De komst van Jezus aangekondigd

In Mattheüs 1 wordt het geslachtsregister van Jezus beschreven.
God komt naar Zijn volk in een gewoon gezin. Het jonge stel, Jozef en Maria, wordt op een bijzondere wijze ingeschakeld. God werd met mens in Jezus Zijn Zoon om Zijn volk zalig te maken van hun zonden. Het Woord wordt verkondigd om tot Hem te gaan. Hij is de gewillige Zaligmaker die al uw zonden over wil nemen.

Mattheüs 1 vers 21: ‘En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden‘.

Advent is een tijd van verwachting, van vooruitzien. Dat stelt ons de vraag: waar zien wij naar uit? Waar zien wij juist in deze tijd van het jaar naar uit? Het kan goed zijn het uitzien naar de Kerstdagen, jaarwisseling of het nieuwe jaar. Dan niets anders te verwachten. Folders stuwen uit naar die verwachting. Kerstdiner, vuurwerk. Dat is maar een arme zaak als dat het verlangen is. Het gaat in deze dagen toch om Hem die verwacht wordt. Mee uitzien met hen uit het Oude Testament die Hem verwachten. Hem verwachten voor onze eigen ziel. Uitzien naar Zijn wederkomst. Uitzien naar Hem. Wat mogen wij verwachten en wie zijn het die dat verwachten.

Tekst voor de preek is Mattheüs 1 vers 21.

De komst van Jezus aangekondigd
1. Zijn verlossing;
2. Zijn volk.

1. Zijn verlossing

Hij zal zaligmaken van zonden. Er is nooit in de geschiedenis van de mensheid zo’n belangrijk persoon als Jezus geboren en dat zal ook nooit gebeuren. Niet alleen geldt dat Hij mens was maar ook God. Paulus: Dewelke is God boven alles te prijzen. Hij kwam zo gewoon. Mattheüs tekent Zijn geslachtsregister. Wel een bijzonder geslachtsregister. Grote mannen. Koninkrijk geslachtsregister. Niet veel die dat kunnen zeggen. Geslacht van Willem van Oranje, Karel de Grote. Jezus ook geboren als een mens. Net zoals Abraham en David. Uit het zaad van Adam. Mensenkind uitgenomen de zonden, Jezus. Heel gewoon.

Het gaat nog meer opvallen als we zien waar Hij geboren was. Jozef en Maria, beiden nakomelingen van David. In de papieren, theorie. Misschien niet bewust. Jong stel. Leeftijd niet helemaal te zeggen. Achttien en vijftien. Mensen vroeger jonger volwassen. Puberteit wel een beetje iets van deze tijd. Joost, jonge man, zzp’er in de bouw, poosje verkering met Marieke, hoeft straks geen beroep uit te oefenen. Joost heeft goede handen, werkt met z’n handen. Boterham te verdienen om voor Marieke te zorgen. Voorbereiding op het huwelijk. Eenvoudig huis, klussen in de avond. Hoeft niet het beste van het beste te zijn maar wel goed.

Ze willen geen ander, niet aan te denken. Hebben ook de Heere lief. Als je verlooft bent, dan wil je niet meer van elkaar af. Nog geen gemeenschap. Dat is uitsluitend voor binnen het huwelijk. Jong stel. Terug naar Jozef en Maria. Jozef geen professor, werkte met zijn handen. Niet denken dat dat minder is.

Ze houden zich zo aan de wet van God. Zuiver. Geen voorbehoedsmiddelen. En dan wordt zij zwanger. God zal het in je werken. Dat draag je als meisje bij je. Aan een persoon mag ze het gaan vertellen, aan Elizabeth haar nicht. Ze draagt het God na. Jozef was zo blij met zijn meisje. Trouwe verloofde. Wat werkte hij graag voor haar om het huis in orde te maken. Maar wat is Maria anders. Als vrouw zwanger is te merken: misselijk, misschien wel labiel.

Hij had dit nooit verwacht. Hij kan het haast niet geloven maar hij moet het wel geloven. Misschien wel boos op een ander. Stel dat zo uitzag. Dat lag allemaal in duigen. Voor Maria was dat wel anders. Jozef wilde haar niet openbaarlijk te schande maken. Spanning. Leefden zo langs elkaar heen. Maria hoefde zich niet te verdedigen. Een engel verschijnt Jozef in de droom. Wees niet bevreesd, je mag wel met Maria trouwen. Want dit wat uit haar ontvangen is van God. Daar was geen man voor nodig. Hier geldt werkelijk: niet door kracht noch door geweld maar Mijn Geest zal het geschieden. Aan de ene kant gewone mensen, zondaren als wij. Mensen met zondige verlangen en gedachten maar wel mensen die de Heere liefhebben. Niet denken: nu later trouwen en ook later de Heere pas liefhebben.

Zoals de Heere bevolen had deden ze. Psalm 24. Maria ook. Onderwerping aan de Heere. Nu kreeg ze echt wat te verwachten. Eerst verwachting naar elkaar en een huis. Nu verwachting van Jezus. Oud-Testamentisch Jozua. De man die grote verantwoordelijkheid droeg maar geen raad wist. Verwachting van God. Hele toekomst valt in duigen, dacht hij eerst. Maar de Heere zegt dit maakt je niet ongelukkig maar gelukkig.

Helemaal geen zin in bekering en geloof. Beetje erbij. Velen denken misschien wel maakt je ongelukkig. Jongeren en volwassenen misschien ook wel. Echt je bekeren maakt je ongelukkig. Waarom denk je dat? Ik hoor best eens van mijn catechisanten: als ik maar bekeerd bent, dan wil ik de zonden niet meer doen. Maar nu wat ik wil. Eigen wil en het volgen van de duivel. Maar luister naar God. Hij komt zaligmaken. Niet voor een paar dagen maar voor eeuwig. Alle ongeluk komt daaruit voort dat we God kwijt zijn. De zonden vreet alles aan. Alle zorgen in deze wereld een gevolg van de zonden. Maar God gaat bevrijden van de zonden. Waarom eigenlijk? Omdat wij zielig zijn dat we zondaren zijn? We kunnen eigenlijk niet zoveel aan doen. Nee, we zijn schuldig. U weet wel. U kiest voor de zonden. Elke dag kiest u voor de zonden. Laat maar, kan God zeggen. Wat een eindeloze ontferming dat God zegt: Ik kom toch Mij ontfermen. Hij zal Zijn volk zaligmaken van hun zonden. Wat een eindeloze ontferming.

Elk jaar weer Kerst. Als predikant weet je dat je een Adventspreek mag maken. Maar laten we ons nog verrassen? Overdenken. Hij zal Zijn volk zaligmaken. Wandeling maken en dit overdenken.

Terwijl ik bezig ben mezelf ongelukkig te maken. Die zonden waarmee ik God in Zijn gezicht slaat. Misschien wel naar huis fietsen. Misschien wel 1000x gshoord. Heere, ik heb het gehoord. Hij zal zaligmaken van hun zonden. Als je vannacht wakker ligt. Zo bidden ook. Dat deze woorden verwonderen. Nooit meer aan voorbij zien. Dit het wonder van alle wonderen. Hij gekomen is om zalig te maken. Op zijn allerdiepst en allervolmaakst. We moeten toch kunnen zeggen: als het op een andere manier moet, dan wordt het niets. In de kerk. Psalm, gevoel. Ijver in de kerk. Als dat al je geluk is. Getroffen door een preek of Kerstuitzending. Als dat zo is dan is het zo ongelukkig. Want gaat voorbij. De nood is niet weggenomen. Je bent God kwijt. God moet het doen. Je wordt niet gelukkig van cadeaus en Kerstdiners. Maar hier komt God en zegt: Ik geef een echte Zaligmaker. Die je weer bij God kan brengen. Hoe zou je ooit verder kunnen zonder Christus als je nog zelf op de been probeert te houden. Zak daar doorheen. Houd daar eens mee op. Jozef, niet Maria maakt gelukkig maar dit Kind.

