In de tweede brief van de apostel Paulus aan zijn geestelijke zoon Timotheüs begint hij met een groet. Hij is een apostel van Jezus Christus, de eeuwige Zoon van God die naar deze wereld kwam om verzoening aan te brengen. Het is dat wij leven door de wil van God, naar de belofte van het leven. Het is alles in en door Christus dat wij leven. 

2 Timotheüs 1 vers 1: ‘Paulus, een apostel van Jezus Christus, door den wil van God, naar de belofte des levens, dat in Christus Jezus is’.

Apostel van Jezus Christus

Gemeente, 20 juli jongstleden was het tachtig jaar geleden dat een aanslag op Hitler werd gepleegd. 20 juli 1944. Door hoge officieren. Alle betrokkenen werden opgepakt en kregen allemaal het doodvonnis, allemaal opgehangen.

Helmuth Stieff daarbij betrokken. Ook het doodvonnis gekregen. Afgelopen week zat ik in zijn biografie te lezen. Brieven aan zijn vrouw in die dodencel. Hij was christen. Volledig achterstond wat hij gedaan had en geen spijt van.

Vanavond lezen we ook van iemand die in een dodencel zat. Paulus. Mijn einde is heel dichtbij. Zat daar in Rome bij keizer Nero. Kwestie van tijd dat ik zal worden omgebracht. Stel je voor dat wij in de dodencel zitten en nog tien dagen of een paar weken. Aan je man, vrouw, beste vriend. Wat zou je schrijven? Tijd van ontbinding aanstaande. Pinnen uit de grond. Letterlijk mijn tent wordt opgerold.

Wel heel opmerkelijk dat je in de schaduw van de dood geen angst tegenkomt. Of zelfbeklag. Ik heb het zo zwaar. Geen spoor. Je komt in deze brief alleen maar rust, overgave tegen. Voor Paulus was de dood niet het einde maar het begin. Niet naar het donkere graf maar naar het eeuwig zalig licht.

Voor een ongelovige is ieder jaar een plank aan die doodskist. Tot de laatste plank. Maar bij iemand die gelooft gaat het juist andersom. Elk jaar een plank weggebroken. En bij het sterven wordt de laatste plank weggebroken. Voorgoed vrij en verlost. Ik vond het wel een treffend beeld. Hoe is dat bij ons ons leven steeds meer dichtgetimmerd of steeds meer opengebroken. De kist gaat niet dicht maar open.

Paulus schrijft aan Timotheüs. Beste vriend. Noemt hem 22x. Twee brieven van Paulus, Titus ontving er een. Handelingen 16. Heidense vader en Griekse moeder Euníce en bij die moeder woonde in Loïs. Ten eerste deden ze dat door een uitnodigend voorbeeld. Mijn moeder en grootmoeder hebben hem onderwezen. Hoofdstuk 3 vers 15.

Hartelijke band. Mijn zoon. Paulus was voor die jonge Timotheüs een vader. Wat hebben die twee zielsveel van elkaar gehouden. We lezen in het vierde vers over dat hij in tranen was. Die volwassen Timotheüs. Zo moeilijk kon hij hem loslaten. Ik weet het nog wel je was in tranen. Werd rechterhand van Paulus op de zendingsreizen.

Macedonië, Korinthe. Niet makkelijk. Zaken op orde te stellen. Geen gemakkelijke taak. En dan vraagt Paulus kom je gauw weer naar mij toe hier in die dodencel. Je graag zien en spreken. Een beetje voor te stellen. Jongen van 20, 25. Wat moet die Timotheüs torenhoog tegen Paulus hebben opgekeken. Die grote reus geestelijk mag zo wel gezegd worden, Timotheüs een dwerg.

Wat zou ik er graag bij geweest zijn bij zulke gesprekken. En wat zullen ze ook samen de handen gevouwen hebben voor de kerk. En dan draagt Paulus de zorg van de kerk over aan Timotheüs. Dat is wat. Partijschappen in de gemeente. Ene van Paulus andere van Apollos.

Allen die in Azië zijn van mij afgekeerd. Massaal. Je zou maar gemeentewerk gestart zijn. Vijf, tien jaar. Stort in. Terwijl Paulus achter de tralies zitten, die dwaalleraren. Voorteten als de kanker. Niet zomaar iets mis maar mensen gaan verloren.

Ook van buiten, bloedige keizer Nero mensen voor de wilde dieren gegooid. Als Paulus deze brief schrijft zit de kerk in noodweer. Trouwens wij ook. We mogen hier bijeen zitten. Maar ook in ons gebed, in de gemeente. In Nederland, Europa in noodweer zitten. En in dit noodweer moet Timotheüs de leiding overnemen.

Dat gaat de menselijke kracht te boven. Paulus moet geestelijk een reus geweest zijn. De Heere geeft karakters. Timotheüs was niet zo’n sterke. Wek de gave op, de geest van vreesachtigheid. Schaam je dan niet. Timotheüs kon ook niet op Paulus terugvallen. Vol van vreze en beven.

