Woensdag 29 november 2017 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. N.P.J. Kleiberg [Achterberg] – Jesaja 28 vers 16
Jesaja 28 vers 16
‘Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik leg een Grondsteen in Sion, een beproefden Steen, een kostelijken Steen, Die wel vast gegrondvest is, wie gelooft, die zal niet haasten.’
Een Grondsteen in Sion
1. Een beproefde Steen
2. Een kostelijke Steen
3. Een rustgevende Steen
1. Een beproefde Steen
Waarom Jesaja dit schrijft, is het goed om meegenomen te worden in de geschiedenis van het tien- en tweestammenrijk. Beide niet onderscheiden van elkaar wat betreft het overtreden van Gods geboden. De Heere kan de zonden niet ongestraft laten. Zonden in openbaar en in het verborgen. Voor God een geopend boek.
Bij Ezechiël ook al. Mens verheerlijkte zichzelf. Betrof niet de wereld maar de kerk! Aangrijpend. Graven in de muur van de tempel. Heilige, tekenen daar. Wat werd op de wanden gevonden? Sterren, afgoden. God niet meer verheerlijkt. Reden om de oordelen aan te zeggen. Als het volk zich niet zou bekeren.
In de tekst zover gekomen. Leger van Assyrië heeft hen overlopen. Tienstammenrijk heeft het moeten ondervinden. In Tweestammenrijk de tempel. Maar ook daar niet beter. Juda, neerziet op haar zuster. De godsdienst ten top. Gaat door tot op de jongste dag. Godsdienst verheft zich boven alles. Weet het beter. Heeft het voor het zeggen. Maar een godsdienst waar het eigen ik op de troon zit.
Wat doet het Tweestammenrijk dan? Verwachten het ten diepste niet van God. Zeker, brachten de offers, godsdienstige plichten, wel Zijn naam op de lippen nemen, maar het hart elders. Het rijk is uiteindelijk toen het leger dichterbij kwam, vluchtte ze naar Egypte. Dachten het leger tegen te houden. Daarop gebouwd en vertrouwd. Maar Egypte kan dat niet. Kan er maar een: de Heere! Genoemd hier: verbond met de dood en hel. Verdrag met Egypte is dat. Kan u niet verlossen en bevrijden. Aangrijpend. Als de mens het van een ander verwacht. Met prinsen omkomen (vest op prinsen geen betrouwen).
Er is geen leger dat hen zal kunnen tegenhouden. God wel. U zult stil zijn en Ik zal voor u strijden. Van Hem alleen verwachten!
Van God verwachten. Machtiger dan het leger van Assyrië. Als Sanherib spot, denkt u dan uw God u kan verlossen?! Hij spot ermee. Hizkia spreidt uiteindelijk de brief uit onder het volk.
Als God het niet doet? Weerbarstig. Oude. Verwachten van het onszelf. Terugvallen. God niet geloofd. Woord van de profeten niet geloofd.
De Heere neemt een beeld van de tempel. Hoe die gebouwd is in Sion. Jeruzalem gebouwd op berg Moria en Sion. Wet en Evangelie staat dat voor. Geestelijke Sion. Ook Psalm 87, heerlijk daar. Hier gaat het hier over. Salomo. Steen juiste maat. Kostelijk! Alles was in de diepte op maat gemaakt. Dat wisten ze daar in Jeruzalem.
Geldt dat ook nu niet? In de diepte de stenen op maat. Gods gemaakt bestek in eeuwigheid zal rijzen.
Bent u op maat gemaakt? Ik zeg nee. Als die dat is, dan op de steen gelegd. Op Christus. Hier nog zoveel gebrek aan. Nog veel afgeslagen worden. Op maat gemaakt worden.
De Heere zegt: Ik heb een gebouw. Ik heb een Grondsteen. Fundament. Als dat niet goed is, kan alles wat erop staat wankelen. Beproefd. Beproefde Grondsteen. Die steen is beproefd of dat wat erop komt het kan hebben, kan verdragen. Voorbeeld parkeergarage Eindhoven. Ingestort. Niet goed gebouwd. Zeker met het oog op de eeuwigheid: steen dient beproefd te zijn!
Ook bij Zacharia als de tweede tempel niet gevonden wordt. En dan God een steen gelegd. Jezus Christus is de grondsteen. Die Koning Jezus Christus is vele malen machtiger, Hij kan het omver werpen.
We gaan naar Kerst toe. Advent. Beproefd: of de steen aan alle eisen voldoet. Wat is Hij beproefd! Al in Bethlehem, als jonge jongen, bij zijn omwandeling op aarde.
Is het ons ook om dat fundament te doen? Als God blij moet zijn met mensen die er nog werk van maakt. Maar al het werk buiten Christus kan niet bestaan. Onnutte dienstknecht. Onderzoek of we op het fundament gelegd zijn. Verankert. In Hem.
2. Een kostelijke Steen
Ook een hoeksteen op gelegd om de muren vast te maken. Eerst de hoeksteen. Andere stenen erop. Hoeksteen er tegenaan. Vastgemaakt. Onwankelbaar vast. Die gegrond is. Dan kon pas verder gebouwd worden.
