Christenen zijn vaak anders dan hun omgeving. Dat is in de geschiedenis en wereldwijd zichtbaar. Soms vinden christenen dat lastig omdat ze niet voor ‘vol’ worden aangezien. Christenen worden door Jezus opgeroepen om het zout der aarde te zijn: smaakmaken en bederfwerend. Bonhoeffer reikt in dit verband drie richtingen aan: bidden, wachten en het goede doen. Zo zijn we ‘goede’ pelgrims, onderweg naar Gods toekomst.
Hoe sta je als christen in een onchristelijke samenleving? Wat wordt er van ons als christenen verwacht?
Gemeente van Christus, vanmiddag ook jullie jongeren, van de leiding van Jeugdvereniging Het Anker kreeg ik de vraag van vanmiddag door: hoe sta je als christen in een onchristelijke samenleving? Wat wordt er van christenen verwacht? We hebben geen gelegenheid gehad (en genomen) om eens over die vraag door te spreken. Ik kreeg ‘m vorige week maandag. Misschien is dat niet zo erg – we spreken elkaar straks. Bij mij gaat het zo: er komen allerlei andere vragen en gedachten boven. Wat zit er achter die vraag? Kunnen meer dingen zijn. Bij een iemand als ook verschillend per persoon. Ik hoor in die vraag het accent op het anders-zijn. Dat je verschilt als christen van de omgeving. Of, stelt die vraag dit, is het eigenlijk wel zo, dat we anders zijn (of moeten zijn)? Wat wordt er van die christen in die andere omgeving verwacht? Dan denk ik: door wie, verwacht? Door die christelijke omgeving, door de kerk, of door God? Nou, we kunnen echt nog wel doorpraten straks.
Ik pak eerst maar dat anders-zijn. Eerlijk erbij noemen, dat je als christen tot een minderheid hoort. Dat maakt het meer lastig. Minderheid zijn. Het kan binnen gemeente verschillend liggen, daar ervaring mee hebben. Er zijn mensen die groeiden op in omgeving en tijd waarin christenen in de meerderheid waren. Dan was het vreemd dat je geen christen was. In zo’n tijd en omgeving, die mensen hebben veel zien veranderen. Het maakt uit, ben je blijven leven in de bubble van de christenheid of leef je merkbaar tussen veel niet-christenen.
Hoe zit dat bij mijn leven? Ik ben wat terughoudend in, als het om preken gaat. Ik denk aan mijn eigen kinder- en jeugdtijd, daarin was het verschillend. Tot mijn achtste woonde ik in een nieuwbouwwijk. Op een christelijke school, maar niet iedereen ging naar de kerk. Maar een iemand die ook naar de kerk ging (de zwaarste van het dorp). Daarna in een dorp met een kerk en 1.500 inwoners. Veel kinderen uit de klas gingen naar de kerk. Kerk drukte stempel op de samenleving. Dat was heel anders. Tijdens middelbare schooltijd zat ik op een Protestants christelijke school die nauwelijks christelijk was. Veel leraren geloofden in Kuitert, ze geloofden veel van de bijbel niet meer. Geloven was vreemd en eigenlijk ook gek. In 6-VWO, zegt dat je theologie gaat studeren en dominee wilt worden… Boeiend om met elkaar over door te praten. Hoe is jouw omgeving? Ben jij een minderheid? Hoe ervaar jij dat?
Heel veel mensen vinden het lastig bij een minderheid te horen. Ze gaan al twijfelen omdat de meesten anders denken en leven. Ze vinden het maar lastig, om met een paar mensen anders te zijn. Het kan vanmiddag goed zijn om te zeggen, dat de eeuwen door veel mensen die in God geloofden, tot een minderheid behoorden. Hoeveel medestanders had Abraham, en Noach? Hoe zat het met Elia en Obadja (over wie we lazen)? Ja, ze hoorden bij het volk van God. Maar velen waren de Baäl gaan dienen. Zelfs de koning van Israël stond voor Baäl open. Izebel had andere goden binnengebracht. Ik denk aan hem, van wie we zongen, dat Hij liep door de straten van Jeruzalem, met het kruis op Zijn rug. Hoeveel medestanders had Hij nog? Al behoorde Hij tot het joodse volk. En Petrus, die schreef brieven aan vreemdelingen in de verstrooiing. Echt, minderheden. Je kunt denken aan wat je kunt lezen over christen-zijn in Parijs of Frankrijk. Denk aan Japan. Het is niet vreemd om als christen in de minderheid te zijn. Dat gebeurde meer. Eigenlijk komt dat het meest voor. Wij, in de situatie in Nederland (in Biblebelt-setting), komend vanuit reformatorische scholen minder gewend. Dus dat is een: weet, het is niet vreemd om tot een minderheid te horen. Neem je plek maar in. Durf anders te zijn. Laat het niet afhangen van hoeveel mensen het geloof aanhangen. Dan moet je eens naar Elia kijken: hij stond alleen tegenover 450 dienaars van Baäl. God gaf hem kracht en geloof. Net als bij Abraham en Noach. Al die jaren aan de Ark gebouwd. En bij Jezus zie je het.
