David op de vlucht zijnde bidt tot God en vraagt aan God om aan hem te gedenken naar Gods goedertierenheid en Gods goedheid. Niet om iets in ons mensen maar om de Naam van God, het is uit genade alleen en niet uit verdienste. Christus Jezus kwam naar deze wereld om te betalen voor de zonden en alleen in Hem is er vergeving mogelijk voor zondaren.

Psalm 25 vers 7, 11 en 18: ‘[7] Gedenk niet der zonden mijner jonkheid, noch mijner overtredingen; gedenk mijner naar Uw goedertierenheid, om Uwer goedheid wil, o Heere. [11] Om Uws Naams wil, Heere, zo vergeef mijn ongerechtigheid, want die is groot. [18] Aanzie mijn ellende, en mijn moeite, en neem weg al mijn zonden‘.

De hartsbelijdenis van David

  1. Dat hij belijdt;
  2. Wat hij belijdt;
  3. Waarom hij vraagt;
  4. Waar hij op pleit.

Gemeente Psalm 25 wordt wel genoemd het ‘Onze Vader’ van het Oude Testament. Het is een psalm die opvalt vanwege die tere toon. Verborgen omgang met God. Verrassend dat het sluit met dat slot: verlos Israël. Toch wel van tere omgang. Waarschijnlijk gemaakt toen David op de vlucht was, eenzaamheid, voor zijn eigen eigen kind Absolom, geliefde kind.

Uit het paleis verdreven. Veel van het volk afvallig. Houden het met die opstand. Gerangschikt met het Hebreeuwse alfabet. Pedagogisch, didactische redenen dat de Psalm makkelijker uit het hoofd geleerd kan worden. Alle letters van het alfabet. Spreekt een zekere volmaakt uit. Psalm volmaakt in het onderwijs.

Zoals ik al zei horen we deze Psalm de bede om Gods leiding. Wegen bekend, leer mij Uw paden. Maar nu hartsbelijdenis, zondebelijdenis.

1. Dat hij belijdt

Dat hij belijdt dat is toch wel bijzonder. In zijn ellenden, in de woestijn. In de actuele situatie van verdreven zijn. Het is echt niet de eerste keer dat God in uiterlijke moeiten de mens klein maakt en tot belijden brengt. Juist nu. Dat dat dan geldt voor iemand die God niet kent met al het verkeerde in het leven. God niet kende in zijn hart. Smart van hoe geweest zijn voor God en beloften omhelzen en tot Jezus Christus komen.

Dan mag het hart toch weten de zonden vergeven naar de mate van geloof. Wat hier opvalt het komt uit het hart van iemand die de Heere al lang kent. Vers 2, 5, 21 ik verwacht U. Als het zo is, en God is de God van je heil, dan is het toch goed?! Ik leer dus uit deze Psalm dat de belijdenis van schuld een kernzaak, een blijvend onderdeel is van het christelijk leven.

Vorige week Avondmaal. Tekenen van volkomen verzoening. Kernzaak, blijvend onderzaal. Een heen zakken door eigen gerechtigheid. Wat het vaak is dat het in geestelijk leven maar zo oppervlakkig is. Niet die weg opnieuw willen gaan. Dat pijnlijke. Dat hart zo geneigd is er omheen te draaien.

Waarom zo weinig vrucht? Een raad als u tot meer diepte wilt komen, in een rijker leven, ook vandaag afdaalt in die mijnschacht van het hart. Zaak van gebed. Eerlijk onder wie je bent en blijft voor God. Wat is groei in geestelijk leven, las ik, ik geef het door.

Als er dingen zijn in het leven dat ik gefaald hebt, en beter doe. Dat is mooi. Zou geestelijk leven meer inzicht zijn, is dat de kern? Vanavond opening winterwerk. Is het wel belangrijk. Groei wie je bent voor God. Kwaad uit je. Meer leert van Jezus Christus.

Als je hoofdpijn hebt neem je een pijnstiller, paracetamol. Maar als je van de dokter hoort je hebt een dodelijke ziekte, dan besef je ik heb iets anders nodig.

