God is een sprekende God, Hij wil omgang met mensen. Zo sprak God tot Jakob om hem naar Bethel te brengen. Daar richtte Jakob een altaar op: El Bethel, God van Bethel. Is er dankbaarheid bij ons op deze dankdag? We leren over de ware gestalte van dankbaarheid voor God die Zijn kinderen leidt.
Genesis 35 vers 1: ‘Daarna zeide God tot Jakob: Maak u op, trek op naar Beth-el, en woon aldaar; en maak daar een altaar dien God, Die u verscheen, toen u vluchtte voor het aangezicht van uw broeder Ezau‘.
Gemeente, het hoofdstuk begint vers 1 daarna sprak God tot Jakob. Dat ene zinnetje is al zo’n machtig wonder, wat hier staat. Daarna sprak God. Dat wij een God hebben die spreekt en niet een God die zwijgt. Een God die niets meer van zich laat horen. Want dat zouden we toch verdiend hebben: dat God niets meer van Zich zou laten horen. Wij die zo vaak langs God leven en onze eigen gang gaan, vaak zo weinig behoefte aan Hem hebben. Dan zou het toch te begrijpen dat God zich zou terugtrekken in een eeuwig stilzwijgen. Als je dat dan wil, ga dan maar. Hij laat het er niet bij zitten, wij wel.
Daarna sprak Hij. Dat wil zeggen Hij zoekt omgang. Als God gaat spreken vanavond dan doet Hij dat omdat Hij omgang met ons zoekt. Met ons bewogen is en ons niet prijsgeeft aan onze eigen ondergang. Hij komt ons vanavond opzoeken. Wat een wonder. Daarna sprak God tot Jakob.
Daarna. Na heel wat leven van Jakob wat achter hem ligt. Wat was dat voor leven? Zijn naam zegt het al. Hielenlichter. Oplichter. Gemeente wij houden allemaal van Jakob. Maar Jakob was onbetrouwbaar. Hij had iets slims, iets gemeens. Iets glads. Denk maar hoe hij hoe hij zijn broer Ezau op een slimme manier het eerstgeboorterecht ontfutselde. Ezau kwam moe thuis. Hij maakte gebruik van het zwakke moment van Ezau. Jakob jij bent niet eerlijk. Zo het eerstegeboorterecht. En het bleef niet bij een keer. Zijn vader Izak die zijn einde voelde naderde. Zegen aan zijn kinderen te geven. Jakob kwam bij zijn vader.
Wist u trouwens dat hij toen 77 jaar oud was? Geen vlegel van twaalf. En dan zo je vader bedriegen. Met pijn moeten we het zeggen. Ezau zegt het later. Hij heet niet voor niets Jakob, bedrieger. Genesis 27. Jakob moet alles verlaten, vluchten voor zijn leven. Naar het Oosten, Irak zouden we zeggen. Naar oom Laban, je moet ergens verblijven. Jakob daar zo eenzaam. In de verte een leeuw horen brullen.
Een zwerver. Wordt moe. Kan niet meer verder. Plompverloren. Trekt een steen naar zich toe. Mantel zal hij er wel op gelegd hebben. Zielsalleen in een beklemmende wildernis. Een zwerver zonder huis. En hij heeft zich geschaamd. Bedrieger. Oplichter. Wat zal hij allemaal gedacht hebben? En toen langzamerhand in slaap gesukkeld. En dan krijgt hij een droom. Een droom van God. Een ladder uit de hemel. En daar gaan engelen op en neer, het gaat maar door. Een en al licht en heerlijkheid. En bovenaan die ladder, ja dat is bijna niet te zeggen zo heilig, zo heerlijk. Daar staat God. En God is niet boos. Hij overlaadt Jakob niet met verwijten. Wonderlijk hè, geen verwijt voor deze man.
Weet je wat de Heere zegt? Ik ben de God van je vader Abraham en Izak. En dat land waar je op ligt te slapen zal je land zijn. God opent van Zijn kant de hemel voor Jakob. Geen gesloten hemel maar een geopende hemel. Wat moet dat voor Jakob wonderlijk zijn geweest. Jakob die het zo verzondigd had. Het moet voor Jakob wel zo ontzagwekkend zijn geweest. Zie ik ben met u. Heere bij mij naar alles wat we gepasseerd is? En Ik zal u behoeden overal waarheen u zult trekken.
