Als Mozes naar Farao is geweest maar die weigert om het volk van Israël te laten gaan uit Egypte, dan keert het volk zich tegen Mozes. Mozes gaat tot God en God antwoordt Hem met een Godsopenbaring: Ik ben de Heere. De Verbondsgod, de Verlosser. Zo komt God tot ons in Zijn Zoon de Heere Jezus Christus. Hij is de Verlosser van de wereld. 

Exodus 6 vers 1: ‘Verder sprak God tot Mozes, en zeide tot hem: Ik ben de Heere’.

Godsopenbaring

Gemeente, de Bijbel is een boek met allemaal prachtige geschiedenissen. Abraham, Mozes, Elia, tegelijkertijd van de Heere Jezus. Maar de Bijbel is allereerst geen geschiedenisboek maar het boek van de Godsopenbaring. Waarin God Zich aan ons bekendmaakt.

Als je God wilt leren kennen, verlangt Hem te ontmoeten, want dat kan. Waar kan ik Zijn stem zijn? Dan moet je hier zijn, dit boek. Als je wilt weten wie God is, wat God doet, wat God geeft. Hier kun je Hem Zelf vinden.

Het was me nog nooit zo opgevallen. Maar als het gaat om de Godsopenbaringen, dan is het bij uitstek in Exodus. In heel de Bijbel kom je het tegen, maar de bijzondere, drie op een rij.

Exodus 3 vers 14 Ik zal zijn die Ik zijn zal. Tweede in Exodus 6. Exodus 34 in die stenen kloof. Heere Zijn naam bekend gaat maken barmhartigheid en genadig. Drie grote Godsopenbaringen. Nooit vergeten.

Alle drie aan Mozes gedaan. Mozes is wel heel bevoorrecht geweest. Dat maakt Mozes tot een bijzonder iemand. Mozes de man Gods. Die tweede gaan we het vanmorgen hebben. Als u uw Bijbel erbij pakt, denk ik wel handig. De laatste verzen van het vorige hoofdstuk. Wat kun je daar lezen?

Volk heel kwaad op Mozes. Farao laat het volk niet vertrekken. Nog harder. Farao nijdig geworden. Jouw schuld Mozes. Nou zitten we nog dieper in de ellende.

De Heere die Mozes was verschenen in de brandende braambos. Mozes allerlei bezwaren die de Heere had verholpen. Nu gaat het gebeuren. Mozes afgeblaft. Hoofdstuk 5 vers 2. Wie is die Heere, ik ken Hem niet.

Nu gaat het volk ook nog tekeer. Vers 21. De Heere zie en richte het. We hopen dat de Heere jouw en Aäron jouw broer zal straffen. Want jullie hebben ons stinkende gemaakt. Mozes krijgt alles over zich heen. Farao bikkelhard en het volk.

Hoofdstuk 5 vers 22. Toen keerde Mozes terug tot God. Calvijn zegt heel eenvoudig: Mozes dient bij God zijn ontslag in. Staat er een in beetje plechtige taal. Het hoeft van mij niet meer. Ik zie het niet meer zitten. Hebben wij allemaal niet zulke momenten? Zulke tegenslagen, teleurstellingen?

Niet alleen in het alledaagse maar ook in het geestelijke. Moedeloos. Anderen serieuzer, anderen hebben er een gevoel voor. Moedeloos. Je hebt de neiging, hoe zei Calvijn het ook alweer, je ontslag in te dienen.

Mozes. Door het geloof. Hebreeën 11. Wat blijft hier van zijn geloof over? Het moet nog beginnen en Mozes gooit het bijtje erbij niet. Wat gaat de Heere zeggen? Dat is mooi he. Bij deze man in ongeloof en moedeloosheid.

Ik was je nog zo verschenen bij de brandende braambos. Nee nee de Heere wordt niet kwaad. Gaat Mozes geen verwijten maken. Heel rustig herhaalt Hij wat Hij gezegd heeft. Vers 24.

De Heere gaat er eigenlijk helemaal niet op in dat gekerm van Mozes. Je gaat het meemaken. Farao kan er wel iets van vinden en het volk. Zo wil Ik het en zo gaat het ook gebeuren. Dat is het eerste, de Heere herhaalt het nog een keer.

Maar nog meer. De Heere gaat Zich bekendmaken. Hoofdstuk 6. Ik ben de Heere. Hij gaat Mozes bemoedigen. Ik ben de Heere. Dat is een les voor ons. Vragen over het alledaagse leven en zielenleven. Maar het uiteindelijke antwoord is God.

