Paulus roept de gemeente te Korinthe op vrijgevig te zijn. Ze zijn gezegend met de onbeschrijfelijke gave van God in Christus. Hij werd arm opdat Hij zondaren rijk kan maken. Vanuit die zegen en overvloed mogen we uitdelen aan anderen opdat de kring van mensen die God gaat danken, groter wordt.

Zaaien op dankdag

Gemeente van onze Heere Jezus Christus, broeders en zusters. Zaaien op dankdag – een boek over diaconaat is dat. Ik moest eraan denken. Eigenlijk zou het over oogsten moeten gaan. Op biddag over zaaien. Of het nu in de landbouw sector is, of niet. Daar is het begonnen, met gewas. Het is niet afhankelijk van de inspanning van de boer, ook van de weersomstandigheden. Als er een goede oogst was binnengehaald, was er reden om God te denken.

We zien dat ruimer. We betrekken het op al ons werk. Werken met je handen of je hoofd. Op het land en kantoor. We danken niet alleen voor de oogst, maar voor alle vruchten op ons werk. Vruchten, inkomsten. Tegenslagen die konden worden overwonnen. Moeilijke situaties waarin we Gods bijstand ervaren hebben. Het is niet onze eigen inspanning. Het werk van onze handen – God heeft het bevestigd.

Het gaat vanavond over zaaien. Paulus gaat in op de relatie tussen zaaien en dankbaarheid. Zaaien is geven. Uit dankbaarheid leren we geven. Dat leidt tot nieuwe dankbaarheid. Het wordt heel concreet en praktisch. Danken is niet alleen iets met onze mond – gebeden en liederen. Nee, we mogen het ook handen en voeten geven. Doorgeven.

Het is goed iets te zeggen over de concrete aanleiding waarom Paulus dit schrijft. Hij is al geruime tijd bezig met een inzameling voor de armen in Jeruzalem. Paulus en Barnabas werden uitgezonden om het evangelie onder de heidenen te verkondigen. Paulus zou zich blijven inzetten voor de zorg van de armen (Galaten 2). Het lijkt erop dat Paulus in die jonge gemeenten die hij stichtte, een inzameling houdt voor de nood in Jeruzalem. Dat heeft mogelijk ook een bijbedoeling: verbinding tussen christenen die een joodse achtergrond hebben of een heidense.

Paulus sprak eerder over de collecte. De Korinthiërs wilden ruimhartig geven. Andere christenen had dat geïnspireerd. Christenen in Macedonië bijvoorbeeld, die zelf ook arm waren. Ze wilden geven vanuit hun armoede.

Dan blijkt, aan het begin van ons hoofdstuk, dat Paulus bang is dat de Korinthiërs terugkrabbelen. Paulus spoort hen aan. Paulus maakte zich zorgen dat het een beschamende vertoning zouden worden. De Macedoniërs gaven wel en de Korinthiërs nauwelijks. Niet een gift in gierigheid gegeven. Paulus bedoelt dat het in gereedheid is. Niet als Paulus en de Macedoniërs er zijn, dat het dan nog bijeengeschraapt moet worden.

Paulus schreef: we hebben Titus aangespoord de inzameling op te pakken. U bent overvloedig in alles, wees daarom ook hier overvloedig. Hij citeert Spreuken. Wie in zegeningen zaait, zal in zegeningen oogsten. God heeft een blijmoedige gever lief. Ze mogen erop vertrouwen dat God erin zal voorzien.

We komen dan bij onze teksten. Vers 8 en verder. En vers 11. Zie je de bijzondere beweging die Paulus maakt? God wil alles schenken wat we nodig hebben. Opdat we overvloedig zijn in alle goed werk. God zegent ons op dat we tot een zegen kunnen zijn. Voldoende voor jezelf hebben en kunt bijdragen aan alle goed werk. God geeft genoeg om weg te geven. Hij geeft niet alleen aan ons, maar wil van ons gevers maken.

In vers 11 lezen we waar dat toe leidt. Door onze vrijgevigheid zullen anderen God danken. De beste manier om God te danken is om zo te geven dat anderen God gaan denken. Vrijgevigheid die door middel van ons dankzegging teweegbrengt. Paulus organiseert die collecte. Als we vandaag God willen danken, dan willen de diakenen helpen.

Hoe werkt dankzegging in het licht van 2 Korinthe 9? Dat zijn drie stappen:

1. We mogen ons bewust worden van onze rijkdom. Materiële en geestelijke zegeningen lopen door elkaar. Paulus benadrukt vooral de geestelijke zegeningen. Korinthe was veel welvarender dan Macedonië. De genade van God in Christus is hen gegeven. U bent rijk geworden in Hem!

Aan het einde schrijft hij: laten we God denken voor Zijn onbeschrijfelijk geschenk. Ze kennen de genade van Christus. Hij is arm geworden opdat u rijk zou worden. Dat is dankdag. We zijn rijk. Heel rijk.

Ik wil dit erbij zeggen: onze situatie kan heel verschillend zijn, als het gaat om materiële rijkdom. Ook hier zijn mensen voor wie het afgelopen jaar zorgelijk geweest is. Financieel, zorgen om gezondheid van geliefden. Belangrijk om te benadrukken: onze rijkdom ligt in Christus. We mogen uit Zijn genade leven. Weet je hoe rijk je bent?! Zo spreekt Paulus daarover. Reden om te danken.

2. De tweede stap zou kunnen zijn dat we onze Hemelse Vader daarvoor danken voor Zijn trouwe zorg. Paulus zegt: dat we van onze rijkdom en overvloed weggeven. Dat anderen God uitbundig denken – u bent gehoorzaam aan het evangelie. U bewijst ruimhartig dat u anderen erin wil laten delen. We zamelen ook vandaag geld in voor Arad, onze zuster gemeente in Roemenië. Er is daar veel armoede

Het doel is dat de kring van mensen die God danken, steeds groter wordt. Voor welke mensen kan ik tot zegen zijn zodat zij God gaan danken? Geld, maar ook tijd, aandacht, kaartje – u kent het wel.

3. En dan is daar die derde stap: laten we God danken voor Zijn onbeschrijfelijk geschenk. We zijn rijk geworden in Hem. De genadegaven in Christus.

Eer aan de Vader, de Zoon en de Geest.

Amen.

Protestantse Gemeente Gouda, St. Janskerk, woensdag 6 november 2024, 19.30 uur. Schriftlezing 2 Korinthe 9. Dankdag voor gewas en arbeid. Geloofsbelijdenis met Zondag 10 HC.