Bij Mara in de woestijn in het water bitter. Het volk van Israël had drie dagen geen water gehad en smachtte van de dorst. Het was een beproeving. Om volledig op God te vertrouwen. Maar in plaats van op God te vertrouwen, werd de woede geuit richting Mozes. Mozes die hierin een type van de Heere Jezus Christus is, de Middelaar en Voorspraak bij God de Vader. God reikt Mozes een hout, een boom aan. Zoals het hout het water zoet maakt, zo maakt het bittere lijden en sterven van Christus zoet. De zegeningen van het Evangelie.

Exodus 15 vers 25a: ‘Hij dan riep tot den Heere; en de Heere wees hem een hout, dat wierp hij in dat water; toen werd het water zoet‘.

Titel

Gemeente, het boek Exodus is het boek van de wonderbare uittocht van het volk Israël uit de slavernij in Egypte. Hoe had de Heere verlost, dat is onvergetelijk geweest. Eerst die tien plagen. Laatste nacht. Paaslam geslacht. Bloed aan de deurposten. En in die nacht de vuurkolom daar was God bij Zijn volk. Vanaf het eerste begin. Onvergetelijk moet je eens voorstellen. Dat hier bij de Triumfatorkerk zo’n vurige gloed voorttrekt. Onvoorstelbaar. En toen weer zo onvergetelijk kwam er een pad door de zee. Muren. En God ging voorop. Dat moet wel zo onvergetelijk zijn geweest. Wat had de Heere op een weergaloze manier Zijn liefde, trouw en zorg bewezen. Elke zondagmorgen worden we eraan herinnerd: Ik ben de Heere Uw God. Die U uit het diensthuis, uit Egypte uitgeleid hebt. Ik ben de God van de menigvuldige verlossingen.

Dan kan het niet of je gaat juichen en jubelen over de Heere. Exodus 15. Ze gaan zingen en Mozes. De Heere is mijn lied. O wat hebben ze gezongen. Als je erbij was geweest, je zou mee gaan zingen. De God van Israël. Zing de Heere want Hij is hoogverheven. Zo hebben we gedanst en gejuicht. Wat een nacht is dat geweest, een volk verblijd in God.

Maar toen, toen begon het. De woestijnreis ging beginnen en dat viel tegen. Hierna deed Mozes de kinderen van Israël voorttrekken. Heel die grote karavaan. 600.000 mensen. De eerste dag lopen en sjouwen. Alle spullen bij zich. Bepakt en bezakt. In die stekende zon. Dan gaat je drinkwater heel hard. En toen de tweede dag. Het water was op. 600.000 mensen, waar haal je water vandaan? Kinderen gaan huilen. Staat er niet maar is zo gegaan. Mama ik kan niet meer. Ouderen gingen steeds moeilijker kijken. Vergingen van de dorst, raakten helemaal in paniek.

En toen? Daar was water. Mara. Net op tijd drinken. Net op tijd. Heerlijk, water. U kunt voorstellen hoe ze erop afgestormd zijn. Maar dat water was niet te drinken. Vies, bitter. Kwelling bij een kwelling. Vergaat van dorst en kunt niet drinken. Dan is de teleurstelling dubbel hard. Als je zo’n klap te verwerken krijgt. Je versmacht van dorst en kunt niet drinken.

Toen riepen de kinderen Israëls opnieuw tot de Heere, die ze drie dagen ervoor ook had geholpen?! Nee, dat staat er niet. Hun teleurstelling sloeg om in woede. Tegen Mozes?! Nee, tegen God. Ze waren razend. Diezelfde mensen die drie dagen hadden staan jubelen. Waar is nu hun geloof, hun liefde? Valt tegen hè. Is het bij ons niet hetzelfde? Als het voor de wind gaat, dan is het niet zo moeilijk om de Heere te vertrouwen. Ja ik vertrouw de Heere als Hij doet wat Ik wil. Maar als er tegenslag komt, teleurstelling, verdriet. Wat kan mijn hart tekeer gaan net als bij het volk van Israël tegen God. Heere, waarom?! Heere, ik wil dit niet, waarom moet ik dit verdriet meemaken, waarom dit kruis in mijn leven, deze zorgen?