Terug naar de vraag: hoe sta je als christen in een onchristelijke samenleving? Ik denk dat het nodig is om even in te zoomen in de onchristelijke samenleving. Her en der in de wereld en in de geschiedenis kan die onchristelijke samenleving verschillen. Is er christendom geweest of komt het nieuw binnen? Je hebt mensen die worden aangetrokken door wat nieuw is. Wat oud is, trekt niet. Oude tante, ja ze is aardig, maar ze is wel oud. De kerk doet denken aan vroeger? Dan zetten mensen het als ouderwets weg. Dat proef je dan. Of ze denken, ik weet er wel iets van, genoeg om het weg te zetten. Al moet je tegelijk niet op verkijken hoeveel mensen al niet eens meer veel weten van het christendom. Vanaf 1991-1996 was ik evangelist in Delft. We enquêteerden in studentenflats. Dan kregen ze de vraag: wat betekent Goede Vrijdag en Pasen? Heel wat studenten (die toch VW0 hadden gehad) wisten het niet. Dan wilden we het wel veranderen. Misschien is dat door The Passion veranderd. Helaas hebben veel mensen ook een akelig gevoel bij de kerk gekregen door de misbruikschandalen in de Rooms-Katholieke kerk. Die verhalen hebben veel schade gedaan. Ze verbazen me toch niet. Want ik lees niet dat priesters ongehuwd moeten blijven. Je kunt gevolgen verwachten als je niet leeft volgens de bijbel.
Heel veel kom je ook verplatting tegen. Oppervlakkigheid. Gewoon maar met hier en nu bezig. Niet teveel verder denken. Geen tijd voor. Geen geloof meer hechten aan grote verhalen die tijd en groepen overstijgen, idealen. In die verplatting maar vooral toch al snel of vooral voor jezelf leven. Ik ben er, ik ben er zeker, ik ben er ook nog. Als jij het maar goed hebt – en liefst beter krijgt.
Ondertussen zie je mensen wel weer wat zoeken naar grote verhalen en idealen. Dat proef je ook bij Thierry Baudet en zijn beweging. Maar wat vertelt hij? En wat kan hij waarmaken? Een onchristelijke samenleving om ons heen, waar velen zeggen: we hebben het geloof niet nodig. Maar ze geloven in allerlei. Beeldjes zus en zo. Meditatie zus en zo. Als mensen sterven, geloven ze dat ze voortleven. Achterblijvers worden door hen gezien en zijn bij hen. Nederland is geloviger dan ooit? Als je God buiten zet, komen er anderen goden…
Wat een samenleving om christen in te zijn! Fijn als je elkaar hebt. Met wel het gevaar, ik denk dat ik dat ook wel eens zie in onze gemeente, dat je je samen opsluit en afsluit van de omgeving. En buiten in die omgeving je op z’n minst ongemakkelijk voelt. Hoe sta je als christen in die onchristelijke samenleving? We lazen over Elia en Obadja – twee personen uit de tijd van Achab. Ze hoorden bi het volk van God, maar ze waren een minderheid als je kijkt hoe ze ontzag hadden voor God, naar geboden wilden leven. Bij Elia en Obadja zie je: het kan dus wel, een minderheid zijn, anders zijn. En dan zie je, als je goed naar hen kijkt, twee manieren van daarin staan. Je had Elia, die als profeet radicaal voor God uitkwam. Geen blad voor de mond nam. Geen wonder dat de koning (en koningin) hem het zwijgen op wilde leggen door hem te doden. Die wil ik niet meer horen! Aan het hof zou hij nooit een baan krijgen (of als list om hem om te brengen).
