De dichter van Psalm neemt ons in het geklank tot eer van God. De weg tot God is gebaand door Jezus Christus de Zoon van God. Hoe zalig, welgelukzalig, is het volk hetwelk het geklankt kent. Een christen weet: het grootste en mooiste komt nog. De hemelse heerlijkheid waar God zal zijn alles en in allen. Het volk van God, kinderen van God die God als hun Vader hebben, kennen het geklank en zijn reeds op aarde zalig. Niets zo heerlijk dan om een kind van God te zijn. Voelt u dat beginsel van de eeuwige vreugde in uw hart?
Psalm 89 vers 16: ‘Welgelukzalig is het volk, hetwelk het geklank kent; o Heere! zij zullen in het licht Uws aanschijns wandelen‘.
Welgelukzalig is het volk dat het geklank kent
1. Het geklank;
2. Het volk dat het geklank kent;
3. De zaligheid van dat volk.
1. Het geklank
Gemeente, onder de Bijbelboeken neemt het boek van de Psalmen een bijzondere plaats in. De Psalmdichter spreekt niet over God maar richt zich tot God. Hun verdriet en nood. Mogen wij ook doen. Ze loven Hem ook. Verdriet en vreugde zijn algemeen menselijke ervaringen. Christenen weten ervan, niet-christenen weten ervan. Verdriet bij het sterven van een man, vrouw, kind, ouder. Vreugde bij een bruiloft. Dan begrijp je wel dat in de dienst aandacht wordt gevraagd voor een Psalm. Nog meer bij rouw. Toch nog iets erbij voegen. Het verdriet dat de Psalmist ervaart gaat nog dieper. We beantwoorden niet aan Gods bedoelingen. Wil Uw knecht o God van schuld verslagen, niet voor Uw vierschaar dagen, Psalm 143. Klachten. Gesmaad wordt. Psalm 89 aan het slot. Gedenk aan de smaad. Ik word benauwd van alle zijden, Psalm 118. Verdriet ook als de Psalmist niet kon opgaan naar het heiligdom. Dat kan een niet-christen niet voorstellen. Feest hield met Gods blijde snaren.
De vreugde van de Psalmisten reikt dieper dan de aarde vreugde. U hebt mij in het hart meer vreugde gegeven, dan anderen die wellustig leven. Psalm 4. Vreugde. Toegang tot God. God zelf is de bron van vreugde. In Psalm 89 zien we het. Loflied op Gods trouw. Op Zijn verbond dat van geen wankelen weet. Misschien weleens gehoord en anders hoort u het niet: vijf bundels de Psalmen in te delen. Amen ja Amen zo eindigen de Psalmen van de bundels. Psalm 89 is een Koningspsalm. Dat verbindt deze Psalm met andere, 2, 72. Daar wordt gezongen: Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen. Zo moet de Koning worden bezongen. God met David en Zijn huis opgericht. Ik heb een verbond gemaakt met Mijn uitverkoren.
Verbond. 2 Samuël. Laat die ark overbrengen. David bedenkt een plan. Nathan krijgt een openbaring. David krijgt wel de belofte dat zijn huis gebouwd mag worden en zijn troon tot in eeuwigheid zal bestaan. Psalm 132. Eeuwig bloeit de gloriekroon op Davids grote Zoon. De belofte is honderden jaar ervoor gekomen. De groet uit Openbaring mee begonnen. Hij regeert van zee tot zee. Psalm 89. Loflied op Christus. Verbond dat God de Vader al met de Zoon gesloten. Het verbond van de raad des vredes. Voorgekend. Jezus het Lam van voor de grondlegging der wereld. Hier wordt Psalm 89 eraan verbonden.
En wat is dan mijn taak? Om de Middelaar van het verbond aan te prijzen. Davids grote zoon. En wat voegt hij er aan toe? Zo kom ik bij mijn eerste gedachte. Het geklank van het Evangelie. Mozes had twee trompetten waar op geblazen werd. Met gebroken klank geblazen dan oorlog. Met volle klank dan feestdagen, ook bij de kroning van een koning. Wij hebben een Koning gekregen. Onze Koning is van Israëls God gegeven. De Heere heeft Zijn volk uit Egypte uitgeleid. Pad door de zee gebaand. Oud-Testamentische Evangelie. Nieuwe Testament: weg gebaand naar het hart van God. De duivel is op Golgotha verslagen, de toorn van God is daar gedragen. Jezus heeft betaald. Hij vaart op naar de hemel en zit aan de rechterhand van God.
Voor ons de bedoeling: oog omhoog het hart naar boven. Als je telefoon bij je hebt, heb je ‘m als het goed uit staan. Niet door laten afleiden. Dit moet ons wakker schudden. Er is behoud. We hebben Zijn geboorte herdacht. We moeten de heilsfeiten niet van elkaar losmaken. Onze zaligheid vinden in Jezus Christus. Dat mogen we ook weten dat niets ons scheiden kan van de liefde van God. Ik kan het niet genoeg zijn. Een christen worden, en als je het bent meer te worden. U verheugd ons bovental. Het Evangelie is de boodschap van vergeving. Zonden en schuld komt op je af. Het Woord gaat uit. Dat we onderdaan zijn van Jezus Christus.
