Jezus staat er in de Bergrede bij stil dat de Hemelse Vader omgang met ons zoekt. Hij wil gebeden zijn. Vaak denken wij vanuit onszelf – dat we niet kunnen bidden of dat God ons niet zal horen. Terwijl de Heere graag ziet dat wij ‘verborgen omgang’ (Psalm 25:7 ber.) met Hem hebben in de binnenkamer.
Bid, en u zal gegeven worden
Gemeente van Christus, ik denk dat we allemaal wel deze situatie kennen: iemand kan iets van je gebruiken. Iets dat je hebt. Dan zeg je: je mag het gebruiken. Auto, boormachine. Of: ik wil op je kind passen. Of laptop lenen. Je zegt erbij: ik hoor wel als je het wilt. Anders gezegd: je moet er wel even om vragen. En eigenlijk is dat zo simpel: gewoon even vragen. Je wilt erom gevraagd worden. Je wilt het de ander niet toesmijten.
Kan het zo ook van God uit liggen ten aanzien van ons bidden? Hij wil gebeden zijn. Gevraagd. Jezus zegt in de Bergrede: bid en u zal gegeven zijn. Bidden is hier vragen en pleiten. Dan geldt dit: U hebt zelf gezegd dat we het vragen mogen. Bid en u zal gegeven zijn.
Ik denk dat nogal wat mensen deze woorden horen vanuit zichzelf. Dan letten op wat we niet kregen. Maar dit klinkt van Gods kant. Bid maar. Vraag er maar om. God kan geven. En wat je vraagt, heeft God. Hij is zo rijk. Nou, hoe zit dat bij ons? Neem je de moeite om te vragen? Neem je dit woord serieus. U hebt gezegd, dus vraag ik.
Of weerhoudt ons een eigenwaarde of overgave? Ik vraag niet. Eerst zelf oplossen. Heel lang zelf. Of ongeloof belemmert. Jezus heeft het wel gezegd, maar Hij ziet me aankomen… Nee, hoor. Of een vroom woord. Jezus zal mij vast niet helpen. Mij, zondaar. We zeggen het zo. En proberen onszelf overeind te houden. Jezus zegt: vraag Me toch. Neem Mij serieus. Neem je zorgen en noden serieus. Je hebt me nodig.
In vers 7 valt de nadruk op inzet. Bid, zoek, klop. Drie doe-dingen. Ja, dus we worden ingezet en serieus genomen. God wil gebeden en gezocht worden. Hij verlangt ons te horen kloppen. Hij belooft drie keer: het zal wat opleveren. Ontvangt, vindt, zal opengedaan worden. Niet meer gedaan? Of nog nooit waagden? Bekeer mij?! Probeer het. En weer! God zal gehoor geven. Dat klinkt tot drie keer toe. Het zal niet tevergeefs zijn.
Jezus gebruikt die vergelijking: zal dan een ouder, als een kind om een brood vraagt, een steen geven? Als eenvoudige mensen dit al niet doen, hoeveel te meer de Vader in de Hemel, goede gaven geven?! Nou dit onderstreept en ondersteunt die belofte van krijgen. Al klinkt er in vers 11: goede gaven. Dat zal de Vader geven. Goede gaven.
Ja, goed in Zijn oog. De goede verstaander hoort: God geeft niet alles. Wij kunnen toch dingen vragen die Hij niet goed vindt?! Al denken wij dat… Goede gaven. Het doet denken aan die uitspraak over Zijn Koninkrijk en de gerechtigheid. Dat vooral zoeken, zei Jezus. De zaken die bij dat Koninkrijk horen.
Ik besef en weet, het kan een worsteling geven in het geloof. Dat we niet krijgen wat we willen. Blijkbaar vindt en vond God het voor ons niet een goede gave of een goede tijd. Vader weet toch beter dan kinderen?
Het is gegaan over de splinter in het oog van de broeder. Die wordt wel gezien. Maar de balk in eigen oog niet. Wat vragen wij zoal? Wilt U mij die balk laten zien? Blijkbaar ben ik daar blind voor. Vreemd blind, want ik zie wel die splinter.
God wil ons vanavond meer leren. Juist vandaag op biddag. Eerst verstaan vanuit God. Mattheus 6:6, eerst in de binnenkamer. Voorraadkast. In het verborgene. Bid tot de Vader. Ik hoor er dit in: Vader wil Zijn kinderen ook wel eens alleen hebben. Onder vier ogen. Vertrouwelijk en persoonlijk. Niets en niemand die daarbij afleidt of stoort. We kennen het, een persoonlijk gesprek, maar als iemand mee kan luisteren, dan ben je niet vrij, niet op zijn of haar gemak. Heeft God u, jou en mij wel eens alleen? Komt het er wel eens van?
We hebben het snel over onze kant. Wij moeten die afzondering zoeken. Lukt ons zo slecht. Maar denken vanuit God. Hij verlangt er naar. In oude catechesemethode stond voorbeeld van president die open staat voor onderdanen. Die vergelijking laat zien hoe wij zijn voor God. Die president liet een volgend iemand komen. Eindelijk schuifelde iemand binnen. Leek een slaapwandelaar. Meneer de president, ik weet dat ik met u zou moeten praten als ik wakker was, maar ik heb het zo druk. Eeh…, en ze begon te snurken. Die vergelijking zet aan het denken. Moe zijn. Misschien kunnen we niet slapen. Of moe omdat we teveel hooi op de vork nemen. Strak afgestelde agenda’s. Het hoeft maar een klein beetje anders te lopen en dat bij God zijn is er dan al bij in geslopen.
