In het Lukasevangelie maakt de evangelist duidelijk dat het de armen en ellendigen zijn die naar het heil en de hulp van de Heere vragen. Zo ook in de gelijkenis over de onrechtvaardige rechter. God hoort ook het geroep van Zijn kinderen, al verhoort Hij hen niet altijd in de tijd, eenmaal zal hen bij de wederkomst wel gerechtigheid geschieden.
Een korte gelijkenis, gemeente. Niet moeilijk om uit te leggen? Lukas zegt gelijk; opdat men altijd bidden moet en niet moedeloos zou worden. Er zijn wel enkele lastige vragen. Waar doelt Jezus op? Er zit een dubbele laag in. Het valt op dat God vergeleken wordt met een onrechtvaardige rechter.
Ik preekt vorige week over de onrechtvaardige rentmeester. Daar worden wij mee vergeleken (Lukas 16). Het handelen van nu heeft gevolgen voor de toekomst. Daar kunnen we van leren. Veel christenen beseffen dat maar nauwelijks.
In Lukas 18 gaat het een stukje verder. God vergeleken met een onrechtvaardige rechter. Hoe is dat nu mogelijk? Als die rechter recht verschaft aan iemand die blijft roepen, hoeveel te meer zal God luisteren naar wie tot Hem roept.
Het begint in vers 2. Een rechter die God niet vreest. Niemand ontzag hij. Volstrekt egocentrisch. Hij vreesde God niet. Hij had ook geen oog voor zijn medemens. Die interesseerde hem niets. Het draaide om hemzelf. Hij zat op de troon van zijn leven. Een verschrikkelijk man. Hoe bestaat het, dat zo iemand rechter is geworden?
Er staat dan: er was een zekere weduwe in die stad. Die zei: doe mij recht tegenover mijn tegenpartij. Het gaat niet zomaar over iemand die onrecht is aangedaan en vraagt om recht. Het gaat niet over een schutting die een centimeter op het erf van de buren staat.
Ik weid er even over uit. Mattheus’ boodschap is: niet de joden kwamen tot het heil, maar de heidenen. Er is wel toekomst voor de joden, dat is iets anders. In Lukas is het: niet de rechtvaardigen kwamen, maar de zondaren. Niet alleen de rijken, maar de armen kwamen. Het zijn de armen, ellendigen die behoefte hebben aan het heil. Niet de rijken en de mensen die zichzelf rechtvaardig vinden. Denk aan de gelijkenis van de arme Lazarus. Er staan meer voorbeelden in Lukas. Hier zijn het de armen, ellendigen, behoeftigen die zich naar het heil uitstrekken.
Hier dus een weduwe. Hun positie was slecht. Er komen meer weduwen voor. Zoals die van Naïn; haar zoon was gestorven. Ze was haar kostwinning kwijtgeraakt. Het gaat hier om een weduwe. Iemand die haar heil bij de Heere God zocht maar ondertussen te maken had met allerlei onrecht. Misschien had ze recht op een geldbedrag, maar dat niet kreeg (dat staat er niet). Ze had te maken met allerlei onrecht. Je kunt ook denken aan Anna, ook een weduwe. Die armen en ellendigen hadden wel belangstelling voor de Heere Jezus.
Dus niet zomaar iemand en een akkefietje, nee, ten zeerste niet. Iemand die haar heil en heul bij de Heere zoekt.
Doe mij recht, zegt ze tegen die rechter. Die vreesde God niet. En zag zijn medemens niet. De weduwe was arm. Kon geen steekpenningen geven. Waarom zou hij haar helpen?
Hij besloot haar niet te helpen. Voor lange tijd deed hij dat niet (vers 4). Maar nochtans, omdat ze me moeilijk valt, zal ik haar recht doen. Opdat ze niet komt en mij in het gezicht slaat.
Stel je het zo voor. Ga hier weg, ik heb hier geen zin in. De volgende dag staat ze er weer. Geen zin om te luisteren. De gordijnen dicht. Maar ze bonst op de ramen. Stel je voor dat ik haar op straat tegen kom en dan slaat ze me. Dat zou vernederend zijn. Dus puur egocentrisch. Om die ervaring niet te hebben. Puur om zichzelf.
Hoor wat de onrechtvaardige rechter zegt, daar kan je veel van leren, zegt Jezus. Als zo’n persoon dan toch luistert, die roept om recht, zal God dan niet luisteren naar Zijn uitverkorenen. Hij laat hen soms lang wachten.
Hier gaat het om die onrechtvaardige rechter. Hij had niets met die vrouw. Maar zou God geen recht doen aan Zijn uitverkorenen? Zijn lievelingen. Verkoren van voor de grondlegging der wereld.
Ze roepen dag en nacht tot Hem. Paulus schrijft: bid zonder ophouden. Niet de hele dag bidden, dat kan niet. Gods kinderen hebben wel een gebedsrelatie. Op de knieën, maar bidden met de pet op kan ook. Overal. Zal God dan geen recht doen aan Zijn uitverkorenen?