2. Het volk dat het geklank kent
Dan bedoelt de Psalmist, zouden het alle Israëlieten geweest zijn? Wast het maar waar. Als de koning iets te zeggen had. Trompetten klonken. Volk had er belang bij. Kennen is een diep woord in de Bijbel. Ook tussen de omgang tussen man en vrouw. Ook in het gewone leven is het ook en vraagt iemand ken je die? Of dat je weet waar iemand woont, ken je die dan? Heel anders bij vriendschappen. Als het gaat om het kennen van het geklank wordt bedoeld een kennen uit ervaring. Diepst in je ziel beroerd. Ken jij het Evangelie? De ene kent de Bijbel beter dan een ander. Maar er geldt ook: kennen en kennen is twee.
Apostel Paulus: ik ben met Christus gekruisigd. Ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Die mij heeft liefgehad. Paulus was niet de eerste de beste. Paulus gebruikt hier het woord ik. Stelt zich als een voorbeeld voor anderen. We moeten allemaal geloven. U heeft Hij mede levend gemaakt. Met Christus in de hemel gezet. Zo krijgen de heilsfeiten betekenis. Dan is het de eeuwen door, een volk geweest, die kenden de kracht van het Evangelie. De kerk heeft zich uitgebreid over al de continenten. Het volk hoort het geklank. Soms hoor je iets daar snap je niet van. Je kunt de woorden horen maar dat het aan je voorbij gaat. De boodschap van het Evangelie ons helemaal vervuld. Daar hoef je niet oud voor te zijn. Hoe dat ervaren wordt, ik weet het niet, maar het kan al voor de geboorte. Johannes de Doper. Elizabet op leeftijd zwanger. Maria komt daar binnen bij Elizabet. Kind sprong op in de buik.
Kamerling. Filippus ontvouwt vanuit de boekrol van Jesaja het Evangelie. De man wordt gedoopt, daarna Filippus weg. De man niet in zak in as. Maar Hij had Christus gezien. Hij reisde zijn weg met blijdschap. Eind van Lukas. Keerde de discipelen na de hemelvaart van Jezus met alle blijdschap. Lovende en dankende God. De boodschap is om mensen aan God te verbinden en aan elkaar te verbinden. Christen worden en steeds meer christen worden. Als het loopt over het Evangelie, dan kun je niet zeggen ik heb zoveel kracht nu. Elke dag weer nodig. Zo daalt zijn kracht in zwakheid neer.
3. De zaligheid van dat volk
De zaligheid van het volk dat het geklank kent. Niets zo heerlijk, zo begeerlijk dan een kind van God te zijn. Dat is helemaal in lijn met Psalm 89 vers 16. Zalig, dat wil zeggen: vol van geluk. Waarin bestaat het geluk van een christen? De ene heeft meer zorgen dan een ander. Door vele verdrukkingen het Koninkrijk van God binnengaan. Hoe zit het dan met de zaligheid? Komt het straks of is het er nu al? Het is er nu al. Zalig is het volk dat het geklank hoort. Zoals in de Bergrede. Zalig zijn. Als het loopt over de volle zaligheid dan worden ze, en ze zijn het al.
En van mijn zusjes kon tegen mijn vader zeggen: u kijkt zo boos. Dan was hij het niet. Ze zou het erg vinden als hij boos op haar was. Was niet zo. Wat als een christen mag weten dat Vader niet meer boos meer op mij is. God wordt Vader in het Oude Testament genoemd maar op een hand te tellen als God als Vader aangesproken wordt. In het Nieuwe Testament ligt het heel anders. Jezus leerde Zijn discipelen bidden: onze Vader die in de hemelen zijt. Geest die de kinderen tot aanneming noemt: Abba Vader. Armeense woord voor papa. Een kind van God die een Vader heeft. Een kind van de hemelse Vader. Onder de nieuwe bedeling nog verder ontvouwd. Het werk alles volbracht. Ik vaar op tot Mijn Vader en uw Vader, Mijn God en uw God. Zoals Hij het kon zeggen Mijn Vader kunnen wij het niet zeggen. Wat is de rijkdom van een kind van God? Ik heb God als een Vader.
We staan achter tweeduizend jaar kerkgeschiedenis. Vaak Vadernaam misbruikt, maar heft het goede gebruik niet op. Ik heb ooit gelezen over een Pakistaanse vrouw die moslim was. Werkte bij een artsenpaar uit Amerika en maakte tenten. De man ging voor in gebed. Deze mensen kennen God heel anders dan wij Allah aanspreken als moslims. Titel van het boekje vertaald, haast niet te vertalen: Ik durf Hem Vader, ik mag Hem Vader noemen. Dat is geen vanzelfsprekende naam. Dat is niet gewoon. Dat is hoogst ongewoon. Dat een schuldig mensenkind, niet omdat ik het heb verdiend maar omdat Hij de schuld heeft weggedragen. God tot Vader.
