De vier evangelisten werpen ieder een eigen licht op Jezus. Mattheus onderstreept het koningschap, Markus dat Jezus een dienaar was, Lukas dat Jezus waarachtig mens was, goed en rechtvaardig. Johannes benadrukt dat Jezus Gods Zoon – van eeuwigheid – was. Dit unieke komt in de beschrijving rondom Jozef van Arimathea tot uitdrukking, in de wijze waarop de evangelisten het lijden van Jezus weergeven.
‘Jezus door de ogen van de vier evangelisten’
Vanavond luisteren we niet naar Jozef van Arimathea, maar naar hoe Jezus wordt voorgesteld in de vier evangeliën. Vandaar dat we ook vier schriftlezingen hadden.
In Mattheüs wordt Jozef een rijk man genoemd. In Markus een achtbaar raadsheer. In Lukas: een goed en rechtvaardig man. In Johannes wordt hij een discipel genoemd. Dat heeft een reden.
God had vier offers nodig om Jezus in Zijn heerlijkheid voor te stellen. God heeft vier evangeliën nodig gehad om Jezus in heerlijkheid en grootheid neer te zetten. In Mattheüs en Markus is Jezus het zond- en schuldoffer. In Lukas is aandacht voor het vredesoffers. In Johannes het brandoffer.
1. Lukas over Jezus
Ik begin met Lukas. Jozef is een goed en rechtvaardig man. Lukas 23:50. Waarom is dat zo? Ik geloof dat je kunt zeggen dat Lukas Jezus ons voorstelt als de Zoon des Mensen. Johannes als de eeuwige Zoon van God. Mattheus als de Koning. Markus als dienstknecht.
Dat betekent: Jezus is mens als wij mens zijn. Echt mens. Het woord is vlees geworden. Echt mens geworden. Tot in alle eeuwigheid zal Hij echt mens zijn. Dat is onvoorstelbaar. Wat Jezus deed om ons te verlossen. Dat staat juist in Lukas centraal. Nergens vind je de geboorte zo uitgebreid. Hij is gekomen als u en ik in deze wereld gekomen zijn.
De Zoon des Mensen: dé. Hij is de mens bij uitstek. Echt mens. Hij steekt boven iedereen uit. In Lukas niet zozeer omdat Jezus God is, dat komt straks. Juist ook omdat Hij goed en rechtvaardig was. Jozef wordt goed en rechtvaardig. Jezus is mens. Goed en rechtvaardig mens. Hij steekt boven iedereen uit. In de lijdensgeschiedenis komt dat goed uit.
Pak Lukas 23 er eens bij. Vers 4: ik vind geen schuld in deze mens. Vers 6 ook: of die mens een Galileëer is. De mens bij uitstek. Alleen in Lukas een zevenvoudig getuigenis van de mens. Ook Herodes geeft een getuigenis. Vers 4, vers 14 (Pilatus nog een keer), vers 15 (ook Herodes niet), 15b, 22 (geen schuld des doods), 41 (de moordenaar of rover aan het kruis) en tenslotte de hoofdman in vers 47 (deze mens was rechtvaardig). Een zevenvoudig getuigenis. Heel het proces was een juridische misdaad.
Waarom is dit zo belangrijk? Ik denk aan wat we lezen in de catechismus, vraag 16. Waarom moet Hij een waarachtig en rechtvaardig mens zijn? Omdat de rechtvaardigheid van God dat eiste. En omdat een mens die zelf een zondaar is niet voor zondaren kan betalen. Dat is grote in het evangelie van Lukas. Juist daar. De Mens sterft. De mens komt aan het licht als intens slecht. Jood en heiden zijn in staat de Mensenzoon aan het kruis te nagelen. De mens is intens slecht. Maar dit is het evangelie: Hij de rechtvaardige stierf voor rechtvaardigen.
En ook belangrijk om te zeggen: in Lukas veel bekeringsgeschiedenissen (barmhartige Samaritaan, verloren zoon/schaap enzovoort). Wat nodig is, is bekering. Dat je in geloof Jezus omhelst om vergeving te ontvangen. Dat is de boodschap van Lukas.
Denk aan het kruiswoord (23:34), komt alleen in Lukas voor, Vader vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen. Ongekend wat ze Hem aandeden. Die hoofdman komt tot geloof. In Mattheüs niet alleen de hoofdman, ook de legerbende. Je kunt zeggen: dit gebed van Jezus werd direct verhoord. Vader, vergeef het hun! Het laat dit zien: de mens komt aan het licht als zo slecht. Maar er is maar weinig voor nodig om vergeving te ontvangen. Denk aan de moordenaar. Heere, gedenk mijner! En dan: heden zult gij met Mij… Misschien stonden daar familieleden van degene die vermoord was. Jezus zegt: straks zul je al bij Mij in de hemel zijn.