Paulus schrijft daarom ook echt een brief. Kende de jongen wel een beetje. Ik schrijf hem er nog een. Wat moet dat voor Timotheüs een blijde verrassing geweest zijn. Een brief vol van raad, van bemoediging, vol van Christus. Paulus dacht aan zijn vriend, nog meer de Heere dacht aan hem. Zo mogen wij de brief ontvangen tot bemoediging.

Vers 1: ‘Paulus, een apostel van Jezus Christus, door den wil van God, naar de belofte des levens, dat in Christus Jezus is’. Als wij deze brief aan tafel lezen, vaak snel het eerste vers. Thomas Scott: ik zou de lezers steeds weer willen oproepen om de opschriften van Paulus niet al te gedachteloos overslaan. De opschrift weten we, nu de inhoud. Een onnavolgbare bondigheid de kern van het Evangelie samen te vatten. Toen ik het afgelopen week las was ik gewaarschuwd. Nou we gaan kijken.

Ik schrijf de brief als apostel. Niet als vriend naar vriend. Maar als in opdracht van God. Dit zijn niet zomaar mijn woorden maar Gods woorden persoonlijk voor jou. Nou gemeente zo moeten wij de Bijbel lezen. Als ik de Bijbel opendoe, dan zijn dat persoonlijk woorden aan mij. Heere zou u tot mijn ziel willen spreken? Ik snap wel wat mensen ermee bedoelen maar kijk wel uit dat we de woorden van God in de Bijbel hebben. Aan mijn woorden mag je aan twijfelen, maar Gods Woord niet. Mijn woorden mag je naast je neerleggen, maar Gods Woord niet.

Paulus in dienst van God. 7 x 24 uur in dienst van God. Van wie ik ben en Welke ik ook dien. Dat is een belijdenis. Ik ben niet van mijzelf maar leef van Hem. Wanneer ben je zalig? Heel veel te zeggen. Van wie ik ben en Wie ik dien. Zou je het willen? Heere van u te zijn en helemaal voor u te leven. Is dat je bidden, je zoeken. Een apostel in dienst van Jezus Christus. Toen Paulus dat schreef moet dat voor hem elke keer een machtig wonder zijn geweest. Hij die vijand, vervolger van Christus. Die vervolger had opgezocht. Die mij heeft liefgehad zegt hij in de Galatenbrief en voor mij heeft overgegeven.

Gaat elke keer over deze Naam. Scott heeft gelijk. Deze Naam en de rest maar uitwerking. Waar moet ik het anders over hebben. In die eerste twee korte verzen al drie keer die Naam geschreven. Dat schrijft Paulus niet als bladvulling. Zoals wii gedachteloos die Naam op de lippen nemen. Die Naam en Persoon was voor Paulus alles. Want in Hem leven wij en bewegen wij en zijn wij. In Hem zijn alle schatten van wijsheid en kennis.

Als ik omhoog kijk naar de hemel, daar is Christus zegt Paulus. Die daar als Priester voor mij bidt. Machtige Profeet om mij te onderwijzen en te leren. In Hem adem ik. Gemeente kijken wij zo bij wijze van spreken ook weleens naar de hemel. Met een hart vol dankbaarheid en verwondering. Daar is Christus mijn Koning.

Of kijken wij niet omhoog. Omdat je genoeg hebt aan alles hier. Een volle aarde en een lege hemel. Ik ben bang dat het voor veel mensen geldt. Een volle wereld. Helaas alleen buiten de kerk maar ook in de kerk. Wat zou op aarde nevens U toch lusten. U gaat het zeer verre te boven. Beter dan dit tijdelijk leven is Uwe goedertierenheid.

Mij is elke dag verloren die uw roepstem niet vermeen. Want dit land van most en koren is mij immers vreemd. Kun je je een vreemde voelen in je eigen dorp. Augustinus’ moeder. Wat doe ik hier nog? Het is een van twee. Volle wereld of volle hemel.

Paulus een apostel van Jezus Christus en dan staat er nog iets achter. Door de wil van God. Als het aan Paulus had gelegen liever geëxecuteerd dan een volgeling van Jezus. Hoe kan het, hoe kan het? Het staat er zo eenvoudig. Door de wil van God. Als de Heere moet gaan wachten totdat wij gaan willen, dan moet Hij lang wachten. Dat is erg. Wij kunnen het haast aanhoren zonder te knipperen. Is dat echt zo, laat het tot je doordringen. Gelukkig wacht de Heere niet. Niet desgenen die wil, nog desgenen die loopt. Paulus dat zo geleerd en ik hoop dat wij het ook geleerd hebben. Als het van ons afhing, dan zag het er slecht uit. Maar des ontfermende God. Zo tegen je hardheid en blindheid.

