Op de Areopagus wijst Paulus de Grieken op de onbekende God: God, de Heer van de hemel en aarde. In de kerk gaat het over de redding; maar ook over de grootheid van God. Dat blijkt uit de schepping. Paulus sluit aan bij zijn hoorders en nodigt ze uit om God te zoeken en te leren kennen.
Gemeente van Christus, laten we de preek een keer zo beginnen dat ieder even denkt aan een moment, een moment dat je onder de indruk was van de natuur. Dit is mooi? Bijzonder? Denk allemaal even na. Ik kan me niet voor stellen dat iemand aan niets kan denken. Zijn we niet allemaal wel eens onder de indruk? We zouden veel mooie dingen zien
Nest met honden. Prachtige waterval. Kleuren in een grot. Iets dat je via microscoop ziet. Vogels. Australië. Reeuwijkse Plassen, verschillend licht. Ik zou door kunnen gaan. Ik dacht bij voorbereiding ook: hoe vroeg in je leven leer je het indrukwekkende van de natuur zien? Misschien pas later. Als kind veel te zien krijgen, dan gewoon vinden? Vaders, moeder, leer je kinderen vroeg kijken.
Vanmorgen horen we Paulus zeggen: God die de wereld gemaakt heeft. Bij schilderij zie je handtekening. God die alles gemaakt heeft. Alles is gemaakt. Niet zomaar gekomen. Zit een creator achter. Een begin! Iemand die gedacht en gewild heeft. Niets is er zomaar. Niemand. Bedacht, gewild, gemaakt. Duizelingwekkend!
Alles wat daarin is, zegt Paulus. Grondstoffen, warmtebronnen, zaden. Alles. Indrukwekkend. Rijk en bijzonder seizoensthema. Kan me voorstellen dat er gemeenteleden aan moeten wennen. Schepping, ja maar, hoe hoort het niet over Jezus en de redding te gaan? Als het daarover gaat is het toch tot eer van God? Ja, de kerk moet het evangelie verkondigen. Is levensnoodzakelijk. Voor eeuwig leven. Ik moest denken, als je dat evangelie bent gaan geloven, ga je het eeuwig zien. Komt er een nieuwe hemel en aarde. Zal volkomen zijn. Je kunt zeggen, het klinkt pittig: als je het evangelie niet gelooft, zou ik ‘m best maar doen om alles te zien voor je dood. Na de dood is er dan de dood, de hel. Dan is er niks meer.
Maar christelijk geloof niet versmallen. God is de Schepper van de wereld en van alles wat daarin is. Vers 24: Hij is de Heere van de hemel en aarde. We doen God te kort als we het alleen hebben over Zijn reddingswerk. U hebt het alles gemaakt! Als we dat beseffen, zo de grootheid van God gaat zien en ons omgaan met Hem en met de wereld, dat dan zonde in zicht komt.
Zonde aan onze kant. Ik heb een redder nodig! Als we het mooie zien, dan voelen hoe vreselijk de dood is, dan verlangen naar eeuwig leven. Hoe kan ik eeuwig leven? Op zoek naar iemand die je door de dood heen haalt.
Verder vertelde Paulus dit over God aan mensen die nog niets over God wisten. Niet dorpje achteraf. Maar Athene, stad. Een godenwereld kende men. Indrukwekkend. Heeft veel mensen de eeuwen door geboeid. Het dienen van de goden ontging Paulus niet. Hij zag veel godenbeelden staan. Maar, vers 16, afgodsbeelden. Neutraal taalgebruik, godsbeelden? Bijbel zegt: het zijn afgodsbeelden. Zeggen veel: God-af. Niet horen en zien. Stellen niks voor. Of er zitten machten achter. Maar door Christus onttroont. Hoe machtig ze ook kunnen zijn, toch God-af.
