Versterkt te worden door de kracht van de Geest

De apostel Paulus schrijft in zijn brief aan de christenen in Efeze dat zij versterkt kunnen worden door de kracht van de Geest. Het Woord komt zo vanmorgen tot ons. De kracht van de Geest hebben wij zo nodig hier op aarde. In eigen kracht leiden we nederlaag op nederlaag. Maar in Hem, Christus Jezus, zijn wij meer dan overwinnaars. Paulus jubelt het uit: ‘Ik vermag alle dingen door Christus die mij kracht geeft’. In de verkondiging van het Woord komt het tot ons dat de kracht te krijgen is én hoe de kracht te krijgen is. De vertroosting en versterking ligt niet in de (genade)middelen zelf, maar in de Middelaar Jezus Christus.

Efeze 3 vers 16b: ‘Met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in den inwendige mens‘.

Gemeente, we staan vanmorgen stil bij het gebed van Paulus. Als Paulus gaat bidden, dan zou hij heel veel kunnen noemen. Waar kun je allemaal niet om bidden? Genade, troost, wijsheid. Veel om voor te bidden. Als Paulus gaat bidden, wat is dan het eerste waar hij om bidt? Vaak is toch wat je het meeste bezighoudt het eerste waarom je bidt. Dan bid ik allereerst om met kracht versterkt te worden door de Geest. Blijkbaar is dit voor Paulus, en vindt hij dit voor de christenen in Efeze, heel belangrijk. Waarom is dat zo belangrijk? Daar gaat het vanmorgen over.

Versterkt te worden door de kracht van de Geest
1. De kracht is nodig;
2. De kracht is te krijgen;
3. Hoe is de kracht te krijgen.

1. De kracht is nodig

Waarom heeft een christen het nodig om met kracht versterkt te worden door de Geest. Allereerst omdat je in je leven met zoveel noden en zorgen te maken hebt. Ik ken deze gemeente niet goed. Maar er zullen hier weinig mensen zitten zonder noden en zorgen. Mensen die zeggen: ik maak mij nergens zorgen over. Wat kun je zorgen hebben over je kinderen, kleinkinderen. Werk. Psychische noden. Handycap. Wat zijn er veel noden en zorgen gewoon in het alledaagse leven. Wat kan het kruis zwaar zijn. Moeiilijk zijn. Zo zwaar dat je er bijna aan onderdoor gaat. Heere, dit houd ik niet meer. Dichter van Psalm 138 kon ook niet meer verder. Heere, ik til het niet meer.

Wat heb je het nodig om met kracht versterkt te worden. Zo mocht die dichter van Psalm 138 het ervaren. Gebed verhoord, haar kracht gegeven. Nog zo iemand die het nodig had om met kracht versterkt te worden. David bij Ziklag. Op de vlucht voor Saul. 600 laatste mannen laten hem nu ook vallen. Ze willen hem stenigen. David alles kwijt. Kan geen kant meer op. En toen? Wat deed hij toen? Toen alle wegen op aarde ophielden. Wat deed hij doen? David sterkte zich in God. Hij bad. Hij deed precies hetzelfde als waar Paulus om bad.

Ik hoop dat wij zo hetzelfde doen vanmorgen die hier zijn en meeluisteren. Om door God geholpen en gesterkt te worden. Een tweede reden waarom wij die kracht nodig hebben is omdat wij in de geestelijke strijd zijn. Catechismus vraag en antwoord 127. Leidt ons niet in verzoeking. Zo zwak, we kunnen niet een ogenblik blijven staan. Duivel, wereld en eigen vlees niet ophouden ons aan te vechten. Niet af en toe. Maar niet één ogenblik staande kunnen blijven. Dat is weinig! De driehoofdige vijand houdt niet op aan te vallen. Hoe moet het dan verder? Catechismus: zo te sterken door de kracht van Uw Heilige Geest.

