De apostel Paulus roept op tot het werken van de zaligheid. Het is geen eigen werk dat vanuit ons komt maar omdat God het doet is het mogelijk. Juist daarom maakt het ons niet moedeloos en lui, het is de gezindheid van Christus die naar deze wereld kwam en niet veilig in de hemel bleef. De christen die Christus toebehoort wordt zichtbaar in de wereld. Het licht van het Evangelie schijnt zo in de duisternis. Dat is wat de wereld nodig heeft en wat God zo waard is.

Filippenzen 2 vers 12: ‘Alzo dan, mijn geliefden, gelijk gij te allen tijd gehoorzaam geweest zijt, niet als in mijn tegenwoordigheid alleen, maar veelmeer nu in mijn afwezen, werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven‘.

Gemeente, in de consistorie ging het er vanmorgen over dat de wereld zo veranderd is ten opzichte van vijftig jaar geleden. Toen christelijke omgeving, hier op de Veluwe zeker. Hoe ga je hier nu mee om? We moeten ons maximaal terugtrekken, zeggen sommigen. Zoals de Amish doen. Anderen zeggen juist niet.

En wat doen wij nu? Beetje tussenin. Dan zit er weinig pit in. Maar als we de Bijbel lezen, dan zit er geen tegenstelling in. Zoals de Amish of Evangelischen. We kennen de bekende uitdrukking: Wel in de wereld maar niet van de wereld. Als wij aan onszelf overgelaten worden, en niet door Gods Geest geleid worden, dan is het precies andersom.

We houden ook van voetbal. We zijn ook blij dat de terrassen opengaan. Dan zijn we niet in de wereld maar wel van de wereld. Filippenzen 2 vers 12-18. Het is een beetje lang gedeelte als ik een vers uitpakte. Dat heeft er mee te maken dat ik eigen gemeente bezig met een serie over Filippenzen.

IJver om christen te zijn
1. Gewerkt met middelen;
2. Gericht op God;
3. Gezien in de wereld.

1. Gewerkt met middelen

Als Paulus aanwijzingen gaat geven voor het christelijk leven, dan ziet hij terug. Vers 12. Het komt ergens uit voort. Het komt niet zomaar uit de lucht vallen. Het komt voort uit Christus. Je kunt nooit christen zijn zonder Christus, zonder te richten op het voorbeeld van Christus. Het gevoelen hetwelk uit Christus Jezus is.

Hij kwam in de wereld. Hij liet Zich niet opsluiten in de veilige hemel. Het is niet de weg van een christen om zich op te laten sluiten. Hij heeft Zich vernederd, vernietigd. Als Jezus Christus niet tot ons gekomen was, in de ellende gekomen was, dan zou er voor ons nooit een mogelijkheid geweest zijn om tot God te komen. Dan was het voor ons verloren.

Vloek voor ons wegnemen. En met Hemelse zegeningen vervullen. Kijk nou eens, zegt Paulus. Christus die zo ver naar de aarde is gekomen, maar de Vader heeft Hem ook opgewekt, ver boven alle naam uitermate verhoogd. Paulus zegt: er komt een dag dat iedereen zal buigen voor Hem. Ook de grootste vijanden zullen erkennen dat Hij de Heere is. Ook de meest verstokte kerkganger. Wat een vreugde dan. Wat is het nodig dat wij Hem nu erkennen. Zijn Naam hooghouden. Dat Hij Heere is, dat Hij het over ons leven te zeggen heeft.

Over alle aspecten in ons leven. Dat er niks is dat ik bij de Heere Jezus weghoudt. 99% en dit stukje voor mijzelf, nee. Waar Hij komt in je leven, komt Hij helemaal met lichaam en ziel. Bereidwilligheid om Hem alles toe te vertrouwen. Verlangen. Om Hem in alles te volgen.

Vers 12. Als je dat nu geloofd, geliefden, wat nu dan als je bedenkt dat Hij dit gedaan heeft, wat heeft u gedaan? Als u bedenkt dat dit Zijn leven en sterven was, wat is uw leven en sterven dan? Paulus gebruikt daar een woord voor: gehoorzaamheid.

Vers 8. Gehoorzaam geworden zijnde tot de dood. Paulus zegt u bent ook gehoorzaam geweest daar in Filippi tussen die vijandige wereld. Werk aan uw zaligheid. Dat is een heel persoonlijk iets. Werkt uzelfs zaligheid. Uw persoonlijke zaligheid. Je kunt het niet doen van je vader of moeder, u kunt niet leunen op het voorgaan van uw man of vrouw.