De Heere zoekt Jakob niet met oordeel en vloek wat hij verdiend had. Ik hoor alleen maar van genade en liefde. Is Gods hart zo ruim niet alleen toen maar ook nu? Dat Jakob er niet buiten valt. Wat moet dit voor Jakob ontzagwekkend zijn geweest. En dan is op een gegeven moment de droom voorbij. De ladder weg. Maar de belofte blijft en de Heere blijft.
Luister maar: gewis de Heere is aan deze plaats. Niet was. Voor zo’n een. Dat de Heere niet op eeuwige afstand zet maar bij iemand te zijn. Deze plaats zo ontzagwekkend een poort des hemels. Wat doet Jakob? Hij zet die steen rechtop. Giet olie wat hij nog had als een dankoffer. Uit dankbaarheid en verwondering. Hij doet er nog iets bij: een dankgelofte.
Brood om te eten en kleren om aan te trekken, zo zal de Heere mij tot een God zijn. En ik zal Hem tien procent van al mijn bezit geven. Bethel. En hier vanavond Genesis 35. Twintig jaar verder. Getrouwd. Lea. Rachel. Veestapel. Jakob schatrijk geworden. Wat heeft de Heere hem daar rijk gezegend. De Heere heeft daar zijn Woord aan Jakob gehouden.
Maar Jakob heeft ook wat beloofd. Dan zou hij de Heere zijn tienden geven. Dankdag houden. Voor Uw zorg en voor Uw trouw. Heeft Jakob zijn woord gehouden? Nee, hij was het vergeten. De Heere was wel trouw aan hem maar hij niet aan Hem. Wel belang voor de zegeningen maar niet voor de Zegenaar. Hij had genoeg aan zijn eigen leven.
Wij worden ook herinnerd aan onze Bethels. God is een God die terugleidt. Zoals Jakob. Dan zijn er van die plaatsen en gelegenheden die juichen van Zijn trouw en goedheid. De daden van de Heere gedenken. Dat is dankdag. Je kunt niet danken zonder te gedenken. Dankdag is eigenlijk gedenkdag. […] Al die zegeningen gaat bedenken. Huis. Nieuw werk. Eten, drinken. Er zijn er die ook een moeilijke tijd achter de rug hebben. Maar de Heere was nabij. Ga het allemaal maar eens optellen, kijk achterom.
Tel uw zegeningen tel ze een voor een en u vergeet er geen. Gedenken je Bethels. Waar God tot je sprak. Waar Hij zo genadig nabij kwam. Dat Hij tot je afdaalde in je verlorenheid. Aan het Avondmaal dat het zo goed was. Of thuis in de eenzaamheid dat Zijn Woord zo tot je ging spreken. Je voelde Hij spreekt en je misschien je ogen niet droog kon houden. Voorwaar een poort des hemels.
Misschien wel in het ziekenhuis en de Heere je opzocht. Vergeet nooit een van Zijn weldadigheden. Het is God die ze u bewees. Daarna zeide de Heere tot Jakob. Na hoofdstuk 34. Nu gaan we het een beetje inzoomen. Wat een drama. Dina de dochter van Jakob ging in Sichem stappen, de bloemetjes buiten zetten. Het resultaat: zwanger. En de broers van Dina, de zonen van Jakob zijn laaiend. Hebben ze haar te pakken gehad? Bloedbad daar. Heel de stad uitgemoord. Zijn dochter gezonden. Zijn zoons op moordcommando. En Jakob zullen ze niet laten zitten.
Jakob compleet aan de grond. Als dat een paar dagen geleden is gepasseerd. Daarna. Na een leven vol van bedrog, een leven van de Heere vergeten. Want die twintig jaar lees ik nergens dat hij een altaar heeft gebouwd. [red: bij een later schrijven in de kerkbode is dit gecorrigeerd: Jakob bouwde in Sichem een altaar voor de Heere, Genesis 33:20]. Alleen maar bezig om een rijke welvarende man te worden in de greep van het geld. Je leest ook nergens van een Godsontmoeting. Jakob was een kind van God. Kan een kind van God zo laag afdalen?
Hij heeft gevoeld want wie ooit gevoeld heeft voelt het. Jakob kom terug. En weet je wat hij deed? Twintig jaar doorgegaan. En dan is ineens God er weer. God heeft als het ware twintig jaar geweest. Is de Heere zo? Augustinus: u bent die Heere die weglopers achteraan gaat? Augustinus was ook zo’n wegloper, dat zijn we toch allemaal vanavond. Hier zie je het gebeuren.
