De gekruisigde Jezus Christus verkondigd

In het boek Spreuken worden ons vele levenslessen aangereikt. Het beeld van de vriend die te allen tijd lief heeft en die in de benauwdheid geboren wordt [in de nood leer je je vrienden kennen], is het beeld van de Heere Jezus Christus die dé Liefhebber is. God heeft de Zijnen, in Hem, van eeuwigheid liefgehad. Hij is de persoon van de wijsheid Gods. Hij verzoent vijanden met Zichzelf die Zijn vrienden worden. Wij hebben tegen God gezondigd en moeten onze verdorvenheid leren inzien en zien op de dierbaarheid van de Heere Jezus Christus. We moeten Hem leren kennen als onze Zaligmaker. Dan is het waarheid: ‘welk een Vriend is onze Jezus, die in onze plaats wil staan’.

Spreuken 17 vers 17: ‘Een vriend heeft te allen tijd lief; en een broeder wordt in de benauwdheid geboren’ en Spreuken 18 vers 24b: ‘[…] want er is een liefhebber, die meer aankleeft dan een broeder’.

[…] Gedenk ook hen die ons besturen en regeren op welk niveau dan ook. Wees in het bijzonder christenpolitici en -bestuurders nabij. Ons land is een zeer geseculariseerd land. Woorden worden op een gouden schaal gewogen. Heere geef dat we als christenen oprecht zijn als de duiven en voorzichtig als de slangen. Maar dat we ook net zijn als Daniël en zijn drie vrienden die betrachten die we zo net noemden, oprecht als de duiven en voorzichtig als de slangen, maar dat wil dan nooit zeggen dat we onhelder of onduidelijk worden. Och Heere, dat we Uw naam belijden. Ook als het wat gaat kosten: smaad of meer dan smaad. Promotiekansen. Dat er deuren voor ons dichtgaan. Maar welke deur er ook dichtgaat, dan hebt U aan Uw kerk een geopende Deur gegeven naar het nieuwe Jeruzalem. Dan mocht Daniël in de grootste nood open vensters naar het Jeruzalem Gods houden, toen het oude Jeruzalem. En wij naar het nieuwe Jeruzalem. Heere, maak ons dat toch waar. Wees ons nabij en goed. We ontvangen als het goed is voedsel voor onze levensreis. Geef dat wij het opeten en dat we erdoor gesterkt worden. Dat vragen wij om Jezus’ wil, uit genade, Amen.” [gebed voorafgaand aan de preek]