Wat kan een kind van God in eigen kracht? Denk aan Noach. Hij wandelde met God, als enige door die zondvloed gered. En dan wordt hij dronken. Heel de wereld ondergegaan, Noach als enige niet. En dan gaat Noach in diezelfde zonden. Een kind van God! Salomo. Een man vol van genade en wijsheid. Op zijn oude dag valt hij in de strik van vrouwen en afgoderij. Als zulke groten al zo zwak zijn en vallen, wat heb ik het nodig om met kracht versterkt te worden door de Heilige Geest.

Waarom ik die kracht nodig heb, wijs ik op het gewone geestelijke leven. Ook al weten we van dood levend gemaakt te zijn. Dan nog is het nodig dat de Heere je versterkt. Ook al ben je een kind van God, kan ik zonder de Geest geen regel bidden. Wij weten niet te bidden, zonder de Geest. Aangewezen op de kracht van de Geest. Vruchten van de Geest. Zo worden ze ook genoemd. Liefde, blijdschap. Ze komen niet vanzelf. Door de Geest. Vrucht van de Geest. Door Zijn kracht. Het is alleen door de kracht van de Geest dat er geloofsoefeningen zijn. Alleen door de kracht van de Geest kan mijn geestelijk leven bloeien en groeien. Alleen door Zijn kracht, anders ga ik mee met de betovering van deze wereld. Wat heb ik het nodig om met kracht versterkt te worden door de Geest.

Nog een ding wil ik noemen. Ik heb die kracht nodig om voor de Heere te kunnen leven. Om te doen wat Hij van mij vraagt. Het gebed van Paulus staat op een cruciale plaats. Dat gebed moest daar wel staan en niet in hoofdstuk 2 of hoofdstuk 5. Ik zal u vertellen. Lijn van de Efezebrief. Eerste drie hoofdstukken getuigt Paulus van wat Christus heeft gedaan. Nodig is voor het geestelijk leven. In de tweede helft, vanaf hoofdstuk 4, gaat hij over tot de praktijk van het leven. Wandelt waardig overeenkomstig u geroepen bent. Hoofdstuk 5 over het huwelijk. Getrouw in werk. Hoofdstuk 1-3 is de leer, hoofdstuk 4-6 is het leven. Aan het eind van hoofdstuk 3 gaat hij eerst bidden. Hoe zal ik iets in praktijk kunnen brengen in eigen kracht? Het gebed als een brug tussen leer en leven. Hoe zou ik er anders iets van terecht te brengen zonder kracht van omhoog? In biddende afhankelijkheid.

2. De kracht is te krijgen

De kracht is beschikbaar. Ik wijs er met nadruk op. Dat de kracht van de Geest voorhanden is. Als Paulus bidt, dat de gemeente van Efeze bidt dat de gemeente versterkt zou mogen worden, zou je kunnen denken dat het niet goed gaat. Dat ze versterking nodig hebben. Zo als wij ook vaak pas gaan bidden om kracht als het niet goed gaat. Eerlijk is eerlijk. Zou dat hier ook niet goed gaan? Dat is hier niet het geval. Dat Paulus ze waarschuwt, vermaant. Als het wel aan de orde was, zou hij het wel geschreven hebben. Doet hij in de andere brieven ook. Als hij niet met concrete aanwijzingen komt, is dat niet omdat er dingen in de gemeente van Efeze niet goed gaan.

Gezegend zijn met allerlei geestelijke zegeningen. Toch bidt Paulus om met kracht versterkt te worden. Opdat het beter zal gaan. Meer overvloedig zouden worden. Gemeente, de Heere geeft ons geestelijke zegeningen, niet om daarmee tevreden zijn. Om daaraan genoeg te hebben. De Heere geeft geestelijke zegeningen, opdat wij verlangen nog veel meer van Hem te ontvangen. Vers 19. Vervuld zullen worden. Paulus zegt: wees niet tevreden, de Heere wil veel meer doen. Helemaal volgemaakt worden. Met al de zaligheid die in Hem is. Met al de volheid die in God is. Er is nog zoveel meer te krijgen, te genieten, te ervaren.