Het is een belangrijke boodschap. Je kunt ervan overtuigd zijn dat de Heere God zal horen en verhoren. Ik moet dat verder uitleggen. Er staat dan achter: hoewel Hij hen lang laat wachten. Veel christenen hebben dat ervaren. Je bidt, maar denkt, heeft mijn bidden wel zin? Het lijkt wel alsof mijn gebeden niet aankomen? Een ervaring waar je moedeloos van kunt worden.
Sommige weten dat ik zendingswerker mag zijn in Peru, Colombia. Onze dochter is sinds een jaar ziek. En gaat alleen maar achteruit. Ze kan niet meer lopen en zitten. Niets meer. In een revalidatiecentrum. Maar lijkt alsof ze niet te genezen is. Er zijn op dit moment mensen die voor haar bidden. Heel de dag door bidden we voor haar. Heel de dag. En eigenlijk toch is er nog niets gebeurd. Er zijn veel meer mensen die soortgelijke ervaringen hebben. Misschien moedeloos. Als ik het eenmaal gezegd heb, dan weet God het? Of is het Gods wil niet?
In deze gelijkenis zegt God: soms moet je lang wachten. Maar zou God geen recht doen aan hen die tot Hem roepen? Blijf doorgaan. Altijd.
Ik wil u laten zien vanuit het Woord dat bidden zin heeft. Daarom eerst Exodus 32. Mozes is de berg nog niet af of het volk zondigt zwaar tegen de eerste twee geboden. De Israëlieten wilden de HEERE dienen via een kalf. We lezen vers 10-14. Mozes noemt twee dingen. God, denk aan Uw beloften aan Abraham, Izak en Jakob. En denk HEERE aan Uw eigen eer. Wat moeten de volken straks denken? En dan lezen we: het berouwde de HEERE over het kwaad dat Hij had willen doen. Er is veel over te zeggen en dat ga ik niet doen. Ik ga het volk verteren, had God gezegd. Mozes begint te bidden. Er staat: en toen kreeg God berouw. God deed het niet. Het gaat in Exodus 32-33 verder. God wil dan niet meer mee, maar wil een Engel sturen. In vers 17 zegt God: Ik zal het doen, de zaak die u (Mozes) gesproken heb. Bidden heeft dus zin. Hier hoefde niet lang gewacht te worden. God laat zich verbidden. Neem de Schrift hier serieus. God kondigt iets aan en besluit het niet te doen.
Een ander voorbeeld is Richteren 10. U kent het boek Richteren. Het volk dwaalt telkens af. God stuurt vijanden op Israël af. De kinderen Israëls beginnen in vers 10 te bidden. Wij hebben tegen U gezondigd. Dat zie je ook in vers 15. Zijn ziel werd verdrietig. Hij kon Israëls ellende niet langer aanzien (staat in een andere vertaling). Zijn volk gaat bidden. God kan er gewoon niet goed tegen. Hij kon Israëls ellende niet langer aanzien.
Nog een voorbeeld, daar eindig ik deze voorbeelden mee. Jona. God kan Zijn plannen veranderen. Jona moest preken in Nineve. Dat lees je in Jona 3:4. Jona moest dat preken. Het was niet zo, als jullie aan voorwaarden zullen voldoen, dan zal het niet gebeuren. Nee. Het was oordeelsprediking.
Wat gebeurt er dan? Die boodschap raakt de koning van Nineve. Vers 6. Die koning bedekte zich met een zak en zat neder in de as. Wie weet, God mocht zich wenden. God zag hun werken dat ze zich bekeerden (vers 10). En het berouwde God over het kwaad dat Hij hun had willen doen. God was iets van plan maar wordt op andere gedachten gebracht.
Mooi, ook als je even denkt aan hoofdstuk 4: zal Ik die grote stad Nineve niet verschonen? Een wonderlijk woord: kinderen onder de 5 jaar die het verschil niet weten tussen links en rechts. Wat is Hij blij als die mensen Hem gaan aanroepen. En ziende die kinderen, besluit Hij het niet te doen.
Ik wil dit zeggen, we gaan terug naar Lukas 18: word toch niet moedeloos. Besef dat God inderdaad wonderen wil doen op het gebed. Hij zal hun haastelijk recht doen. Maar zal Hij geloof vinden op de aarde? De HSV heeft: zal de Zoon des Mensen hét geloof vinden? Je kunt het lidwoord ook vertalen met ‘dat’. Dat geloof eigenlijk van die weduwe. Zullen er dan mensen zijn die dat geloofsvertrouwen nog hebben. We hebben geloof nodig om de hemel binnen te komen, zei iemand. Dat klopt. Paulus schrijft dat aan de Galaten. Je hebt ook geloof nodig, praktisch geloof, om deze aarde door te komen.
