Bij de Hemelvaart lijken de discipelen een verlies te lijden; maar de hemel is van een andere orde, dimensie dan de geschapen werkelijkheid. De hemel is dichtbij en God is dichtbij. De wolk (Sjechina) is het beeld van Gods aanwezigheid. Jezus ging weg om altijd bij ons te kunnen zijn. De discipelen lijken daar aanvankelijk weinig van te begrijpen, maar zijn voor ons, door het wachten op de belofte in te vullen door te volharden in gebed, een belangrijk voorbeeld. 

Gemeente van Christus, toen Justin Welby aartsbisschop werd van de Anglicaanse Kerk in Engeland heeft hij prioriteit gegeven aan gebed. Hij nam allerlei initiatieven zodat er meer ruimte en aandacht zou zijn voor gebed. Thy Kingdom come – dat is het bekendste. Door de IZB werd het geïntroduceerd in Nederland. Sluit aan bij een hele oude traditie, al uit de Vroege Kerk.

De leerlingen van Jezus met anderen (120 mensen) is samen om te bidden. Ook vanuit de St. Jansgemeente willen we daarop aansluiten. Morgenavond komen we bijvoorbeeld samen. Vanmorgen denken we opnieuw na over de betekenis van Hemelvaart en in het bijzonder wat dat betekent voor ons gebedsleven.

Collega Batenburg sprak over de verhoging van Christus. Zijn verheerlijking. Mensen die erbij waren herinneren zich dat V-teken. Eerst Zijn vernedering. Tot in de diepte van het mens-worden. En zijn opstanding. En hemelvaart. Kroon Hem met gouden kroon!

Op Hemelvaartsdag ging het over de weg van Christus; vandaag wil ik inzoomen op wat het voor ons betekent. En eerst voor Zijn discipelen.

We zien de discipelen eerst nog worstelen met het onderwijs over Zijn Koninkrijk. Ze lijken het nog steeds niet goed te pakken. Kortgeleden heeft ds. Schroten daarover gesproken dus ik laat dat liggen. Ze hebben nog steeds een verkeerd beeld: politiek herstel, eerherstel, einde aan de onderdrukking van de Romeinen. Ze zien voor zichzelf wel een positie. Ze dachten nationalistisch. Gaat U het Koninkrijk herstellen? Hij had gezegd dat Zijn Koninkrijk niet baan breekt door politieke macht of geweld. Maar door hun getuigenis. Daarin zouden ze afhankelijk zijn van de kracht van de Geest. Hij had een belofte en opdracht gegeven. Ze zouden de Geest ontvangen. En daardoor zouden ze getuigen kunnen worden. Ze zouden toegerust worden voor hun taak. Ze moesten daarop wachten in Jeruzalem. Wachten op de vervulling van de belofte.

En dan, als ze daarover nadenken, gebeurt er iets onwaarschijnlijks. Het overrompelt hen. Hij werd opgenomen. Een wolk onttrok Hem aan hun ogen. Ze zien Hem verdwijnen. De Hemelvaart is het gaan heten. Een ongelukkige term. Geen ballonvaart, ruimtevaart. Velen zijn bewust of onbewust opgegroeid met besef of gedachte dat Jezus als een ballon op vaart. Dat ze Hem als een stipje zien verdwijnen.

Geen enkele Israëliet zou dit zo gelezen hebben. Belangrijker is de wolk – die Hem aan hun zicht onttrekt. Niet zomaar een wolk. Die vertegenwoordigt Gods aanwezigheid. Door de woestijn werden ze geleid door een wolkkolom. Exodus 40: de wolkkolom rust op de tabernakel. De plek van Gods tegenwoordigheid. En later bij Salomo, als de tempel ingewijd wordt, dan vult die wolk de tempel. Er is zelfs een naam voor die wolk: Sjechina (šəchīnāh). De heerlijkheid Gods. Die daalt neer.

