God kent ons vanaf ons prilste begin. David zingt daarover in Psalm 139. Hij looft God omdat hij op zo’n ontzagwekkende manier gemaakt is. Wij zijn door God geweven en geborduurd in de moederschoot. In Christus is Hij ons zó nabijgekomen, Hij heeft de menselijke natuur aangenomen en ons leven ‘overgedaan’ en onze schuld op Zich genomen.
Gemeente van Christus, een week of 2-3 geleden ontmoette ik iemand weer. Nu 35 jaar, volwassen, getrouwd, vader van 2 kinderen. Ik heb jou gezien, zei ik, vlak na je geboorte. Ik denk dat ik je heb vastgehouden. Misschien kent u mensen al lang. Vanaf geboorte. Op dezelfde plek bent blijven wonen, komt dat vaker voor. Ken je mensen vanaf geboorte. Naar mate mensen ouder zijn, is dat bijzonder. Iemand zolang kennen! Jouw ouders kennen je vanaf je geboorte. Je moeder was daarbij. Hopelijk ook je vader. Wie kennen jou al lang? Al vanaf je geboorte? Dank daar eens voor.
In de Bijbel lees ik dat er Iemand is die ons nog langer kent. God. Je mag meezingen. Uw ogen hebben mijn ongevormde begin gezien. Mijn beenderen waren voor U niet verborgen. Sta er eens bij stil. God kent je van eerder.
Tegenwoordig kunnen mensen voor de geboorte een kind zien. Dat kon in Davids tijd nog niet. Echo’s kunnen vanaf 6-7 weken zwangerschap. Dat is vroeg.
David zingt: U hebt mij nog eerder gezien. Toen die zaadcel en eicel samen gingen. Prilste begin. Indrukwekkend! God heeft verder gezien wat niemand gezien heeft. Dat maakt de band met God bijzonder. Als u die band met God niet heeft, zou je alleen hierom al contact met Hem zoeken!
Onder het vele en mooie en aansprekende (in deze Psalm) is er dus het persoonlijke. David zong eerst over Gods alwetendheid. En alomtegenwoordigheid. En nu over zijn persoonlijke leven. In het nu. En het kleine, van David zelf. Bijzonder als je Hem nog steeds in vertrouwen neemt en nog steeds bij je weet. Hij is het langst bij je van iedereen.
David zingt. Mijn beenderen waren voor U niet verborgen. Toen ik geborduurd ben. Begin leven een borduurwerk. Zie het maar voor je. Fijnmazig. Zorgvuldig. Priegelwerk. Zo zag God het. David zingt: in de laagste plaatsen van de aarde. Dat komt vreemd over. Weet David niet van de baarmoeder. Jawel. Schoot van de moeder. Onder moeders hart.
David spreekt over aarde. Noemt de aarde vaker: we zijn uit de aarde. Stof. Daartoe weerkeren. Zet ons op onze plek. We zijn niet van boven. Maar uit de aarde. Van beneden. Stoffelijk. Kwetsbaar. Hou er maar rekening mee. Verwacht niet teveel van mensen.
God heeft ons ongevormde begin gezien. Vroege echo’s, dan zie je al vorm. God zag ons ongevormde begin. Meer nog. Hier en vaker in de Bijbel. God heeft het gemaakt. Ons. Ons allemaal. David zingt ervan. Wij mogen het meezeggen.
U hebt mij geweven! Wat een mooi beeld. Draden geslachtslijnen in mij ineen geweven. Niet bij toeval. Nee. Het was werk van God.
We komen uit op wat David zegt. Hoe kostbaar zijn mij Uw gedachten. Hoe machtig. Duizelingwekkend! Dat U mij zo gemaakt hebt. God staat voorop. Als de Schepper. Zo beleden.
U hebt mijn nieren geschapen. Bijzonder dat nieren klinkt. Zit gevoel en wil in (dat is Bijbels denken). Of zelfs de ziel. Spanning als je naar toilet moet. In nieren zit mijn gevoel. U hebt mijn wil, gevoel, ziel, identiteit geschapen. Wie ik ben, maakte U. Dat heel persoonlijke. Er is geen ander. Al komt een eeneiige tweeling dichtbij.