Hier zie je hoe slecht de mens van nature is. Maar dat Jezus sterft voor onrechtvaardigen. Hij werd tot zonde gemaakt. Wie tot Hem gaat, zal behouden worden. Mensen die nog voor eigen rekening leven of verstrikt in een zondig leven: zie de Heere Jezus Christus hangen. We zongen Psalm 69; Gij weet dat Ik onschuldig ben. U is Mijn schuld niet verborgen. Ik ben onschuldig – maar het is U niet verborgen. Hoe kan dat? Wij slecht, Hij degene die goed was. Hij beladen met onze zonden. De Heere vraagt niet uw leven eerst te beteren: maar op dit moment met berouw over uw zonden tot Hem komt. Die hoofdman en legerbende kwamen tot geloof. Toen door drong wat ze gedaan hadden … Deze was rechtvaardig! Met berouw hebben ze Jezus Christus omhelst. Dat vraagt God vanmiddag.
Nog dit, waarom wordt Jozef goed en rechtvaardig genoemd? Het bijzondere ervan, de mens zo intens slecht en Jezus goed. Maar als een mens tot Hem komt, met berouw over de zonden en Jezus omhelst, dan wordt hij goed en rechtvaardig. We blijven zondaren? We waren zondaars, zegt de Bijbel. Niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij. Een mens wordt met Christus verbonden. Dat ga je aan iemand zien. Jozef: deze man was goed en rechtvaardig. Als zondaren tot Hem komen worden ze goed en rechtvaardig. Als je in de spiegel kijkt, durf je dat niet te zeggen. Maar wel: Christus leeft in mij? Dat komt openbaar.
2. Johannes over Jezus
Het evangelie van Johannes is heel bijzonder. In andere evangeliën zie je dat Jezus gepakt wordt en weggevoerd. In Johannes niet. Dat ga ik uitleggen.
In Johannes is de Heere de Eeuwige Zoon van de Vader. In Lukas een uitgebreide geboortegeschiedenis. In Johannes niet. Jezus bestond altijd al. Hij is God Zelf. Johannes 18, het is goed die hoofdstukken er even bij te nemen, dan komen die krijgsknechten en dienaars met fakkelen en wapens. 600 man waarschijnlijk. Ongelofelijk. Dan zegt Jezus in vers 4: wien zoekt gij? Jezus de Nazarener. Ik ben, zegt Jezus. Dat is de naam van God. Ze vielen ter aarde. In gebedshouding.
Jezus is de Eeuwige Zoon van de Vader. De Vader is altijd met Mij. In Johannes zegt Jezus dat. Ik geloof dat je kunt zeggen dat Abraham en Izak samen de berg op kunt gaan – God en de Zoon. Hij heeft gekeken hoe de Zoon alles heeft volbracht. Je hoort niet, waarom hebt Gij mij verlaten?
Een belangrijke gedachte, ik leg dat uit. Jezus is het brandoffer. Dat is een vrijwillig offer. Het is Mijn spijs en drank om de wil van de Vader te doen. Niemand neemt het leven af, maar Ik leg het Zelf af. Dit gebod heb Ik van Mijn Vader ontvangen. In Mattheüs komen soldaten om Jezus te pakken en weg te voeren. In Johannes gaat Jezus zelf uit. Hij is bezig het gebod van Zijn Vader te doen.
Judas had het plan om Jezus uit te leveren. De overste van de wereld komt – maar heeft aan Mij niets, zegt Jezus. Ik doe Mijn eigen zin. Aan ons kan de satan veel hebben, maar Jezus kon dat zeggen. Ik heb een gebod van Mijn Vader ontvangen. Als je het zo bekijkt, er staat dat Jezus het hoofd buigende de geest gaf. Dat woordje komt elders voor: de Zoon des Mensen heeft niets om Zijn hoofd neer te leggen. Maar toen Hij de wil van God volbracht heeft, kon Hij dat wel. Jezus denkt aan het kruis, Mij dorst. Opdat de Schrift vervuld worde. Hij wil de wil van God volbrengen. Hij is gehoorzaam geworden tot aan het kruis en in de dood.
In Mattheüs is Jezus het zondoffer. Hij wordt beladen met onze zonden. De hel: God verbergt zich. Beladen met onze zonden. Een heilig en rechtvaardig God verbergt Zich. De offeraar legde zijn handen op het dier. Dan raakte hij zijn zonden kwijt. Heeft u uw handen al op Hem gelegd?
Bij het brandoffer was het andersom. Als je je handen daarop legde, ging de welgevalligheid van het offer op je offer. Zo ook met Jezus. Dan ben je net zo welgevallig als de Heere Jezus. Als je je handen op Hem gelegd hebt. Dan heb je in Zijn ogen geen zonden meer. Ze gingen samen de berg op. Hij heeft met bewondering toegezien. Hij zag Zijn Zoon. Een paar keer al opengescheurd: dit is Mijn Zoon in wie Ik een welbehagen heb.
Jezus staat in het middelpunt. Jozef, hoewel een achtbaar raadsheer, een rijk man, een discipel. Vanwege de heerlijkheid en dierbaarheid van Christus.
3. Mattheus over Jezus
Daar is Jezus de beloofde Koning. Een rijk man, dat is Jozef. Waarom? Omdat Mattheus telkens wil duidelijk maken dat Jezus de profetieën van het Oude Testament vervuld. Mattheus citeert vaak uit het Oude Testament. Zie uw Koning komt! Hij is de Messias.
Hier gaat de profetie van Jesaja in vervulling: Hij is bij de rijke in zijn dood geweest. Israël heeft zijn koning verworpen. Het heil komt dan vervolgens tot de wereld. Ook tot ons. Dat even om in gedachten te houden. Pak nu Mattheus 27 erbij.
Het heil komt tot de wereld. Het koninkrijk zal van u afgenomen worden, het gaat op een ander over. Het is belangrijk om te bedenken: in het Nieuwe Testament is de wereld het Romeinse Rijk. Daar viel de wereld mee samen.
Vervolgens zien we in Mattheüs 27 twee vertegenwoordigers van het Romeinse Rijk, van heel de wereld. Het valt op dat Pilatus in Mattheüs iedere keer de stadhouder wordt genoemd (vers 11, 14, 15, 21). Stadhouder is plaatsvervanger. Treedt op in naam van de keizer. En Jezus, genaamd Christus. Ook in vers 22 lees je dat. Jezus, die genaamd wordt Christus. Hier staat de koning van de wereld, Pilatus vertegenwoordigt de keizer, tegenover Christus. Straks zal Hij Zijn Koninkrijk vestigen. Hier staan ze tegenover elkaar. Pilatus weet geen raad met hem.
Die hoofdman vertegenwoordigt het Romeinse Rijk. Hij moet de kruiselingen bewaken. Hier zie je twee mensen van de wereld. Hoe verschillend gaan ze ermee om. De vrouw van Pilatus komt alleen hier aan de orde. Trek je handen van Hem af, je gaat anders ten onder. Pilatus wast zijn handen in onschuld en laat Hem kruisigen. En gaat over tot de orde van de dag. Maar de hoofdman en die met Hem Jezus bewaarden, ziende de aardbeving, werden zeer bevreesd. En ze zeiden: deze was Gods Zoon. Het was drie uur donker geweest. Het licht breekt daarna weer door. De aarde beeft. En die mensen komen allemaal tot geloof. Een verhoring van het gebed van Jezus.
Was je je handen in onschuld of doe je als die hoofdman en die hele legerbende en omhels je de Heere Jezus? Al heb je net nog zwaar gezondigd. Ze hadden net nog Jezus gekruisigd. God rechtvaardigt de goddeloze. Elke goddeloze is welkom bij Hem. Geen goddeloze hoeft zonder Hem de kerk uit.
Hier zou je kunnen zeggen, hoe kan je welgevallig zijn in de ogen van God, is Hij uw Koning? Heeft u deze Koning omhelst? En de consequentie van het omhelzen: dat Hij koning over uw leven zal zijn. Als Zaligmaker omhelzen, dat is Lukas. En hier als koning.
4. Markus over Jezus
Ik zal hierover heel kort zijn. Markus stelt Jezus voor als de dienstknecht. Lukas heel uitbreid, over de geboorte. Mattheus maakt duidelijk dat Hij uit het geslacht van David komt. In Johannes geen register: daar is Hij te groot. In Markus te klein. Zijn afkomst is hier niet belangrijk.
Terstond. 10:45, niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen. Hij is nog steeds bezig met dienen, de discipelen zijn erop uitgestuurd. Hij helpt vanuit de hemel mee.
Hij kwam om te dienen. Hij verzamelt dienstknechten om zich heen. Hij is een achtbaar raadsheer. Iemand met een positie. Maar deze man gaat dienen. Dat is belangrijk en mooi. U wordt ook geroepen om te dienen en te leven voor het koninkrijk. Niet gaan voor de wereld. En niet voor het aardse. Dat is niet per se zondig, maar gaat voorbij. Zoek eerst het Koninkrijk van God! Laat Mijn Koninkrijk op nummer een staan. Ga niet voor het grote geld. Jozef was niet vies van dienen. Hij stelde zijn graf ter beschikking.
Als je Christus hebt lief gekregen dan mag je zeggen: wij hebben Hem lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Heere, wijs mij de weg. Ik wil gaan voor u. Jozef kon dat. Hij verwachtte het Koninkrijk. Over een klein poosje komt Hij terug. Hij zal regeren van zee tot zee. Tot in eeuwigheid.
Amen.
(Psalm 40 vers 4, berijming 1773)
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 19 maart 2023, 17 uur. Schriftlezing Mattheus 27: 57-60; Marcus 15: 42-47; Lucas 23: 49-56 en Johannes 19: 38-42.