En Obadja. Die diende God ook. Die was tegelijk eigenaardig. Een hoge ambtenaar, bij die koning, aan het hof. Vanuit die positie heeft Obadja honderd profeten van God kunnen redden. Per vijftig verborg hij hen in een grot. Verantwoordelijkheid en een hoge positie; hij kon dat regelen voor hen.
Verschillende posities dus van deze beide dienaren. Met verschillende mogelijkheden. Ik zag het langskomen in het nieuws. Christenen die demonstreren bij abortusklinieken. De Elia’s van vandaag. Die man ook, die op zijn dak heeft staan ‘Jezus redt’. En CDA-minister De Jonge. Hij moet zorgen voor mensen en hun bescherming. Dat mensen niet lastiggevallen worden als ze naar een kliniek gaan. Een verschillende positie. We hebben ook christenen in de regering. We lezen en horen lovende woorden over de CU en CDA in het kabinet. Proberen trouw hun werk te doen. Proberen integer te zijn.
Zout-zijn
Dan komen we op die tweede lezing, op de Bergrede. Jezus heeft het over zout zijn. Ik had het net over minderheid zijn. Wat is een snufje zout? Je zou maar teveel zout in het eten gedaan hebben. Zout werd gebruikt om bederf tegen te gaan. U bent het zout van de aarde. Wees dat. Smaakmakers. En mensen die bederf tegengaan. Ik zie die christenministers en -staatssecretarissen wel zo bezig. Bederfwerend, smaakmakers. Jezus zegt erbij: als het zout zijn smaak verliest, hoe zal het gezouten worden? Christenen die geen zout meer zijn… je kunt dus je zout kwijtraken. Dan gaat het verkeerd met je. En trouwens, dan gaat het ook verkeerd met de samenleving. Dan zijn er geen mensen die bederf weren. Daarom rekent God dat zouteloos zijn, mede aan, tot christen zelf en voor de omgeving.
Wat is dan dat zout-zijn? Dat heeft met geloof in God te maken. Op Hem vertrouwen. Je leven aan Hem toewijden. Je leven op Hem zetten. Neig mijn hart en voeg het samen, tot het eren van Uw naam. Ik geloof, het heeft ook alles met Gods goede geboden te maken. Die doen! Niet om daarmee de hemel te verdienen. Maar houden in liefde tot Hem en voor de naaste. God nummer een laten zijn in je leven. En dan pas die heerlijke en boeiende sport, mooie huis, aantrekkelijke baan (dat niet als eerste). God op nummer een. Gods naam en eer hoog houden. En als je dan zeven dagen in de week krijgt ,kan je er echt wel een aan Hem geven. Respect hebben voor wie ouder zijn dan jij. En voor wie God boven je plaatst. Respect voor het leven: niet doden. Ontzag hebben voor relaties, daar voorzichtig mee omgaan. Daar trouw in zijn. Niet jatten. Niet liegen. Niet voor de leugen gaan, dat je het daarvan verwacht, maar voor de waarheid. Op die weg vertrouwen. En dat je blij kunt zijn wat die ander heeft. Dankbaar zijn voor wat God jou geeft. Zo, zo zout zijn.
En licht. Nou, licht wordt toch gemerkt? Een stad op een berg kán niet verborgen zijn. Laat uw licht zo schijnen. Dat de mensen uw goede werken mogen zien. Ga niet voor jezelf de eer zoeken en eer opstrijken. Mooi als ze zien, dat heeft hij niet van zichzelf, maar van God. Dat ze Hem erom eren!
We kijken ook nog even naar de derde lezing. Petrus noemt de gelovigen ‘vreemdelingen in de verstrooiing’. Mensen die onderweg zijn, reizigers, pelgrims. Christenen zijn toch niet helemaal thuis op de aarde. Alsof ze ergens graag naar toe willen. Een beter land. Een geweldige toekomt. Niet alles op hier en nu zetten. Petrus wijst op (vers 4) die geweldige toekomst. Een geweldige erfenis ligt op hen te wachten. Een onvergankelijke, onverwelkbare erfenis. Die gaat nooit kapot. Daarom zijn christenen mensen met hoop en toekomstgericht leven. Dat maakt hen anders. Dat maakt hen reizigers en vreemdelingen.