Hoe is het dan in het geestelijke? Beeld van degene die op dat fundament gelegd is. Met en aan elkaar verbonden. Door Christus is het onmogelijk dat ware christenen los zand zijn. Oude mens kan de kop opsteken, ja. Als de Heere gewerkt heeft, dan vindt u elkaar telkens in die Hoeksteen.
In de gemeente niet alleen ware gelovigen. Schapen met elkaar en voor elkaar. Verbonden zijn. Met elkaar. Elkaar vasthoudt en zoekt. Van genade te leven.
Zalig worden is zo gemakkelijk. Tobbers en worstelaars zijn we. Allemaal voorwaarden. Als de Heere het gaat schenken, dan is het onvoorwaardelijk! De Heere vraagt geen voorwaarden. Zijn genade valt vrij. Met elkaar verstaan. Al mijn bezigzijn voor God, moet leren als bedelaar met lege handen. Om genade te verkrijgen. Gemakkelijk: van genade leven. Het ligt aan onze kant vaak zo vaak moeilijk. Wat zitten we er vaak tussen. Mijn eigen ik, mijn eigen gevoelen. Zo donker. Zo kwijt zijn. Een troost: Hij ziet u wel! Waar u bent en troost. Komt maakt met mij de Heere groot.
Als ze aan de Hoeksteen verbonden zijn, dan weten ze dat ze er nooit meer af kunnen. Voor altijd vast. Door Hem en aan Hem. Juda moest het niet verwachten vab Egypte, niet met Egypte. Heere zegt: Ik leg een Hoeksteen. Ik leg een Grondsteen.
Staat nog wat bij. Die is kostelijk. Misschien voorheen niets in gezien. Te groot, te klein, te dik et cetera. Voldoet niet aan onze maatstaven. Maar als de Heere Hem gaat leggen. Deze is Mijn Geliefde Zoon. Kostelijk in Zijn ogen. In mijn godsdienst en onbekeerlijkheid geen gedaante noch heerlijkheid. Maar als de Heere gaat verbinden, dan wordt die Hoeksteen kostelijk! En al kan ik het niet altijd overzien, dan kan ik niet zonder Hem. Geen gedaante noch heerlijkheid daar aan het kruis. Maar zelfs een dode Jezus was nog kostelijk voor de discipelen en de vrouwen. En de moordenaar aan het kruis!
Hebt u al wat gezien in deze Jezus? Dat u zonder Hem niet kunt. Dat Hij ook voor u zal zorgen. Dan hoeft u niet te vrezen. Hij heeft voor u de strijd gestreden. De duivel zal u niet kunnen overweldigen. Als hij u kon overweldigen, dan ook Hem de Heere Jezus. Maar kan niet! Hij kan verzoeken, heen en weer werpen maar niet van fundament krijgen.
Dan kunt u verder. Wie gelooft, die zal niet haasten. Gaat om het geloof. In de Heere Jezus Christus. Geloof alleen. Gave van God. Niet zeggen dat ik het niet kan. Mee eens, evangelischen ten spijt die geloven en kiezen voor Hem. Niet over niet kunnen maar over de onwil aan onze kant. Als God komt te bekeren, dan kom je erachter dat je onbekeerd bent. Van Hem te moeten hebben!
Maar Gods kinderen konden niet buiten de tempel. Getuigden van Hem. Wie gelooft, die zal niet haasten. Naar Egypte. Zelf wegen naar verlossing uitdenken. Rustig in Gods handen geven en laten! God zal op Zijn tijd tonen dat Hij de Almachtige is en zal het geven.
3. Een rustgevende Steen
Andere betekenis nog in. Romeinen 8 en in 1 Petrus 2. Die geloofd, die zal niet beschaamt worden. Dat zult u ondervinden. Van de Heere verwachten. Zien op Hem. Achter Hem aankomen. Dat Zijn Woord de waarheid is. Heere, U hebt het goed gedaan. Zo vaak gedacht dat het anders moest. Als Petrus voor de voeten gelopen. Maar inzien dat het duivelswerk is. Uw tijd, de eeuwige tijd. In de tijd het beginsel van de eeuwigheid te leren kennen.
Ze zullen thuiskomen. Omdat ze hier op aarde gefundeerd zijn. Dat is de toekomst. Eén met Hem zijn! Bruid en de bruidegom. Een met Hem. Daar Hem zien van aangezicht tot aangezicht.
Juda vreesde dat God te laat zou worden. Kan ook na ontvangen genade. God laat het zien. Op Zijn tijd. Nooit te laat, nooit te vroeg. Altijd op het goede moment. Dat gaan we elkaar meegeven. God bouwt door tot de laatste is toegebracht. Grijsaards en kinderen. Dan komt Hij terug. De laatste bazuin. ‘Ik heb gelegd tot uw zaligheid, tot eer van Mijzelf.’ Neemt u het mee? Gelooft u dat? Amen.
Zegen uit de Petrusbrief, 1 Petrus 5 vers 10 en 11
‘De God nu aller genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat wij een weinig tijds zullen geleden hebben, Dezelve volmake, bevestige, versterke en fundere ulieden. Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.’