Waar de Heere meer van wil geven is met kracht versterkt te worden door de Geest. Nog meer in toe te nemen. Wij denken vaak dat als je mag weten van vergeving van zonden, dat is een heerlijk groot wonder. Dat is ook zo. We hebben de neiging: als je gered bent, dan ben je er wel zo ongeveer. Maar dat is fout. Het is geen eindpunt maar een beginpunt. Geen doel maar een middel. Meer overvloed van de Heere uitwerken. Veel kracht hadden ze ervaren maar er is veel meer van die kracht te ervaren. Vaster. Krachtiger.

Soms staat weleens de gedachte, en de duivel vindt het prachtig, dat de christen zwak blijft. Kwakkelend. Zwak en hulpeloos. En dat is die ook: zwak en hulpeloos in zichzelf. Maar niet in Christus. In onszelf, als het daar vanaf hangt leiden we nederlaag op nederlaag. Maar in Hem zijn wij meer dan overwinnaars. Dat is de andere kant. In Hem krachtig overwinnaars. Uit ons, om nog iets te noemen, geen vrucht in der eeuwigheid. Wat een ootmoedige waarheid. Wat kun je er een pijn en verdriet aan beleven, als het goed is. Maar die in Mij blijft en Ik in hem, die draagt veel vrucht. Dat is de andere kant. De Heere wil niet dat wij zwak en hulpeloos blijven. De Heere wil dat wij sterk worden. Niet in onszelf maar in Hem.

Hoofdstuk 6, wapenrusting. Wordt krachtig in de Heere en in de sterkte van Zijn kracht. De Heere wil niet dat wij verliezen. De Heere wil dat wij overwinnen. Neemt aan de gehele wapenrusting opdat u kunt wederstaan, niet verliezen, en alles verricht hebbende, toch vallen, toch verliezen? Nee nee. Staande blijven. Die kracht is er. Toch vaak leeft de gedachte: blij te zijn een kind van God te zijn, maar blijft allemaal zwak. In onszelf wel. Maar in de Heere niet. Door de kracht versterkt te worden.

Mijn probleem met de evangelische beweging is dat er te weinig oog is voor dat een christen in zichzelf zwak, hulpeloos en arm is. Dat klinkt mij allemaal iets te gemakkelijk. Maar wij reformatorische hebben ook onze zwakheid. Weleens te weinig oog dat wij in Hem krachtig en sterk kunnen zijn. Het is goed als in een preek benadrukt wordt hoe zwak en onmachtig wij zijn in onszelf. Het is goed en heilzaam. Waarom? Omdat dat ons ootmoedig en afhankelijk houdt. Maar als een preek niet tegelijkertijd niet benadrukt, dat is de andere kant, dat Gods kracht ons sterk maakt, dan trekken we de waarheid scheef. In de Heere sterk kunnen zijn en Hij kracht wil geven. Waar Paulus om bidt.

Om iets te illustreren hoe die verhoudingen liggen. Zwak in onszelf, sterk in Hem. Catechismus vraag en antwoord 127. Het viel mij op hoe Bijbels evenwichtig de Catechismus is. Dewijl wij van onszelf zo zwak zijn. Niet een ogenblik staande kunnen blijven. De vijanden houden niet op ons aan te vallen. Ene helft van de waarheid. Maar dan stopt de catechismus niet. Zo wil ons toch behouden en sterken. Opdat wij in deze geestelijke strijd niet onder liggen. Kinderen onderliggen. Zoals op het schoolplein kinderen met een vechtpartijtje. In Christus leidt een christen niet nederlaag op nederlaag. In Gods kracht niet onderliggen. Maar altijd sterke tegenstand bieden. Er staat niet: het wordt niets, verwacht er maar niets van. Nee, dat staat er niet. Maar altijd sterke weerstand bieden. Tegenstand. In Zijn kracht. Totdat wij ten enenmale de overwinning behalen.