Hier gaat het over de verborgen omgang (Psalm 25:14, lees die tekst maar eens). God wil dingen aan ons kwijt. Bijbel tot spreken brengen. Zo ook door ons tot anderen spreken. Ik sprak iemand die ik al jaren ken. Ouder is dan ik. Alle jaren door is hij heel betrokken op de kerk en het geloof. Hij deelde mij zijn zorg over de nieuwe generaties en de kerk, toekomst over verschraling. Er is geen tijd voor God. Het vele moeten. Het geloof verdampt. Er zijn hardere prikkels nodig om bij de ziel te komen. De rust voor de verborgen omgang is er niet.
In die methode komen laptops en iPhones nog niet voor. Wel in die binnenkamer, maar toch blauw licht om zich heen. Geen aandacht voor God. Ontzettend jammer voor deze mensen zelf. En onbeleefd richting God. Zo erg. Veel mensen met kinderen weten wat het is, als je kind wel bij is, maar vooral aandacht voor de mobiel heeft. Het wordt ook wel eens tegen mij gezegd.
Als de binnenkant van het geloof er niet is, we er niet aan toekomen, hoe gaat het dan met het geloof?! En de overdracht dan? In die methode loopt het uit op het volgende. Die president vraagt hoeveel mensen er nog zijn. Dan zegt secretaresse: het spijt me, maar de meeste mensen hadden het te druk om te komen. Hoeveel mensen gaan echt naar God? Gemeenteleden komen samen, ook om te bidden. Er is wel iemand, zegt de secretaresse, maar het is een kind. Een kleine, verlegen jongen. Hij ging zitten en wachten. President keek naar de jongen. Is er nog iets wat je me wilt vertellen? Hij dacht na. Ja, zei hij. Bedankt voor de uitnodiging. Toen de president dat hoorde, kon hij alleen maar glimlachen. Daarna praten ze met elkaar. De hele lange, schitterende dag. Om jaloers op te worden. Dat is lange stille tijd!
Sommige mensen kennen dit van wandelen met God. Of ’s nachts. Daar knap je van op. Bijvoorbeeld dat je weet: die lijn naar boven is er. Wat er ook gebeurt. Wat mensen ook zeggen. Die machtige Vader weet van me af. Je merkt vertrouwelijkheid. Jezus heeft lange tijden doorgebracht (Lukas 6:12). Hij was een nacht in gebed. Wij mogen dankzij Hem bij God zijn. Word het niet eens tijd een binnenkamer te zoeken? En de blauwe lichten er buiten te houden? Bid maar om bevrijding.
Valkuilen
Nu zei ik, dat dat bidden over die binnenkamer ook met een andere boodschap wordt gebruikt. Ook tegen verzoeking om in bidden iets te etaleren. Jodendom kende vaste gebedstijden. Mocht je ook op straat bidden. Er waren er, die deden het erom. Kijk mij eens bidden. Meer bezig met mensen die hen zouden zien dan op de Vader in de hemel. Een akelige verzoeking. Op belijdeniscatechisatie: hardop bidden is wel eens lastig om dat je dan meer bezig bent met anderen dan met God. Ik geloof dat het te leren is. Zowel op God gericht, als dat je het gebed verwoord van anderen. God geve dat er zo gebeden wordt.
Jezus wijst ook nog op zo’n valkuil: bidden met een omhaal van woorden. Met veel herhaling. In de gedachte (geloof) dat dat nodig is. Om God te bewegen. Dat hoef je niet te doen. Hij wil gebeden zijn. Zeker. Maar niet met herhaling. Hier wordt niet bedoeld dat een lang gebed niet zou mogen. Jezus sprak een nacht met Zijn Vader.
Deze woorden van Jezus, over zonder omhaal van woorden, kunnen we ook onpas gebruiken. Ja, gewoon snel bidden. Langer hoeft toch niet? Dan krijgt God even aandacht. Maar was er dan echt aandacht? Voor je het weet blijft er niets over.
Hier klinkt: herhalingen hoeven niet. God is geen machine die aan de praat geholpen moet worden. Nee, Hij is de Hemelse Vader. Blij als Zijn kind komt. In vertrouwen bij de Vader komen.
Ik denk, ik aarzel er wel wat over hoor, liederen met heel veel herhalingen. Waarom? Denken dan goed te doen? Of dat dat nodig is? Of gebeurt het om meer in trance te komen? Dan alleen maar naar binnen gekeerd in het zelf.
Je merkt: bidden is niet zo eenvoudig. Terwijl het eenvoudig mag. Uw Vader weer wat u nodig heeft. Ja, klinkt mooi. Wat zal ik dan nog bidden? Als God het toch al weet? Laat dit je niet belemmeren. Gebruik het niet als excuus. Vader wil Zijn kind zien en bij Zich hebben. We hoeven niet een hele agenda en lijst af te werken. Maar in rust samenzijn. Zoals Jezus, die die omgang mogelijk maakte. Hij heeft in het heftigste moment van Zijn leven God moeten missen. Hij heeft dat uitgeschreeuwd. Hij onderging het. Omdat Hij die omgang ons zo gunt. En weet hoezeer we het nodig hebben. Ik denk aan dat lied: ‘In Uw gemeenschap kiemt er leven / en levensvolheid, meer en meer.’ Amen.
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, woensdag 13 maart 2019, 19:30 uur. Schriftlezing Mattheus 6:5-18 en 7:7-11. Belijdenis van het geloof met artikel 13 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB).