Amos ziet drie visioenen waarin oordelen van God worden aangekondigd (de oogst wordt opgevreten; het water droogt op; er komt oorlog). Amos is echter bewogen met de mensen in het noorden van Israël. Zijn wij dat ook? God meent wel wat Hij zegt maar in Christus is er vergeving te ontvangen.
Gemeente van Christus, je zou Amos maar zijn. Ja zo kun je zo’n boek ook lezen! Profeten boek. Het wordt ook tot ons gezegd. Je kunt je ook verplaatsen in het volk. Of in de profeet. We doen het vanmiddag allebei. Je zou Amos maar zijn.
Als hij door die priester op zijn vingers wordt getikt, zegt hij: ik ben geen profeet. Wacht eens! Hoe zit dat? Amos is toch een profeet? Toch de oudste met een eigen boek. Wanneer ze gewerkt hebben en op schrift gesteld, Amos is de eerste. Geschiedenis Elia en Eliza eerder, maar die hebben geen eigen boek. Amos bedoelt, ik ben geen profeet van de profetenschool maar een boer. Hij had schapen. Maar God heeft me achter de kudde vandaan geroepen. Je zou Amos maar zijn! Opdracht van God. Hij was bezig met zijn bedrijf en kudde. Maar: Amos, Ik heb een opdracht. Misschien is Amos weer teruggegaan later naar zijn werk. Nu een taak.
Niet makkelijk. In noordelijke rijk ging het goed. Vijanden waren zwakker. In Israël begon het te bloeien. Op dat moment moet Amos verschrikkelijke oordelen verkondigen. Waarschuwing, dreigement, straf. Dat aankondigen! Terwijl de rijke mensen zeggen: het gaat fantastisch. De Heere heeft er genoeg van hoe jullie met de armen omgaan en hoe jullie God dienen. God kan het niet langer verdragen. Amos vergelijkt het met een leeuw die brult. Moet de mensen aan het schrikken maken.
In hoofdstuk 7 en verder merken we dat Amos het niet zomaar uit zijn mouw schudt. Niet eigen gedachten. Niet politieke activisten. Hij zit sociale onrecht? Hij gaat erop uit? Eigen idee? Nee. Hij kijkt er ook niet op neer (zelf kwam hij uit het zuiden). Het is echt een opdracht van God. Dit moet ik vertellen. Dat is mijn taak en opdracht.
De Heere liet het zien in visioenen. U hebt daar een idee van. Alles een droom terwijl je je ogen open hebt. Johannes op Patmos. Keek uit over de zee. Keek zo de hemel in. Amos ook. Hij ziet wat de Heere gaat doen. Zou je vandaag niet 1, 2, 3 verwachten. God spreekt via de bijbel. Zo is de Geest na Pinksteren aan het werk gegaan. Heel enkele keer Gods leiding ervaren op bijzondere manier. Kan wel! Bij Amos wel.
Het zijn 3 visioenen. Sprinkhanen, vuur, paslood. We beginnen met sprinkhanen. Dit heeft de Heere HEERE mij laten zien. Door God geformeerd. Sprinkhanen. Heel veel. Wat onze aandacht trekt in die eerste verzen: het moment waarop. Is u dat ook opgevallen, toen we het lazen? Toen het nagras begon op te komen. Juist nu. Op dat moment. Sprinkhanen toen het nagras begon op te komen. Hebreeuws: dat wat laat groeit. Er is al een ronde geweest van maaien en oogsten. Eerste ronde. Maar: dat was voor de koning. Wij kennen dat niet meer letterlijk uit de bijbel, maar weten uit oude oosten en bronnen. Boeren moesten eerst maaien voor de koning. Was als het ware belasting. Die tweede ronde, dat is belangrijk. Voor boer en gezin! Nu komt erop aan. Wat houden we over? Waar kunnen we zelf van leven? Dan komen die sprinkhanen. Wat een ramp. Juist nu opvreten.
Met onze kinderen hebben we een schooltuintje gehad. Stukje grond. Elke woensdagmiddag uitleg over zaaien. Het was droge tijd. Tuinkers en spinazie kwam niet op. Weinig sproeien want biologisch. Later ging het wel beter. Vorig jaar ziekte, in aardappels. Larven aten sla op. Nou ja, waar ik aan moest denken: ga 100 jaar terug in de tijd. Opgevreten, ziekte, droog. Wat betekent dat wel niet?! Wereldwijd, klimaatverandering. Mensen in Afrika die leven van eigen grond? Wat doe je als het tegen zit? Dan heb je niks.
Er gebeurt iets opmerkelijks. Amos is geen kille profeet. Niet: ik zal de waarheid zeggen. Zoals Jona. Nee. Als Amos dit ziet, raakt het hem. Heel diep. Hij gaat bidden. Heere HEERE, vergeef toch! Hoe zou Jacob staande blijven? Uitleggers: de gewone mensen hebben het moeilijk. Juist het eten van de gewone mensen wordt opgegeten. Amos vraagt vergeving voor het volk. Hij komt als een buitenstaander maar vraagt om vergeving. Daar zie je aan dat de Heere en profeet niet zomaar over oordelen spreken als doel op zichzelf. Ons waarschuwt, dan met bedoeling. Amos doet dat ook voor anderen.
