, dan doordeweeks al helemaal niet.

Ik houd als het ware de sleutel van de eeuwigheid in handen. Als iets mijn tijd en aandacht mag hebben, dan dit toch wel?! In Christus maakt Hij zalig. Daarom zongen we Psalm 32. Verzoening, vergeving. Welgelukzalig. Dat is nog maar het begin. Wij denken nu zijn we er. Nee, nee. Er zit nog meer in de doos om zo maar te zeggen.

Vrede. Blijdschap in je ziel. Door de Heilige Geest. Hoop op de zaligheid. Romeinen 8. Nog een onderdeel van die zaligheid. De aanneming tot kinderen. Wat een geschenk. Zo diep, zo ontzagwekkend. De geest der vrijmoedigheid. Dat er geen vrees is, geen afstand, maar vrijmoedigheid. De zekerheid. De kracht der bewaring. De volle erfenis in Christus. Als je daar een licht en zicht op krijgt, wat een vreugde en wat een verwondering. Dat is ten diepste Christus Zelf. Niet alleen Hij geeft de zaligheid, maar in Hem is de zaligheid.

Psalm 68. Die God is ons een God van volkomen zaligheid. Hun zal een schat van zegeningen, in Hem ten erfdeel zijn. O die zaligheid wordt alleen maar steeds groter. Als je meer meer en meer gaat inleven wie jij in jezelf was, ben, blijft. Elke dag alleen maar verzondigen kan. Heere, hoe kan het? Dat Hij het aan zulken uit wil delen.

Gaven. Om uit te delen? Aan wie? Aan wederhorigen. Dat is wat. Met welke bedoeling? Om eeuwig bij Hem te mogen wonen. Die God is onze zaligheid, wie zal die hoogste Majesteit dan niet met eerbied prijzen? Als je iets daarvan gezien hebt, dan kun je toch niet meer zwijgen maar ga je zingen. Die God schenkt ons uit goedheid zonder peil, ons eeuwig zalig leven.

Hij maakt zalig zegt zondag 29 van de zonden. Hij maakt niet alleen van maar ook tot. Met een bepaald doel. Wat bedoel ik? Zalig worden betekent niet alleen maar dat ik verlost word van mijn schuld maar ook zalig om voor Hem te leven. Met een bepaald doel. De dagelijkse vernieuwing van ons leven. Ook die dagelijkse vernieuwing.l Lukas 1. Die lofzang van die oude priester Zacharias. Dat wij verlost zijn uit de handen van onze vijanden, de duivel, wereld en onze eigen vlees. In de hemel zouden komen. Dat ook. Maar hij zegt het iets anders. Verlost zouden en Hem dienen zouden zonder vreze. In heiligheid leven al de dagen van ons leven.

Als iemand Hem lief heeft, en dat hoort van Zacharias, o Heere zou ik zo mogen leven? Verlang je daarnaar, niet alleen naar de hemel? Al de dagen te leven zonder vreze. Kinderlijk, hartelijk, in liefde, vrijmoedig, blijdmoedig. Is dat niet de zaligheid? En dan blijft er de pijn en het verdriet dat het hier ten dele is. Alle dagen. Dat is ook ontdekkend. Wat breng ik ervan terecht. Wat ga je dan uitzien naar de dag. Romeinen. In hope zalig worden. Heden zalig. De Bijbel spreekt zich niet tegen. O Heere wanneer verlost van mijzelf.

Paulus, wat keek hij ernaar uit. Tweede Korinthebrief. Die ons uit zo’n grote nood en dood verlost heeft, verleden tijd, en verlossen zal. Tegenwoordige tijd. Om dan Hem volmaakt Hem te dienen. Ons verheugen in een ongestoorde zaligheid. Nooit meer een schaduw, verberging. O zaligheid niet af te meten. Gaat ernaar naar strekken lieve mensen. O zaligheid. O vreugde die alle smart verbant. Zalig. Verlost. Gered. Bevrijd in en door Christus.

Vraag 30: ‘Geloven dan die ook aan den enigen Zaligmaker Jezus, die hun zaligheid en welvaart bij de heiligen, bij zichzelf, of ergens elders zoeken? Neen zij; maar zij verloochenen met de daad den enigen Heiland en Zaligmaker Jezus, ofschoon zij met den mond in Hem roemen; want van tweeën één; òf Jezus moet geen volkomen Zaligmaker zijn, òf die dezen Zaligmaker met waar geloof aannemen, moeten alles in Hem hebben, dat tot hun zaligheid van node is‘.

Ik zei het net al, de Catechimus 1563, tijd van de Reformatie. Mensen in de Roomse kerk gedoopt en eigen familie zat misschien nog wel in de Roomse kerk. De Roomse kerk zei ook wel dat de zaligheid in Christus was. Maar nu komt de aap uit de mouw. Er moest nog wel iets bij. Christus plus. Met de mond roemde ze. Aan Christus alleen te weinig. Te lasterlijk om te zeggen. Een Maria moest er wel bij. En alle heiligen. En ook nog de goede werken.