Als jij daar liep, wat had het jou gedaan? Paulus raakte geprikkeld. Lijkt erop; boos en verontwaardigd. Als je dat bij jezelf merkt, waarom heb ik dit? Misschien moet ik er iets mee. Paulus moest er iets mee. Boosheid ook overwinnen en kanaliseren. Niet alleen vanuit boosheid spreken. Praktisch richting seizoen, bij clubavond of huisbezoek, je raakt geïrriteerd. Laat het niet naar buiten komen. Maar het is er niet zomaar. Probeer er iets goeds mee te doen. Zo kom ik ook wel eens tot een tekst of preek.
Areopagus, hij stond daar tussen afgodsbeelden. Aantal dagen na die ergenis. Dat scheelt en helpt. Geest leidt Paulus. Hij wordt creatief. Creator. Bij altaar staan. Een soort tafel. Waarschijnlijk brachten mensen eten en drinken daar.
Uitleggers denken denken aan 2 dingen. Mogelijk waren ze zo godsdienstig, maar stel dat ze er een zouden vergeten, daarom dit altaar. Anderen denken dat godvrezende joden dit altaar hebben geplaatst. Geen beeld voor de God van Israël. God is niet te vatten. Zijn Naam mag je niet uitspreken. Altaar voor onbekende God. Boeiend!
Zie dan maar Paulus daar staan. Waar begint hij over? Over Jezus Christus en die gekruisigd? Hij begint hier anders. U dient deze God zonder dat u Hem kent. Ik mag Hem u bekendmaken. Hij heeft de wereld gemaakt en alles wat daarin is. Hij is de Kurios. De beheerder, overste over hemel en aarde. Wat moet dat geklonken hebben tussen dat steen en die mensen? Wat een lef! Tussen al die afgodsbeelden. Lef. Hebreeuwse woord voor hart. Wat een door Gods geest volgegoten hart! Zo’n hart wens je voor het nieuwe seizoen. Morgen in de kantine tussen allerlei posters, jongens, weet je wie het allemaal gemaakt heeft? Alle materialen, grondstoffen? God. De Heere over alles. In collegezaal. Sportclub. God die ons gemaakt heeft. Zo meteen de Maker de eer brengt. Mensen brengt op Zijn spoor. Ere wie ere toekomt. Durf jij te doen wat Paulus deed?!
Ja, maar. Dat zeggen wij. Die wereld stond open voor goden?! Toch, je moet je niet vergissen. Mensen zijn bezig met goden, machten en krachten. En zelfs met beelden, kijk maar in tuinen. Of terugdeinst omdat je denkt dat er veel vragen komen over het hoe. Hoe deed Hij dat dan? Schepping of evolutie? Die discussie kan snel komen. Heb je wel eens gezien hoe snel die discussie afleidt van het grote, van de eer van God. Verwondering over Zijn handelen! Wij proberen het verstandelijk te houden.
Paulus verklaart hier niet hoe God het gedaan heeft. Kan me indenken: geen behoefte aan. Hij is te groot. Kunnen wij ons niet indenken. Wij willen dit seizoen op die vragen ingaan. Maar laat je niet verleiden tot theoretiseren.
Ik verkondig de Heere van de hemel en aarde. Sluit aan bij Genesis 1 en 2. In bijbel bijbel lees je veel vaker dat God de schepper is van hemel en aarde. Meestal wordt niet gezegd hoe God het heeft gedaan. God is de maker van alles. In die belijdenis meegaan.
Paulus zei er veel bij – teveel om vanmorgen door te geven. Indrukwekkend en leerzame dingen. Ik kwam tot dit gedeelte vanuit het boek van dr. Dekker, Verbonden en vervreemd. We horen nog dit. Paulus sloot aan bij het altaar. Denken van de Grieken uit die tijd. Zit iets moois in met het winterwerk. Zoek aansluiting bij je hoorders. Tienerwerk, zondagsschool, catechisatie. Hoe dan? Vers 24: gebruikt het woord kosmos. Grieks woord. In Griekse wereld werd dat woord bewust gebruikt. Stond voor bijzondere systeem van de wereld. Ecologische systeem. Hoe alles met elkaar in verband staat. Zeewater verdampt, wordt tot regenbui, komt op land, stroomt weer in de zee. Systeem!
