Zondag 13 augustus – Hersteld Hervormde Kerk Putten – Ds. N. van der Want (Barneveld) – Psalm 119 vers 19

Voorzang: Psalm 96 vers 1, 6 en 9

Gebed, Votum en groet

Psalm 102 vers 14 [in verband met het overlijden van een gemeentelid]

Voorlezing van de wet uit Exodus 20

Psalm 1 vers 1
Schriftlezing: Psalm 119 vers 17 – 32

Psalm 119 vers 6 en 9

Preek
Tekst Psalm 119 vers 19

Een vreemdeling hier beneden
1. Zijn belijdenis;
2. Zijn gebed

1. Zijn belijdenis

Psalm 119 de langste psalm. ABC van de gelovige. Boven elk couplet een letter van het alphabet. Het gouden alphabet. Augustinus heeft een commentaar op de psalmen geschreven. Tot het laatst bewaard. Durfde er haast niet aan te beginnen. Vreesde dat de gedachte te diep zouden zijn.

Samengevat: Woord van God als een diamant. 64 kanten. Iedere keer vanuit een ander  gezichtspunt. Tien benamingen: wet, getuigenis, weg, inzettingen. Dichter komt er niet over uitgedacht en uitgezongen.

Soms jubeltoon. Hoe lief heb ik Uw wet. Iedere tekst ook toepassing, gebruik van het Woord. Niet alleen lezen en horen maar ook wat heeft het mij, ons te zeggen.

Een van die situaties: ik ben een vreemdeling op aarde. Wat bedoelt hij? In buitenland, uit eigen land, dan vreemdeling. Korte of langere tijd in het buitenland, dan vreemdeling. Als het langer duurt dan kan er een onbestemd gevoel van heimwee komen. Soms mensen na drie weken vakantie graag weer naar huis gaan.

Hier niet bedoeld als iemand die vrijwillig op vakantie gaat. Nee: als vreemdeling in het land. Als vreemdeling in Egypte. Andere taal. Taal niet geleerd, dan vaak niet goed uit de voeten. Andere cultuur.

Gevoel van vreemdeling wordt veel erger als iemand zijn eigen land moet ontvluchten, verlaten. Zonder status hoor je nog nergens bij. Meer dan vreemdeling, zwerver of verstoteling. Dat gevoel ook bij de dichter van Psalm 119. Nergens thuis, heimwee. Wereld land van vreemdelingschap. Hebreeën: als ze aan het vaderland gedacht hadden vanwaar uitgegaan, dan zouden ze terug gewild hebben.

Bekende schilder Van Gogh. Daarvan bekend. Maar minder bekend dat hij als Evangelist aan het werk geweest. Eerste preek in Londen gehouden over deze tekst, vreemdeling hier beneden. Schilderde dit. Met allerlei kleuren.

Maar Van Gogh ook: mens nog niet in de hemel maar middenin de strijd.

Lijkt erop dat de dichter negatief is over het aardse bestaan. Oer-pessimist? Leven op aarde ook zijn positieve kanten. Gelukkig getrouwd, lieve kinderen, mooie baan et cetera. Mogen genieten zij het met mate. Nog veel zegeningen. Huwelijk, sociale voorzieningen, ruimte voor verschillende rassen mensen.

Het leven opzich hoeft niet zo kwaad te zijn. Ook al zijn er de teleurstellingen. Schepping, eiercrisis. Aarde en schepping zucht en mens getroffen.

Misschien voelen we ons hier wel aardig thuis. Kaarten op het hier en nu. Wereldburger. Kerk veel wereldgelijkvormigheid. Materialisme hoogtij. Nestelen ons in het aardse bestaan. Lijkt wel vaak of er geen hemel en hel te zijn.

En toch: vreemdeling. Niet op gemak. Wat is het probleem? Als er de zegeningen zijn. Veel te genieten. Dan is het op zichzelf niet verkeerd. Dan is hier niet iemand die alleen maar een boze wereld ziet. Geen gat meer in ziet. Hoe moet het verder? Nee, zo niet.

Leven maar tijdelijk, vergankelijk. Dat wordt ook bedoeld. Als een damp. Van voorbijgaande aard. Bedoeld hiermee te zeggen: op doorreis! Naar de rechterstoel van God. Het is de mens gezet eenmaal te sterven en daarna het oordeel. Ook uit uw midden afgelopen week iemand gestorven.

In het Hebreeuws drie verschillende woorden die gebruikt worden voor vreemdeling. Toch duidelijk wel verschillend. Eerste woord, nachar: verwijdering, die op zichzelf blijft, die onbekend wil blijven. Gar: vreemdelingschap in vijandschap, die het misbruikt. Ger: vreemdeling – kwetsbare, in een adem genoemd met wees en weduwe. Lief hebben, zuinig op zijn volgens God wet. Dat wordt hier bedoeld. Ereplaats zelf. Ook tijdelijk zelfs. Talmoed: uw zout ligt nog op mijn tong. Verplicht om de vreemdeling te helpen. Zelf een vreemdeling geweest, Israël.

In de wereld maar niet van de wereld. Wel de wereld door. Niet iedereen in zijn omgeving duldt hem. Gesmaad, vijanden, onderdrukkers, tegenstanders, vervolgers. Geen gewenste vreemdeling! Voelt zich niet thuis, een gast.

Zo wordt deze tekst ook een pleitgrond. Ook al ben ik een vreemdeling, mag ik op Uw trouw en zorg vertrouwen? Zo hebben de oudvaders, patriarchen ook geleefd. Als vreemdeling.

