Ds. M.J. Tekelenburg – Job 1:21b
Hervormd Reeuwijk, Ichthuskerk, woensdag 1 november 2017 (dankdag), 19.30 uur
Gemeente, kinderliederen kunnen in hun eenvoud zo sprekend zijn voor mensen van alle leeftijden. Zoals die woorden voor dankdag: Dank u voor al uw goede gaven. We krijgen een moment, nemen een moment vandaag om te zien wat we hebben. Om te beseffen dat we het hebben gekregen. En om de Gever ervan te danken. En het kan hierin helpen, ook een moment hierin naar een ander te kijken. Zo laat God ons naar Job kijken en luisteren. Kan bijvoorbeeld meteen op zo’n vraag worden ingaan: kan je Hem bedanken vandaag als het tegenzit? Of kan je Hem loven als je niets hebt? We horen vanavond Job in elk geval God de lof brengen. De naam van de Heere zij geloofd. Heb je dat wel eens tegen God gezegd? Over je lippen? Vanuit je hart? Ik verlang dat we ermee eindigen vanavond.
Ik vermoed dat velen kennen wat we lazen over Job. Bijbelgedeelte weer even goed leest, scherp ziet, vaak nieuwe dingen ontdekt en hoort. Zal duidelijk zijn dat we niet op alles in kunnen gaan. Ook niet op vragen ingaan. Vanavond in het licht van dankdag. En dan hoor ik Job bijvoorbeeld zeggen: de Heere heeft gegeven. Dat zegt hij als hij alles kwijt is. Nota bene. Al zijn 10 kinderen. Omgekomen. Al zijn 10 kinderen. Dat moet wel het meest ingrijpende zijn. Al zijn bezit verwoest is. En dan vragen mensen: hoe kon dat zo ineens gebeuren? Het dient zich aan als geschiedenis. Dus echt gebeurt. Wil zo serieus genomen worden. Afgelopen tijd zag en in onze tijd met camerabeelden, zie je wat natuurgeweld aanricht in deze wereld. Sint Maarten orkaan, Portugal bosbranden. In een klap veel kwijtraken. Je moet er niet aan denken. Denk je maar het liefst dat het niet kan gebeuren. Maar het gebeurde wel. De afgelopen tijd. Proces van aantal jaren, denk aan de oorlog in Syrië. Heere, dankuwel dat U ons daarvoor gespaard hebt.
Job kreeg verschrikkelijke berichten. Kleren en haardos horen bij blijde omstandigheden. Nu niet aan de orde. Job valt op de aarde. Wat wil dat zeggen? In moedeloosheid? In elkaar storten van ellende? Letterlijk onderuit gaan? Je zou het je voor kunnen stellen. Nee, uitleggers zeggen: buigen in aanbidding tot God. Heel klein worden voor God. Viel op de aarde en boog zich neer. Spreken geeft aan wat er in hem is. Naakt te wereld gekomen. Uit de buik van mijn moeder gekomen. Naakt terugkeren.
Job geeft aan wat de bijbel elders ook zegt: aarde is moederschoot. Bij begraven tellen bezittingen niet meer. In die situatie, zegt Job, terwijl hij er niet uit ziet, gescheurde kleren en kaal hoofd: de naam van de Heere zij geloofd. Bij dat indrukwekkende en sprekende kunnen we zo moment kijken naar wat God gegeven had. Spiegel kijken: wat aan ons gegeven heeft? Job had het heel goed gehad. Financieel opzicht. Veel bezittingen. Schapen, kamelen, runderen. Veel personeel. Veel aanzien. Was aanzienlijker geweest dan alle mensen van het oosten. Gezin gehad. Zonen en dochters. En blijkbaar was het gezellig en goed geweest onderling. We lezen van maaltijden samen. De dochters telden dan echt mee, werden uitgenodigd (Vers 4). Dat was niet vanzelfsprekend in die tijd. In hoofdstuk 2, waar Job ook nog eens ziek wordt, maak je op dat hij tot dan toe een goede gezondheid had. De Heere heeft gegeven. Is indrukwekkend. En leerzaam. Alles komt uit Gods hand. Goede en slechte. Geven en nemen.
Gaat niets buiten God om. Ja, zo leert God het ons in de bijbel. Hier en elders. Vanavond zegt Hij dat op dankdag. Vraag naar ons: Wat heeft de Heere u, jou gegeven? In je leven, afgelopen maanden? In succes, op school? Ken je je rijkdom? Zie het eens een keer. Besef: het is gegeven. Van God gekregen. Kijk naar het verschil, toen je ter wereld kwam, en nu? Wat heb je nu? Zeg je: alles van God gekregen?
Maandagavond hadden we Bijbelkring en we lazen uit Prediker. In Prediker 2 komt zo duidelijk naar voren: beseffen dat wat we hebben, van God gekregen is. Anders met de dingen omgaan. Denkt zelf gepakt hebt? Of verdiend? Wat je krijgt, pak je uit. Ontvang je. Besef kwijtgeraakt.