De omgeving begrijpt hen niet zo. Zo’n 6-VWO’er die niet economie gaat sturen, maar theologie? Die niet gaat voor geld verdienen, maar waarvoor… Voor God, Gods toekomst?! Die gaat meebouwen aan de Ark van het behoud, aan de kerk van Christus. Terwijl het oordeel en ingrijpen van God maar uitblijft. Bij een reünie van de middelbare school (kom ik trouw), sprak ik oud-klasgenoten. Ze kwamen naar me toe. 10 jaar geleden kwam ik ook, toen moest ik naar hen toe. Begin 40, dan lacht het leven je toe. Nu waren er die zeiden: hé die theologie van jou, hoe zit dat? We zijn wat uitgekeken op de spullen? En ons werk is niet zo leuk meer. En mensen die bij de brokstukken van het leven zitten (relaties stuk). Het had niet gedacht wat ze ervan gedacht hadden. Er was openheid.
3 ’tips’ van Bonhoeffer
Christenen als een vreemde minderheid. Maar met hoop. Nee, je bouwt het niet hier en nu. Maar het komt wel! Wees maar minderheid. En verlies het zout toch niet. Ik noem graag ook de naam van Bonhoeffer. Belijdeniscatechisanten moeten een paar namen leren van theologen, ook de naam van Bonhoeffer klinkt dan. Hij leefde in de vorige eeuw. Op 39 jaar oud werd hij ter dood gebracht. Hij zag het nazisme. Hij keerde zich er tegen. Profetisch. Het kwam hem duur te staan. Hij, de Elia in zijn tijd. Hij heeft over veel nagedacht. God gaf hem de talenten. Hij is van grote betekenis geweest – en wordt vandaag nog veel gelezen. Net als zijn meester Jezus. Niet oud geworden. Ook gedood werd om Zijn inzicht en getuigenis, en meer. Bonhoeffer doorzag heel vroeg welke kant het in de samenleving zou opgaan. Hoe het zou worden voor christenen, in een onchristelijke samenleving. Bonhoeffer zei drie dingen die christenen vooral moeten doen. Hij baseerde het o.a. op Micha 6:8. Hij zei:
- Christenen moeten bidden. Die lijn met God echt onderhouden. Zonder dat zal het niet gaan. Dan verliest het zout zijn kracht. Stille omgang – bidden in kerk en thuis. De binnenkamer. Ik denk aan de preek op biddag. Je op God richten. Het van God verwachten. Niet van jouw idealen en plannen en verbeteringen.
- Wachten op God. Wachten. Ja. Wachten op God. Op Zijn tijd. Op Gods handelen. God leeft en Hij is God. Aan God overlaten. En dat kan ik. Hij doet de dingen op Zijn tijd. Deze aarde is van God! Hij zal er trouw aan zijn. Wachten op God. Niet met jouw plannen en ideeën God voor de voeten lopen. Een heel ding. Een mensenleven lang, soms, zoals Noach.
- Het goede doen. Zout zijn dus. We hadden het erover. Naar Gods geboden leven. Dagelijks bidden om de Geest, om dit te doen. In liefde willen leven. Van God het goede leven verwachten.
Bonhoeffer noemde dus drie dingen. Het is interessant om te letten op wat hij niet noemde: een grote mond opzetten. Of de ander vermanend toespreken. Of demonstreren voor abortusklinieken. Hoewel… Het goede doen, zegt hij. En als je soms niet weet wat het is, denk dan aan het eerste: bidden.
Nog een keer die vraag: hoe sta je als christen in een onchristelijke samenleving? Wat wordt er van ons verwacht? Laten we het in de kerk en thuis erover doorpraten. Het is belangrijk genoeg. Amen.
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 31 maart 2019, 17 uur. Schriftlezingen 1 Koningen 18:1-20, Mattheus 5:13-16 en 1 Petrus 1:1-4. Themadienst over de vraag ‘Hoe sta je als christen in een onchristelijke samenleving? Wat wordt er van ons als christenen verwacht?’ (vraag aangereikt door jeugdvereniging Het Anker).