Voelt u zich ook een vreemdeling? Wat een vreemde. Zo beschouwd. Wat gedragen die mensen zich toch vreemd. Ouderwets denken in de ogen van de wereld.

Wordt de christen en het geloof niet steeds verder in de marge gedrukt? Autonome mens op de troon. Voltooid leven zelf bepalen. Natuurlijk ook vastleggen in de wet.

In Jezus Christus mijn troost en verzoening vinden. Indien Hij Zijn Zoon gezonden heeft, zal Hij dan ook niet alle dingen schenken?

2. Zijn gebed

Verberg Uw geboden voor mij niet. Kanttekening: als een arme weet ik niet de weg en dat U mij leidt. Hoe vaak is het niet als vreemdeling in het buitenland: bepaalde situaties, waar moet ik nu heengaan. Met zaken, voor vragen geplaatst. Zeer complexe maatschappij, veel informatie tot ons komt. Wat wil de Heere, God nu met mijn leven? Worstel je ook met die vraag? Heere wat wilt U nu met mijn leven?

We weten het niet altijd zo gemakkelijk. Ons hart niet mee en denken we soms dat het Gods weg is maar toch eigen gekozen weg. Verberg Uw geboden voor mij niet. Dat de Heere in Zijn gunst aan je denkt. Gaat om het Woord van God. Dat Hij met je meegaat. Verberg Uw geboden niet.

Wat is de kern van de wet, Schrift, geboden? Einde is Christus! Tot rechtvaardigheid. Ik draag Uw wet. Mogen we dat zo lezen? Niet meer alleen geschiedenis, regels, informatie. Schriften die van Hem getuigen! Hem ontdekken. Kompas gebruiken om op te varen. Inzicht te krijgen in de weg die je te gaan hebt.

Paulus gebruikt hiervoor een woord: onze wandel is in de hemel. Politeuma: het land waar men burgerrechten heeft, aanpast en zo gedraagt als het behoort. Niet naar de wereld zich aanpast.

Gedrag van een christen wordt bepaald door de leefregels van de hemel. Dagelijkse omgang met Jezus. Bidt om de nabijheid van Hem, Zijn Woord.

Geen fatalisme, totale terugtrekking. Vader Ik bid U niet dat U hen uit de wereld wegneemt. Wat wilt U dat ik doen zal! Als een wegwijzer naar huis. Naar het land der rust. Ziende op de overste Leidsman en voleinder van het geloof. Verberg Uw oog van mijn aangezicht niet.

Ligt niet zomaar voor het grijpen. Vraagt om gebed. Het Woord. Woord wegwijzer, vermakingen. Ook wel met mensen overleg plegen. Bij je ouders, op catechisatie et cetera. Maar stellen wij het oordeel van mensen niet boven wat God ons zegt?

Door ons aan Zijn geboden te houden, wil Hij als onze reisgenoot zich voegen. Emmaüsgangers.

Soms prettig en aangenaam als je alleen gaat. Lange reis tot ook wel prettig met een ander. Zo met God te gaan. Hem lief te hebben, dankbaar te zijn. Psalm 73: het is mij goed mijn zalig lot. Luther: als ik U maar heb, dan hemel op aarde.

Tegelijk belijdenis: ik breng er niets van terecht. Dwaalde als een schaap. Dwaalwegen, verkeerde wegen gegaan. Paulus: vermaak in Gods wet en tegelijkertijd: het goede dat ik moet doen dat doe ik niet en het kwade wel. Ik ellendig mens. Ook: balling, vreemdeling. Belijden: ik niets van terecht gebracht.

Vreemdeling tegen de stroom in. Dat maakt het zo vermoeiend. Aarde, op doorreis, als overnachting. Om straks te wonen in het land Imanuël. Dat uitzicht!

Ouders, als je dat kent dan kinderen vertellen. Jongeren, grenzen kent, gespot wordt dan je mond soms opendoet, in zaken niet mee bedriegt. Gevoel kan zijn dat je alleen te gaan hebt. Maar weten bij Hem terecht te kunnen. Reisplan voor mijn leven ligt bij Hem. Hoogten en diepten, bij Hem te komen. Bij Hem die die weg is gegaan die geen mens kon gaan. De weg die einigde op Golghota. Waar schijnbaar Hij ook van God de Vader verlaten werd. Mijn God Mijn God waarom hebt U mij verlaten.

Mag ik verwijzen naar Hem. Want God heeft in Christus zijn eer weer teruggekregen in het schepsel. Wachtwoord der Hervormers, van Mc’Cheyne.

Maar vergis u niet als u dit leven niets meer heeft dan het hier en nu, dan eeuwig smart. Als de hemelpoort gesloten blijft.

Maar wie in Hem gelooft, een vreemdeling op aarde is, zal daar eenmaal thuis komen. Uw ogen zullen de Koning zien in Zijn schoonheid. Hem dienen in alle eeuwigheid! Petrus schrijft aan de vreemdelingen dat een onverderfelijke schat ligt. Straten van goud, stad met paarle poorten. Wees welkom in de rust. Die hoon moet alle leed verzachten reisgenoten hoofd omhoog zaligheid om alles af te meten daar is het vreemdelingschap vergeten daar zijn we in het Vaderland. Amen.

Psalm 146 vers 7

Psalm 84 vers 4 [reislied van een pelgrim]

Zegen