Ik voel het beginsel van de eeuwige vreugde in mijn hart. Door de inwoning van de Heilige Geest. Ik durf het niet altijd te zeggen dat je het altijd voelt. God werkt in je in overeenkomstig met je karakter. Mensen die een analytisch karakter hebben kunnen daar weleens wat mee zitten.
Vreugde in het hart. Ik ben met rijkdom overladen. Die de wereld niet bevat. In Psalm 89 vers 16 staat het ook zo: in het licht van het aanschijn wandelen. Een christen wandelt met God. Psalm 1. Je wandelt met God. Geeft je dat vreugde? Dat kan ik mij niet voorstellen. Je hebt toch geen leven. Ik weet dat het gebeurd: aanpassen aan onze omgeving. Of het ons echt vreugde geeft, meer traditie. Als we echt christen zijn, dan geeft het leven vreugde. Heb je er altijd zin in? Dan vind je het erg dat je daarmee zit. God zal Zelf Zijn Leidsman wezen. Catechismus zondag 1. Hij verzekert mij van het eeuwige leven. Voortaan voor Hem te leven. Ik heb Hem lief, wij hebben Hem lief omdat Hij ons eerst lief heeft gehad. Dan kun je de strijd aan met de wereld. Al word je dan gesmaad, al sta je soms alleen. Het is mijn goed mijn zaligst lot. Het mooiste komt nog, het grootste komt nog.
Eerst nog dit. Ik denk aan het volgende. Toen was postbode nog een volledige weektaak. Sneller werk gedaan, dan eerder thuis. Postbode ergens op de dijk in een dorpje in de Alblasserwaard om half elf kwam. Als hij post had voor dat huis maar ook als hij geen post voor bewoners had. Ze dronken rond half uur koffie en dan mocht hij meedrinken. Christenen. Hoorde de gesprekken aan. Gingen ook over Goddelijke zaken. Hij was geen christen. Hij zei weleens, zei hij tegen de vrouw des huizes. Hij zag ze op zondagmorgen, terwijl hij zelf op bed bleef liggen, en zondagavond naar de kerk lopen. Dat jullie nou niet genieten van het leven. Joh, we hoeft ons echt niet te beklagen. We zijn geen bekladenswaardige mensen. Ik zou het proberen uit te leggen. Hij had een goed huwelijk. Als je ergens mij zit weet je bij wie je je hart kunt uitstorten. Maar wij weten dat als een van ons overlijdt, we bij de Heere terecht kunnen. Je stort je hart voor de Heere. Hij is Overwinnaar van de strijd. Dan is het niet iets van het moet. Licht van Gods aangezicht wandelen. Dan is het erger dat Gods aangezicht verbergt, dat is bitterder dan de zonden. Einde van Dordtse Leerregels staat het. Je kunt het er zelf naar maken als je struikelt, zonden aan de hand houdt. Als echte christen houdt je dat niet vol. En je gaat terug naar God. We zijn allen op reis naar de rechterstoel.
Wat zou het zijn als we elkaar daar mogen erkennen. We zullen meest zien op het Lam dat in het midden staat als geslacht. Ik kan me niet voorstellen dat het dan in het nieuwe Jeruzalem anders zou zijn. De eerste Anglicaanse bisschop van Ryle, de eerste bisschop van Liverpool, heeft een traktaatje geschreven. Als we Abraham, Izak en Jakob meteen zullen herkennen die we nooit gezien hebben, zullen we zeker die we hier op aarde kennen en in de Heere zijn daar herkennen. Maar stel je mist er iemand. Dat is vaak de tegenwerping. Want het is niet zo dat heel de mensheid in het nieuwe Jeruzalem komt, of heel de kerk. Dat je man of vrouw, vader er niet is. Of een van je kinderen. Hoe moet je dat nu zien? Zo lang onze ouders, kinderen, broers en zussen aanspreken. Dat we voor ze bidden. Dat we echt elkaar allemaal in het nieuwe Jeruzalem mogen ontmoeten. Stel je voor dat, God verhoedde het, dat een van je kinderen ontbreekt. Dan is het niet de band in man en vrouw, kind. Je erkent elkaar in de Heere.
Hij of zij bleef welbewust de brede weg bewandelen. Er zal in het nieuwe Jeruzalem geen gebrek zijn. Welgelukzalig is het volk dat naar Zijn klanken hoort, zij wandelen Heer in het licht van het Goddelijk aanschijn voort. Hoe kan het dan in die stad? Daar zal geen zon en maan meer zijn, want het Lam is haar Kaars. Ik weet het ook niet. Het zal onze bevatting te boven gaan. Tienduizend zingen wij en stralen als de zon en nog is er nog geen tijd. Dat er niemand van ons een boos en ongelovig hart heeft en afwijke. Heere maakt u mij uw wegen door Uw Woord en wegen bekend. Amen.
Zondag 5 januari 2020 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. P. de Vries – Schriftlezing Psalm 89 vers 1-19