Paulus wijst op 2 verschillen: die tussen christen en niet-christenen en tussen christenen onderling. Voor wie leef je? Dat komt tot uiting hoe je leeft. Er is een verscheidenheid aan genadegaven. Niemand heeft ze allemaal, in de christelijke gemeente hebben we elkaar nodig en mogen (en moeten) we elkaar aanvullen. 

Gemeente van Christus, een van de dingen die opvalt in dit gedeelte is het thema verschil. Wat we gelezen hebben, ik zie twee verschillen. Vers 2: christen en niet-christenen. En verschillen christenen onderling. Ik denk dat wij iets eigenaardigs hebben rond verschillen. We willen ze. Zijn wie we zijn. En we willen geen verschillen. Christenen niet verschillend moeten of mogen zijn?!

Hou verschil tussen christenen en de wereld. Is een heel thema. Er zijn christenen die zich liefst niet christenen. Ik wil niet opvallen. Gewoon iemand lijken. En christenen die heel anders willen zijn. Traditie en cultuur speelt mee. Oude gewoonten tot christendom maken. Zou het in tradities zitten?

Romeinen 12 vers 2 helpt verder. Is vervolg op vanmorgen. Lichaam toewijden. Tegenovergestelde is: wereldgelijkvormig zijn. Veel mensen wijden zich wel toe. Aan werk of idealen. Voor wie leef je. Voor God? Dan sta je anders in het leven. Eredienst die doorwerkt in je leven. Ik werk voor God. Dan telt minder wat mensen van je vinden. Voor God leef ik eeuwig! Word niet gelijkvormig. Is blijkbaar nodig die waarschuwing. Niet: je doet het goed hoor. Het komt aan op hierin anders zijn.

Paulus schrijft erbij hoe je hiertoe komt. Vernieuwing gezindheid. Gaat om voor God leven. Veranderd worden van binnen. Dat je wilt doen wat U wilt. Zo wil ik leven. Vraagt om een verandering van binnen. Grondtekst: voortdurende verandering. Reformatie. Zijn wil boven alles. Uw koninkrijk komen. Dankbaar dat we regelmatig avondmaal mogen vieren. Gevoed worden. Hoop dat we ontdekt hebben dat er van binnen iets moet gebeuren. Zijn ook mensen van buiten mee bezig. Gaat niet. God wil het hart. Gaat om motivatie.

Onderscheiden wat wil van God is. Leven is niet zomaar dingen doen. Niet zomaar met ieder meedoen. Niet klakkeloos christenen achterna lopen. Bewust leven. Nadenken. Week beginnen met rustdag. Heere, wat wilt U?! Ik weet het niet direct. Toch willen wat God wil. Bijbel moet open.

Zo is christen een ander mens dan niet christen. Ja, wel een zondaar. Toch iets veranderd. Gericht op God. Bereid om anders te zijn. Minderheid. Niet: vooral dit en dat niet doet of dit en dat voorstaat.

Paulus vult het verder in. Richting gemeente. Denken in bescheidenheid. Hadden die christenen nodig. Handelen in bijzondere ervaringen? Zoeken naar hoge dingen. Trof Paulus ook in Korinthe aan. Waarschuwt daarvoor. Wat nodig in onze gemeente? Dat wij het hoge zoeken? Of met weinig genoegen nemen? Hier de oproep om niet te hoog te denken. Moet je dan zeggen: bij christenen allereerst verzoeking om groter te willen worden. Denk in bescheidenheid!

Is een bevrijdend woord. In onze samenleving. Moet je meer presteren. Duurder. Noem maar op. Wees maar bescheiden. Denk maar niet te hoog. Je wilt snel te veel. Je legt je meer op dan God je gegeven heeft. Om mee te nemen dit.

En dan licht het tweede verschil op. In christelijke gemeente verschillen. De een heeft dit toebedeeld en de ander dat. Zegt ook: niemand van ons heeft alles. Je bent allemaal hulpbehoevend. Je kunt niet zonder de ander. Ja dat weet ik wel?! Daar dankbaar mee omgaan? Aanvaarden wat God jou gaf. Zelf niet meer willen dan dat. En aanvaarden dat de ander heeft wat jij niet hebt. En dat ontvangen. En weten, God heeft mij gaven gegeven. Ander kan niet zonder mij.

Paulus gebruikt beeld lichaam. Doet hij vaker. Lichaam, dan in hoog denken? Hoofd wil zijn. Die plek is al weg. Is voor Christus zelf. Hersenen sturen hele lichaam aan. Christus als Hoofd heeft invloed op ieder van het lichaam. De een is de hand, de ander de voet. Moeten we dit zeggen: de een is een zichtbaar deel, de ander een onzichtbaar. In praktijk zegt dat heel wat.

Zegt meteen, gemeenteleden zijn verschillend. Logisch, zeg je. Maar wat moeten we dat leren! Onder jongeren geworsteld met dat jij anders bent. Ik hoor er niet bij?! Jij bent anders. Dus je hoort niet bij ons. Maar de gemeente is verschillend. Jongerenwerk dat goed voor ogen hebben. Ieder is nodig. Net zoals voor jongeren zo belangrijk is dat je al vroeg komt tot die toewijding tot God. Jan Willem Bout, onze jongerenwerker, zei (kerkenraadsvergadering, bespraken we afgelopen week): jongeren moeten zoveel. Van anderen en van zichzelf. Al jong de goede keuze maken. Voor jezelf leven? Voor alles leven red je niet. Maak die beslissing om voor God te leven al maar vroeg. Ruimte geven om te proeven aan evangelie. Aan ruimte ga je kapot. Maak de beslissing vroeg.