Wij komen persoonlijk voor God te staan en de Heere spreekt ons persoonlijk aan. Werkt uzelfs zaligheid. Ons eigen hart, ons eigen leven. Onze zaligheid. Paulus bedoelt niet dat ze nog zalig moeten worden. Hij mag de Filippenzen aanspreken als kinderen van God. U bent er ten diepste nog niet, de zaligheid staat nog uit en daar moet je blijkbaar aan werken.

Iets in het leven gebeurd. Ik kon niet meer bij de Heere Jezus wegblijven. Wat is dan uw zaligheid? Een echt, allerdiepste geluk: dat ik van mijn zonden bevrijd ben, dat ik niet naar de hel hoef maar naar de hemel mag, dat ik niet meer leef als vroeger, dat hoort erbij. Wat is de kern van de zaligheid? Dat ik bij Christus mag horen.

Als je daar bijna niet meer aan denkt, dan moet je daar naar terug. Dat ik Christus mag kennen en de kracht van Zijn opstanding. Wat is werken aan je zaligheid? Dichter bij Christus mag leven. Zijn verborgen omgang vinden. Hechter aan Hem verbonden. Meer van Hem spreken. Dat ik Hem kenne, de kracht van Zijn opstanding, Zijn dood gelijkvormig worden.

De hemel, daar is het volmaakt. De hemel is de volle zaligheid. Maar hier op aarde ligt die zaligheid er zo onder. Dan is er zoveel werk nodig om die zaligheid meer te beleven. Meer in het hart ligt en meer praktijk wordt. Als Paulus hier zegt: werkt uzelfs zaligheid met vreze en beven, dan klinkt dat wordt ook voor hen die het nog niet hebben. IJverig om de zaligheid te verweren. Niet lui zijn, er staat zoveel op het spel, er is zoveel te verkrijgen. Werkt uzelfs zaligheid, span u ervoor in.

Nu zijn er misschien wel jongeren en misschien wel ouderen ook die gisteren gelet op het EK of op wielrennen. Ik hoop dat je zegt: gisteren was de laatste dag. Wat doen die voetballers en de wielrenners? Die zet je alles op alles. Zeker bij wielrenners. Als je leest wat ze daaraan doen voor het dieet. Een ding onthouden: ze doen er alles voor. Waar kom je christenen tegen die zo alles op alles zetten? Lauwerenkrans. Waar komt die lauwheid vandaan? Als er zoveel op het spel staat.

Het Griekse woord is net iets anders: werk je zaligheid uit, door en door. Hoe? Paulus heeft gewezen op het woord gehoorzaam geweest. Vers 12. Niet per sé aan mij, maar aan het Woord van God. Toen ben je gaan buigen voor het Woord. Niet dit had de dominee beter niet kunnen zeggen en dit wel. Er worden zoveel dingen in een preek gezegd die niet kunnen. Maar dan schuif je het niet aan de kant. Heere, U hebt gelijk. Ik wil niet meer tegenwerken.

Gehoorzaamheid. Werken. Later in vers 16 gebruikt Paulus het woord arbeiden. Moeitevolle arbeid. Dag en nacht gearbeid. Als een prediker dat doet, zou een luisteraar ook niet doen? Grijpt je vast aan alles wat je los kan weken van de wereld. Hart goede kant op buigen. Meer kunt leren van God en meer gelijkvormig kunt worden aan de Zoon van God.

In vers 14 wijst Paulus nog op iets anders dat nodig is. Ons hart is een murmurerend hart. Tegen alles wat God zegt hebben we wel wat in te brengen. Omdat het zo moeilijk is, omdat anderen het ook niet doen. Maar dat voor de Heere neerleggen. Alles wat er tegen is. Niet als een schild om God buigen te houden maar als een hand om God vast te grijpen.

Je moet niet zeggen: hoe meer er tegen is, hoe minder we ons inzetten. Paulus zegt: maak gebruik. Het lezen van het Woord, het zingen van het Woord. We leven in een tijd alles vermindert, anderhalf jaar al. Een keer naar de kerk, het is al heel wat. Kringen komen minder bij elkaar. In het licht van de omstandigheden hebben we als maar meer nodig. Werkt uzelfs zaligheid, moet je het dan zelf doen?