Zal Jezus geloof vinden? Een vraag die afkomt op u. Al die ervaringen in uw leven, wat hebben die met u gedaan? Heeft u nog geloofsvertrouwen? Ik zou uit kunnen weiden met teksten. Mag ik een voorbeeld geven? Hier staat: hoewel Hij soms lang laat wachten. Je kunt denken aan een woord van Jezus: als je iets bidt in Mijn Naam, zal Mijn Vader u dat geven. Dat zijn toch hele duidelijke woorden?! Hier gaat het over lang wachten. Hoe zit dat? Bid en u zal gegeven worden.
We weten misschien amper wat bidden in de Naam van Jezus. Je bidt het eigenlijk in Zijn plaats. Alsof Hij het bad. Bidden in Zijn Naam. Als wij iets bidden, zijn we er dan wel zo zeker van dat Jezus dat gebed ook zou bidden? Je kunt er achter komen in gemeenschap met de Heere.
Terug naar de gelijkenis. Hij laat hen soms lang wachten. Wat het moeilijk maakt, is dit. Je moet volhouden in gebed. God zal dan recht doen. Maar er zijn toch veel gebeden die nooit verhoord zijn geworden? Hoe zit dat dan?
Het laatste vers is belangrijk. Dat plaatst de gelijkenis in het licht van de wederkomst. De boodschap enerzijds: word niet moedeloos. Blijf bidden. Heb verwachting van het gebed. God doet wonderen op het gebed. Hij kan uitkomst geven bij het naderen van de dood.
Tegelijkertijd is het waar: er zijn gebeden die nooit verhoord zijn geworden. Hoe zit dat dan? Het is belangrijk om dat laatste vers te begrijpen. Ik zal dat laatste vers proberen uit te leggen. Zal de Zoon des Mensen geloof vinden op de aarde? Zijn uitverkorenen roepen om recht. Inmiddels al 2.000 jaar. Daarom zongen we Psalm 72: de bergen zullen vrede dragen. Als Jezus zal komen, zal de aarde bedekt worden met gerechtigheid. Jullie kunnen wel denken – julie roepen om Mijn terugkomst – jullie roepen om recht – maar zal de Zoon des Mensen geloof vinden? Leeft u bij Zijn komst?
Jonge gelovigen in Thessaloniki die de komst van Jezus aan het verwachten waren. Ze waren blij. Spoedig komt Hij terug. En dan draaien de rollen om. Er zijn christenen om hun geloof vermoord. Ze hebben geroepen om recht. In hun leven kregen ze geen antwoord. Maar het geloof mag zich uitstrekken naar de wederkomst. Mooi in Psalm 72 is dat. Een gebed om de wederkomst. De heuvelen zullen gerechtigheid dragen. De kinderen des nooddruftigen zal Hij verlossen. Hij zal de nooddruften redden.
Deze weduwe werd gehoord. Er zijn mensen, christenen, die voor de wederkomst roepen maar niet direct werden geholpen. Maar ze zullen recht ontvangen, straks, bij de wederkomst. Wij zijn in hope zalig geworden. Straks zullen we met ziel en lichaam bij Hem zijn. Hij is een God die gericht is op onze ziel en lichaam en levenssituatie. Er zijn veel christenen die niet meer zo leven, met de gedachte dat Jezus spoedig kan terugkomen. In Thessalonika konden ze daardoor het lijden verdragen. Kunt u geloven dat Jezus morgen misschien terugkomt? In Mattheüs wordt gesproken over oorlogen, epidemieën. Al die dingen betekenen het einde niet. Een voetstap? Nee. Zegt Jezus: die dingen zullen er voortdurend zijn. Aan die oordelen kun je dat niet zien. Het evangelie wordt overal verkondigd en dat moet ook. En dan zal de Heere Jezus komen. Petrus vraagt: vertraagt Hij de belofte? Nee. Hij is nog mensen aan het redden. Hij is lankmoedig.
Ik denk dat je kunt zeggen: Jezus is dichtbij. Het evangelie komt bijna overal. Wij mogen geloven: al deze dingen vergaan. Wij verwachten de komst van Jezus. Reken op Zijn komst. Blijf bidden. Word niet moedeloos. God kan grote dingen doen. Er zijn misschien ook dingen die niet verhoord worden. Hij zal ons recht doen op de dag van Zijn verschijning. Naar die dag zien we met groot verlangen uit. Liever gisteren dan vandaag.
Amen
Ik hef tot U, die in den hemel zit,
Mijn ogen op, en bid;
Gelijk een knecht ziet op de hand zijns heren,
Om nooddruft te begeren,
En ’t oog der maagd is op haar vrouw geslagen,
Om hulp of gunst te vragen;
Zo slaan wij ’t oog op onzen HEER, tot Hij
Ook ons genadig zij.– Psalm 123 vers 1 (berijming 1773)
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 12 november 2023, 17 uur.