Misschien als ik het mooi presenteer, dan kan ik misschien mensen over de streep trekken. Denk dat maar nooit. Onze hulp en onze verwachting is van de Heere. Die op holgeslagen paarden weet stil te zetten. Vijanden vrienden maakt. Doden opwekt. Met een knip. Heeft Hij niks voor nodig.

Je probeert te overreden. Gaat niet lukken. Goed dat je het doet. Gij zijt mij te sterk geweest. En hebt mij overmocht. Zalige nederlaag als je het van die God mag verliezen.

Paulus een apostel. Dan schrijft hij verder naar de belofte des levens dat in Christus Jezus is. Leven komt niet zomaar naar ons toe. Maar in de belofte. Als iemand vanavond zegt ik heb zo behoefte aan het leven. Waar kan ik het vinden? In de belofte. Hele Evangelie mee bedoeld.

Evangelie heeft ook andere namen. Des heerlijkheid. Des geestes. Der vergeving. Der verzoening. Allemaal verschillende namen. Evangelie zo rijk. Evangelie der heerlijkheid. Des rijkdoms. Zoveel facetten. Waar heeft het Evangelie mee te maken? Des levens. Niet zomaar leven maar het eeuwige leven. Niet zomaar eindeloze reeks van dagen. Duizenden, miljarden.

Het eeuwige leven is van een andere dimensie dan tijd. Niet waar het uit bestaat, niet de lengte. Maar wat is het eeuwige leven? Ik hoop dat er hier zijn die het al herkennen uit het Hogepriesterlijk gebed. Johannes 17 vers 3: dit is het eeuwige leven dat zij U kennen, de enige waarachtige God en Jezus Christus die Gij gezonden hebt.

Matthew Henry: Het leven is het doel, Christus de weg. Die twee niet los te maken. En toch wel scherp opgemerkt. Hoe kom ik bij het eeuwige leven? Christus de weg, het leven het doel. Hier in beginsel. Alles zit er al in, in de knop. Straks in de tijd. Straks in volle bloei, dan gaat het open.

1 Johannes 3 vers 2. Het is ons nog niet geopenbaard. Maar wij zullen Hem gelijk wezen want wij zullen Hem zien gelijk Hij is. Dan gaat het je duizelen. Hem gelijk wezen, Hem gelijk wezen. Verlang je ernaar? Je mag naar van alles verlangen. Als je hier niet naar verlangt, dan ben je de ellendigste. En als je dit verlangt, dan is de rest bijzaak.

Wandelt in Zijn licht, badend in Zijn liefde. Hier in dit leven geeft de Heere soms een voorsmaak van. Een paar druppels. De eeuwigheid je leven inkomt. Catechismus: dat ik nademaal het beginsel der vreugde in mijn hart gevoel, ik na dit leven volkomen zaligheid mag genieten. Geen oog gezien, geen oor gehoord, geen mensenhart opgeklommen. Om God eeuwig prijzen. Alzo zullen de  vrijgekochten straks in Sion komen, eeuwige blijdschap zal op hun hoofden zijn. En treuring en zuchting

Gelijkenis verloren zoon eindigt er mee: En zij begonnen vrolijk te zijn. Paulus schrijft er over niet alleen in dit leven maar straks volmaakt beantwoorden aan mijn doel. Hem volmaakt dienen. Hier op aarde nog zo weinig van terecht brengt. Openbaring 7: ze dienen Hem. Volmaakt Hem dienen, volmaakt zonder bijbedoelingen. Geen last meer van je lusten en begeerten. Zonder ook maar moe te worden. Altijd bij die bron van leven en de bron van vreugde.

Dienen Hem. In Openbaring staat in het Grieks liturgie. Eredienst. Deze dienst een eredienst een zwakke afspiegeling van. Eredienst. Liturgie. Offerdienst. Daar zal zijn God alles en in allen. We begonnen ermee Scott in dat eerste vers al de kern te pakken. We zijn er blij mee dat hij verder schrijft. Maar dit wel de kern dat Jezus Christus de kern is.

Is dat voor mij? Dat kan Scott wel mooi schrijven. Is dit waar ons hart naar uitgaat? Of gaat ons hart ergens anders naar uit? Deze tekst zo’n troost. Maar ook wel een ontdekkende tekst. De grote scheiding tussen die God liefhebben en die Hem niet liefhebben en Hem dienen en niet dienen.

Is 2 Timotheüs 1 de kern van mijn leven? Dit in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven. Maar die de Zoon ongehoorzaam is, dat is ongehoorzaam aan God, de toorn Gods blijft. Niet die komt maar die is er al. Mozes, ik zeg het vanavond na, zegt bij zijn afscheid. Het leven en de dood heb ik u voorgesteld. Kies dan het leven opdat gij leeft.

Amen.

 

Zondag 4 augustus 2024 – Triumfatorkerk Hersteld Hervormde Gemeente Katwijk-upon-Sea, Holland – ds. P. den Ouden – Schriftlezing 2 Timotheüs 1 vers 1-14