De discipelen maakten al zo’n moment mee. Op de berg van de verheerlijking. Jezus werd vergezeld door Mozes en Elia. Petrus wilde dat moment vasthouden. Toen kwam er ook een wolk.

Ze zien Jezus verdwijnen in een wolk. In Gods tegenwoordigheid. In de hemel. Hoe wij de hemelvaart begrijpen, heeft te maken met hoe we de hemel zien. Misschien denken we onwillekeurig aan een plek hier ver vandaan. God is boven, wij beneden op aarde. Hoe moeten we dat rijmen met het wetenschappelijke wereldbeeld? De hemel als een gewelf er boven. De aarde draait om de zon. De eerste Russische astronaut zei dat hij God niet tegen was gekomen.

Waar is de hemel? Waar is Jezus nu? Dat is een belangrijke vraag. Het is geen plek binnen de geschapen werkelijkheid. Het is een andere dimensie van deze geschapen werkelijkheid. Tom Wright heeft mij hierbij geholpen. Lengte, breedte, hoogte: zo kennen we de werkelijkheid. En een vierde: tijd. Daarin bewegen we en daarin leven we. De hemel bevindt zich in de vijfde of zesde. Dat betekent dat de hemel niet ver weg is. Wie die dimensies kent, kan zich meer bewegen. Een ruimte omgeeft het platte vlak. Zo is het met de hemel. Die omgeeft de ruimte waarin wij zijn. In een dimensie die voor ons ontoegankelijk is. Vanuit de hemel is geen enkele plek onbereikbaar.

Daarom is de Hemelvaart een zegen. Het is beter dat Ik heen ga. Ik ben bij jullie, alle dagen, tot aan het einde van de wereld. Door naar de hemel te gaan, kan Hij nabij zijn. De hemel is niet ver weg, maar dichtbij. En God is nabij. De Geest hoeft geen enorme afstand af te leggen. Alsof we lichtjaren verwijderd zijn. Nee.

Ik weet wel, het klinkt abstract. Misschien moeilijk om voor te stellen. Je mag het vergeten. De Bijbel spreekt wel over hoogte en opgenomen worden. De werkelijkheid is rijker en dieper. Jezus is niet langer lichamelijk in ons midden. Dat is in zekere zin verlies. Zou het niet mooi zijn als je naar Galilea kon reizen? Hem te zien, te vragen, te ontmoeten. Dat kan niet meer. Misschien is dat verlies.

Op een andere manier is het winst. Jezus is niet meer aan plaats of tijd gebonden. Hij is altijd bereikbaar. God is dichtbij. Het maakt uit als we denken over het gebed!

Voor de elf discipelen is het een overweldigend gebeuren. Het laat het sprakeloos. Ze staren naar de hemel. Wat is er gebeurd?! Je hoort het ze denken. Dan zijn daar die twee mannen. Engelen. Waarom kijken jullie omhoog? Jezus zal op dezelfde wijze terugkomen! Opnieuw moeten hun gedachten bijgesteld. Ze staren naar de hemel. De engelen zeggen: er wacht een taak op aarde. Begin in Jeruzalem. Tot uiteindelijk de uiterste einden van de aarde.

Net zo onverwacht zal Hij komen. Hij kan zomaar weer in jullie midden zijn. Jullie zullen Hem zien. De hele wereld. Elk oog zal Hem zien als Hij komt. Elke knie zal zich buigen. Elke tong zal Zijn Naam belijden.

Ze zullen Hem dus heel lang niet zien. Dat is de schaduwzijde van de Hemelvaart. We geloven in een God die we niet kunnen zien. Petrus schrijft in zijn brief: u hebt Hem niet gezien, maar u hebt Hem lief en u verheugt u in Hem. Jezus zegt tegen Thomas: zalig zijn zij die niet zien en toch geloven. Dat is de realiteit van geloven in deze wereld.

We zien Hem niet. We zien soms weinig van Zijn Koninkrijk. We mogen ons wel vasthouden aan de belofte. Hij komt terug! Elk oog zal Hem zien.