2. Gericht op God

Gericht op God. Moet je het zelf doen? Blijkbaar moeten wij aan het werk. Daar ligt niet het geheim, wel de opdracht. Want het is God die in u werkt. Als het gaat om de zaligheid, dan kom je erachter zonder de Heere komt er nergens iets van terecht. Dan kun je ijveren, zoals die rijke jongeling, het was nog nergens toe geleid. Het eeuwige leven daar sta ik nog buiten. Wat moet ik nog meer doen? Nog meer opstapelen.

Paulus zegt hier het geheim ligt in God. Het is God die in u werkt, het willen. Ik weet wat dat ik anders moet leven, maar ik stel het telkens uit. God werkt dat willen. Als je in je leven mag merken, er is een verandering gekomen. Dat is een wonder: die verandering komt niet van binnenuit maar van bovenaf. Als je het wilt, gaat verlangen, het goede dat ik wil doe ik niet, het kwade dat ik niet wil doe ik. Maar het is God die je leert.

Niet aan de buitenkant van je leven, maar van binnenuit. Het is God die in je werkt. Als je dit zo leest, dan kun je er een beetje op gaan botsen. Ik kan wel gaan werken, maar God moet het doen. Misschien zitten er in Putten nu wel die er moedeloos van worden. Als God het moet doen, dan moet ik het maar zien. Ik heb veel gedaan, nu God nog. Moedeloos, lui. Wacht op een slag van boven.

Je zegt: God moet het doen, maar dan geloof je het niet. Als je het echt gelooft, dan word je niet moedeloos en niet lui. Waarom word je niet moedeloos? Moedeloos van jezelf. Ik kan wel denken dat ik een ijverig christen ben, maar als ik het doe dan is het altijd leeg. God is het die in u werkt. Daarom begint Paulus met want. Werkt uzelfs zaligheid, het heeft zin want God werkt.

Het maakt ootmoedig. Je wordt op je plek gezet. Met mijn werk is niks gedaan maar met Gods werk, hoe meer je op God ziet hoe kleiner je wordt. Die zo’n wonderlijk werk in je ziel doet. Kun je alleen maar klein en ootmoedig en Godvrezend van worden. Dan komt er een angst om God verdriet te doen. Het maakt ernstig. Ziende op God ga je merken wat de maatstaf wordt.

Dan niet aanpassen aan de wereld maar ook niet afzonderen. Waar past de christen zich aan aan? Aan God. Vers 15. Dat geeft zorgvuldigheid. Het gaat er niet om wat anderen van mij vinden maar wat God van mij vindt. Onbestraffelijk in mijzelf, dat kunnen wij in onszelf nooit bereiken. Maar wel naar jagen. Of ik het ook grijpen mocht waartoe ik ook gegrepen ben. Als God werkt, werkt Hij naar God toe.

O Heere, wat zou ik graag beter bij U willen passen. Voorbereid op die volmaakte hemel. Bevrijd van mijn egoïsme, oppervlakkigheid. Echt als een kind van God zijn. Kinderen Gods zijnde. Het streven is naar volmaaktheid maar het leven is uit de volmaaktheid. Heere, ik ben nog lang niet wat ik moet zijn. Maar Christus heeft volmaakt volbracht. Hij zorgt voor alles.

Hoe ijver, hoe verlangend je ook bent, je mag ook gerust zijn. In het volgende hoofdstuk. Daartoe gegrepen ben. Ik heb nog zo weinig maar ik heb alles al in het geloof. Dat is het tweede: gericht op God.

3. Gezien in de wereld

Gezien in de wereld. Die zal opvallen en afwijken van de wereld. Toen ik jong was merkte je in de kerk dat er een besef was: wij moeten anders zijn dan de wereld. De wereld in vliegende vaart van God vandaan gegaan. En wat zie je in de kerk gebeuren? Dichter bij de wereld.

Moet je dan als de Amish afzonderen. Als het al kon, dat is niet de weg die de Bijbel wijst. Maar de Bijbel zegt wel, als je voor de Heere leeft dan komt er een ander verlangen. Als het nu zo lijkt, er zoveel te genieten in de wereld. Op onze reformatorische manier. Moet dat zo nodig?

Vers 12. Werkt uzelfs zaligheid? Weet u al wat dat is? Een leven met Christus. Hoe dichter bij Christus hoe zaliger. Kinderen van God zijn anders van kinderen van de wereld, van de duivel. Kinderen van God verlangen zo dicht mogelijk bij God leven. Dat moet gaan opvallen. Dat heeft de wereld niet.