Er zitten hier vanavond en zitten thuis die dit echt herkennen. Waar nood is. Waar zo’n kruis is. Waar zulke zorgen zijn. Wat kan de weg die de Heere met je gaat soms een raadsel zijn. Heere, waarom. En niet alleen bij ouderen, ook in jonge levens kan het soms zo stormen. Heere, waarom moet ik dit meemaken, waarom is mijn leven niet anders? Waarom, waarom. Wat is het dan moeilijk om niet boos te worden op God, niet opstandig te worden. Heere, waarom?

Dan kun je die vrouw van Job wel begrijpen. Zegen God, afscheid nemen, neem maar afscheid van God, dat betekent de uitdrukking. Dan hoeft het niet meer. Misschien kun je de vrouw van Job begrijpen al is het wel vreselijk wat ze zegt. Waarom moeten wij woestijntijden meemaken? Deuteronomium 8 vers 2. Waarom in de woestijn? Gedenk aan de gehele weg waarin de Heere heeft in de woestijn. Om te beproeven, om te kijken wat in uw hart zit.

Dat is er bij Israël wel uitgekomen wat er in hun hart zat. Boosheid, ongeloof, opstandigheid. Die woestijntijd, dat was een leertijd. Wat hebben ze dan geleerd? Kort samengevat twee dingen. Lessen in zelfkennis. Om hun te verootmoedigen en te beproeven. Wat hebben wij zelf die lessen nodig. Juist in tijden van tegenslag, kruis en zorg. Dan kom je erachter dat we zelf zo weinig vertrouwen. Overal en altijd lief te hebben. Niet alleen in voorspoed maar ook een tegenspoed. Om aan Hem alleen genoeg te hebben.

Wat een beschamende en verootmoedigende lessen in zelfkennis. Want dan kom ik erachter dat ik niet bereid Hem overal te volgen, werkelijk aan Hem alleen genoeg te hebben. Bezwijk dan ooit in bittere smart en bange nood mijn vrees en hart, zo zult U zijn voor mijn gemoed, mijn rots, mijn deel, mijn eeuwig goed. Dat is wel een grote genade. Vanuit onszelf nooit. Hier in de woestijn lessen in zelfkennis. In zorg en verdriet achterkomen wat er in mijn hart zit. Beschamende lessen in zelfkennis. Dan wordt het wel een wonder dat de Heere met zo te maken wil hebben en zo een niet wegdoet. En het tweede: lessen in God. Leer je ook God kennen. In Zijn genade en trouw.

Psalm 103: Hij heeft voorheen aan Mozes Zijne wegen, luister goed, aan Israëls zaad tot hun behoud genegen. Is God zo? Hij had ze al duizend uit hun boek kunnen vegen. Zijn daan getoond, trouwelijk geleid. Barmhartig is de Heere. Tegen die ontrouw van het volk wel dubbel. Schoon zwaar getergd, hoe reageerde daarop? Lankmoedig en genadig. Voor wie Hij zo is. Lessen in zelfkennis maar nog meer in wie de Heere is.

Dat hebben geleerd wat ze nooit hadden geweten. Diepten in zichzelf en diepten in de Heere. Dan gaan we leren dat genade echt genade is. Zo’n afgezaagd wordt. Dat geleerd: genade echt genade. Zo onbegrijpelijk, zo onverdiend. Gemeente, weleens weggeschaamd voor God. Juist in het licht van Zijn goedheid ga ik mij meer schamen.

Wat deed Petrus? Ga uit van mij want ik ben een zondig mens. Toen wist Petrus niet waar hij blijven moest. Heere, ga uit van mij want ik ben een zondig mens. Gods leerschool om u te verootmoedigen en te beproeven. Wat in uw hart is. Maar ook om te verwonderen over Zijn trouw. Dan wordt Hij aanbiddelijk. Groeien in geloof en heiligmaking is steeds kleiner voor God. Dat ik niks word en Hij alles wordt.