Gemeente, de Bijbel maakt ons duidelijk dat God als onze Schepper recht heeft op heel ons leven. Op alle dagen, op alle uren van de week. Er mag niets zijn waarin wij God niet willen betrekken. Als een man iets gaat doen wat zijn vrouw niet mag weten, behalve een cadeau voor haar kopen, is het niet best. Voor God niets te verbergen. Wat wilt U dat ik doen zal? Spreuken heel duidelijk. In de Psalmen kijken we Gods kinderen in het hart. Spreuken levenslessen. Rechter geen gift aan moet nemen omdat dan het recht gebogen wordt. Wijs die weet te zwijgen al is het nog zo dwaas. Levenswijsheden. Hoe je omgaan met elkaar. Ook niet-christenen zullen zich erin herkennen en ook wel geformuleerd. Ingebed in de vreze des Heeren is het beginsel der wijsheid. In Spreuken 1, 8 en 9 wordt de wijsheid als een persoon voorgesteld. God heeft in wijsheid de wereld geschapen. Toen de wijsheid al. Die Mij vindt, vindt een welgevallen. Keert u af van de ongerechtigheden. Jezus Christus is de persoon van de wijsheid. De meerdere bedeling. Door wie God de wereld schiep die mens is geworden. Vanuit die wijsheid de  wil ik vanmiddag teksten uitleggen. In nood leer je vrienden liefhebben. Meer dan broers en zussen misschien wel. Christen integer. Niet af laten weten. Wel doen aan alle mensen maar meest aan huisgenoten van het geloof. Helpen ze elkaar? De vreze blijkt in de praktijk. Genoemde verzen uitleggen vanuit de Heere Jezus Christus. Hij is de wijsheid van God. Het gaat ons erom dat Jezus Christus wordt verkondigd als de weg, de waarheid en het leven. Voor Hem gaan leven. Op Hem vertrouwen. Wanneer leef je tot eer van Hem? Ik heb U lief omdat U mij eerst liefgehad hebt. Getrokken uit de duisternis tot Uw wonderbare licht. De Heere Jezus Christus is een vriend die ten allen tijden lief heeft. Vanaf wanneer? Al van voor de grondlegging der wereld. Gaat ons verstand te boven. Wij denken in de tijd. Er was helemaal niets en toch wat. Iemand. God. De eeuwige liefde van God. Uitverkoren heeft in Jezus Christus voor de grondlegging van de wereld. Zo schreef Paulus dat aan Efeze. Christus heeft Zijn kerk lief van de eeuwigheid. God werd niet verrast door de zondeval. Onze schuld. Als wij zondigen doen wij dat zelf. Wij zijn verantwoordelijk. De zondeval de schuld van Adam en Eva. Maar God niet door overrompeld. Dat Hij ter plekke moest improviseren. Hij heeft de zondeval een plek gegeven in Zijn raad. Waarom? Ik heb er geen verklaring voor. Hij is God en wij zijn schepselen. Waarom zond Hij Zijn Zoon naar deze wereld? Uit liefde kun je zeggen. Ja, maar Hij had het niet hoeven doen. Broeders in alles gelijk geworden uitgenomen de zonde. Broeder in benauwdheid geboren. Christus de eeuwige wijsheid werd mens. Ontvangen uit de Heilige Geest. Geboren uit de maagd Maria. Allereerst en allermeest om de toorn over de zonden weg te dragen. Hij kan in alles meeleven. Welke stormen er ook over ons leven heengaan. Broeder in benauwdheid geboren.

Waar moeten we het meest mee zitten? Wachtwoord der hervormers. Eens was ik een vreemdeling voor God en mijn hart. Hoe zal ik rechtvaardig verschijnen voor God? Die vraag moet je stellen. Jezus Christus is de weg van eenzaamheid gegaan. De onoverbrugbare kloof. Denken we meest aan Zijn laatste uren op aarde. Drinkbeker Hem toegereikt. Nog gevraagd, Vader laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan maar Uw wil geschiedde. Hij is onder Gods heilige recht verbrijzeld. Er was geen andere mogelijkheid. Als Hij van het kruis was afgekomen en Zichzelf had verlost, was er voor anderen, voor ons geen verlossing geweest. God neemt de zonden zo ernstig. Er moet betaald worden. Hoe groot is de liefde van Hem dat Hij dat heeft willen doen? Mijn God Mijn God waarom hebt U Mij verlaten? In de hel geweest. Wat is de hel? Waar alleen Gods toorn is. Niemand heeft meerder liefde dan die Zijn leven stelt voor Zijn vrienden. Romeinen 5. Vrienden van huis geen vrienden. Wat wel? Vijanden. God bevestigt Zijn liefde jegens ons toen wij nog zondaren waren. Een vriend die liefheeft tot het einde. Als we van de Heere Jezus mogen zeggen dat Hij ons liefheeft dan denken we niet alleen aan Zijn kruisdood maar ook opstanding, hemelvaart en zitten aan de rechterhand van God. Niets zal ons scheiden van de liefde van Christus. Hij bidt elke dag voor de Zijnen. Als het goed is bidden wij dagelijks tot Hem. Wij schieten te kort maar dat kunnen we gelukkig niet van Hem zeggen.

De Heere Jezus heeft plaatsvervangend geleden. Hoe krijgen we er deel aan? Hoe krijgen we geloof? Als je gezond bent heb je de dokter niet nodig. Je gaat naar de dokter omdat je klachten hebt. Toch bang dat er iets openbaar komt. Stom natuurlijk want als er iets is kun je beter eerder gaan. De Bijbel schrijft zelf dat we dood zijn van nature. Dan kan de dokter niets doen. Maar de Heere Jezus wel. Een mens met zijn zonden naar Hem gaan. Zondelast. Mag het ook zonder? Mag wel maar dan als de rijke jongeling. Die bleef zichzelf. Viel niet aan Zijn voeten. Wel weten wie hij is. En toen Jezus hem vertelde wilde hij er niet aan. Komen zoals de moordenaar aan het kruis. Gedenk mij. Hij is de grote Advocaat. Als Gods Geest ons aan onszelf ontdekt. Je gaat je herkennen in de Psalmen. Ik lag gekneld in banden van de dood. De Heere verhoorde mij in het lijden.