Gode zij dank. Die ons altijd doet triomferen, in Christus Jezus. Maar het staat er dus wel. Altijd doet triomferen. Staat er wel. Gemeente, waarom houden wij deze woorden niet vaker voor? Eigen zwakheid elkaar voorhouden is goed. Ene werkelijkheid. Maar dit ook. Schadelijk als wij hier geen oog voor hebben. Als wij het normaal gaan vinden als wij altijd zwak blijven. Dan hoef ik mij voor God niet verootmoedigen, schuldig te voelen, als ik nederlaag leidt. Want gebeurt toch. Daarnaast ondermijnt het ook het gebed. Als ik dat niet geloof, zal ik er ook niet om bidden. Waarom zou ik om iets bidden wat toch niet gebeurt? Ik kan wel bidden om die kracht maar als ik het toch niet ontvang. De duivel vindt het prachtig. We blijven zwak en hij heeft vrij spel.

Maar als ik weet dat ik in de Heere sterk kan zijn. Afhankelijk leven. Op Hem aangewezen. Ootmoedig leven. Dat geeft een biddend leven. Als ik weet die kracht is er. Maar ik moet nog steeds op mijn knieën gaan. Meer dan iemand anders wist Paulus hoe zwak, hoe zwak!, hij was. U kent die geschiedenis. 2 Korinthe 12. Engel des satans die hem sloeg met vuisten en doorn in het vlees. Het was voor hem niet te dragen. Heere, het is te erg. Heere het is te erg. Het deed hem tot de Heere zuchten. De Heere heeft hem verhoord. Anders was hij bezweken. In zichzelf bleef Paulus zwak maar de Heere vervulde hem met Zijn kracht. Soms wordt het weleens voorgesteld dat het gebed niet verhoord werd. De doorn en de vuisten bleven. Maar de Heere heeft wel verhoord. De Heere heeft Paulus niet zwak gelaten. De Heere vervulde Hem met Zijn kracht. Wat zegt Paulus? Zo zou ik liever roemen in mijn zwakheden. Dan stopt hij niet, dan gaat hij nog verder. Opdat de kracht van Christus in mij wonen. Die mag hij ervaren. De kracht van Christus in mijn wonen.

In mij wonen. Niet af en toe. Nee, dat was blijvend bij Paulus. Anders had Paulus geen ogenblik staande kunnen blijven. Filippenzen 4: ‘Ik vermag alle dingen door Christus die mij kracht geeft’. Dat is het tweede punt. Die kracht is er. Vergeet u dat niet. Niet onszelf, maar in Hem. Om deze oorzaak buig ik mij knieën. Versterkt te worden naar de inwendige mens.

3. Hoe de kracht te krijgen is

Hoe kom ik aan die kracht? Mooi om te horen maar daarmee heb ik het nog niet, ben ik er nog niet. Houdt het u bezig? Sterk te worden in de Heere. Verdriet dat ik zo vaak nederlagen leidt. Is dat voor u een nood? Jongeren, als er in je jonge leven dingen niet goed gaan, daar kun je je bij neerleggen en zeggen ik ben nu eenmaal zo. Of is het je verdriet. O God, kom mij te hulp. Zoals Paulus bidt. Hoe kom ik aan die kracht die zo nodig? Zo troostrijk, zo zegenrijk.

Allereerst, dat gaat voorop, door het geloof in Christus. Dat is de manier waarop die kracht mij geschonken wordt. En dan uit zich dat geloof in de daden van het geloof. Wat moet ik mij daarbij voorstellen? Een van die eerste daden van het geloof, het gebed. Hoe kom ik aan die kracht? Door het gebed. Hier in Efeze 3 zie je iemand op zijn knieën. Paulus bidt om die kracht te ontvangen, om te versterkt te worden. Ik hoop dat wij dat ook doen. Vertrouwen om die kracht te ontvangen.