David zingt erbij: het gebeurde in de schoot van de moeder. Moeder stond er niet buiten. In haar. Wat intiem. Zo verenigd. Dit is niet inwisselbaar tussen ouders. In onze tijd meer over mens spreken dan over man en vrouw, de tweevoud. Er is en blijft blijkbaar van eigene van relatie met moeder en vader. Een kind heeft beide nodig. Maar de vader klinkt in Psalm 139 niet – opvallend. Bijzondere band met biologische band. Wat of er ook gebeurt. Het is niet om het even of een moeder en een vader heeft, of twee vaders of twee moeders. Wat is voor het kind goed?! Je denkt ook: kan een vrouw dan alleen maar draagmoeder zijn? Een vader kan de moeder niet vervangen. Hoe zeer de vader het zou willen.
Wat mooi om te zien: moeder werd ingezet. Van betekenis. Mag je naar verlangen als meisje. Moeder worden.
Ik mag en moet vragen: wat gaat er door u heen? Wat hoort u? Wat roept het op? Ik besef: kan veel zijn en verschillend.
Bij David bracht het tot de erkenning van God als Zijn schepper. Dan eer je dus God. U! Nadrukkelijk. Bracht Hem tot grote lof. Ik doe daarin mee. Wonderlijk zijn Uw werken! Mijn ziel weet dat zeer goed. Het raakt David. Mooi als je dit meezegt op Dankdag. Heb je God wel eens gedankt omdat en hoe je bent gemaakt. Heel je wezen. Hoe bijzonder en kostbaar. Dankdag voor gewas. Met dankbaar hart God loven. Dat wij gegroeid zijn. Gods wonderlijke werk!
Mooi die verwondering bij David. Hoe zit het bij ons met die verwondering überhaupt? Is het er wel eens. Door redeneren en wetenschap het kwijtraken. Maar wetenschappers kunnen ook verrukt zijn. Wetenschap en verwondering kan samengaan.
Dit bijzondere besef, dat geweven en geborduurd zijn, die hand van God daarin, geeft nog meer respect voor prille begin. Ongelofelijk dat mensen het laten weglaten! Het kan toch niet goed gaan in ons land dat zoveel mensen het weg laten halen. Duurzaamheid, milieu enzovoort. Maar kleinste leven? Ondertussen. Herken je het besef van het prille en kostbare, dat het je gewetensvol doet zijn ten aanzien van geslachtsgemeenschap. Zelfs als je het probeert tegen te houden. Er moet plek voor zijn. Het is nota bene werk van Gods handen!
U hebt mij geweven. U staat aan het begin van mijn bestaan. U bent de oorzaak. Er is iemand voor te bedanken. David doet dat r rechtstreeks tot God. Over God praten? Hier tot God spreken. Een relatie! Zie je het. Omgang met Hem.
Hij heeft ons gezien en gemaakt. Hij heeft ons gewild. Intens op ons betrokken. Wat een woorden! Zeker als je je afvraagt: hebben mijn ouders mij gewild? God heeft je gewild. Je bent er niet zomaar. Echt!
Redenen om die band met God te zoeken. Je hoeft Hem niet helemaal bij te praten. Jawel, je mag alles uitspreken. Hij heeft open oren en hart. Hij heeft tijd en geduld. Als je de woorden niet vindt; Hij weet het. U kent en doorgrondt mij.
Deze band heft eenzaamheid op. Je kunt als mens eenzaam zijn tussen mensen. Maar ook gemeenzaam met God. Als u oud bent en alleen achterblijft. Je huwelijk ging eraan, om het zo te zeggen. Anderen verloren hun besef van tijd en bestaan. Wat kan het alleen voelen. God kent u al! Heel je leven.
Je voelt hier ook wat zonde is. Dat unieke en kostbare, wil de Maker niet erkennen?! Niet danken, eren, erkennen. Een kind dat zijn ouders niet wil? Nog heftiger: als een mens God niet wil… Zonde omdat ze zoveel missen wat er wel kan zijn.
Terug naar die vraag van de verwondering. Heb je God wel eens gedankt voor je unieke persoonlijkheid? Er is iemand voor de bedanken en te loven. Vandaag doen! Geschikt moment.