Mij gevoerd uit het modderig slijk. Zalig worden is alleen genade. Charles Wesley wenste kort na zijn bekering wel duizend tongen om de lof van de Heere te zingen. Dan schiet er een heel klein mens over die dat wonder nooit klein kan krijgen. Vaste rots van mijn behoud. Mij de bron des levens wordt. Hoe diep moet die benauwdheid nu gaan? Hoeveel last moet je hebben van de zonden om naar de Heere Jezus te gaan? Die kant moeten we niet op. Dan gaan we het zoeken in de last van de zonden. Langs de rand van de hel, maar blijft die je bent, dan heb je er geen deel aan. Geleid te worden door de liefelijke nodigen. Zaligmaker omhelst. De enige bedoeling is dat het ons uitdrijft tot Hem. Leven tot Zijn eer. Stormen van buiten en van binnen. Er zijn stormen. Jezus Christus wordt ons steeds dierbaarder. Vallen onszelf tegen. Ik ellendig mens. Had het zo niet moeten zeggen. Stormen juist omdat je Christus belijdt.

Drie vrienden van Daniël in de oven. Ik zie er vier. De vierde is een zoon van de goden. Engel. Het is de Heere Jezus Christus. Niets kan ons scheiden van de liefde van Christus.  Dan mag ik Hem u verkondigen en erover vertellen. Met die bedoeling dat u Hem leert kennen. Ik kan niet kiezen, de wereld trekt. Op je knieën. De glitter van de wereld kan ons niet meer bekoren. Als we oog krijgen voor die Vriend die te alle tijd liefheeft. Niet voor Zichzelf maar om anderen te redden.

Spreuken 18 vers 24b. Er is een liefhebber die meer aankleeft dan een broeder. Een broeder is als een vriend. In nood leer je mensen kennen. In nood kan het zijn dat je een band krijgt met mensen dan met je eigen broers en zussen. Een christen stemt dat toe. Kan ook zijn dat je met je broers en zussen ook een geestelijke band hebt. Die geestelijke band gaat dieper. Zoete banden die mij binden, aan des Heeren lieve volk. Johannes Groenewegen, Werkendamse predikant, dichtte dat in de 18e eeuw. ‘Zoete banden die mij binden, Aan des HEEREN lieve volk. Wis, zij zijn mijn hertevrinden, Hunne taal mijn herte tolk. ’t Zijn de kind’ren van de Vader, En van ’t zelfde huisgezin. Wij bestaan malkander nader, Als de band van aardse min. Min is een ouderwets woord voor liefde. Wij zijn nog meer aan elkaar verbonden dan aardse en natuurlijke liefde. Die liefde die er als het goed is tussen broers en zussen en ouders en kinderen. Maar deze band is nog dieper. Wij bestaan elkander nader, dan de band van de aardse min.