Mozes allerlei vragen en ik stop ermee. Ik ben de Heere. God. Vroeger kwam een man bij ons thuis. Vaak moedeloos, een tobber. Las dan van Stephen Charnock, twee keer dikke delen 600 bladzijden. 1200 bladzijden. alleen maar over God, eigenschappen van God. Heiligheid, almacht.

Als ik weer in de put zit, en ga over God lezen, dan krijg ik weer moed. Dat gebeurt hier eigenlijk ook. Gebeurt hier met Mozes ook. Hij krijgt een antwoord van drie letters: God. Ik ben de Heere. Vers 5, 6 en 7. Tot vier keer toe in dat korte stukje ‘Ik ben de Heere’. Heere ik begrijp het niet. Dat is het antwoord.

Heere tot vier keer toe. Als het ware inslijpen. Die verbondsnaam met hoofdletters. Die verbondsnaam heeft alles met dat verbond te maken. Vers 2. Abraham, Izak en Jakob. Vers 3, ook heb Ik mijn verbond opgericht, vers 4 aan verbond gedacht, en vers 6 en 8.

Wat leren we eruit? Daar ligt de vastheid en zekerheid. In dat vastgestaafd verbond. De Heere zegt Ik doe wat Ik beloofd heb. Wat Ik aan Abraham, Izak en Jakob beloofd heb. Brengen in het beloofde land. En zegenen met de zegeningen die Ik beloofd heb.

Ik die Mijn Woord houd. Ik de Getrouwe, de Waarachtige. Mozes: Ik weet het helemaal niet meer. Ik ben de Heere. Mozes moest leren op die Naam te vertrouwen.

Net zo ongelovig en moedeloos. Om te geloven op de gewisse beloften van God. Bij mij is zonde, zwakheid, ongeloof, ontrouw. Maar bij Hem is waarheid en zekerheid en vastigheid en ontferming. Dat hebben wij te leren.

Daarom hamert de Heere tot vijf keer toe Ik ben een Man van Mijn Woord. Wat zou ons geloofsleven sterker, evenwichtiger zijn als we constant vertrouwen op die Naam. Maar omdat we het elders zoeken staat het constant te wiebelen.

We gaan even verder. Doch Mijn Naam Heere ben Ik hun niet bekend geweest. Betekent niet dat ze letterlijk die naam niet kenden. In Genesis 2 vers 4. En de Heere verscheen aan Abraham. Het betekent niet dat Abraham helemaal niet heeft geweten van die Naam.

Genesis 17, hoofdstuk van die verbondssluiting. Vers 1. Ik ben de Heere de Almachtige. Wandel voor Mijn aangezicht en wees oprecht.

Ze hebben die verbondsnaam wel gekend maar van die verbondsnaam weinig gekend, begrepen.

Kanttekening: Als het hun voortaan bekend bekend gemaakt zal worden. Door de dadelijke verlossing, miraculeuze verlossing. Invoering in het land van de belofte. Kort en goed: de aartsvaders hebben de Heere vooral gekend als de Almachtige. Maar beperkt zicht op de Naam Heere. Ik zeg niet van niet, maar beperkt.

Hoe zegt Hebreeën 11 het ook alweer? Van verre. Schemerig, als in een mist. Hij was voor hen meer de Almachtige dan de Verlosser. Maar nu zegt de Heere tegen Mozes zal Ik Mij vooral bekendmaken als de Verlosser.

Kijk maar naar vers 5. Ik zal u uitleiden. Verlossingswoord. Uitredden. Bevrijden. Wij vanmorgen als Nieuw Testamentische gemeente. Hoe heeft Hij Zich heerlijker bekendgemaakt? Hoe, zeg het eens? In Zijn Zoon.

Die heeft gebeden. Hogepriesterlijk gebed. Ik heb Uw Naam bekendgemaakt. Golgotha. Opstanding. Niet alleen de Almachtige maar ook de Genadige en Verlosser. Toen ik daar afgelopen week zat na te denken, dat Abraham en de anderen maar beperkt zicht hadden op die naam.

Ik kan het mis hebben, maar zijn we een beetje teruggevallen? Dat de Heere voor ons meer de Almachtige dan de Verbondsgod. Ik heb geen behoefte om over iemands gebed iets te zeggen. Maar toch. Hoe begin je je gebed? Ik hoor allerlei vergaderingen, consistories in het land. Gebeden. Eeuwige Heere. Almachtige Heere.