Je kunt het gewicht van je zondigheid nooit teveel voelen. Iemand met een rijk geestelijk leven heeft een diep besef van eigen zondigheid. Het wonder te verstaan van wie Hij is. Het wonder dat hij belijdt, drie keer, vergeet niet, neem weg. Schuld en de diepte van de genade. Het eerste dat hij belijdt.

2. Wat hij belijdt

Het betekent hier doelmissen. Linkshandige soldaten zo goed met een steen dat ze niet misten op een haar na. Zelfde woord voor zondigheid. Doel missen. Jeugdjaren. Zeg jongelui, leer hieruit dat het er toe doet bij God als je jong bent. Dat heeft David echt geweten wat er mis was en God weet het ook.

Wat je doet in je jeugdjaren. Hoe oud ben je? 14? 16, 17? Spoor trekken en weet het nog. Elke dominee zou het kunnen beamen dat mensen zeggen wat ik toen deed draag ik mee als een last. Wat het bij David was weten we niet. God weet het.

Je denkt er liever niet aan. Op seksueel gebied. Denkt er niet aan. Ga er mee naar God. Ik hoorde van een apotheker, mensen krijgen aanmaning maar laten de envelop dicht. Er niet omheen maar er doorheen. Weer voorbereiding voor de vorige keer.

Let erop dat David het ook niet vergoelijkt. Ach een jeugdzonde. Zo gaat hij er niet mee om. Dat er in die weg heling is te verwachten. Misschien al zoveel jaren weggestopt. Wat belijdt hij? Zijn overtredingen. Dat betekent opstand. Rebellie. Ongehoorzaamheid. God niet erkennen. Zonde is goddeloze arrogantie. Dat is niet van vroeger maar van nu.

Er is in Gods kind ook een ander deel. Heere ik wil U beminnen. Maar er is ook het oude deel, het vlees. Ik heb niet tegen de kerk overtreden maar tegen God. Ongerechtigheden. Dat is afwijken van het rechte pad. Blijf niet onder de schaduw.

Want als de belijdenis achterwege blijft, is er geen vergeving. Afwijken van het rechte pad. Hoe kom ik tot dat echte berouw voor God? In de eerste plaats neem er de tijd voor. Stil voor God. Overdenk wie God is en de zonde straft. Huiver daarvoor. En hoe Hij de zonde gestraft heeft. En smeek om de Geest van God dat het los mag komen in je leven. Belijd aan God. Op weg naar de volgende avondmaalsbediening. Ik beleed naar ernstig overleg.

3. Waarom hij vraagt

In vers 7 gedenk niet, vers 11 vergeef en vers 18 neem weg. Eigenlijk synoniemen. Catechismus. Dat God ze nimmermeer gedenkt. Niet meer gedenken en vergeven is hetzelfde. Je kunt ook zelf weleens denken dat het weg is.

Tholen alweer 25 jaar geleden. Vuilniszakken, geen kliko’s. Dan is het weg de volgende morgen. Hond of kat gekomen. Al ons vuil, al onze rommel op straat. Het is wat. Zo kan het in je leven zijn. Dacht ik ben het kwijt. En dan komt het en de duivel er ook nog bij. Heere neem U het weg.

Uitgedelgd. Nevel. Je ziet er niks meer van. Gedenk niet. Waarom dacht die dat? Als God ze wel gedenkt, dan is daar straf aan verbonden. Gedenken zit ook een handeling aan vast. Gedenk de sabbatdag dat u die heiligt. Als God gedenkt dan straft Hij en kom je om.

Is het een goede reden dat je niet gestraft wordt? Vlucht voor de toekomstige toorn. Ik zoek naar God. De reden dat ik niet naar de hel ga. Is dat een goede reden? God zegt het Zelf tegen ons. Maar als je God kent, de verborgen omgang. Zijn hart, gunst, liefde mag ervaren. De relatie die verstoord was hersteld. Neem weg, gedenk niet. Er staat zoveel. U kent misschien dat gedicht van Willem de Mérode: 

‘Hun harten voelden zij als boeken
In Gods geduchte hand gelegd,
En wisten, dat Hij al hun slecht
Gedrag gerecht zou onderzoeken.