Ik weet, er moeten een paar dingen bij genoemd worden. Niet ieder mens is blij met zijn of haar bestaan. Kan je ingrijpend bij bepaald worden. Leven beneemt. In christelijke gemeente zijn we daarbij bepaald. En meer, er zijn mensen die met delen, onderdelen, bestaan niet blij zijn. Zacht gezegd. Zal ik het zeggen? Over dat weven en borduren: hebt U geen weeffout gemaakt? Steek laten vallen? Cruciale steek laten vallen misschien. Wie heeft niet van die plekken? Strijd, terrein van de zonde. God, had U die plekken niet sterker kunnen maken?
In Psalm 139 hoor ik dit niet zo. Wel dat gebed: zie of er een schadelijke weg is. Daar lijkt de Psalm wel van te weten. Het heeft met de zondeval te maken. Die is er geweest. Wij erven daarvan. En doen er aan mee. Gebrokenheid. Een plek in je lichaam pijn doet. Kleurt je bestaan. Verkeerde cellen: lijdt tot einde van je aardse leven? Aangrijpend.
Fascineert me, dat David spreekt over boek van God. Vers 16. Waaraan denken? Is niet zo duidelijk? Een boek van ons leven? Zoals ouders doen bij geboorte. Met foto’s van echo erbij. God die ons levensboek bijhoudt! Zo op ons betrokken blijft. Hij schrijft het op.
De meeste uitleggers leggen het anders uit. Het boek was er eerst. Het is volgens Gods boek gegaan. Het gebeurde doordacht. Volgens de handleiding. Weer: wat een immense gedachte. ‘Hoe kostbaar zijn mij Uw gedachten, o God, hoe machtig groot is hun aantal. Zou ik ze tellen? Zij zijn talrijker dan korrels zand; ontwaak ik, dan ben ik nog bij U.’
Als God dan schiep volgens die handleiding, is er dan toch niet iets misgegaan? Iets mis in de handleiding? Ik kwam een intense gedachte tegen. Nee, het is niet misgegaan. In onze ogen misgegaan, maar het komt hoe dan ook goed. Dan heeft het moeilijke, droogte bijvoorbeeld, een plan. Dit kruis dat hoort zelfs bij mij. Ben ik mee vergroeid. Ben er misschien van gaan houden. Ver weg? Toch om te overwegen. Zou het kruis niet een plek hebben in dat borduurwerk? Dan het kruis dus beter aanvaarden? Het hoort bij mij. Het stond al in Gods boek. Besef dus bij het kruis dragen hoe groot God is. Hij weet het te omspannen. Dat zong David. ‘Zelfs de duisternis maakt het voor U niet duister’, vers 12.
Nog meer. God is nota bene Zelf in dit menselijke bestaan gekomen. Gekropen. In Zijn eigen Zoon. In de baarmoeder van Maria geborduurd. Hij kwam in ons bestaan. In alles van ons. Om het over te doen. Weg tot behoud, vernieuwing, herschepping. Wat bent U dichtbij gekomen! Hoe kostbaar Zijn mij Uw gedachten en wegen. Redder betekent Zijn naam. Onze ziekten en smarten gedragen. Alle zwakheden. En schuld. Immens.
Het maakt Hem er niet mooier op. Hij had geen aanzien. Geen gestalte. Maar dit maakt dat je van Hem gaat houden. Wat bent U dichtbij gekomen. Dank U voor die grootste gave. Dankzij die weg, hoor ik in die tweede Schriftlezing dit. We zeggen het mee. Daarom verliezen we de moed niet, al vergaat onze uiterlijke mens. De innerlijke mens wordt vernieuwd. Van dag tot dag. De lichte verdrukking (nou ja, denk jij?), die van korte duur is, maar toch, die verdrukking brengt in ons een gewicht van eeuwigheid teweeg. We weten immers dat ons aardse huis wordt afgebroken. Dan hebben we een gebouw bij God. Eeuwig. In de hemel. Verlangen we vurig naar. Om overkleed te worden.
Dankdag vandaag. Dan eeuwig leven in dankbaarheid. En dan te zeggen: ‘Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt bent. Wonderlijk zijn Uw wegen. Mijn ziel weet dat zeer goed.’ Amen.
Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, woensdag 7 november 2018, 19:30 uur. Eredienst op dankdag voor gewas en arbeid. Schriftlezing Psalm 139:1-18 en 2 Korinthe 4:16-5:2. Belijdenis met Zondag 9 en 10 van de Heidelbergse Catechismus (ook met het oog op het seizoensthema ‘Schepping & Duurzaamheid’).