Maar ik hoor niet vaak dat het gebed begonnen wordt met genadige, barmhartige. Meestal meer uit die eerste groep. Machtig, wijs. Hoe zou dat komen? Ieder bij zichzelf nagaan.

Het kan zijn uit schroom. Moeten oppassen voor oppervlakkigheid. Alsof het vanzelfsprekend is dat de Heere genadig is, dat is het bepaald niet. Die kant moeten we niet op. Een andere reden: mag ik die naam wel gebruiken? Barmhartig, genadig, goedertieren. Daar kan zo een stuk ongeloof achter schuil gaan.

Ik ben er niet zo zeker van of de Heere is, of voor mij is. Daarom algemene woorden. Machtig, wijs, eeuwig, rechtvaardig. Dat is Hij altijd. Als je zo denkt, vergeef me het dat ik het zo zeg, dan kom je gevaarlijk dicht in de buurt van de heidenen. De goden van de heidenen die zijn het ook. Maar

Geen heidense god zond zijn zoon naar deze wereld, dat deed maar een God. Geen ene god van de heidenen bracht verzoening aan, dan de ene God. Dan bidden we meer als een heiden dan als een christen. Dat we bidden in ongeloof maar niet in geloof. Dat verraad je ermee. Niet Oud Testamentisch maar Nieuw Testamentisch.

Vers 2. Abraham, Izak, Jakob hebben dat niet geweten. Maar aan jou Mozes zo verschenen. Zij beperkt zicht op. En wij veel heerlijker. In kruis en opstanding. Mozes en het volk hadden nog geen evangelie. Aan Abraham, Izak en Jakob nog niet bekendgemaakt, maar aan Mozes wel.

Die Naam zelfs op voorhoofd geschreven. Wanneer? Toen je gedoopt. Hoe ben ik vanmorgen de wet begonnen? Ik ben de Heere uw God. Verbondsbetrekking. Wat dat voor volk was, dat zien we verderop wel. Die belovende Heere. Ik ben de Heere uw God.

Belovende Heere. Vers 5. Bevrijden. Uitredden letterlijk. Verlossen. Vers 6. Aannemen. Belooft in het beloofde land te brengen. De ene na de andere belofte komen naar Mozes. En Nieuw Testamentisch: Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegeningen in Christus Jezus. Al die zegeningen waren een afspiegeling van eeuwige zegening. Aan Abraham en Izak en Jakob niet bekendgemaakt, aan ons wel.

Als laatste en dan vers 7. Staat er nadrukkelijk achter: Ik, de Heere. Omdat de Heere wel weet dat wij net zo’n hart als Mozes hebben.

Dat wij een hart hebben dat de Heere maar moeilijk vertrouwen kan. Daar zat opa [overleden gemeentelid -red.] ook vaak mee. Dat lastige maar van ons. Wie ben ik in mijn ongeloof en hoopje zonde. En dat ongehoorzame hart. Dan stapelen de bezwaren zich op.

Als je jezelf leert kennen, wordt dit een ding. Is het vreemd als je dan zegt ja maar. Anderen kunnen altijd geloven, prachtig over praten. Ik heb niks, en ik weet niks en ik heb niks. Prachtig wat er staat in vers 5, 6 en 7. Maar zou het voor mij zijn?

Voor zulke mensen, kijk eens goed naar het einde van vers 7. Hijzelf is het grote antwoord op alle bezwaren. Op alle tobberijen. Ik de Heere. Hij is het antwoord. Zie hier ben Ik.

We zagen aan het begin van de preek dat Mozes zijn ontslag indiende. Vol ongeloof en twijfel. We zien het antwoord van de Heere. Geen bestraffing.

Helaas maar weinig van kunnen zeggen. En dan sluit Hij af: Ik de Heere. Spreuken 18 vers 10: de Naam des Heere is een sterke toren. Een kasteel. Wanneer ga je daar naartoe? Als je in gevaar bent dan naartoe vluchten. Boertjes in de Middeleeuwen dan naar het kasteel vluchten. De rechtvaardige zal daarheen lopen.

Als je zit te tobben zoals die vriend van mijn ouders, dan vlucht je naar de Heere. Daar kon Abraham, Izak, Jakob, Mozes, mevrouw, meneer [namen gemeenteleden die in afgelopen week zijn overleden -red.] het mee doen. En wij. En het zal zijn dat een ieder die de Naam des Heere zal aanroepen zalig zal worden.

Amen.

Zondag 19 november 2023 – Triumfatorkerk Katwijk-upon-Sea, Holland – ds. P. den Ouden – Schriftlezing Exodus 6 vers 1-7