God heeft genadegaven gegeven. Prachtig woord. Veelzeggend. Gaven. Uw, jouw, mijn. Uit genade gegeven. Onverdiend. Gekregen. Vanuit offer. Gift. Doet bescheiden zijn. Roept Paulus toe op. Maakt ook dankbaar. Geeft niet alleen leven, ook wat ervoor nodig is. Om dienstbaar te zijn. Roept er niet alleen toe op, geeft ook de gaven. Niemand heeft ze allemaal. Vaak sluiten gaven aan bij karakter en bij de weg die je gaat. Hij weet alles in te zetten. Ook bij bochten in je leven. Meewerken ten goede. Leven met Hem en voor de naaste.

Vers 7 en 8 worden zeven gaven genoemd. Getal van volheid. Elders noemt Paulus weer andere. Alle gaven zijn niet precies te noemen. Hier (las ik) staan maar hele gewone gaven. Bescheidenheid. Denk je aan hoge dingen? Hier gewoon. Nou ja gewoon. Zet me wat stil. Dat gewone moet me blijkbaar gegeven worden. Heb ik niet van mezelf. Is genadegave. Gewone gave, zo gewoon zijn ze niet.

1. Eerste, profetie. Niet gewoon. Boeiend. Te weinig oog voor. Gaat niet om toekomst, maar om aangeven en aanvoelen waar het ons op aankomt. Tijd aanvoelt. Omstandigheden duiden. Rusland, Korea, Amerika, Trump. Duiden. Aangeven wat God wil dat we doen. Ook wat niet goed is. Die gave tegengekomen? Lastig vinden. Nu vind ik dit of dat zo mooi, zegt een andere christen: pas op, kijk eens goed. Ergerlijk. Profeten OT irritant?! Werd geprobeerd tegen te houden. We kunnen niet zonder. Veelzeggend staat erbij: naar mate van geloof. Hier bedoeld: profetie binnen belijden kerk van de eeuwen. Zijn mensen die meenden zaken te hebben buiten de bijbel om. Toetsen! Bijbel erbij pakken. Dat mag en moet.

2. De tweede gave, lijkt een gewone. Is nodig! Behulpzaam. Dienstbetoon. Dienen. Wat een gave. En je dan dus laten bedienen door mensen die deze gave hebben. Besef dat gemeenteleden verschillend zijn. Niet van iedereen verwachten! Is helaas maar waar een gave.

3. En onderwijzen, leren. Je krijgt het. Ook onderdeel van christen-zijn. Hoeveel ruimte heeft dat onder ons? Onderwijs geven en krijgen? Opkijken tegen? Is maar een een de zeven gaven. Denk niet dat je dit moet kunnen als je dit niet gekregen heb.

4. Bemoedigen. Vertroosting en terechtwijzen (HSV). Zou elke christen moeten doen? Verwacht het maar niet. Hebt u deze gave? Zet u deze alstublieft in! Zijn mensen die dat hebben. Kaart schrijven. Tekst of lied doorgeven. Goede toon. Niet dat de ander er door neergedrukt wordt. Wat een gave. Laat je bemoedigen! Laat je je wel eens bemoedigen?

5. Wie uitdeelt. De vijfde. Weggeven. Staat bij: het oprecht doen. Zonder bijbedoeling. Ouders: als je goed voor je kinderen zorgt, zorgen ze goed voor jou?! Bijbedoeling? Wat een gave. Kunnen geven. Diaconaal. In liefde. Goedbedoeld.

6. Leidinggeven. Mooi dat dat erbij staat. Met inzet. Kan niet zonder inzet. Leiding aan een club, zonder inzet? In alles voorop. Heel praktisch. Op tijd er zijn. Er zijn. Zaken goed voorbereid. Nee dat heeft en kan niet ieder. Is een gave. Verwacht het niet van ieder. Gemeente heeft het nodig. Laat je leiden.

7. Zevende. Wie zich over anderen ontfermt. Gedeelte begon met Gods ontferming. In genadegave zie je Gever terug. Prachtig: je ontfermen. Nodig in kille samenleving. Snakken naar in onze samenleving. Stichting De Hoop. Laat je door anderen over je ontfermen. Met blijmoedigheid. Dat zie en voel je: zuchtend. Voel dat ik je tot last bent. Wat een zegen en kunst. Gave van God. Met blijmoedigheid ontfermt. Verwacht het niet van iedere christen.

Mooi dat ondertussen overal er iets bij stond. Gave, ja. Met een opdracht. Verantwoordelijkheid. Die hebben we ook. Weet u welke gave u hebt? Jij? Deelgenomen aan avondmaal? zet je ze in? Niet weet: omstander vragen. Welke gave heb ik. Dankbaar zijn daarvoor. Daar tevreden mee zijn. Terwijl het je gegeven is. Wijd de gave toe aan God bovenal. En aan elkaar. Lichaam kan niet zonder gaven. Samen sterk. Christus het hoofd. U blijft denken voor Uw kerk. Uw hersenen zijn voor eeuwig. U geeft Uw gaven. Tot eer van Uzelf. God heeft vandaag Zijn lichaam gevoed. Lof aan Christus. Amen.

Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 24 juni 2018, 18:30 uur. Voortzetting en dankzegging Heilig Avondmaal. Schriftlezing aan de tafel: Romeinen 14:7-13 , zingen Psalm 134:3. Gebod van God voor het leven: Deuteronomium 6:4-7 en Romeinen 13:8-10. Schriftlezing (voor de preek) Romeinen 12:1-8. Dankgebed met alle coupletten van de Avondzang.