Er is nog een belofte. Die Jezus zelf gaf toen Hij heen ging. U zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen en u zult Mijn getuigen zijn. De leerlingen gaan terug naar Jeruzalem. Ze wachten op de vervulling. Het is geen droevige aftocht. Ze waren niet verdrietig. Wat we winnen is groter dan we verliezen. Wat we zullen ontvangen is groter dan we achter ons lazen.

De discipelen worden alle bij name genoemd. En de vrouwen. Eensgezind in bidden en smeken. Over bidden had Jezus niets gezegd. Dit is voor hen de invulling van wachten. Maar hier niet passief afwachten. Dat hadden ze wel kunnen doen. Ze gaan bidden. En houden daar niet mee op totdat de belofte is vervuld. De belofte zet aan tot bidden.

Hoe is dat bij ons? Wat doen wij met de beloften die God ons gegeven heeft? Maken die ons afwachtend? We zullen wel zien…?! Of zetten ze aan tot bidden?

Waarom liet God tien dagen wachten? Dat vroeg ik me af. Waarom zien we dat wel vaker dat God mensen roept en dat het dan nog heel lang duurt voordat het werkelijkheid wordt? Zoals David, wel gezalfd, maar het duurt nog heel lang voordat hij Saul opvolgt. Waarom laat God wachten? Opdat we leren afhankelijk te zijn van Hem? Zonder Mij kan je niets doen. Hij vraagt niet dat we op ons eigen houtje aan de slag gaan. Nee. Hij neemt het initiatief. Hij gaat voorop. Wij volgen. Wat zou het in onze situatie kunnen betekenen om ernst te maken met het wachten op God? Ons biddend uitstrekken naar de beloften?

Ik heb wel vaker gedacht: wij hoeven niet op diezelfde wijze te wachten. De Geest is uitgestort. Maar het is, denk ik, toch de weg die God wijst. Wachten, zoeken, bidden. Met de belofte in de hand naar Hem gaan. Bidden. Ons biddend uitstrekken naar Hem. Ook als we het goede zoeken voor de stad, de mensen om ons heen. Bidden voor vijf mensen uit onze omgeving die Christus nog niet kennen. Meebidden met de gemeente. Voor de stad, onze kinderen.

We zijn niet zo goed meer in wachten. We zijn gewend eraan dat we dingen snel kunnen regelen. Maar in het Koninkrijk van God speelt het een grote rol. Wachten op God. Hij neemt initiatief.

Twee dingen vallen op van de discipelen. Ze bidden eensgezind. Eenparig. Dat woord kom je regelmatig in Handelingen tegen. We zijn kinderen van een Vader. We hebben elkaar lief. We zijn groot en breed. En heel verschillend als St. Jansgemeente. Biddend maakt eensgezind.

Het tweede dat opvalt: ze volharden. Bidden en smeken. Smeken is intensiever. Volharden is blijven zoeken. Zeker als je bidt voor mensen die Hem niet kennen. Dat kan zwaar zijn. Je hebt de neiging om tot afwachten over te gaan. Er zijn mensen geweest die al die tijd hebben gebeden voor me. Hoe kunnen we volharden in gebed?

Hij is Koning. Hij heeft de machten verslagen. Hem is gegeven alle macht. Zijn Koninkrijk groeit hier op aarde. Door mensen heen. Uw Koninkrijk kome! Hem Koning laten zijn in je leven. Niet op ons eigen houtje. Maar in verbondenheid met de verhoogde Koning. Hij pleit voor ons aan de rechterhand van de Vader. De hemel is ver weg. Hij ziet en hoort ons. We leven toe naar Zijn toekomst. Kom, Jezus, kom!

Amen.

Protestantse Gemeente Gouda, St. Janskerk, zondag 12 mei 2024, 10 uur. Schriftlezing Handelingen 1:1-14. Apostolisch vermaan Kolossenzen 3:1-17.