Het ‘Onze Vader’ dat Christus ons geleerd heeft, begint met de eer en dankzegging aan God. Vervolgens klinkt in de vierde bede, nog voor het gebed om vergeving en het gebed om niet in verzoeking te worden geleid, om dagelijks brood. Het omvat het gehele leven, de zorg van God voor wat wij dagelijks nodig hebben. Het is een oefening in erkentelijkheid, in afhankelijkheid en in vertrouwen.

Deuteronomium 26 vers 11: ‘En gij zult vrolijk zijn over al het goede, dat de Heere, uw God, aan u en uw huis gegeven heeft; gij, en de Leviet, en de vreemdeling, die in het midden van u is‘.

De bede geef ons heden ons dagelijks brood

  1. Oefening in erkentelijkheid;
  2. Oefening in afhankelijkheid;
  3. Oefening in vertrouwen.

1. Oefening in erkentelijkheid

Gemeente, na de eerste bede gericht op de wil van God en het Koninkrijk van God, komen we door de Heere Jezus toe aan onze noden. Als Hij de discipelen leert bidden onze noden de geëigende plaats. Ook dat heeft het oog van de zorg van Christus.

Kijk, genade, en hopelijk zeg ik ik uw en jouw geval niets nieuws, maakt vernieuwde mensen die de eer en de wil op de eerste plaats zetten. Maar we blijven wel mensen. Ook dat gaat niet buiten God om. Hij leert weliswaar eerst het Koninkrijk van God te zoeken, maar zullen ons ook die andere dingen niet ontbreken.

Zo klinkt vanmiddag die bede geef ons heden ons dagelijks brood. Dit is de eerste van de drie betrekkingen. Dat dit de eerste is, heeft al menigeen verbaasd. Voor het gebed om vergeving en bewaring. Hoe dan? Gaat onze tijdelijke noden voor de geestelijke, gaan die te boven? Dat zou toch niet zo zijn.

Ik heb verklaarders gelezen en die zeggen je moet lezen ons geestelijk brood. Wel gezegd van Vulgaat geeft ons ons hemelse brood maar dat staat met geen letter in de Bijbel. Het dagelijkse leven valt toch niet buiten Vaders bemoeienis. Het is Zijn kind. Met deze bede biddend en vertrouwend tot Vader nadert. Het kind verblijdt zich erin dat Vaders zorg gaat over alles. Deze week nog in pastoraat Vaders zorg gaat over alles, elk haar van het hoofd geteld.

Als het gaat over het dagelijks leven houden we zelf in de hand. Nee. Heidelberger met ziel en lichaam, keert het zelfs om lichaam en ziel, hart en ziel aan Christus. Eeuwige en dagelijkse noden naast elkaar.

Maar nog even terug. Waarom eerst dagelijks brood? Misschien stelt u dat teleur. Calvijn, niet alleen omdat hij het is, de Heere leert ons opklimmen. Anderen Uw koninkrijk kome, mensen nodig om dat koninkrijk te laten komen. Ik vind het toch wat ver gezocht. Ik heb me er niet zozeer in begeven.

Hoe dan ook, alle stukjes wel edelsteentjes. Leerzaam vond ik wat Luther stelt, en wie zou hem niet de hand geven, als hij wat bij de Heere vandaan dwaalde. Dan was hij gewoon die beden een voor een na te gaan.

Zoog als een kind en at als volwassene en kreeg er nooit genoeg van. Geef ons ons dagelijks brood. Wat ons denk ik moet treffen is de eenvoud. Met een woord levensonderhoud. Terwijl ons leven er soms zoveel moet zijn. Geen inspanning gaat te ver, geïnvesteerd in tijd en kracht.

Een enkel gebed wil ons wijzer maken. Geef ons ons dagelijks brood. Dat is niet geven van de bloedzuiger. Spreuken 30, Agur. De bloedzuiger heeft twee dochters. De een heet geef en de ander geef. Typerend voor wat menigeen bezet heeft. Rake opmerking: Agur zei dat al lang geleden maar de dochters met velen uitgebreid. Ene land vaart wel ten koste van de ander. Dit geef dat de Heere in de mond van de discipelen legt is heel anders. Dit geven wat uit de hand van God voorkomt. Ik wil het niet onderschatten. Of het het minimum loon is of veel meer. Oefenen in erkentelijkheid. Opdat wij daardoor erkennen dat Gij de oorsprong van alle goed zijt. De vierde bede erkent de dankbaarheid van alle goeds. Er is geen goed wat niet van God komt.

