Petrus bemoedigt aan het einde van zijn eerste brief de christenen – de kleine gemeenten in de verstrooiing en in de minderheid. Het volgen van Jezus kan moeilijk worden. We mogen echter op Jezus zien. Onze zorgen op Hem werpen. Hij draagt onze zorgen en ons.
Gemeente van onze Heere Jezus Christus, we lazen het hele hoofdstuk. We richten ons in de verkondiging op de verzen 5-10. Het eerste gedeelte gaat over de ambtsdragers. Het laatste gedeelte betreft een groet. Silvanus wordt genoemd; hij schreef waarschijnlijk de brief. Petrus dicteerde de brief. In het middelste gedeelte komen alle lijnen nog een samen. Hoe houd je het vol om te blijven geloven? Ook als het spannend wordt? Als er weerstand is, vijandschap. Als het volgen van Jezus je wat gaat kosten.
Petrus richt zich op kleine gemeenten die minderheden zijn. Omdat God jullie heeft uitverkoren! Dat heeft hen gemaakt tot vreemdelingen in hun omgeving. Eerst argwaan, later vervolging. In Rome schreef Petrus dit waarschijnlijk. Daar was de vervolging toen al heftig.
Petrus wil hen blijven aansporen. Niet terug trekken. Maer te midden van de heidenen een goed leven te spreken.
Nu gaat het over de gemeente zelf. De eerste verzen over de leidinggevenden. U, jongeren, moet het gezag van ouderen aanvaarden. Jongeren worden aangesproken. Fijn dat jullie hier vanmiddag zijn. De vraag is of Petrus dat bedoelt. Niet de tegenstelling oud-jong. Maar tussen hen die leidinggeven en de gemeente.
Ieder van u moet elkaar onderdanig zijn. In de oude Statenvertaling: wees elkaar onderdanig. Wij associëren dat met kruiperigheid. In onze samenleving is belangrijk: assertief, niet over je heen laten lopen.
Maar Petrus zegt hier: het gezag van de ander erkennen. Al eerder deed Petrus dat. Ten opzichte van de lokale overheid. Erken hun gezag! Altijd bereid zijn de minste te zijn. Kleed je met nederigheid. Uitdoen van de oude mens. Aandoen van het nieuwe. Je omkleden. Bekering. Jezus doet een doek (of schort) voor om de discipelen te wassen.
Nederigheid. In die tijd werd dat niet gezien als een deugd. Trots, zelfvertrouwen zijn belangrijke waarden. Laat jezelf stralen. Er is zoiets als gezonde assertiviteit. Dat elke jongere dat leert!
In de Bijbel staat niet de mens centraal, maar God. God heeft een plan voor mijn leven. Daar onderwerp ik mij aan. Als mens centraal staan: dan vier je je grootheid.
Eerlijk, nuchter naar jezelf kijken. Verneder u dan onder de krachtige hand van God. In het Oude Testament gaat het dan vaak over de Exodus. In het Nieuwe Testament over de gemeenten.
De positie van christenen is kwetsbaar. Vreemdelingen zijn het. Moet je als christen in verzet komen? Petrus schrijft aan een kleine, kwetsbare minderheid. Petrus wijst op Christus. Jezus volgen is heel kwetsbaar.
Verneder je aan de krachtige hand van God. Jezus kreeg een naam boven alle naam. Die naam leidt je naar Boven. Werp al je zorgen op Hem. Je kunt kapot gaan aan stress, zorgen.
Petrus richt zicht tot de ambtsdragers. Leg de last op Hem. Werp al uw zorgen op Hem. Hij zorgt voor u. Vertrouwen op Hem. Je mag de last op Hem werpen. Je bewust zijn van je eigen zwakheid, maakt je juist sterker.
Wees waakzaam! De duivel gaat rond. Er is een geestelijke strijd gaande. Hij wil jullie geloof geven. Verleidingen van buitenaf en binnenuit. Petrus zegt: laat je niets wijsmaken.
Als je oog krijgt voor Gods macht, ga je de dingen anders zien. De krachtige hand van God.
Petrus eindigt dus met een belofte. Hij zal u sterk en krachtig maken. Die belofte hebben we. Als het moeilijk is. Als we druk op ons uitgeoefend voelen worden, mogen we op Hem vertrouwen. Hem komt de macht toe, tot in alle eeuwigheid.
Amen.
Protestantse Gemeente Gouda, St. Janskerk, zondag 30 juni 2024, 17 uur. Schriftlezing 1 Petrus 5 (NBV).