Toelichten wat ons aan elkaar verbindt. Groenewegen vervolgt: ‘Ach hoe kan ’t mijn hert vervoeren, als dat volk aan mij verhaalt, waar gevallen zijn de snoeren [=stukje land voor je afgemeten], En hoe ’t herte onbepaalt, Aan den Heere is gebonden, Hoeze omhelsde ’t Gode Lam, tot verzoening van de zonden, Hoe dat Jezus ’t herte nam.’ Dat je zo de Heere Jezus Christus mag liefhebben. Ik ben een vriend en metgezel die Uw naam ootmoedig vrezen. Mijn hart vervult met heilbespiegelingen, zal het schoonste lied van ene Koning zingen. Hem al mijn liefde waardig schatten omdat Hij mijn rechterhand wilde vatten. John Owen kort voor zijn sterven, twee dagen voor zijn dood schrijft hij een van zijn vrienden nog een brief. Ik ga naar Hem die ik liefheb met mijn hele hart want een christen heeft Hem lief. Owen vervolgt, maar wat nog belangrijker: Die mij heeft liefgehad, de grond van de troost. Dan heb je het over een Liefhebber die meer aankleeft dan een broeder. Een vriend heeft ten allen tijden lief. In de King James bijbel staat in Spreuken 18 vers 24 in het tweede deel ook een vriend. Kan je Jezus wel je vriend noemen? Kan op een manier gebeuren waar je grote vraagtekens bij hebt, dat elk besef van Gods majesteit ontbreekt. Dat mensen over God spreken als was het hun buurman, geen ontzag voor Hem. De Bijbel leert dat wij er voor God zijn maar dat wordt dan omgekeerd: God is er voor ons, die voor ons klaarstaat. Hebben wij problemen, dan wil Hij ze als vriend wel even oplossen. Op die manier. Nou, aan zo’n godsdienst hebben we voor de eeuwigheid niks. Maar dat geldt ook voor een degelijke rechtzinnigheid zonder dat het hart vernieuwd is.

Dan denk ik aan wat ik eens hoorde van Dominee Van der Ent. Hij heeft nog in Elburg gestaan, zijn laatste gemeente was Ameide. De langste dominee van Nederland. In de Christelijke Gereformeerde Kerk, Bewaar het Pand stroming die nog echt aan de gereformeerde belijdenis wil vasthouden. Gemeentelid kwam bij hem. Die zegt: ja dominee, al die oppervlakkige godsdienst. Dan hebben ze het maar over Jezus als hun vriend. Toen heeft ds. Van der Ent anders gereageerd dan dat gemeentelid verwacht had. Hij veroordeelde anderen, godsdienst waarvan hij wist daar heeft onze dominee ook niets mee. Maar hij veroordeelde niet zichzelf. Weet je hoe ds. Van der Ent reageerde? Joh, ik schrik van jou. Jij schrikt van anderen maar ik schrik van jou. Ik lees in de Bijbel dat de Heere Jezus een vriend is van hoeren en tollenaren en zo mag ik Hem kennen. Zo mag ik weten dat Hij ook mijn vriend is. Jij zegt dat je Hem zo nog niet kent. Dat moet eerst veranderen en dat is helemaal waar. En als je dat Bijbels ziet, Jezus de goede Herder die Zijn leven geeft aan Zijn vrienden die Zijn vijanden waren. Een vriend heeft ten allen tijden lief. Er is een Liefhebber, een vriend die mij meer aankleeft dan een broeder. En je mag weten dat slaat op het verzoenend lijden en sterven van Christus. De broeders in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonden. Dan is er geen bezwaar om Jezus als vriend te belijden.

Amerikaanse familie in de staat Wisconsin, ik ben er nog een paar keer geweest. De oudste zoon had een auto-ongeluk gehad. Teveel gedronken. Snelle auto. Kwam op een plaats waar je als christen niet hoort te komen. Wekenlang in coma gelegen. Wending ten goede. Hij begon bij te komen. Wie ben je? Hij kwam niet op zijn eigen naam. Waarom lig je hier? Hij zei niet: omdat ik een ongeluk heb gehad. Omdat ik tegen God gezondigd heb. Comateuze toestand. Het ging met hem de goede kant op maar allerlei dingen kon hij zich nog niet herinneren. Hoe kun je dat proces bespoedigen en geheugen stimuleren. Wat deed uw zoon graag? Neem eens een keyboard mee. Vraag hem iets te bespelen. Wat hij als eerste speelde? Feilloos! What a friend we have in Jesus. Dikwijls derven wij veel vreugde, dikwijls drukt ons zonden neer, juist omdat wij het al niet brengen in gebed tot onze Heer. Ook als vrienden ons verlaten, Hij verlaat ons nimmermeer. Ontroerde ouders allereerst dat hun zoon beleed: ik lig hier omdat ik tegen God heb gezondigd. Waar brengt je die kennis? Dat dan het eerste speelde wat hij op een keyboard speelde. Welke vriend is onze Jezus. Hij had zichzelf leren kennen in zijn verdorvenheid. Hellenbroek, wat betekent het als God je inwendig roept: jezelf kennen in je verdorvenheid en Jezus Christus in al Zijn dienstbaarheid. Dan leer je Hem kennen. Een liefhebber die meer aankleeft dan een broeder. We krijgen Hem lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. We schatten Hem al onze liefde waardig. Omdat Hij onze rechterhand wilde vatten. We moeten steeds ondervinden dat onze liefde tot Hem zo klein is in vergelijking met Zijn liefde tot ons en dan wordt het wonder nog groter. Dat Hij een vriend is en een vriend blijft die ten allen tijd liefheeft.