Met dan ook nog eens, de vijfhonderdste Hervormingsdag net achter ons. Zien en ontdekken. Al het goede wat je ontvangt is gekregen. Onverdiend zelfs. Gekregen uit genade. Uit offer van Christus. Puur uit genade. Zie je het vanavond? Neem er eens wat tijd voor. Er is niemand die zegt: ik heb niets gekregen. Ik kan me dat niet voorstellen.
Ik noemde nog niet dat geschenk van persoonlijk geloof. Hij was vroom, oprecht, godvrezend. Keerde zich af van het kwaad (vers 1). Misschien krijg jij dat eveneens van God. Misschien kreeg je het van God, de afgelopen maanden. Ja, ik maak mezelf niet zo! Geloof gekregen. Daarnaar leven. Oprecht. Vanuit het hart. Geeft God blijkbaar ook. Hij gaf het Job. Zou Hij het jou niet willen geven? God om vragen.
De Heere heeft ook genomen, zegt Job. Zegen als je kunt zeggen en zien: Wat je eens wel gegeven was. Soms zien mensen dat niet meer. Kunnen ze bijvoorbeeld alleen maar treuren over verlies van het huwelijk. Terwijl God soms 40, 50 of 60 jaar gegeven heeft. Rouw. Wat je gekregen hebt, tenminste dankbare herinnering eraan. Zal toch niet helemaal weg zijn dan?!
Job belijdt ook: de Heere heeft genomen. Job 1 lees je heel duidelijk: Satan zat erachter. God had satan die ruimte gegeven. Satan is er dus echt wel. Job erkent dat. Ondertussen lees je dus in eerste hoofdstuk hoe machtig satan is. Kon volken inzetten, natuurgeweld inzetten. Onderschatten wij de macht van satan niet wel eens? Bijvoorbeeld omdat hij er is kun je niet zonder God! Wat heeft het Job arm gemaakt. Ontzettend veel ontnomen.
Kijken we weer naar ons vanavond. Onder ons, die zeggen: de Heere heeft mij ook dit en dat ontnomen. Gezondheid. Baan misschien. Huwelijk. Je voelt de pijn als het aan de orde komt. Voor je het weet belemmert het je te danken en te loven. Job doet dat wel: God loven in die omstandigheden. De Heere heeft genomen. Dat noemt Job wel. Sluit ogen niet voor. Als het zo ingrijpend is, kan dat ook niet. Wonder als je kunt zeggen: De Heere heeft gegeven. Genoemd: de Heere heeft genomen. Erken je dat God daar achter zit? Zelfs als je denkt: satan deed het. Zo is er meteen ruimte voor wat er niet meer is, om dat te zien. Leven is voortdurend sterven, zegt doopformulier. Mag ruimte voor zijn, ook zo vanavond. Te zien wat er niet meer is. Kan dat er ons toe leiden tegelijk te zien wat je niet ontnomen is? Ga je weer je zegeningen zien. Zeggen bij het moeilijke: het had nog zoveel erger gekund.
Ik kan het niet laten om die woorden ook te horen na gisteren. 500 jaar Reformatie. Wat heeft God in de Reformatie veel gegeven in Europa en heel de wereld. Persoonlijk geloof. Redding en behoud. Zijn genade voor mensen. Verlost van het moeten. Plicht van de wet. Denkt daardoor er te komen. Ondertussen heeft Reformatie veel betekent voor onderwijs en cultuur. Is aan het licht gekomen afgelopen tijd. Betekenis werkt nog door. We zien daarbij, 500 jaar later, dat er tegelijk er heel veel van weg is. Halloween wordt meer gevierd dan Kerkhervorming. Nationale viering, Domkerk, werd ook gezegd: kerk in de marge terechtgekomen. Al moet je zeggen: de koning was er wel. Minister van Justitie. Verschilt per plaats in ons land. Ik zeg het graag, in onze regio is er veel om dankbaar voor te zijn. En als je ziet wat ons dan gegeven wordt! Zeg je tegelijk: pak het toch uit. Wees er zuinig op. Ga er goed mee om. Gebruik wat je krijgt.
Horen we zo vanavond Job zeggen: gegeven, genomen. Nog niet uitgesproken. De Heere zij geloofd. Job looft God. Zelfs nu. In deze omstandigheden. Indrukwekkend! Looft God. Nauwelijks iets meer heeft. Heeft zijn vrouw en gezondheid nog. Zelfs daar zal aan geknaagd worden (hoofdstuk 2). Naam van de Heere zij geloofd. Hoe kan Job dit zeggen? Tegelijk ontdek je vanavond: dit kan dus wel. In de nacht, armoede, werkloosheid, ellende. Ongeacht hoe je eraan toe bent. Of met dankbare herinneringen, zeiden we. Blijkbaar staat, kun je zeggen, het loven van God los van de omstandigheden, los van hoe Job eraan toe is.