Paulus is daar best radicaal in. Deze wereld is een krom en verdraaid geslacht. Hij schrijft de wereld er niet mee af. Er niet iemand die zoveel heeft geschreven aan de wereld.

Als de wet van God je dierbaar wordt, dan ga je de pijn voelen van je eigen hart dat zomaar afwijkt. Deze wereld, zo krom en verdraaid. Gods goede waarheid die wordt verdraaid en aangepast. Doet het jou pijn? Als je vrij gemakkelijk, ik noem maar iets, Netflix series kunt kijken, dan heb je hier wel een probleem. Waar kom je dat niet tegen? Alles wat God zo goed bedoeld heeft, dat wordt zo omgekeerd. Dan kun je toch alleen maar pijn voelen?

Het is onvermijdelijk dat een christen anders wordt. Onder dewelke u schijnt als lichten in de wereld. Als de heerlijkheid van Christus zich openbaart, dan is daar het licht van het Evangelie. Licht op de kandelaar, niet onder de korenmaat. In een donkere wereld zal dat opvallen. Als je nu een kaars brandt in het midden van de zomer, maar in een donkere wintermaand valt het op.

Het is onvermijdelijk en een opdracht. Onder dewelke u moet schijnen. De wereld heeft het zo nodig. Als wij het licht van het Evangelie mogen kennen, dat zo anders is dan de duisternis, dan moeten wij het niet verstoppen. Dat moet je niet afschrijven. God schrijft ons niet af, dan schrijven wij de wereld toch ook niet af. Er zijn zoveel mensen die het Evangelie niet kennen en voor wie het Evangelie nodig is.

Laat uw licht schijnen. Maar ik heb geen licht? Nee, niet uw licht maar dat licht dat van God is. Hoe dichter je bij Christus leeft, hoe meer je te zeggen hebt. Zoek toch vooral in Mij, want God is het die in u werkt. De mensen hebben het zo nodig. God is het zo waard.

Ik las gisteren over een Evangelist in Duitsland. Vriend werkte in de werkplaats. Hij was christelijk maar collega’s leefde op los. Maandag op het werk. Een had zich dronken gedronken. De ander films gekeken, noem maar op. Ze schepten erover op. En jij? Heb jij nog wat leuks gedaan? Sorry, ik kan met jullie niet meepraten, ik ben naar de kerk gegaan.

Hij werd van binnen zo boos. Op een goede manier boos worden. Wat is dit nou?! Zij noemen zoveel lelijke dingen waar ze trots op zijn. Zou ik dan niet trots zijn op het werk van de Heere. Hij heeft vrijmoedig getuigd. Net zo vrij als zij getuigd van de lelijkheid, heeft hij getuigd van God. Dat doe je toch niet? Weet je wel dat als je God vaarwel zegt, dan je belandt in de hel? In deze werkplaats is het tot zegen geweest. Het zou kunnen. In elk geval is God het waard. Als de wereld mag roemen in goddeloosheid, mogen wij dan niet roemen in genade, in Evangelie?

Een poosje geleden waren ze aan het straten. Huizen verder kon je de radio horen. Zou je dan niet in de tuin Psalmen zingen? Niets wat de wereld beter kan horen dan over de Heere en Zijn genade. Soms accepteren ze het niet. Dan krijg je tegenstand. Ik zie het ook vaak niet zitten om tegenstand te krijgen. Waarom ben ik bang voor een grote mond?

Niet schamen voor Christus. Vers 17. Dienaar van Christus. Dat zou misschien betekenen dat ik geofferd moet worden. Sterven moet. Verblijd om lijden. Zij verheugden zich dat zij het waardig geacht werden om Zijns Naams wil te lijden. Reken op tegenstand. Reken erop dat de druk op de kerk de komende jaren toe gaat nemen. Maar dat is niet erg als wij kerk zijn.

Dan mag je je verblijden omdat Hij je naam zal belijden voor de Vader. Dan mag je je verblijden in de waarheid die te midden van de leugen mocht klinken. Dat je mocht leren wat het betekent om Christus te volgen. Hij heeft Zich volkomen over gehad voor Zijn vrienden. Als u zegt christen geworden te zijn, hebt u zich dan een beetje over voor Hem?

Amen.

 

Zondag 27 juni 2021 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. M. van Reenen – Schriftlezing Mattheüs 5 vers 10-16 en Filippenzen 2 vers 12-18