Ds. M. van Dam (Baarn) – 23 augustus 2015, 18.30 uur – Mattheüs 12 vers 38-45 en Efeze 6 vers 10-13 – tekst voor de verkondiging Mattheüs 12 vers 43

Gemeente des Heeren, jongens en meisjes, ik denk dat jij het liedje wel eens hebt gehoord of gezongen, en in dat liedje wordt gezegd: je hart is net een huisje. Komt het je bekend voor? Je hart is net een huisje. Een huisje? Een deur? Je begrijpt het misschien niet helemaal. Maar als je groter wordt. Wat betekent dat? Als ik je zou vragen, zou je zeggen: omdat er iemand kan wonen. Wie mag er in jouw hart wonen? Ik weet wel iemand die er wil wonen. Heeft Hij gezegd toen je werd gedoopt, al beloofd. In je wonen wil. En die Heilige Geest woont in je om je te helpen om in de Heere Jezus te geloven, te vertrouwen en volgen. Wilt, net als ik, mag je om vragen. Bid je: wilt U in mijn hart wonen? Dat U de baas bent in mijn gedachten.

Maar stel je nou voor, dat Heere Jezus met Zijn Geest er niet mag wonen, in ons hart. Wat dan? Nou ja, dan staat het huisje dus leeg. Heb je dat wel eens gezien, wat leeg staat. Of een gebouw, helemaal niet gebruikt, hoe ziet dat eruit. Eerst valt het niet zo op, maar als het lang leeg staat, raam stuk, zetten plank tegen, planten groeien omhoog, verf af te bladderen, woont toch niemand. Kan zelfs gebeuren, misschien nog nooit van gehoord, dat er krakers komen. Denken: weet je wat, we gaan er gewoon in wonen. Pikken wij het gewoon in. Krakers weer weg gaan, dan helemaal weinig heel en netjes. Nou ja, vanavond in de kerk zeggen we tegen elkaar: pas op dat het huis niet leeg staat. Vraag of de Heere Jezus er wil wonen. Dan komen er geen krakers, verkeerde gedachten. Als Jezus er is, kan het verkeerde het niet winnen.

We hebben het daarover omdat de Heere Jezus een voorbeeld gebruikt van een huis. Je zou kunnen zeggen: van een spookhuis. Misschien een tekst dat je zegt, wist ik niet dat de Heere Jezus heeft gezegd. Boze geest, gezworven, komt weer terug, vindt woning terug en opgeruimd, gaat er met zeven andere demonen weer naar binnen en er wonen. Vreemd. Wat betekent dat? Over hebben met elkaar.

Ik ontdekte, allerbelangrijkste is niet dat wij nog iets beter gaan begrijpen hoe het zit met die geesten en demonen. Wat is het dan wel? Heeft te maken met laatste regel van vers 45. Zo zal het ook zijn met dit verdorven geslacht. Gaat de Heere Jezus erom om mensen heel indringend te waarschuwen voor gevaar dat ze lopen. Mensen om Hem heen. Mensen bij Hem zijn om te luisteren, die wil Hij waarschuwen. Waarschuwt Hij met werkwijze geest. Zou je een gelijkenis kunnen noemen. Hebben we er nog een gelijkenis bij: gelijkenis van het spookhuis.

Voel je kloof tussen ons en deze gelijkenis. Gelijkenis van het schaap snappen we toch eerder. Voor mensen in tijd Heere Jezus konden goed voorstellen. Boze geest, o ja zo werkt dat. Verschillende keren uitgedreven. Onderwerp is hier wel aan de orde in dit gedeelte. Is niet de kern, maar Jezus spreekt er wel onbevangen over. Roept iets op.

Vandaag de dag, mensen indelen in twee groepen. Ene groep: flauwekul, geloof je toch niet, geestenwereld bestaat toch niet, dood is dood, wereld is een soort machine, alles te begrijpen en verklaren, alles bovennatuurlijke is fantasie, in Europa kom je deze mensen tegen. Andere groep: er zal wel iets zijn, wereld diepzinniger dan 1+1 = 2, kijken graag naar programma waarin contact wordt gezocht met overledenen, wereld van het paranormale, trekt veel mensen aan, waarom zou je niet eens naar een medium gaan, helpen in je carrière, in toekomst kijkt, komt wel voor ja. Nog niet zolang geleden, ook op school gebeurde met Charlie Charlie, gaat over aanwezigheid van een geest, iets doet met die potloden, antwoord geeft, jongeren die zeggen: dat is onzin, niks echts aan. Anderen liggen er ’s nachts wakker van.

Nou ja, hoe denk je daar als christen nou over? Bij welke groep zitten we nou eigenlijk? Nou ja, ik denk je moet er niet in doorslaan. Niet alles uitleggen in termen van geesten en krachten, maar we zeggen wel, met Paulus, het is geen grapje, Paulus zegt: strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen machten. Ja, in christelijk geloof is er een plek ingeruimd voor een mysterieuze tegenstander, de duivel. Heere Jezus spreekt daarover in evangeliën als een werkelijkheid. In kerk voor waarschuwen en op aanspreken. We raken niet in paniek, Jezus heeft machten overwonnen. Tegelijk zeggen we tegen elkaar: laat je er niet mee in, zet je deur niet open. Doe niet mee met zo’n spelletje. Niks mee te maken hebben. Films, boeken, muziek met occulte in verbinding staat.

Goed, een onderwerp op zich zou je kunnen zeggen. Voor ons veraf lijkt, maar voor mensen in Jezus tijd, onderwerp dagelijks leven. Daarom Jezus heel onbevangen onderwerp gebruiken. Geest weggaat, huizen in dorre plaatsen, zo dachten ze in tijd van de Bijbel. Jezus ook verzocht in woestijn, plek dor, daar huizen de duistere machten. Maar staat er dan, in de woestijn vindt de geest geen rust. Nee, dat is logisch, zou ik zeggen. Een vijand van God die heeft nooit rust. Toch, rust is er alleen bij God in Christus. Als je met Hem verzoend bent. Die geest vindt geen rust, en dan zegt ‘ie, ik zal terugkeren naar mijn huis, gaat kijken bij dat huis, waar vandaan gekomen. Dan probleem openbaar waar Jezus op doelt. Geest terugkomt, wat treft hij dan aan? Een gespreid bedje. Huis staat leeg en is keurig opgeruimd. Er is plaats voor meer dan een, zeven anderen, klinkt als overmacht van anderen. Wordt weer een kraakpand. Spookhuis.

Vindt je ook wel in andere boeken uit de tijd van de bijbel, en in boeken uit Middeleeuwen. Geesten terug naar plek waar ze vandaan kwamen. Middeleeuwen, mens overleden, dan luiken dicht, kon de geest niet terugkomen. Mensen die naar Jezus luisteren of eerste lezers Mattheus, begrijpen dat: dat is een risico. Wij ook meer begrijpen.

Maar wat is punt van vergelijking? Zit ‘m op die leegstand. Dat het huis leeg staat. Dan verder van huis dan eerst. Vergelijkt mensen van die tijd met zo’n huis. Wel opgeruimd, maar het staat leeg. En daarom kan die geest terugkeren in meervoud. Wordt erger dan het eerst was.

Oke, misschien mooi trouwens als je het kon volgen tot nu toe, maar wat aan de hand in Mattheus 12? Waar doelt Jezus op? Hoofdstukken confrontatie gebeurt tussen Jezus en mensen in Zijn tijd, Israëlieten die Hij ontmoet. Jezus heeft nog maar heel weinig echte volgelingen, alleen maar die discipelen. Groep, Farizeeën, joodse leiders die Hem willen doden. Hoofdstuk 12: besloten dat ze Jezus gaan doden. Groep vijanden wordt groter. Grootste groep, tussenin, schare, menigte, zeg maar het volk. De mensen van toen. Geen vijand, ook geen discipel. Zitten daar tussenin. Wel bij de dingen stil gestaan. Heel veel mensen bij Johannes de Doper kwamen. En dat ze het zich aantrokken wat Johannes de Doper verkondigde over Koninkrijk en zonden. Gedoopt als teken van nieuw begin. Tijd van Jezus ook iets van geestelijke verwachting. Messiasverwachting leefde heel sterk. Romeinse overheersing zou spoedig over zijn. Broeit ook iets van verzet. Weten we uit geschiedenisboeken: tempel is gerenoveerd en uitgebreid, nieuw leven ingeblazen. Door Jezus zelf heel wat losgemaakt, wonderen, preken, kracht van de Geest, boze machten werden uitgedreven, heel wat gaande. Maar hoe gaat het nu verder? Discipelen volgen Jezus, wat gebeurt er met de schare? Hoofdstuk 11 en 12, krijg je gevoel dat schare aan het afhaken is. Innerlijk bij Jezus vandaan. En dat terwijl meer dan Salomo en Jona hier is. Wel interesse, zouden nog wel een wonder willen zien, maar toch wordt het minder. Gaat de verkeerde kant op. Als het de verkeerde kant op gaat, kan de Heere Jezus ook heel scherp uit de hoek komen. Is omdat Hij je niet kwijt wil. Achter scherpe woorden zit liefde achter. (…)

Een beetje interesse hebben ze wel, maar hun hart is niet van Hem. Dat is wat Jezus zegt: dat is heel gevaarlijk. Dan kan het nog misgaan, dan is het als tevoren. Op preken van Jona bekeerde Nineve zich, maar jullie blijven halfslachtig. Deze generatie is, deze groep mensen, straks bij Pilatus staat, merk je welke kant het op gaat: kruisig Hem.

Nu nog voor ons vanavond, hoe trekken we dat door naar onszelf. We zeggen: pas op voor leegstand. Kunnen wij dat ook zeggen over ons geloof? Half werk ook heel gevaarlijk is? Alleen maar een beginnetje is, en dan stopt het. Als jongere: wel mee opgegroeid, maar ik wacht af. Ga naar nieuwe school, kijk maar even hoe ze er daar over denken. Ervoor gaan? Misschien later. Of u, eerlijk zegt, het is wel eens meer geweest. Het zakt een beetje weg bij mee. Omstandigheden die daarvoor zorgen, tegenslagen, kinderen andere weg gaan, zelf ook wat schuift. Dat kan. Maar het huis komt toch niet leeg te staan, zeggen we tegen elkaar! Geloven is niet een beetje de zaak opknappen, nette mensen blijven en zo, nee: hoe zit het met bewoning van het huis? Niet alleen het slechte eruit, maar ook het goede erin!

Jezus spreekt over hele generatie van toen. In Palestina. Deur dicht hielden, uiteindelijk liep dat uit op opstand tegen Romeinen, ramp meegemaakt van die oorlog en verwoesting in jaar 70 (zeggen sommige uitleggers). Kijken wij ook naar generatie vandaag. In ons land die losraken van God. En dat komt soms pijnlijk dichtbij, in eigen familie aan toe. Levenshuis ziet er nog best netjes uit, bescheiden, behulpzaam, niet zoveel van zeggen, keurige huis staat leeg. Wat betekent dat voor ons volk, land? Kan je hart voor vasthouden. Kerk voor bidden: dat mensen niet met die leegte kunnen leven. Alleen Jezus Christus is die inhoud geeft aan ons leven. Nodigt nog altijd, ook in deze hoofdstukken. Daarom waarschuwt Hij ook zo.

Zou het ook binnen de kerk kunnen gebeuren? Bij ons? In levens van mensen zo kunnen zijn? Van buiten niets op aan te merken is, maar van binnen leeg? Geen band met Christus? Toch buiten de deur van je hart staat? Dan ben je kwetsbaar? Andere invloeden, is niet gelijk bezetenheid, wel de voorrang krijgen in je leven, spoor te zitten bij God vandaan. Vroeger huis op orde, toch bleef het leeg staan. Ouders geleerd dat geloof met buitenkant te maken heeft, maar binnenkant leeg. Waarschuwt Jezus voor. Generatie van toen helemaal verkeerde kant op gegaan. Gaat er niet om dat het niet netter is, aangeveegd, maar tempel zijn waar Heilige Geest in woont.

Hoe gaat dat dan? Zelf geen invloed op, zegt u? Heel wat, als je dat al beseft, hoe belangrijk dat is. Beaamt, dat heb ik nodig. Daar kan ik nou echt niet zonder. Hij in mijn hart, leven woont met Zijn Geest. En zul je daar om bidden. En dan ben je toch ook bezig met woorden van Hem, woorden uit de Bijbel. Vanavond gepreekt over pittige tekst, maar ook evangelie: Ik wil je niet kwijt. Leven te geven, op te offeren, toch nog goed kan komen, wil niet dat het de verkeerde kant op gaat. Nodig is, dan zo’n scherpe waarschuwing. Behoeden voor leegstand. Ga bewust mee om.

Ik zei al even, voor duivel en dat soort krachten zet je niet de deur open, maar voor Geest kan je, mag je de deur wel voor open zetten. Je maakt allerlei keuzes in je leven toch?! Denk aan deze dag, begin week, ook vanavond weer in de kerk bent. Misschien jullie discussie over muziek, wat mag wel, wat is echt verkeerd. Zit van alles tussenin. Ook zo bekijken: wat is muziek wat het goede bij je binnenbrengt. Kan je wel voor kiezen! Niet alles is regelrecht van de duivel, maar wat is het goede? Zet je daar de deur voor open? Vakantie, is nu weer voorbij, nu te laat misschien zegt u, maar tijd van leegte, geen Bijbelkring, of juist tijd bepaalde onderwerpen over leest, mee bezig bent?

Wie mag er in uw hart wonen, ik vroeg het ook al aan de kinderen aan het begin. Als Jezus er mag wonen, ben je veilig. Hij overwon dood, Hij sterker dan wie ook. Hij klopt op de deur. Ik wil bij jou wonen. Laat me dan ook binnen, daar is Hij voor gekomen. U mag erom vragen. Woorden binnen laten komen, waarschuwen kan ook, maar leef bij Woord en Geest, maar leef dicht bij God. Amen.