Zij lazen bang en hunkrend mee,
En zagen wat zijn vingers wezen.
Was er niets goeds? hun schaamte en vreezen
Groeiden tot een verschroeiend wee.

God had de boeken dicht gedaan,
En zou het groote vonnis spreken.
Toen dorst hun stem de stilte breken:

O Heere Jezus, neem ons aan!
En ’t bonzend hart, dat ze in zich vonden,
Was vlekkeloos en zonder zonden.’

Dan ben ik bij mijn volgende punt.

4. Waar hij op pleit

Pleitgrond. Verschillende onderwerpen. Want die is groot. Waarom zou God het wegdoen? Wat kan ik voor reden aanvoeren bij mijzelf. Want die is groot. Het is zo verschrikkelijk erg. Die bedelaar zit daar op straat, doet zich niet mooier voor. De ontleent als het ware zijn recht aan zijn staat. Al kun je daar natuurlijk geen recht aan ontlenen.

Ik heb Goliath verslagen – nee. Hij voert niets van zichzelf aan. Gemeente, vergeving wordt niet verdiend. Nog een reden: om Uws Naams wil. Redenen in mijzelf niet, ik ben zo slecht. God die redenen neemt uit Zichzelf. Psalm 23 verkwikt om Zijns Naam wil. Psalm 143 om Zijn Naams wil. Psalm 31 om Zijn Naams wil. Ezechiël 20 ik keerde mijn hand af om Uws Naam wil.

Gemeente dat uw jeugdzonden worden weggenomen, is niet om redenen in u maar om Gods Naam wil. Zoals bij Mozes God voorbij kwam. Die Naam. Heilig, heilig, heilig. Zijn deugden. Modern commentaar zegt: daar is Zijn reputatie mee verbonden. Omdat U zo bent.

Van de wet van God kan geen tittel of jota vergaan, van de eer van God ook niet. Zo grijpt het geloof God aan. Barmhartig, genadig, groot van goedertierenheid. Wat hebt u, kunt u aandragen bij God? Maar U bent toch God, U zult verheerlijkt worden.

Ik zie nog een derde grond. Vers 18. Neem weg. Het Hebreeuwse woord betekent opheffen of dragen. Om Christus’ wil weggedragen. Johannes 1 vers 29: zie het Lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt. Dat Lam van God dat wegdroeg. Zie het Lam wat de zonden in de wereld, zonden van uw jeugd vergoelijkt. De priester de hand op legt. De vloek. Het ging door merg en been. Het staat er zo aangrijpend beenderen vaneen gescheiden.

Ik had van de week een gesprek met zeventien jarigen in de gemeente. Gesprek met een meisje. Ontroerend wat er in haar hart was. Maar hoe weet ik nou dominee of de Heere Jezus in mijn hart gekomen is? Ik heb haar gewezen op haar doop en de beloften.

Aan het geloof gaat geen zekerheid vooraf. Het is niet zo nu weet ik het zeker en zal ik geloven. Nee het geloven is niet komen tot God met een zekerheid vooraf. Maar in je zonden en ellendigen. Ik heb niks. O God ik kom tot u en geef mij helemaal aan U om Uws Naams wil. Verlaat Zich op U om Jezus’ wil.

U hebt de tekenen gezien vorige week. Die kracht heeft niets ingeboet. Die verse weg, alsof het vandaag geslacht is. Hoe kom ik nou verder in mijn geestelijk leven. Als er iets verbetert. Nee. Nou ja het heeft er wel mee te maken denk en doe je niet meer als de wereld.

Als ik meer lees in de Bijbel. Maar komt niet met Bijbellezen, maar ervaringen. Wel waar want het geloof geen klinisch geloof. Maar ik kom tot U met mijn ongerechtigheden. Vaderlijk meedogen waarop ik biddend pleit. Wie dat doet zal het ervaren de Heere wil op mijn kermen, Zich over mij ontfermen, zal op mijn smeken, geen hulp mij doen ontbreken. Hij houdt getrouw Zijn Woord.

Amen.

 

Zondag 22 september 2024 – Triumfatorkerk Katwijk-upon-Sea, Holland – ds. N. den Ouden – Schriftlezing Psalm 25