Hoe kom ik aan die kracht? Door het Woord. 1 Johannes 2 vers 4. Het Woord Gods blijft in u. Wat voor uitwerking heeft dat? Niet dat ik het Woord vluchtig lees. Niet even gedaan. Woord blijft in u. Wat voor gevolg heeft dat? U hebt de boze overwonnen. Zo sterk maakt dat Woord. Dat je daardoor de boze kunt overwinnen. Paulus noemt het eerste als een gevolg van het tweede. Lieve mensen, als wij niet dagelijks leven bij een geopende Bijbel, maar voor jezelf de tijd niet, niet op de gezette momenten rond het eten. Kun je dan de sterkte verwachten? Ik kom op huisbezoek en dan wordt er soms geklaagd over zwakheden. En ik herken het. Maar als wij de middelen niet te gebruiken, hoe kunnen wij dan kracht verwachten?

Derde middel is de sacramenten. Die wil de Heere gebruiken. Ter versterking. Ik zeg niet dat iedereen maar zomaar aan het Avondmaal moet komen. Zonder geloof heeft het geen kracht. Maar als het gelovig gebruik wordt, dan gebruikt de Heere dat tot versterking. Het vierde middel is de omgang met anderen die de Heere liefhebben en dienen. Wat kan het tot versterking zijn. Het kan zo maar onverwacht dat je iemand uit de gemeente in de supermarkt ontmoet. Wat kunnen we organiseren? Zo onverwacht komt het. Wat kan het goed doen als je van hart tot hart spreken. Versterken. Verlevendigen. Het Woord zo elkaar aan te reiken, iets gelezen en dat delen. Paulus gaat naar Rome, zijn laatste eis. Hij ziet er best een beetje tegenop. Hij nadert Rome en daar komen een aantal broeders hem tegemoet. Doet hem zo goed. En de broeders gezien hebben, grepen wij moed. Een van de middelen die de Heere gegeven heeft tot versterking. De gemeenschap der heiligen. Wel dit gemeente, wij hebben een verantwoordelijkheid voor elkaar. Te versterken, aan te moedigen. Sticht de een de ander. Bouwt elkaar op. Het is een Bijbelse opdracht om elkaar op te zoeken. Met elkaar te spreken van hart tot hart. Wat kan het jezelf goed doen en jezelf bemoedigen.

Een laatste middel, daar zou je misschien niet zo snel aan denken, is het zingen. Brakel, misschien weleens van gehoord. Redelijke Godsdienst. Aanraden. Herschreven, het is goed te lezen. Brakel schrijft een heel hoofdstuk over het zingen. Het nut van het zingen. De zegen van het zingen. Tot versterking. Hier zitten mensen, ik weet het zeker, die hebben het weleens meegemaakt. Je ging misschien moedeloos naar de kerk, leeg, donker. Psalmen opgegeven. Misschien wel gedachteloos zingen. En opeens ging de Psalm open. Gaan je aanspreken. Gaan je raken. Gaan ze leven. Misschien nu nog weet. Bepaalde Psalmen, kwam de Heere zo in mij.

Ik ga stoppen. Ik heb zo vijf middelen genoemd. Er is nog veel meer te noemen. Die vertroosting en versterking ligt niet in die middelen zelf. Als je maar bidt, lees in de Bijbel, zingen. Dat je het dan tot je beschikking hebt. We blijven van die middelen afhangt. Dat de Heere er in mij mag komen. In die middelen het verwachten van de Middelaar. De Heere heeft de middelen gegeven. Om biddend op de Heere bij deze middelen te wachten. Die daar op Hem wacht zal het ook ervaren met kracht versterkt te worden door Zijn Geest. Zo daalt Zijn kracht in zwakheid op u neer, wacht dan ja wacht, verlaat u op de Heer. Amen.

 

Zondag 13 oktober 2019 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. P. den Ouden – Schriftlezing Efeze 3 vers 14-21