2. Zijn volk

Wie zal Hij zaligmaken? Zijn volk. In de eerste plaats het volk van Israël. Geslacht van David. Johannes 1: gekomen tot de Zijnen. Israël dat het zo moeilijk gegaan was, zo weinig van terechtgekomen. Volk zo ver bij God vandaan maar God liet hen niet los. Heeft God dan Zijn volk verstoten? Dat zij verre. Jozef, Zoon van David. Ik denk er nog wel aan. Ik denk er nog wel aan Mijn beloften. Soms denk je wel dat Israël weggevaagd wordt. Geestelijk aan de grond in elk geval. Maar dat is niet waar.

Ik hoef u niet zoveel over Israël te zeggen met een predikant met liefde voor Israël. Hij zal Zijn volk zaligmaken. U moet de verwachting hebben van de God van Israël. God verbreedt het verbond. Simeon zingt ervan. Vijf vrouwen uit de heidenen in het geslachtsregister. Daar klinkt door Psalm 87. Zijn binnen Uw Godsstad voortgebracht. Niet alleen voor Joden maar ook voor heidenen. Niet een Evangelie voor Israël alleen maar ook voor Nederland, voor Putten. Velen hier erbij gekomen via geboorte en gedoopt als kind. Anderen niet. Steeds meer kinderen in Nederland niet gedoopt.

Ook Gods werk waar Jezus geboren wordt. Hij wil daar wonen waar de ouders de Heere vrezen. Thamar, uit de heidenen, maar een rechtschapen vrouw. Rachab was zelf een hoer. Daar hoeven niet zulke verhalen over verteld te worden. Misschien wel jongeren die denken: het is eigenlijk meer voor mijn ouders het leven met de Heere. Ik luister popmuziek, drink alcohol, kijk verkeerde films. Ken wel ouderen die netjes leven. Zingen Psalmen. Die zullen wel eerder bekeerd worden. Denk je dat? Laatste restje zonden. Nee, dat staat er niet. Een hoerenloper stond er tussen. Manasse staat in de rij.

Niemand in de kerk waarvoor het niet is. Aan de ene kant zeggen dat de verkondiging is voor u allen. Zoals de engel later: ik verkondig u grote blijdschap die al de volken wezen zal. Tegelijkertijd ook die er niet bijhoren. Wel gedoopt. Volk zaligmaken zijn degenen die Christus toebehoren. Door een waar geloof toegewijd. Wat zal het erg zijn als je er zo vaak van gehoord maar achterblijven met je zonden. Bij het verbond beschouwt maar er uiteindelijk er niet bij horen.

Ik heb het gehoord. Ik had mijn zonden kwijt gekund. Ik heb alles gehouden en nu ga ik met mijn zonden verloren. Wat zal dat je oordeel verzwaren: had ik maar geluisterd. Hoor ik daarbij? O blijf dan toch niet weg? Waaraan herken je het of je bij dat volk hoort? Ik kan het kort aanstippen, overdenk het bij uzelf. Dat volk kan zichzelf niet zaligmaken in de wereld niet en in de godsdienst niet. Dan ga je op God hopen, naar Hem uitzien. Maar ziel wacht sterker op de Heere dan wachters op de morgen.

Gods volk houdt aan Hem vast. Ik kan niet zeggen dat ik mijn zonden altijd kwijt bent, maar dat voelt u niet altijd. Jozef deed wat de Heere wilde. Het Woord moet u elke keer overwinnen. Kan niet om Zijn Woord heen. Volk van God heeft achting op Zijn volk. Dan wordt de Heere groot en het volk klein.

Ben je nog niet zalig gemaakt van je zonden? Ik kom, ik kom nog. Hoeveel zonden je hebt. Bijna zegt de Heere: hoe meer hoe liever. Dat is mijn eer. Ik spreek tot je. Laat je toch zaligmaken. Met de nood en roep van je hart. Hij maakt op hun gebeden, gans Israël eens vrij van alle ongerechtigheden. Amen.

Zondag 2 december 2018 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. M. van Reenen [Oldebroek] – Mattheüs 1 vers 21