Zondag 26 november 2017 – Ichthuskerk Reeuwijk 9:30 uur – viering Heilig Avondmaal – Schriftlezing Romeinen 14:1-10, tekst 8b.

Gemeente van Christus,

Misschien viel het u op bij het lezen uit de Bijbel, zeker in vers 8. Twee woorden staan centraal. Staan centraal in de preek. Van en voor. In Romeinen 14 komen we die woorden in andere volgorde tegen: voor en van. En daarna: de Heere. Vorige week hoorden we: dood van de Heere verkondigen. Verlang je ernaar om iets goeds over Hem te zeggen? Dat kan aan het avondmaal. Grote liefde van Hem zichtbaar en merkbaar. Romeinen 14: voor Hem leven. En voor Hem sterven. Vers 7: niemand leeft en sterft voor zichzelf. Leven voor de Heere. Sterven voor de Heere. We leven voor Zijn machtig aangezicht. Hij die ons altijd ziet. Denk daar maar eens aan in de kerkdienst. Dat kan Hij echt hoor.

Nu weet ik wel, ik ben een mens als u en jou, dat kan moeite geven. Straks ziet Hij mij aan tafel…. Hij ziet wat ik voor anderen verborgen houdt. Hij die alles ziet. Komen in wat ik verdien. Jezus, dood van mijne dood. Ga uit van mij want ik ben een zondig mens. En toch wil Hij in Zijn genade ons voeden. Hij die ons altijd ziet. In je verdriet. Zorgen. Eenzaamheid. Verlangen. Momenten die anderen niet ziet of die je niet laat zien. Hij wil je versterken. We leven voor de Heere. Over voltooid leven gesproken. Doorbreekt die geloofswetenschap de eenzaamheid. Ben niet alleen. Christus ziet mij. De machtige. Avondmaal vieren voor de Heere. Niet voor de mensen. Al is het: verkondigen van de dood. Maar vooral voor de Heere. Heel punt. Vieren voor onszelf? Dat ik er wat aan zou hebben. Doe het voor de Heere.

In Rome speelde dat gelovigen heel merkbaar met dingen omgingen. De een at wel vlees ander niet. Gedenkdagen. Men keek naar elkaar. Oordeelde elkaar. Paulus schrijft: oordeel elkaar niet. Je bent niet van elkaar. Je bent van de Heere. Punt bij avondmaal vieren. Moeilijk dat anderen mij zien? Als ik wel of niet aan ga? Oordeel is aan de Heere. Sterven voor de Heere. Christen sterft dus nooit alleen. Bang voor de dood? Nee. Niemand sterft voor zichzelf. Geweldig als je dat weet en toelaat. U erbij. U, met eerbied gesproken, de ervaringsdeskundige in sterven.

Dienen voor God. Sterven. Zo stierven. Opgebrand. Of zelfs dienen ter dood gebracht. Denken aan vervolgde broeders en zusters.

Tijd om naar van te gaan. Dan heel persoonlijk. Ik leef niet alleen voor Zijn aangezicht. Dat doet iedereen. Christen zegt: ik ben ook van de Heere. Gekocht zelfs. Duur. Veel voor mij over. Kocht mij met Zijn Leven, bloed. Betaalde mijn schuld en kocht mij vrij. Wat een Heere! Wat een rijkdom. Ik ben van Hem. Dan kent Hij mij. Doet denken aan burger van een land. In buitenland. Iets aangedaan, dan zet het land zich voor hem in. Die is van ons. We zetten ons als land voor je in. Zo zet de Heere zich voor ons in. Hij richt de tafel aan. Kijk, Hij voedt mij. Sterven, eeuwigheidszondag, dan laat Hij me niet alleen, maar neemt me mee. Ook niet in de geestelijke dood. Schuldig bent! Oppervlakkigheid. Kijk, Hij voedt aan Zijn tafel. Hij wil dat ik leef. Hij heerst over doden als levenden. Van en voor. Ik kan het niet laten om aan reclame te denken. Prijs: van, voor. Bij Christus gratis. Voor niets? Hij heeft betaald.

Van de Heere zijn doet aan families denken. Richting Kerst. In dorp (waar ik ook ben in opgegroeid), gevraagd, van wie ben je er een. Familie slecht bekend? Dan zeg je het niet. Goed bekend? Dan kunnen deuren opengaan. Ik ben van… Aan avondmaal worden genodigd die van de Heere zijn en die voor Hem willen leven. Gaan veel deuren voor je open. Of ben je van jezelf? Eigen mannetje staan? Op mezelf? Denk je dat je dat redt?? Dat red je niet. Komen voor God als rechter, dat red je niet in je eentje. Je moet van de Heere zijn. Amen.