Paulus: God is de maker van het systeem. Van de kosmos. Onder indruk raken, dan meer over Maker verwonderen. Met systeem ligt het wat ingewikkeld. In tijd Verlichting, onder invloed van de natuurwetenschappen, (misschien volgt u dit, misschien niet) hebben mensen gedacht: we hebben de wetten van het systeem leren kennen. We hebben de tools in handen gekregen. Tot het weer anders werd. In postmodernisme week men terug voor systemen en verhalen. Iets anders in onze chromosomen in ons, kan het heel anders maken. Er zijn er onder ons die daarvan weten. Is het wel een systeem? In onze tijden weten we: Ons doen en laten beïnvloedt het systeem. Aarde kraakt en beweegt onder ons handelen. Duurzaamheid. Hier kunnen we langer mee bezig.
God heeft de kosmos gemaakt. Hij is en blijft er de Heere over. Zelfs over de hemel. En Hij beloofde een nieuwe hemel en aarde. God legt uit hoe die onvolkomenheid en gebrokenheid gekomen is: zonde en schuld. God gebruikt Paulus manier om mensen te raken. God weet de weg tot in het hart van mensen.
We horen nog dit. Jullie snappen toch wel dat God niet in een tempel past?! Hij is daar te groot voor. Om kort te gaan: wij moeten telkens horen hoe groot God is. Hij past niet in onze handen, broek, vestzak of hersenen. Hij laat wel van Zich horen niet. Maar Hij is veel groter dan een kerk. Hij is alomtegenwoordig.
Op dat altaar hoef je geen eten te leggen, zegt Paulus. Studiereis gemaakt in 2005 naar India. Hindoetempels gezien. Ook arme mensen brengen eten bij afgodsbeelden. Riep ergernis en respect op. Kijk eens wat ze ervoor over hebben! God zegt: het moet en hoeft niet. Het is onzin. Ze ruiken het niet. Geef het aan ander. Ga beter met het voedsel om. God hoef je geen voedsel te geven.
Kort stip ik aan dat Paulus ook moet zeggen dat God wilde dat heel de aardbodem bewoond zou worden. Dat is Gods wil en leiding. Is risicovol? Overal in de natuur komen dan mensen. Mensen tijd en plaats en grens toegemeten, staat er. Is er een heel thema. Elk volk een eigen plek. Niet van Afrika naar Europa komen. Alle mensen zijn wel onze soortgenoten. Daar zorg je voor. Vers 28: van Gods geslacht. Godenzonen? Hoe zit dat? Mensen zeggen dat van topsporters. Ik kan dit nu alleen maar aanstippen.
Nu wil ik nog (met het oog op het nieuwe seizoen) vers 27 aanwijzen. Opdat ze Hem zouden zoeken. Al tastend zoeken! Uitnodigend. Uitdagend. Toen en nu, in kantine en studiegenoten. Hij wil gezocht worden. Laten we dat doen. Hem zoeken. Zoeken. Je ziet Hem niet direct en zomaar. Wat is het wel eens een tasten. Alsof je in aquarium leeft, buitenkant ondoorzichtig. God is er direct omheen terwijl je Hem niet direct ziet. God is niet ver van ons. Hij omgeeft ons zitten en staan. Hij is eromheen. Wij leven en bestaan zelfs (vers 28) in Hem. Het aquarium is er in Hem. Temidden van God. Wat een boodschap! We horen deze geweldige boodschap. Hij omgeeft ons. Alle mensen! Uitdaging om Hem te zoeken. Anderen helpen Hem te zoeken. Wat geweldig als je Hem al tastend mocht vinden. Ja, mocht vinden, een geschenk. Laten we bij al ons bezinnen komend seizoen vooral God vinden. Van de Schepping naar de Schepper. En naar Jezus, de Redder en Heiland. Heb jij Hem al gevonden? Hij laat zich vinden. Amen.
Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 23 september 2018, 9:30 uur. Schriftlezing Handelingen 17:15-34. Opening winterwerk; seizoensthema ‘Schepping & Duurzaamheid’.