Wat deed Mozes? Toen ze daar stonden te loeien. Hij riep tot de Heere. Wat het volk niet deed, dat deed Mozes. Wat zij hadden moeten doen. Voor wie riep Mozes? Niet direct voor zichzelf maar voor het volk. Mozes staat hier als voorbidder. Brengt nood van het volk tot God. Bracht de nood van het volk tot God. En er is geen profeet die opstond dan Mozes die sprak tot God, van aangezicht tot aangezicht tot God. Voelt iedereen het wel. Type, afschaduwing van die grote voorbidder Christus.

Zoals het volk tot Mozes gaan, mogen wij ook gaan, al deed het volk het op een verkeerde manier. Mogen wij gaan tot die meerdere Mozes. Met al ons verdriet en al onze nood en dood. Je mag zelf tot Hem gaan met je verkeerde, opstandige hart. Meer heb je niet. O ontferm U. Die bijzondere tekst als het gaat over die Voorbidder. 1 Johannes 2 vers 1. Indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak, Jezus Christus een betere dan Mozes.

Indien iemand gezondigd heeft. Wanneer zullen wij niet zondigen? Maar voor zondaren is een Voorspraak. Ga dan jezelf aanklagen en verootmoedigen voor Hem. Al voel je jezelf zo verkeerd als Israël. Ga het Hem maar vertellen. Indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus. En Hij wil dat arme zondaren van Zijn voorbidding gebruik maken.

Wij eindigen ons gebed zo vaak gedachteloos. Dat laatste zinnetje, wat zeg je dan? Om Jezus’ wil. Hoor ons om Jezus wil. Vanwege die Voorspreker. Zul je het niet gedachteloos zeggen? Maar gelovig gebruik maken van die Voorbidder voor zondaren?

Mozes dan riep tot de Heere. En toen? Toen verhoorde de Heere het gebed. Dat is niet te begrijpen. Er had eigenlijk moeten zijn en God zweeg. Dat hadden ze toch verdiend. Zulk soort. Die na drie dagen al een motie van wantrouwen hadden ingediend. En Hij wierp een hout en toen werd dat water zoet. Dat is niet meer dan een wonder. Bitter water wordt zoet. Dood water wordt levend. Hoe kan dat? We hebben het gelezen, door een stuk hout in het hout te werpen. Hier zijn we bij het hart van de geschiedenis aangeland. Misschien dacht u toen wij Exodus 15 lazen, wat heeft dit met de lijdenstijd te maken? Dat heeft hiermee te maken wat ik hier lees, dat stuk hout.

Wat heeft nou een stuk hout met het lijden van Christus te maken? Alles. Alles. Ik kwam deze tekst op het spoor toen ik in de Engelse Bijbel zat te lezen. Exodus 15, en de Heere wees Hem een hout. ‘And the Lord shewed him a tree’. Misschien zegt u dat ook nog niet zoveel, of het nou een hout of boom is. Wat heeft dat met het lijden van Christus te maken? Als ik er dan ook nog Deuteronomium 21 bijhaal. Misschien wordt het dan duidelijk. Vervloekt is een ieder die aan het hout hangt. Engelse vertaling: ‘a tree, een boom. Vervloekt een ieder die aan het hout hangt, boom. Die boom is het kruis. Dat staat in Exodus 15 en later in Deuteronomium. Nieuwe Testament. Hetzelfde woord. 1 Petrus 2 vers 24. Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout.

De Heere wees hem een hout, dat wierp hij in het water en het water werd zoet. Als het hout, boom, kruis hetzelfde is. Wat deed Mozes? Hij wierp het kruis, het kruis in dat bittere water. En door dat kruis, een stuk hout doet geen wonderen, dat kruishout, wordt het bittere water zoet, het dode water levend. Het onreine rein. Het dode levend. Het bittere zoet. Het onheilige heilig. En dan mogen we in deze lijdensweken weer gedenken, let op, het bittere lijden en sterven van Christus.

Ik denk aan dat zinnetje uit het Avondmaalsformulier: Aangezien de toorn zo groot is over de zonden, dat eer Hij die ongestraft liet -dat kan niet- aan Zijn lieve Zoon met de bittere en smadelijke kruisdood gestraft heeft.