Als God ons trekt uit de duisternis tot Zijn wonderbare licht mogen we op een gegeven moment achterom gaan kijken. Dan eindig je tenslotte in de eeuwigheid. Voor ik vroeg naar Hem vroeg Hij naar mij. Dat is tenslotte al begonnen voor de grondlegging der wereld. Je mag ook weleens vooruitkijken. Houd ik dit allemaal wel vol? Nou, Gods kracht daalt telkens op onze zwakheden neer. In die kracht mogen we telkens voortgaan en mogen we tenslotte in het nieuwe Jeruzalem aankomen. De liefde van God die zonder begin is kent gelukkig ook geen einde. Bergen zullen wijken, dat gaat echt een keer gebeuren. Heuvelen zullen wijken gaat ook gebeuren. Maar Gods goedertierenheid zal niet wijken. Maar Gods verbonds des vredes zal niet wankelen. Dat dat de taal van uw hart mag zijn, dan welt het in uw hart op: ik zal met mijn ganse hart Uw eer, U dank bewijzen. Ik zal eeuwig eeuwig zingen van Gods goedertierenheid. Ik werd benauwd van alle zijden, ik riep de Heer ootmoedig aan, de Heer verhoorde mij in het lijden en deed mij in de ruimte gaan. Hij is alle lof waardig. Amen.

O Heere wij roepen U aan in de Zoon van Uw liefde, de Heere Jezus Christus die ons in alles gelijk is geworden uitgenomen de zonden. In wie wij een medelijdende Hogepriester hebben door wie we altijd tot U mogen naderen. Om door U geholpen te worden, om genade te ontvangen. Och Heere Uw Naam zij gedankt dat U Uw Zoon hebt gezonden. Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave. Wees met ons. Morgen begint er weer een werkweek. Voor de één een hele volle week en voor een ander met wel heel weinig verplichtingen. De een kan het een benauwen en een ander kan zich afvragen: wat is mijn taak nog, waarom ben ik hier nog op aarde? Heere, geef dat we als we vele verplichtingen hebben het in uw handen leggen en als we heel weinig verplichtingen hebben want u leidt ons aller leven. U geeft geen rekenschap van Uw daden. U zegt wel dat wij eerst Uw koninkrijk zouden zoeken en al het andere wordt ons toegeworpen. En niemand is hier voor niks. Heere, geef dat wij de hemel mogen bestormen en dat Uw koninkrijk mogen komen ook hier in Putten. Dat we van Uw grote daden mogen horen ook als we elkaar ontmoeten. Dat we daar met elkaar over spreken. Er wordt over van alles en nog wat gepraat. Heere dat dat ons hart allermeest moge bezetten. Dat kinderen het van hun ouders horen en ouders van hun kinderen, collega’s van elkaar, broers en zussen. Verbind ons zo aan elkaar met banden die nauwer zijn dan de banden van aardse min en aardse liefde. In Hem, Uw Zoon de Heere Jezus Christus, door wie we o Vader ook nu weer tot U naderen. Hoor ons in Zijn Naam, uit genade. Amen.‘ [eindgebed]

‘God heb ik lief, want die getrouwe Heer
Hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen.
Hij neigt Zijn oor, ‘k roep tot Hem, al mijn dagen;
Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer.

“Och Heer‘, och wierd mijn ziel door U gered!”
Toen hoorde God; Hij is mijn liefde waardig.
De Heer‘ is groot, genadig en rechtvaardig,
En onze God ontfermt zich op ’t gebed.’

Psalm 116 vers 1 en 3

 

Zondag 7 juli 2019 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. P. de Vries – Spreuken 17 vers 17 en 18 vers 24b