Om zalig te worden moet je wel veel berouw hebben. Ernstig zijn. Jezelf kastijden. Moet moet moet. Wat er allemaal bij kwam. In Christus was de zaligheid maar er moet wel wat bij. Daar gaat vraag 30 tegenin. Zij verloochenen met de daad. Even radicaal: of Jezus is een volkomen Zaligmaker of geen Zaligmaker. Je proeft het de toon, het is een gevoelig punt. Hiermee staat of valt alles. Punt van de Reformatie. Is Christus een volkomen Zaligmaker of niet?

Wat moeten wij ermee op een warme zomeravond? We zijn niet Rooms. Ik kom het in mijn eigen hart tegen. Oerdwaling. Toch die eigengerechtigheid. Die werkheiligheid. Zodra je moet hoort, moet je een rood lampje gaan branden. Als je mij opensnijdt komt er een paap uit. Paulus had er in die Nieuwe Testamentische gemeente mee te maken.

Het is Christus plus. O u uitzinnige Galaten. Wie heeft u betoverd. Wordt niet met het juk der dienstbaarheid bevangen. Hij is fel hoor, nergens zo scherp als in de Galatenbrief. Altijd weer een omstreden geloofsartikel. Is nou Christus alleen genoeg voor mij? Of zitten we met een schuin oog te kijken?

Ook in het kerkelijke leven om toch niet alleen aan Christus genoeg te hebben. Het Evangelische denken aan de ene kant. Christus wordt wel genoemd, maar ik moet de eerste stap zetten, ik moet mijn hart openen.

Hij maakt klaar en moet ik kijken of ik het aanneem. Er heerst dan een veel te positief mensbeeld. We kunnen toch wel wat. Mensen die de zaligheid bij zichzelf zoeken. Dan ben je ondertussen, zonder dat je er erg in hebt, niet om een schop te geven maar om op te scherpen, maar ten diepste is het oppervlakkig.

Spurgeon zei het honderd jaar geleden: ik hoor zo weinig over berouw. En ook de goede werken. Geloven betekent dan vooral heel veel doen. U kent mij voldoende dat ik niet zeg geloven is nietsdoen. Joodse wetswateren en Roomse ijver, zie mijn ijver voor de Heere.

Waarheidsvriend. Dominee Verhoeven. Als we de genade voorbij groeien. We zijn het zondaarsleven kwijt, verdwalen we onherroepelijk. Zelfs de beste werken hebben verzoening nodig.

Maar vraag 30 ook aan de andere kant een vrees voor oppervlakkig en schijngeloof. Omdat soms gemakkelijk over God gedacht wordt. Wel Zijn liefde maar niet Zijn eis. Je kunt ook op een andere manier in Roomse wateren komen. Van alles tussen gezet, je kunt niet zomaar tot Christus gaan. Dat mensen als het ware worden tegengehouden.

Als het in de preek vooral gaat over Gods volk, maar zondaren niet worden uitgenodigd om tot die God te gaan. Dat aanbod van genade niet helder klinkt. Maar van mijn kant nog van alles bij moet. Net als die Galaten. Had ik maar meer last van mijn zonden. Kon ik maar beter bidden. Naast Christus iets zoeken. Dan hebben we onbedoeld aan Christus niet genoeg. Kijk uit want de duivel is geraffineerd.

Bij jezelf kenmerken zoeken. Niet bij Christus zoeken. Dan ging ik hier zoeken of er hoop was. Gronden buiten Christus zoeken. Het ligt buiten onszelf. Wat is dat een geloofsstuk. Als je het bij jezelf gaat zoeken, het is een moeras en je komt er nooit uit. Je bent meer met jezelf bezig terwijl je als arme zondaar met je goddeloosheid niet bij Hem komt. En de duivel vindt het prachtig.

Maar vanavond klinkt het. Hoort naar Mij. Jesaja 46. Stijven van hart. Vijandig als je bent. Is Christus een volkomen Zaligmaker? Mag ik nu tot Hem komen ja of nee? Het gaat naar twee kanten, die Evangelische kant kijk er mee uit maar die goedbedoelde ernst, maar kijk uit het houdt ons bij Christus vandaan.

Luther tegen een vriend: Lieve vriend wees er mee tevreden een zondaar te zijn en niets meer bent. Het woordje aannemen, het is Gods genade alleen, dat wisten de mensen van de Catechismus. Net waarschuwde ik voor activisme maar ook voor lijdelijkheid. Er komt geen nagelschrapsel van mij bij voor de zaligheid.

Hebreeën 7. Alzo Hij volkomen kan zalig maken. Hoor je dat? Dan hoeft er werkelijk niets van mij bij. Is dat echt waar? Kom vanavond, stel het niet uit tot morgen. Net zoals je nu bent, ben je slecht of goed genoeg, hoe je het ook noemt maakt mij niet uit.

O, ontfermend mededogen, liefde boven mijn verstand. Vijandschap was mijn bedenken, vlees’lijk, aan het kwaad verknocht, had ik nimmer Hem gezocht. Hij wou m’ eerst zijn liefde schenken; God is liefd’, o eng’lenstem; mensentong, verheerlijkt Hem!’

Amen.

Zondag 21 augustus 2022 – Triumfatorkerk Herstelde Hervormde Gemeente Katwijk – ds. P. den Ouden – Schriftlezing Lukas 19 vers 1-10 – Belijdenis van het geloof met artikel 22 Nederlandse Geloofsbelijdenis