Boodschap dicht naar ons toe. In Bijbel kom je ook Baälgeloof tegen. Verzoeking richting Israël. Regen wilt? Baäl geeft het je. Goed zal gaan op het land. Willen wij allereerst en allermeest. Hij moet mij zeggen. Keer avondje dankuwel zeggen. Voor je het weet moet God het verlengstuk worden van onze armen, handen, inspanningen. En zeggen we God vaarwel als Hij het niet geeft. Satan dacht dat Job God vaarwel zou zeggen als Job zoveel kwijt zou raken. Dat woord vaarwel, Job 1, is hetzelfde woord als loven. ‘Barach’. Ook te vertalen als zegenen. Job zegent God in lof. Tegengestelde van wat de satan dacht dat Job zou doen. Ander geloof dan Baälgeloof.
Hoe is dat bij ons, u, jou mij? Hangt ons al of niet geloven af van wat God geeft? Wij denken wat goed is? Of heb je geleerd dat God te loven is om wie Hij is? Erkennen wie Hij is. Dat brengt de lof aan Hem. Los van wat we krijgen. U bent te eren. U verdient de lof! Zelfs in tegenspoed. Omdat U er bent. Zo groot bent. Te loven om wie U bent. Nog los van wat U geeft. Ik buig voor U, zoals Job deed. Erken U als God. Kom van mijn eigen troon af. Laat het los dat U mij zou moeten dienen. Ik dien U.
U weet misschien, in de wereld wordt het zogenoemde welvaartsevangelie veel verkondigd. Geloof in God en je wordt gelukkig. Alsof het daar vooral om zou gaan. En wij aan onze trekken zouden moeten komen. Allereerst en allermeest. God loven om wie Hij is. Dat blijft. Dat staat bovenaan. Misschien moet u, jij en ik terug naar dat geloof. Je omkeren. Bekeren is dat. Misschien moet je dat geloof zelfs nog ontvangen. U komt toe de dank en lof en aanbidding. Bid God om dat geloof. Ik ben zo blij dat ik bij Job zie dat God dat geeft. Kracht van geloof. Job zegt het zo: de naam van de Heere zij geloofd. Gods naam. God is zoals Hij heet. Ik ben die Ik ben. Ik ben erbij. Ik ben dezelfde. Wie ik voor je was in voorspoed, ben Ik in tegenspoed. Was Ik er bij het geven, net zo goed bij nemen.
Naam van God horen we in Nieuwe Testament in Jezus. Immanuel. God met ons. Voor- en tegenspoed. Zegen dat je dan dus altijd God hebt. Hem dus overhoudt. Nooit alles kwijt. Je bent Hem niet kwijt. Immanuel, in voor- en tegenspoed.
En ik hoor de naam van God in Jezus: Redder, zaligmaker. Hoor ik wel dat God geeft, niet alleen maar neemt. En dat God zelfs voor eeuwig geeft. Zaligmaker. Diep geluk. Jezus draagt die naam met ere. En naar waarheid. God geeft dus toch. Bij alles te loven! Om wat Hij geeft. Zo zij de naam van Jezus gelooft. Doe je in de lof mee? Vader, Zoon en Heilige Geest.
Ik kijk nog even naar danken in voorspoed. Satan dacht dat Job loofde, omdat het meezat. Maar ontdekte: het was niet daarom. Is niet vanzelfsprekend dat iemand die veel heeft, God vreest en dankt. Alleen al omdat je opgeslokt wordt door wat hij heeft, aan God niet toekomt. Zelf gepresteerd. Aan mezelf te danken. Net zo min vanzelfsprekend, zien we vanavond, dat wie veel kwijtgeraakt is, God niet zou danken. Vanavond zagen we zo Job. Al kijkend ontdekten we hoeveel wij nog wel hebben. Het had erger gekund! Of met klaagliederen: het zijn de barmhartigheden van God dat wij niet vernield zijn. Het is Gods genade. Ik verdiende, ja wat verdien ik? De eeuwige verlorenheid. God niet met mij. En ik dank God, zelfs als me veel ontnomen, dat ik Hem niet kwijtraakte, dat Hij bij me bleef. Het nochtans van het geloof. Al zou de vijgenboom niet bloeien. In lijden, de voetstappen van Christus mag drukken. In Zijn spoor mag gaan. Waardig geacht worden te lijden met en om Hem. Dankt omdat je weet, Jezus is Zaligmaker en Redder. Soms kan Hij mij zo tegenkomen in mijn leven, ja Hij kan satan veel ruimte geven. Satan kan me zelfs het leven benemen. Maar eeuwige leven niet afnemen. Met Jezus ga ik de dood door. Oordeel door. Weet ik: veel kan me ontnomen worden, maar nooit het heil in Christus. En daarom: zijn naam moet en zal eeuwig eer ontvangen. Amen.
Geef een reactie