Dat mag wel ons gebed hebben. Dat tafelgebed. Hele oude papieren maar ook heel Bijbelse papieren. Sprak een tafelgebed uit.

Deuteronomium 18. […]. Wat te denken van Deuteronomium 26. De erkenning van het goed dat de Heere gegeven heeft. Het is niet een resultaat van onze inspanningen maar een gave van de Heere.

Zo wil ook deze vierde belijden Gij Heere zij de oorsprong van alle goeds. Dat geeft aan de eenvoudigste maaltijd de hoogste wijding. Het is goed gekregen uit Zijn handen. Dan kan, mag er toch voor de ondankbaarheid geen plaats zijn.

Maar die geeft van dat volk bezet maar al te makkelijk. Ontevreden, murmureren. Daarom die vierde bede zo nodig. De Heere wordt erkend. De gelovige bidder spreekt de Heere als Vader aan tafel aan. Wat bent U goed.

Nogmaals ik onderschat dat niet graag. Dat geldt dat gezinnetje wat de eindjes maar net aan elkaar kan knopen. En de ander die zich er helemaal geen zorgen om over hoeft te maken. Ik sprak over de gelovige bidder.

Niet in mijn bloed en jouw DNA. Eigenlijk denken we er recht op te hebben. Het gelovige hart wint aan erkentelijkheid. Die in de mond legt die van huis weigert Hem te prijzen. Dat Gij de oorsprong van alle goed zijt. De Heere voor alle dingen nodig te hebben, dan erkent Hem.

Wil ons met alle nooddruft te verzorgen. In de oorspronkelijke uitgave van de Catechismus staat alle dingen die noodzakelijk zijn. Kan en wil het alle dingen van Hem verwachten. Zo bezien bevat het een machtige troost en tegelijkertijd een bescheidenheid. Alle dingen die noodzakelijk zijn.

De Heere Jezus leert Zijn discipelen vraag in Mijn Naam de Vader om het broodnodige. Hij leert niet te bidden om alles wat wij willen hebben. Brood. Niet te bidden om overdaad. Jongelui, te bidden om brood en niet om gebak. Levensmiddelen niet om genotsmiddelen. Om welzijn niet om welvaart. Mensen die rijk willen worden, die vallen in velerlei verstrikking. Vergenoegd te zijn.

Waarin het nooit genoeg is en nooit genoeg hebben en nooit genoeg van krijgen. De vierde bede ook bijna een protest tegen de tijd. Honger naar meer. Wij en onze kinderen ademen erin.

Bekrompen calvinisme. Welnee. Vrucht van de Geest. Matigheid. Diezelfde Agur. Geen rijkdom of armoede maar bescheiden deel. Leerzaam niet? Of wijken we niet teveel af van de schema’s van de wereld. Ziet u die bede om de dagelijkse noden heeft veel meer te maken met onze geestelijke noden.

2. Oefening in afhankelijkheid

Als Hij Zijn zegen eraan onttrekt, is het nutteloos. Niet werkelijkheid ten nutte zijn tenzij de zegen van God. Wanneer gaat het de mens goed? Als je de wind mee hebt. Is dat een gezegend leven? Is zegen hetzelfde als welvaart, succes of daarvan een garantie? Als God ons zegent, en het ons écht goed gaat, zijn dan je brood en water echt gunstig? Zegen van God dat al je wensen en verlangens worden gerealiseerd? En andersom als je veel in dit leven moet missen. Kun je dan geen gezegend mens zijn? Nee he.

Soms bij een jubileum. Ik heb niemand in gedachten. Zeg iemand weleens. We zijn zo gezegend. Hoe dan? We hebben dit en dat. Wat is nu gezegend zijn? Niet per sé de wind mee hebben maar de Heere mee hebben. Zelfs als de wind uit de verkeerde hoek is. Of de wind je tegen is. Denk aan de discipelen. Wind was hen tegen. Maar in die storm komt Hij. Dat is de zegen.

Zonder zegen in deze vale wereld. Een van die brieven zeven gemeenten u bent arm maar zo rijk in Hem. Wat is Zijn zegen, de regen, zonder Zijn hand? Het geloof weet het kan nooit gedijen als al die zegen niet dichterbij de oorsprong van alle goed brengen? Is zegen niet dat het je dichter bij Hem brengt.