Dan staat er dat de Heere ervan afziet! Opvallend. Niet je afvragen: hoe kan dat? Is dat niet vreemd? Wat je eruit moet halen is de enorme betrokkenheid van de Heere. Hoe krijg ik het volk terug? Welke boodschap komt over?! Dit gebeurt niet.
Dan nog een visioen. Vuur. Een rechtzaak. Zit misschien symboliek in. Vuur slaat op een droogte die komt, zou kunnen. Wij ook afgelopen zomer, droogte. Vuur verslond het grote water. Het verslond de grote watervloed. Dat is dus ook in het Hebreeuws: het diepe water. Niet zo duidelijk voor iedereen, meteen. Vertalers zoeken, hoe weergeven? Diepe water verslindt? Putten die droog komen te staan. Er zal geen water meer zijn. Grondwater droog. Geldt hetzelfde als vorige: wat zal dit een ramp zijn. Droogte die zo verslindend zal zijn. Amos springt in de bres. Hier heeft hij een priesterlijke houding.
Ik begon de preek met: je zou maar Amos zijn. Wij zien ook dingen om ons heen. Zo kan het toch niet? Hoe stellen wij ons op. De kerk ook wel eens heel kil en moralistisch dingen kon zeggen. Misschien kent u voorbeelden. Niet trots op. Wij kunnen iets leren van Amos. Bewogen. Hij bidt! Iets zeggen, dan mag je het zeggen vanuit deze bewogenheid. Amos laat er iets van zien. Van Jezus! Profeet en priester. Iemand die het voor mensen opneemt. Hij is onze voorspraak.
Amos vindt weer geduld bij God. God zegt: het zal niet gebeuren. Dat kan dus ook. Het is niet zo dat het per se zal gebeuren. Onafwendbaar? Nee. Het gaat de Heere erom dat de mensen terugkeren. Het kan zolang nog! Er is omkeer mogelijk. God klopt bij je op de deur. Wie bij de Heere terugkomt, die hoeft voor het oordeel niet te vrezen. Kwamen ze maar zo terug, in Israël. Maar dat gebeurt niet.
De derde keer horen we Amos anders. Paslood. Maar is geen paslood. In HSV; kan ook tin betekenen. Paslood is stukje lood aan touw. Kan je kijken of muur recht staat. Tegenwoordig nieuwere technieken. De Heere met een paslood (waterpas) of het in Israël in de haak is. Wat is het probleem? Dat zit in het Hebreeuwse woord. Komt 1x voor. In begin vertaald met lood. In middeleeuwen paslood. Vorige eeuw onderzoek naar verwante betekenissen. Toen tin. Dit woord betekent waarschijnlijk tin. Een muur van paslood? Nee. Het gaat over het materiaal van de muur. Tin. Amos zegt ook: ik zie tin. Wat heeft dat dan te betekenen? Tin is een grondstof voor wapens. Gebruikte je om van brons een sterker materiaal, koper, te maken. Heel schaars. De Heere heeft een enorme berg tin. Hij staat er bovenop. Kijk eens hoeveel wapens Ik heb! Grondstof voor wapens.
Leest hoe het verder gaat: verwoest zullen worden de offerhoogten (vers 9). Zwaard. Er komt oorlog. Nieuwe uitleg. Wel jammer want er zijn mooie meditaties over paslood. Maar het betekent tin. Er komt oorlog. Nu gaat het gebeuren. Land gaat eraan. Huis van de koning krijgt te maken met het zwaard. Heiligdom en de koning. Alles gaat eraan.
Amos moet dit echt zeggen. De boodschap van God. Dat gebeurt soms in de bijbel. Wij kunnen ons in Amos verplaatsen (zijn we bewogen over anderen?) maar ook in de hoorders (wat als God ons zo waarschuwt?). Wat doet dit met ons en mij?
Er komt een officiële reactie op de profetie. Amazia (priester) doorgebrieft aan Jerobeam (koning). Amos wordt land uitgehaald. Hoe spreekt hij over de tempel (vers 13)? Huis van het koninkrijk! Huis van God…? Het draait hier om onszelf. Ik vind dat beangstigend. Vreemd dat je in een God gaat geloven die het met je eens is. Wat Amos verteld, zijn ze niet gewend. Is God het met u eens? Willen wij die scherpe woorden wel horen? Ik hoop dat u het met mij eens bent: we hebben het nodig. Niet leven opplussen. We pakken wel een ander stukje uit de bijbel? Wegwuiven, relativeren. Ik ga beter m’n best doen? Als je geheel van de bijbel ziet, weet je dat profetie zijn bedoeld: wie kan voor U bestaan? U meent het. Dienen zoals U het wilt (niet zoals ik wil).
We hebben Gods genade nodig. Lege handen ophouden bij Jezus Christus. Het is menens! Oordeel heeft Christus toch gedragen? Denkt u er maar eens over: hoe ga ik er mee om? Niet kil de waarheid zeggen maar ook niet altijd relativeren. Of krampachtig opplussen. Om van 5 een 6 te maken. Woord wijst ons op Christus. Ik heb Jezus nodig. En vergeving nodig. Vragen om genade. Dan klop je bij God niet tevergeefs op de deur. Amen.
Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 23 september 2018, 17 uur. Schriftlezing Amos 7:1-15.