Het is beschamend als de Heere moet wachten tot we terugkomen. Dan kan hij lang wachten. Want wij komen nooit. Hij is de eerste. Daarna zei Jakob, nee dat staat er niet. Daarna kwam God. Dat is pure genade. Ik heb het zo verdorven. Dan verschijnt God in zo’n leven. Hoe kan het? De Heere is altijd de eerste. Dat is Evangelie. En Hij wil het ook zijn de Eerste. Jakob had beloofd, dan zal ik hier bij deze steen dankdag houden. Ik zal nu ik mag ademhalen na zoveel bange tegenspoed, al mijn geloften u betalen, U die mij in nood hebt opgezocht.
Daar heeft Jakob niks van terecht gebracht. Alleen aan zijn eigen belangen gedacht. Niet naar Bethel maar naar Sichem land gekocht, Genesis 33:19. Zat een vreemdeling te zijn. Zo druk gehad in Sichem met geld en goed dat hij geen tijd voor God had. Ik denk wel dat Jakob elke avond gebeden heeft maar dat stelde niks voor. Niet naar Bethel en wel naar Sichem. Dat verraadde waar zijn hart naar uit ging. Want Jakob jij bent buiten de weg.
Die weg van Dina en zijn zonen, daar moet je van zeggen dat Jakob zijn eigen schuld was. Het was nog liefde van de Heere dat het zo fout is gelopen in Sichem anders was hij daar blijven zitten.
Laat zulk een dwang voor u niet nodig wezen. Wie God verlaat heeft smart op smart te vrezen. Daarna zei God tot Jakob. Maak u op, trek naar Bethel. Als de Heere er niet voor gezorgd had, was het in Jakob’s leven nooit dankdag geworden. Ga naar Bethel. Dat is wel een beschamende les voor Jakob geweest. Zo aansporen, bijna met geweld. Gaat dankdag houden ons zo moeilijk af?
De Heere was enkel goed geweest. En dan was er bij Jakob helemaal niets. Die Godvrezende Jakob. Ik zal mij U al mijn geloften brengen. Zo ver was Jakob nog lang niet. En nu wij, dankdag 2022? Met alle tranen en zorgen die er misschien nog wel zijn. En wat hebben we een redenen om de Heere te danken? Om hem de dank te brengen. De vorm is er nog wel vanavond maar als er meer niet is. Hoe houden we dankdag is dat vorm of leeft het van binnen? Een hart met liefde, dank vervuld.
Gemeente, wat zijn we straatarm. Daar komen we met dankdag zo pijnlijk achter. Waar is nou mijn dankbaarheid? Maar God. Jakob had alles maar vergat de Heere.
Romeinen 1. God in erkentenis te houden. Niet alleen Jakob, maar zo ben ik ook. Weet je wat nou de verwondering is dat de Heere hem daar gaat brengen. De Heere zoekt mensen op die het er bij laten zitten. Hij haalt ze erbij en stoot ze niet weg. Tegelijkertijd ligt er een vertroosting in met die dankeloze Jakob.
Mag het ons gebed zijn: Heere, breng mij op die plaats waar ik niet kan komen en dan hoop ik wel dat je er achter zegt: waar ik wel naar verlang. De dankbaarheid is niet uit ons. Het is alles uit Christus. Dat de Heere hem de dankbaarheid wil geven. Hij wil het vanavond ook uitdelen aan mensen die hopeloos tekortschieten. Christus is de bron.
Dat zie je ook gebeuren. Vers 2. Dan gaat Jakob naar Bethel. En allen die bij hem wonen. Had zich in Sichem gevestigd. Wilde rust. Betekende dat hij bij de heidenen was gaan wonen. En dat was ook zijn gezin binnengekomen. Je kunt niet ongestraft de wereld binnenhalen. In zijn eigen huis stonden afgoden. Bij de man die zo’n Godsontmoetingen heeft gehad. En nu staat zijn huis vol met wereld, hoe kan? Jakob is slap geweest voor zijn gezin. Ja, je wilt geen herrie, niet op alle slakken zout leggen.