Spurgeon: Voorspoed kan een gat in de heg zijn waardoor de schapen afdwalen. U begrijpt het wel. Rijk in Hem. Hoeveel schade wordt er niet geleden in de jacht naar de heb. Noch onze arbeid noch Uw gave zonder Uw zegen gedijen.

Geef. Op catechisatie. Is dat niet nutteloos? Een beetje schijnbeweging. Je bent een kind maar het is nooit een spel. Hoe wordt Hij meer erkend dan door Hem geprezen? Een kind weet het soms al lang het cadeau maar elke dag die vraag.

Elke dag weer die vraag om wat nodig is. Dat een kind van Hem, Hem eert. Zich afhankelijk weet en ook rekent op Vaders goedheid. Geef ons dagelijks brood. Dat is niet vrijpostig, wel vrijmoedig. Als een kind dat Vader kent. Kinderrechten natuurlijk rekent Hij op mij. Dagelijks oefening.

Die veel van Bijbelse taal weten: Geef ons heden ons brood voor morgen. Hoe dan ook, is brood voor een dag. Dagelijks brood. Natuurlijk heeft u allang gedacht aan die woestijnreis. Betrek dat op het dagelijkse brood en hemelse brood. Dagelijs begenadigd. Wat geeft die afhankelijkheid een diepe vreugde. De Heere zorgt.

Niet dat we gemakzuchtig worden. Alle zonder zorg worden in de Bijbel naar de mieren gestuurd. Sluit onze arbeid niet uit, juist in. Maar je leunt er niet op. Je bankrekening of kluis. Gebed voor de maaltijd, prachtige gebeden trouwens. Dat Gij niet toelaat dat onze harten hier in deze aardse en vergankelijke dingen geworteld zijn maar opwaarts te zien.

Stel je toch dat net als die rijke dwaas je ziel wordt weggenomen. Zo niet bezorgd. Want de Heere is er morgen ook weer. Die oneindig veel beter weet dan mijn ogenschijnlijke zekerheden. Wie weet het beter dan Zijn kind? Wie heeft er recht op? Dat er niet alleen doornen groeien maar ook tarwe. Bijbelse afhankelijkheid dat is leven van genade.

Het wonder is enkel te verklaren uit Christus die de vloek opnam. Zo bezien is elke gave genadegave. Die dat verstaat leert afhankelijk te zijn. Hij is de oorsprong van alle goed terwijl niet een goed mij toekomt. Spurgeon die na een tijd van ziekte weer aan tafel zat. Smaakt het? Hij zei het smaakt naar genade. Die zo leeft zal zijn vertrouwen op Hem stellen.

3. Oefening in vertrouwen

Dat is altijd meer en hoe meer. Al ons vertrouwen buiten Hem aftrekken. Je carrière. De rente. De staat van de wetenschap. Maar erachter komt op zand hebt gebouwd. We zijn snel zo bezig. Of die mensen nu andere mensen of zelf zijn, vertrouwen daarvan aftrekken. Waar liggen uw en jouw zekerheden?

Beetje cru gezegd: Dat ligt niet in het feit dat we van de wieg tot het graf verzekerd zijn. Maar dat God niet beschaamd allen die op Hem vertrouwen. Nog even terug niet wortelen. Net als die weduwe bij Elisa. Iemand zei: Levensstandaard God is, die is zijn profeet. Betekent ook nee zeggen tegen afgoden.

Die vierde bede is vol heimelijk verzet. Alleen al omdat het bidt om dagelijks brood. Sluit niet de ogen voor de ander. Viel het u ook op in het Onze Vader dat er geen ik en mijn staat. Deze bede sluit altijd de voorbede in.

Viel het u op met de eerstelingen met de Levieten en de vreemdelingen. Wie leeft van overvloeiende genade, zal dat niet zwaar hebben. Laten we niet wennen aan gebrek van anderen. Als ik leef van genade, zal ik genadig zijn aan anderen. Als ik leef van barmhartigheid, zal ik barmhartigheid leren.

Amen.

 

Zondag 17 november 2024 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten, Holland – ds. P.C. Hoek – Schriftlezing Deuteronomium 26 vers 1-11