Christus is in dat oordeel neergedaald om dat leven te verwerven. Want dien die geen zonde gekend heeft, je zou kunnen zeggen die geen bitterheid, geen kwaad gekend heeft, Hij tot zonde gemaakt. Opdat wij zouden worden rechtvaardigheid God in Hem. Als wij net als Petrus alleen maar bitter kunnen wenen over onze zonden; ik hoop het, ik hoop het. Iemand zei Heere als ik geen stroom van tranen heb, geef mij twee of drie druppels tranen, Petrustranen, dan zou ik zo dankbaar zijn. Dan ben ik de gelukkigste man van de wereld, begrijp je het? Dan wordt Zijn lijden zoet. Wat stof, zegt een lied, tot zielsverblijden, hoe zalig is het en goed, dat ik in Uw bitter lijden mijn redding vinden moet. O mocht ik U mijn leven daar ik bij Uw kruishout kniel, mijzelf ten offer geven, wat winsten deed het mijn ziel. Stof tot zielsverblijden. Waar beter dan dat ik bij Uw kruishout kniel. Dat levendmakende kruis, de boom des levens waarvan de bladeren zijn tot genezing. Het levendmakende hout.

Thomas Scott schrijft in de Bijbelverklaring: bij dit hout kunnen we denken aan de zegeningen van het Evangelie die Christus voor ons verkregen heeft. Die onze bitterste beproevingen zoet maken. Door vrede aan het geweten. En troost en hoop der heerlijkheid te geven. De zegeningen van het Evangelie, daar moet je ook denken bij het hout. Dan wordt Christus zoet, dan wordt Zijn Woord zoet. Dan worden de Psalmen zoet. Dan wordt als ik aan Hem denk, Hij zoet. Mijn overdenking aan Hem zal zoet zijn. Dan wordt alles wat Hij geeft zoet want het draagt het kenmerk van het kruis.

Je kunt lezen dat het er 600.000 waren, en dat is nog zonder de kinderen. Zeker een miljoen. Hoe geef je een miljoen mensen in een uur te drinken? Calvijn gaat daar even op in. Die bron van Mara moet niet een kleine waterput zijn geweest maar een grote stroom. Maar nou komt het, dan moet het wel een hele voorraad hout zijn geweest om het water goed te maken. Het was en bleef maar een enkel stuk hout. Zit daar wel een les en boodschap in. Dankbaar dat Calvijn even bij hielp.

In dat ene stukje zat wel zoveel kracht. Zo is het offer van Christus, dat ene offer, van die ene Persoon. Daarom las ik vanavond de Dordtse Leerregels. Van een oneindige kracht en waardij. Genoeg om een hele wereld te redden. Een oneindige kracht en oneindige waardij. Helaas wordt niet heel de wereld zalig, aangrijpend genoeg. Dordtse Leerregels. De Remonstranten beschuldigen hen en zeiden jullie beperken de genade. Dat hebben ze niet op zich laten zitten. De hele wereld kan makkelijk zalig worden. Als mensen verloren gaan is het niet omdat het offer van Christus niet voldoende was.

John Duncan, rabbi, vriend van McCheyne. Dominee Kempeneers een paar jaar geleden nog een lezing over geholpen. Uitspraak van hem: ‘Om naar de hel te gaan moet je eerst waden door het bloed van Christus.’ Een ontzaggelijke uitdrukking. Zult u erover nadenken? Het zit niet op Hem vast. Hij heeft voldaan, genoeg voor de hele wereld zegt Dordt. Mag je vanavond met zo’n hart van murmureren de toevlucht nemen tot Hem.

Die gezorgd heeft voor het lichaam met het water toen, zou die niet voor mijn ziel zorgen? Het kan en het mag en het moet. ‘Een stroom van ongerechtigheden had de overhand op mij, maar ons weerspannig overtreden verzoent en zuivert U’.

Amen.

 

Eerste lijdenszondag 19 februari 2023 – Triumfatorkerk Hersteld Hervormde Gemeente Katwijk-upon-Sea – ds. P. den Ouden – Schriftlezing Exodus 15 vers 22-27