Maar vergeet niet dat als je de duivel een vinger geeft, pakt hij je hele hand. Jakob wordt wakker naar twintig jaar. Hoe kun je dankdag houden als je de zonden nog aan de hand houdt? Gemeente, een dankdag gaat gepaard met ware bekering. Reinigt u. Symbolisch wassen van al hun zonden. Zoals het doopwater symbolisch uitdrukt gewassen met de reinheid in Christus. Reinigt u. Een nieuw begin. En verandert uw kleding. Eigenlijk staat er wisselt uw kleding.
‘Geef ons heden ons dagelijks brood’.
Dat is: Wil ons met alle nooddruft des lichaams verzorgen,
opdat wij daardoor erkennen,
dat Gij de enige Oorsprong alles goeds zijt,
en dat noch onze zorg en arbeid, noch Uw gaven,
zonder Uw zegen ons gedijen,
en dat wij derhalve ons vertrouwen
van alle schepselen aftrekken
en op U alleen stellen.‘Heidelbergse Catechismus zondag 50 vraag en antwoord 125
Al die kleren waarmee u en ik in de zonden hebt geleefd. Hoe zegt Paulus het? Leg af de oude mens. En doet aan de nieuwe mens. Waarom moet dat gebeuren? Omdat Jakob weet als we naar Bethel gaan gaan we een heilige God ontmoeten. Dat kan niet zomaar. Reinigt u. Psalm 24. Wie klimt de berg van de Heere op. Die God gewijden top. […] En gerechtigheid van de God van zijn heil. Daarom reinigt u en verandert uw kleding. Dankdag en bekering horen onlosmakelijk bij elkaar. Wij vanavond ook net als Jakob toen. Zijn er dingen in mijn leven die niet goed zijn, die niet voor God kunnen bestaan? Verkeerde dingen in mijn gedrag. Hoe ga ik om met mensen. Misschien wel mijn eigen man, vrouw, kinderen. Mensen om me heen. En hoe ga ik om met God? Kun je het allemaal verantwoorden of weet je zelf dat er dingen zijn die niet goed zijn.
Dat hoort ook bij dankdag. Anders klinken je dankpsalmen vals. Jakob en zijn gezin is zich gaan bekeren terwijl hij het na lange tijd heeft laten lopen. Gemeente ook een troost. Ik draai het niet meer terug, ziet dingen scheef lopen. Maar Jakob gaf het niet op. Maar dan gebeuren er dingen die je niet voor mogelijk houdt.
En hij kwam daar. En noemde die plaats: El Bethel. U leest het goed. Met nadruk. Niet huis Gods. Maar God van het huis Gods. Wat zit daarachter dat hij het zo zegt? Matthew Henry zegt het zo mooi: de troost die de heilige smaken in de heilige inzettingen, het Woord. Ik hoop dat je daar troost uit mag halen. Thuis iets mag lezen. Avondmaal. De troost is niet zozeer in Bethel, maar in El Bethel. Niet in de dingen maar als ik God daarin ontmoet. Maar om die instellingen God te mogen ontmoeten. De troost niet zozeer in Bethel.
Jakob gaat niet zozeer naar de plaats terug, al doet hij dat ook. Maar naar God: El Bethel. Zullen wij vanavond ook terug naar God gaan? Of laat je Hem nog niet wachten. Jakob na twintig jaar. Het is wat. En toen is hij daar neergeknield bij die oude steen. Ik kan me niet voorstellen dat hij het daar droog gehouden heeft. Verbroken over zichzelf. Maar dat de Heere hem niet had laten varen.
Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw. Hier zie je het bewijs. Wat zal Jakob daar klein geworden zijn. Het is alles uit Christus. Nu mocht hij daar neerknielen. Wat zou hij verwonderd zijn geweest dat hij nog dankdag mocht houden. Dat hij zijn leven bij de Heere mocht brengen. Hij knielde bij de Heere neer: klein, gelukkig, dankbaar. Alles door elkaar.
Is dat niet de ware dankdaggestalte, met al je schuld. Om naast Jakob neer te knielen. Dan moet je een dankoffer gaan brengen. Wat denk je dan voor offer te gaan brengen? Gods offers zijn een gans verbroken geest. Dit offer kan Uw heilig oog behagen. Het is nooit van U veracht geweest, om Jezus’ wil.
Amen.
Dankdag woensdag 2 november 2022 – Triumfatorkerk Herstelde Hervormde Gemeente Katwijk-upon-Sea – ds. P. den Ouden – Schriftlezing Genesis 35 vers 1-7 – belijdenis van het geloof met Heidelbergse Catechismus zondag 50 vraag en antwoord 125